I itseltijd SIS In. essen TWEEDE BLAD DE ZOON VAN Tel. I >op dag rinkel cent cent 16212 11616 22594 jbenoodit^iieden. TRA ivegers MINES Isleiooo 13531 DANTZIG E STAND. EEL. Losse Blaadjes. Lawaai Brokjes Levenswijsheid. Oplossing. Wachten. PREDIKBEURTEN SCHAAKRUBRIEK. Allerlei. er M. K.G. f 1.70 0.65 0.15 0.20 - 0.75 0.45 ST ADSPR1JZEN Electr. materialen mpen. Tel. 22704 al. n orde maken wïj da minsten prijs. iem; E. v. d. Heiden, ïendaal, een. porte- osch en Duinlaan 24, en een paar dames- Bloemendaalscheweg estasch met inhoud; >olitie Overveen: een van auto; een huis- schnetjeeen rijwiel- ltje; een popje; een te Aerdenhout, een e met 4 sleuteltje»; >n. EMEND AAL. ERSONEN. 12 Oct. '33.) ok, Bloemendaalsche- m Daalen, Grenslatfn ïoers, Prins Maurits- lempenius, Ter Hoff- C. Visser, Mollaan 7 sen, Korte ZijlwegM, •en, Vogelenzangsohe- N.T.V. vijlen DIRK SOH3FEB la, TKTiHF. 22014 DAAL. IEMENDAAI}. -12 Óct '33.) 1van Bakel, an Czernicki, c a A. M. SSrcfedie. la, enewegen- >p, 48 jaren. lorstellingen in den wij noch in deze noch >nzen lezers iets mede- ;ie, niet geheel op de het land en onbewust rlemsche bladen, acht door ons bereikte ge ezer instelling te doen en van een eigen Ik hou van stilte en van rust. Misschien dat dat wat saai is, Maar 'kvind, dat er in dezen tijd Wat al te veel lawaai is. Des morgens vroeg begint het al: Een rinkelende wekker Met eerst een portie haangekraai. Dat is óók niet zoo lekker! De muzikale vuilnisman Laat zich van ver reeds hooren. Op straat doet een gemengd rumoer Een aanslag op je ooren. De tram, die door de bochten giert, Verscheurt je trommelvliezen. 't Getoeter van de claxons doet Je je verstand verliezen! De orgeldraaier is present, Hij speelt meer luid dan prachtig. Straks klinkt weer een harmonica, Wel ietwat valsch, maar krachtig! En ook in huis is al dien tijd De stilte vèr te zoeken: De huisbel rinkelt heel den dag... 't Klinkt in de verste hoeken! En 's avonds gaat aan 'd overkant De radio aan 't krijschen, Of anders wel een gramofoon, Vol liefelijke wijzen! Wanneer je eind'lijk rust verwacht In nachtelijke uren, Dan kwinkeleert met volle kracht De baby van de buren! Vriend Nurks had 't bij het rechte eind, Toen op een keer hij knorde: „Een wonder, dat we allemaal Geen zenuwlijders worden!" (nadruk verboden) Tot het bijgeloof, dat wel altijd in de wereld zal blijven, behoort het geloof in de oplossing. Op allerlei gebied in het persoonlijk en ge meenschappelijk leven bestaan er problemen van dikwijls pijnlijken aard. De menschen, die metterdaad bij dergelijke problemen zijn betrokken, werken aan de oplossing, of denken en spreken daarover althans. Zoolang deze niet is gevonden, gevoelen zij zich ongelukkig. Men gaat er als bij stilzwijgende overeen komst van uit, dat elk probleem ook een op lossing moet hebben. Maar waarop grondt men deze vooropgestelde overtuiging? Waarom zou het niet kunnen zijn, dat oplossing slechts een emakshalve door het menschelijk brein uitge vonden bedenksel is? Zeker, er zijn problemen met een oplossing. Gelijk er ook schalen met deksels bestaan. Maar sommige pottenbakkers hebben er aar digheid in, voor de verandering ook eens schalen zonder deksel te fabrieeeren. Zulk een vaak zeer kunstzinnig .ontworpen schaal mag men dan niet onvolledig of onafgewerkt noe men. Misschien zijn aldus problemen zonder oplossing de pronkstukken van het grillige leven. Toen wij als kinderen op school vraagstukken maakten, bestond er bij het sommenboekje een toevoegsel, waarin de antwoorden afgedrukt waren. Dit heeft ons werk vaak vergemakke lijkt. Want wij wisten, dat een vraagstuk „uit komen" moest, en zelfs, waarop het moest uit komen. Bereikten wij met ons gecijfer deze uitkomst niet, dan begrepen wfl, dat ergens een fout in ons werk schuilen moest, en dan deden wij onze som over. Maar soms kregen wij proefwerk, waarbij wij het antwoordenboekje misten. Dan ge beurde 't wel, dat wij met den besten wil maar geen „uitkomst van ons vraagstuk konden verkrijgen. Hoevaak wij de becijfering over maakten, nooit kwam de som uit. En wij leverden ons werk met onvoldaan gemoed in. Dan bleek echter later, dat ae ieeraar tusschen de vraagstukken, die „uitkwamen", voor de aardigheid ook eens een som had op gegeven, welke niet uitkwam. Waarom zou die groote leermeester, het Leven, er nu ook niet eens zulk een aardigheid op nahouden en ons problemen opgeven, waarvan geen oplossing bestaat Er zijn van die menschen, die alle dingen zoo gemakkelijk en doodeenvoudig beoordeelen. Er is een conflict ontstaan. Tusschen per sonen. In een huwelijk bijv. het bekende drie- hoeksgeval. Of tusschen volksgroepen. Bij een fabrieksbedrijf bijv. een geschil tusschen werkgevers en werknemers. Een werkstaking. Of tusschen natiën. In de internationale politiek dreigt een diplomatieke breuk. Oorlog kan het gevolg zijn. Dan weten zulke menschen onmiddellijk, hoe het moet. „Als ze cit nu maar deden of dat!" Gewoonlijk bestaat hun voorstel hieruit, dat de ééne partij onvoorwaardelijk moet toegeven. Dit is «e gemakkeli|kste weg. Even eenvou dig als wanneer men op school b'j .oo'n 'inge wikkelde som maar een van de oijf-ï.s zou door schrappen. En wanneer de aldus tot verdwij ning gedoemde partij zich tegen hun voorstel verzet, beslaat nog altijd het geweld, dat de Gordiaansche knoop doorhakt. Maar is zooiets een oplossmg te noemen? In de film De droomende mond zijn drie personen in een gevoelsconflict verwikkeld. Het zijn alle drie nobele, rechtschapen mensehen En toch kunnen zij er niet uitkomen, Dit maakt het conflict voor den toeschouwer juist zoo schrijnend, dat hij van goeden wil en <fe zuivere bedoelingen van alle drie slachtoffers overtuigd raakt, en tevens duidelijk ziet, dat er geen oplossing voor hun probleem bestaat. Ten slotte werpt een van de drie zich in 't water, maar dit doorhakken van de Gor diaansche knoop is geen bevredigende afloop. Hoeveel menschen lcopen levenslang rond met gewetens-conflicten? Twee plichten, twee ver langens, twee noodzakelijkheden verscheuren hun het hart. Als een onopgelost probleem neemt met den dood hun leven een einde. Neen, de oplossing is niet de natuurlijke vrucht van een probleem, gelijk de appel de natuurlijke vrucht van den boom is. Gelijk aan zoovele smartelijkheden van het leven moeten wij ook aan het denkbeeld van onopgeloste vraagstukken gewennen. Wij moeten problemen leeren aanvaarden ook na afstand van de op lossing te hebben gedaan. De oplossing is zelden werkelijkheid. Toch kunnen wij de gedachte aan haar niet missen. Wij moeten haar als denkbeeldige mogelijk heid stellen; zij is onze hulplijn, onze werk hypothese b(j de vraagstukken, welke het leven ons in zijn leerschool voorzet. Wie meer van haar verlangt, maakt van de oplossing voor werp van bijgeloof. H. G. CANNEGIETER door G. Th. ROTMAN. 47. Jim rende alle kamers rond, Tot hij een open venster vond; „Ik bof vandaag!" denkt hij tevreden, Glijdt langs de gootpijp naar heneden, Maar wordt daar en dat is geen pret, Door drie, vier honflen nagezet. Niet wetend, wat hij moet beginnen, Rent hij pardoes een woning binnen. 48. Het is het huis van Jan van Baren, In kruideniers- en grutterswaren; Zoozeer is hij ten einde raad, Dat hij zich willig vangen laat; De kruidenier zegt: „Weet je wat? Ik heb nog nooit een aap gehad; Wfl houden hem! Ja, ja, zoo'n dier Geeft in een huis nog wat vertier! Welk een groot deel van ons leven brengen wij allen door met „wachten". Wachten op het geluk, dat komen zal, wachten op de ramp spoeden, die ons zeker zullen treffen! Wachten steeds wachten op iets, dat zal komen, 't Zij goed, 't zij kwaad wachten op nieuw leven, op beleven, op opnieuw beleven van wat voor ons menschen het grootste, het eenige won der is. En bij ai dat wachten vergeten we maar al te vaak te leven, waarachtig te leven in het heden. Het oneindig vele goede, wat het heden ons schenkt, naast het voor de meesten onzer heel moeilijke, dreigen we over het hoofd te zien in ons wachten op het nog betere, nog heerlij kere, èn in het angstig verbeiden van oe druk' kende zorgen, die in wel nog grootere mate, ons1 deel zullen worden. Dat wachten, dat uitzien naar het komende, wordt een integreerend deel van ons denken, van ons zieleleven het belet ons min of meer het, nu in de juist© verhoudingen te zien en te aan' vaarden, het ontneemt ons onze rust en onzen innerlijken vrede. Omdat we niet werkelijk „wachten", omdat we niet weten, niet weten willen, wat wachten is, wat wachten inhoudt, wat het moet zijn. Want wachten toch moet niet anders wezen dan een stil uitzien naar het komende: een stil uitzien, dat reeds te voren in zich sluit een vol komen aanvaarden, ook een aanvaarden van strijd, zelfs een aanvaarden van een oplossing, die ons gevoel, misschien ook ons verstand, niet bevredigt. Wel is ons voelen minder aan men- schelijke begrensdheid gebonden, dan ons verstand maar wie weet zijn voelen geheel vrij van men- schelijke beperking en bekrompenheid, van klei nere, minderwaardige hartstochten? Wachten behoeft niet te zijn, moet en mag niet zijn een toestand van apathisch toezien, van geestelijk ledig, al of niet geduldig beiden. Het ware wachten is een toestand van het ge moed, welke slechts door langdurige, welbewuste en doelbewuste oefening verkregen wordt het is een zich voorbereiden tot in volkomen over gave aanvaarden van wat het leven ons brengt. Is het niet voor ons allen zoo, ook al zijn we nog jong, dat we na korter of langer tijd, moe ten erkennen en zeggen: zie, het is tóch goed geweest zooals het gekomen is, zooals het toen is gegaan? Wa,t we dikwijls hebben gemeend een onredelijke tegenwerking te zijn, onverdiend soms, is gebleken ten goede te leiden, het diep ste leed heeft ons in gelukkige, en gelukkig niet zeldzame gevallen, doen rijpen en onze draag kracht gesterkt en ons vermogen tot begrijpen en helpen ontwikkeld. En als we dit dan bedenken, waarom zou het wachten ons dan moeilijk vallen, waarom zou den we dan ongeduldig zijn en willen Wachten het leven in Oen bepaalde richting te dwingen. We weten immers, dat we dit niet kunnen, en daarnaast weten we, dat dit een groot geluk is voor ons, oen groote zege. Want dat we het leven niet kunnen dwingen, op geenerlei wijze, in geenerlei richting, ontheft ons van een ver antwoordelijkheid, welke we niet in staat zouden zijn te dragen. Omdat we immers niet verder kunnen zien dan onze menschenblik den weg voor ons afbakent. En steeds weer blijkt hoe onvoldoende, hoe kortzichtig die blik is, steeds weer gevoelen we me-fi ontzetting hoe verkeerd het geloopen zou zijn, indien wij medezegging schap gehad zouden hebben. Wachten is het grootste voorrecht van ons leven. Doch dit wachten moet zijn, zal zijn een zelf-opbouwende voorbereiding to. een bewust willend aanvaarden van alles, wat het leven ons brengt, tegelijk met een intensief en stalend po gen, het al ten goede te leiden. Want we zijn niet machteloos in het wachten; we hebben de macht, den tijd goed te besteden, en we kunnen dezen slecht besteden, tot nadeel voor onszelve en onze omgeving. Hoe beter we den tijd van wachten, van heel ons leven dus, gebruiken, hoe stiller en rustiger en geruster we wachten zullen, hoe heerlijker datgene, waarop we wachten. M. J. MOLANUS—STAMPERIUS. Ned. Herv. Kerk. Bloemendaal. V.m. 10 uur Ds. W. C. Posthumus Meyjes, Pred. te Rotterdam. Jeugddienst in het Jeugdhuis. V.m. 10 uur de heer W. F. C. Dankbaar. Jeugddienst voor ouderen. N.m. 7% uur Ds. J. C. van Dijk. Donderdag 19 Oct. Gebouw „Maranatha". N.m. 8 uur Ds. J. C. van Dijk. EijbeUezing. Overveen. V.m. 10 uur Ds. J. C. Dijk. Neder!. Protestantenbond Afd. Bloemendaal. V.m. 10.30 uur Ds. G. J. Sirks, Amsterdam. Ned. Hervormde Evangelisatie te Santpoort. V.m. 10 uur J. Makkelie, Amsterdam. N.m. 5 uur Heere Heeresma, Amsterdam. Ned. Herv. Gemeente Kerkgenootschap Santpoort. V.m. 10 uur Prof. Dr. G. A. van den Bergh van Eysinga. „Rein van hart". (Mt. 5:8). Koorgezang. Bevestiging, van Kerkeraads- leden. Religieuze Kring, Aerdenhout. V.m. 10% uur, Ds, L. Bonga, Doopsgez, Pred., Leiden. Geref. Kerk te Bloemendaal. V.m. 10 uur, Ds. J. C. Brussaard. N.m. 5 uur, Ds. J. C. Brussaard, Onderwerp Catechismus. De Vrije Katholieke Kerk, Popellaan Klnhelmpark. V.m. 10.30 uur, Gezongen H. Mis. Huwelijksinzegening. Woensdag 18 Oct. N.m. 8 uur, Completen en Lof. Donderdag 19 Oct. V.m. 7.30 uur, Gesproken H. Mis. 49. Dat Jim wel voor vertier zou zorgen, Bleek kort daarna op Zondagmorgen: Hij had het hoedje van mevrouw Gepakt, en ging er mee op sjouw! Een groote zcekpartij begon, Maar niemand die het vinden kon! Want ach, wie kon ook gissen, dat Het in den koffiemolen zat! 60. Hoe zuur mevrouw Van Baren keek, Van wand'len kwam dien dag geen steek: In zoo'n geval, dat weet je, doet Een bakje koffie altijd goed; Dus gaat zij ijverig aan 't malen, Zij draait en draait met forsche halen, En jammert daarbij als refrein: „Waar zou mijn hoedje toch wel zijn?" Hé, bedel jij in smoking? Ja natuurlijk, 't Is vandaag een feestdag voor me, mijn dochtei trouwt. (Bouillabaisse^. WIJ ONTLEENEN AAN DE MAANDELIJKSCHE MEDEBEELINGEN VAN „DE NEDER LAND SCHE CONJUNCTUUR". uitgegeven ctoor het Centraal Bureau voor de SOatidtiek. in overleg m'et het Noderlandsch Eco nomisch Instiuut te Rotterdam-, over de maand September j.l. het volgende Te oordeelen naar de in de laatste weken be kend geworden cijfers heeft de arbeidsmarkt zich ook verder niet ongunstig' ontwikkeld, maar in sommige takken van bedrijf bracht het sei zoen eenigen achteruitgang voornamelijk in het bouwbedrijf. In andere bedrijven, zooals het transportbedrijf, ontwikkelde de arbeidsmarkt zich in de zomermaanden eerder in gunstige richting, hetgeen ook dit jaar het geval was. In de metaalnijverheid! was de werkgelegenheid in Juli beter dan in 1932, hoewel de vergelijking met 1931 nog steeds ongunstig uitvalt. In de textielindustrie wijzen de cijfers eerder op eeni ge otnspanning in de zomermaanden, wanneer de werkloosheid gewoonlijk de neiging vertoont om toe te nemen, viel dit jaar een, zij het ook nog kleine, verbetering cp te merkende cijfers over Juni waren lager dan verleden jaar en de voorloopige cijfers tot midden Augustus geven een verder© daling te zien, die echter in de eerste helft van September door een stijging is gevolgd. Toch blijft de werkloosheid in alle vakken, en vooral in de genoemde groepen, nog zeer groot, en is er van een werkelijke ont' spanning van de arbeidsmarkt nog geen sprake. In den woningbouw liep het aantal woningen in uitvoering voor het eerst sinds bijna een jaar, gedurende Juli iets terughet aantal „begon nen" woningen is reeds sinds Maart gedaald beide bewegingen zijn echter althans ten deele, op te vatten als seizoenverschijnsel. Het cijfer der aanbestedingen, dat, veel meer dan dat van den woningbouw, de conjunctuur volgt, is thans bijna maand voor maand groo.er dan verleden jaar. De daling der laatste maanden treft men ieder jaar aan, soms tot een kleiner, dikwijls ook tot een groöter bedragzij betrof in hoofd!- zaak de aanbesteding voor rekening van over heidslichamen, spoorwegen, enz. Een geringe daling was ook waar te nemen in het invoersaldo van grondstoffen voor de nijver heid. Dit geldt voor zijn beide oomponenlen de grondstoffen voor de vervaardiging van ge bruiksgoederen en van productiemiddelen. Hier bij valt op te merken, dat de invoer van de eerste categorie van grondstoffen ieder jaar in een van de zomermaanden een minimum ver toont en dat bij de tweede categoarie - de grond stoffen voor de industrieën, welke in hoofdzaak productiemiddelen leveren - de daling, volgde op een zeer krachtige stijging sinds Maart. Voor beide categorieën zyn de cijfers der laatste maanden veel gunstiger dan de overeenkomstige van 1932. De toeneming van den invoer van ar- beidsmachines hield in Augustus aan, die van krachvwerktuigen maakte plaats voor een lichte daling. De uitvoer van fabrikaten was in Au gustus iets grooter dan in Juli. De daling, welke tilcze uitvoer sinds 1929 naar de waarde en sinds 1931 naar het gewicht vertoond maakte de laatste maanden zoo goed als geen voortgang. Wat den totalen buitenlandschen handel be treft, gaf Augustus een voortzetting te zien van de toeneming van d© waarde van den invoer het gewicht was iets kleiner dan in Juli. De uitvoer is sinds het begin van 1933 vrijwel op dezelfde hoogte gebleven, zoowel naar waarde als naar gewicht; het gewicht van den uitvoer is sinds het beigln van 1933 vrijwel op dezelfde hoogte gebleven, zoowel naar waarde ais naar gewioht; het gewicht van den uitvoer vertoont de laaiste maanden een geringe seizoenstijging. De goederenbeweging in onze zeehavens bleef stijgen, zoowel te Rotterdam als te Amsterdam en in alle havens te zamen. Op de Amsterdamsche effectenbeurs hield de koersdaling, welke in Juli begon, aan, vooral voor Indische fondsen: onder de Neüerlandsche indus-rieele ondernemingen waren er verschei dene, wier koersen op peil bleven. Oplossingen, bijdragen enz. te richten aan den Schaakredacteur, Cruquiusstraat 19, Haarlem. PROBLEEM No. 898. Mr. A. J. C. E. van Heycop ten Ham. (1857—1925). Mat in vier zetten. Stand der stukken; Wit; KhO, Dgl, Lf3, Pg4, Ph5, b2, b3, e2", h3. Zwart: Kfö, Ta4, Te3, Lc6, Pe6, a7, b4, d6, f4, S3, h7, PARTIJ No. 182. Gespeeld in het van 2127 Juli 1932 te Lud- wigshafen gehouden meestertournooi. Wit: Zwart: A. Brinekmann, G. Kieninger, (Kiel), (Keulen). SPAANSCHE OPENING. 1* e2e4 e7e5 2. Pgl—f3 Pb8c6 3. Lflb5 f7—f5 4. Pblc3 £5Xe4 5. Pc3xe4 Pg8—f6 Na d<7d5 is 6. Pf3Xe5 zeer sterk. 6. Pe4xf6f g7Xf6 7. d2—d4 e5e4 8. Ff3g5!l Deze mooie zet heeft schaakmeester H. Wag ner destijds reeds gespeeld in het Haagsch tournooi (1928). 8Lf8—b4t Zwart moet Dh5f pareeren. Ook e4 mag hij niet verliezen. 9. c2—c3 f6Xg5 10. Ddlh5f Ke8—f8 11. Lel xg5 Pc6—e7 Lb4e7 faalt na 12. Lg5h6t, Kf8g8; 13. Dh5—g4f en 11Dd8—e8 faalt na 12. Lg5—h6?, Kf8g813. Lb5—c4f. 12. Lb5—c4! d7d5 13. Lc4 x d5Opgegeven. Want op 13Dd8X-d5 volgt 14. Lg5—h6f, Kf8—g8; 15. Dh5—e8 mat. ZUKERTORT'S EERSTE PRIJS, De wereldvermaarde schaakmeester J. H. Zukertort (18421888) beklaagde zich dik- wijls bij O. C. Müller over den eersten prijs, die hij in 1878 in Parijs had gewonnen. Die prijs, een Sevresvaas, welke op 5000 Francs werd geschat, was geschonken door President Grévy, zelf een vurig schaakspeler. Zukertort reed drie dagen in een droschke door heel Parijs, voordat het hem eindelijk ge lukte haar ver onder de getaxeerde waarde kwijt te raken. Toen hij den 19en Juni 1888 in een café schaakte met een advocaat, kreeg i een beroerte een stierf den volgende morgen, zonder weder tot bewustzijn ie zijn gekomen. OPLOSSING PROBLEEVI No. 395. (V. Führer). Stand der stukken: Wits Ka2, Da4, Tdl, Tel, Lbl, Lh2, Fb4, Pc2, b3, g2. Zwart: Ke4, Dh6, Te2, Tf4, Lel, Pgl, c5, d6, e3, f5, f6, f7. 1. Pb4d5, enz. Goede oplossingen ontvangen van: H. W. van Dort en J. de Vries, beiden te Haarlem. EEN VOORBEELD TER NAVOLGING. Het Nat. C.risiscomité heeft een schrijven ontvangen van een deelnemer aan de radio- prijsvraag d.d, 3 October j.l. waarbij door hem ann den postclièque- en girodienst machtiging is verleend, zijn dagelyksclie girorekening tot op guldens naar beneden af te ronden. Het door deze afronding vrijkomend bedrag moet op rekening no, 1S600 van het Nat. Crisis comité worden overgeschreven. Bedraagt een saldo op een bepaalden dag b.v. f 87.65, dan komien daarvan f 0.65 ten goede van bovengenoemd comité. By een nieuw saldo geschiedt hetzelfde enz. Het behoeft geen betoog dat op deze wijze be langrijke bedragen verkregen kunnen worden en wij hopen dan ook, met het N.C.C., dat vele girorekeninghoudera dit goede voorbeeld spon taan zullen volgen. JAN VAN ZUTPHEN 70 JAAR. Zaterdagmiddag heeft te Hilversum de hul diging plaats gehad van deze bekende figuur uit de diamantbewerkers-wereld, ter gelegenheid van zijn 70e verjaardag. Op het Sanatorium Zonne straal bij Hilversum, in welks nabijheid de heer van Zutfen woont en in het oprichten waarvan hij een werkzaam aandeel heeft gehad, was het den geheelen dag een groote drukte: circa 600 personen zijn den jubilaris komen geluk wen- schen. Een lange rij van sprekers voerde het woord, waaronder vertegenwoordigers van den A.ND.B. en van vereenigingen op het gebied der bestrijding der T.B.C., waaronder het Zonne straal-Comité. Ook H.M. de Koningin-Moeder heeft van hare belangstelling doen blijken door een schrijven, dat getuigt van hare erkentelijk heid voor het werk van den jubilaris, n.I. den strijd voor de volksgezondheid en verbetering der arbeidsvoorwaarden. De heer van Zuphen dankte allen in een har telijke rede voor de betoonde belangstelling.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1933 | | pagina 3