I
itseltijd
SIS In.
essen
TWEEDE BLAD
DE ZOON VAN
Tel. I
>op
dag
rinkel
cent
cent
16212
11616
22594
jbenoodit^iieden.
TRA
ivegers
MINES
Isleiooo 13531
DANTZIG
E STAND.
EEL.
Losse Blaadjes.
Lawaai
Brokjes Levenswijsheid.
Oplossing.
Wachten.
PREDIKBEURTEN
SCHAAKRUBRIEK.
Allerlei.
er M.
K.G.
f 1.70
0.65
0.15
0.20
- 0.75
0.45
ST ADSPR1JZEN
Electr. materialen
mpen.
Tel. 22704
al.
n orde maken wïj da
minsten prijs.
iem; E. v. d. Heiden,
ïendaal, een. porte-
osch en Duinlaan 24,
en een paar dames-
Bloemendaalscheweg
estasch met inhoud;
>olitie Overveen: een
van auto; een huis-
schnetjeeen rijwiel-
ltje; een popje; een
te Aerdenhout, een
e met 4 sleuteltje»;
>n.
EMEND AAL.
ERSONEN.
12 Oct. '33.)
ok, Bloemendaalsche-
m Daalen, Grenslatfn
ïoers, Prins Maurits-
lempenius, Ter Hoff-
C. Visser, Mollaan 7
sen, Korte ZijlwegM,
•en, Vogelenzangsohe-
N.T.V.
vijlen DIRK SOH3FEB
la, TKTiHF. 22014
DAAL.
IEMENDAAI}.
-12 Óct '33.)
1van Bakel,
an Czernicki,
c a A. M. SSrcfedie.
la,
enewegen-
>p, 48 jaren.
lorstellingen in den
wij noch in deze noch
>nzen lezers iets mede-
;ie, niet geheel op de
het land en onbewust
rlemsche bladen, acht
door ons bereikte ge
ezer instelling te doen
en van een eigen
Ik hou van stilte en van rust.
Misschien dat dat wat saai is,
Maar 'kvind, dat er in dezen tijd
Wat al te veel lawaai is.
Des morgens vroeg begint het al:
Een rinkelende wekker
Met eerst een portie haangekraai.
Dat is óók niet zoo lekker!
De muzikale vuilnisman
Laat zich van ver reeds hooren.
Op straat doet een gemengd rumoer
Een aanslag op je ooren.
De tram, die door de bochten giert,
Verscheurt je trommelvliezen.
't Getoeter van de claxons doet
Je je verstand verliezen!
De orgeldraaier is present,
Hij speelt meer luid dan prachtig.
Straks klinkt weer een harmonica,
Wel ietwat valsch, maar krachtig!
En ook in huis is al dien tijd
De stilte vèr te zoeken:
De huisbel rinkelt heel den dag...
't Klinkt in de verste hoeken!
En 's avonds gaat aan 'd overkant
De radio aan 't krijschen,
Of anders wel een gramofoon,
Vol liefelijke wijzen!
Wanneer je eind'lijk rust verwacht
In nachtelijke uren,
Dan kwinkeleert met volle kracht
De baby van de buren!
Vriend Nurks had 't bij het rechte eind,
Toen op een keer hij knorde:
„Een wonder, dat we allemaal
Geen zenuwlijders worden!"
(nadruk verboden)
Tot het bijgeloof, dat wel altijd in de wereld
zal blijven, behoort het geloof in de oplossing.
Op allerlei gebied in het persoonlijk en ge
meenschappelijk leven bestaan er problemen
van dikwijls pijnlijken aard. De menschen,
die metterdaad bij dergelijke problemen zijn
betrokken, werken aan de oplossing, of denken
en spreken daarover althans. Zoolang deze
niet is gevonden, gevoelen zij zich ongelukkig.
Men gaat er als bij stilzwijgende overeen
komst van uit, dat elk probleem ook een op
lossing moet hebben. Maar waarop grondt men
deze vooropgestelde overtuiging? Waarom zou
het niet kunnen zijn, dat oplossing slechts een
emakshalve door het menschelijk brein uitge
vonden bedenksel is?
Zeker, er zijn problemen met een oplossing.
Gelijk er ook schalen met deksels bestaan.
Maar sommige pottenbakkers hebben er aar
digheid in, voor de verandering ook eens
schalen zonder deksel te fabrieeeren. Zulk een
vaak zeer kunstzinnig .ontworpen schaal mag
men dan niet onvolledig of onafgewerkt noe
men. Misschien zijn aldus problemen zonder
oplossing de pronkstukken van het grillige
leven.
Toen wij als kinderen op school vraagstukken
maakten, bestond er bij het sommenboekje een
toevoegsel, waarin de antwoorden afgedrukt
waren. Dit heeft ons werk vaak vergemakke
lijkt. Want wij wisten, dat een vraagstuk „uit
komen" moest, en zelfs, waarop het moest uit
komen. Bereikten wij met ons gecijfer deze
uitkomst niet, dan begrepen wfl, dat ergens
een fout in ons werk schuilen moest, en dan
deden wij onze som over.
Maar soms kregen wij proefwerk, waarbij
wij het antwoordenboekje misten. Dan ge
beurde 't wel, dat wij met den besten wil maar
geen „uitkomst van ons vraagstuk konden
verkrijgen. Hoevaak wij de becijfering over
maakten, nooit kwam de som uit. En wij
leverden ons werk met onvoldaan gemoed in.
Dan bleek echter later, dat ae ieeraar
tusschen de vraagstukken, die „uitkwamen",
voor de aardigheid ook eens een som had op
gegeven, welke niet uitkwam. Waarom zou die
groote leermeester, het Leven, er nu ook niet
eens zulk een aardigheid op nahouden en ons
problemen opgeven, waarvan geen oplossing
bestaat
Er zijn van die menschen, die alle dingen
zoo gemakkelijk en doodeenvoudig beoordeelen.
Er is een conflict ontstaan. Tusschen per
sonen. In een huwelijk bijv. het bekende drie-
hoeksgeval. Of tusschen volksgroepen. Bij een
fabrieksbedrijf bijv. een geschil tusschen
werkgevers en werknemers. Een werkstaking.
Of tusschen natiën. In de internationale
politiek dreigt een diplomatieke breuk. Oorlog
kan het gevolg zijn.
Dan weten zulke menschen onmiddellijk, hoe
het moet. „Als ze cit nu maar deden of dat!"
Gewoonlijk bestaat hun voorstel hieruit, dat de
ééne partij onvoorwaardelijk moet toegeven.
Dit is «e gemakkeli|kste weg. Even eenvou
dig als wanneer men op school b'j .oo'n 'inge
wikkelde som maar een van de oijf-ï.s zou door
schrappen. En wanneer de aldus tot verdwij
ning gedoemde partij zich tegen hun voorstel
verzet, beslaat nog altijd het geweld, dat de
Gordiaansche knoop doorhakt. Maar is zooiets
een oplossmg te noemen?
In de film De droomende mond zijn drie
personen in een gevoelsconflict verwikkeld. Het
zijn alle drie nobele, rechtschapen mensehen
En toch kunnen zij er niet uitkomen, Dit
maakt het conflict voor den toeschouwer juist
zoo schrijnend, dat hij van goeden wil en <fe
zuivere bedoelingen van alle drie slachtoffers
overtuigd raakt, en tevens duidelijk ziet, dat
er geen oplossing voor hun probleem bestaat.
Ten slotte werpt een van de drie zich in 't
water, maar dit doorhakken van de Gor
diaansche knoop is geen bevredigende afloop.
Hoeveel menschen lcopen levenslang rond met
gewetens-conflicten? Twee plichten, twee ver
langens, twee noodzakelijkheden verscheuren
hun het hart. Als een onopgelost probleem
neemt met den dood hun leven een einde.
Neen, de oplossing is niet de natuurlijke
vrucht van een probleem, gelijk de appel de
natuurlijke vrucht van den boom is. Gelijk aan
zoovele smartelijkheden van het leven moeten
wij ook aan het denkbeeld van onopgeloste
vraagstukken gewennen. Wij moeten problemen
leeren aanvaarden ook na afstand van de op
lossing te hebben gedaan.
De oplossing is zelden werkelijkheid. Toch
kunnen wij de gedachte aan haar niet missen.
Wij moeten haar als denkbeeldige mogelijk
heid stellen; zij is onze hulplijn, onze werk
hypothese b(j de vraagstukken, welke het leven
ons in zijn leerschool voorzet. Wie meer van
haar verlangt, maakt van de oplossing voor
werp van bijgeloof.
H. G. CANNEGIETER
door
G. Th. ROTMAN.
47.
Jim rende alle kamers rond,
Tot hij een open venster vond;
„Ik bof vandaag!" denkt hij tevreden,
Glijdt langs de gootpijp naar heneden,
Maar wordt daar en dat is geen pret,
Door drie, vier honflen nagezet.
Niet wetend, wat hij moet beginnen,
Rent hij pardoes een woning binnen.
48.
Het is het huis van Jan van Baren,
In kruideniers- en grutterswaren;
Zoozeer is hij ten einde raad,
Dat hij zich willig vangen laat;
De kruidenier zegt: „Weet je wat?
Ik heb nog nooit een aap gehad;
Wfl houden hem! Ja, ja, zoo'n dier
Geeft in een huis nog wat vertier!
Welk een groot deel van ons leven brengen
wij allen door met „wachten". Wachten op het
geluk, dat komen zal, wachten op de ramp
spoeden, die ons zeker zullen treffen! Wachten
steeds wachten op iets, dat zal komen,
't Zij goed, 't zij kwaad wachten op nieuw
leven, op beleven, op opnieuw beleven van wat
voor ons menschen het grootste, het eenige won
der is.
En bij ai dat wachten vergeten we maar al
te vaak te leven, waarachtig te leven in het
heden. Het oneindig vele goede, wat het heden
ons schenkt, naast het voor de meesten onzer
heel moeilijke, dreigen we over het hoofd te zien
in ons wachten op het nog betere, nog heerlij
kere, èn in het angstig verbeiden van oe druk'
kende zorgen, die in wel nog grootere mate, ons1
deel zullen worden.
Dat wachten, dat uitzien naar het komende,
wordt een integreerend deel van ons denken, van
ons zieleleven het belet ons min of meer het,
nu in de juist© verhoudingen te zien en te aan'
vaarden, het ontneemt ons onze rust en onzen
innerlijken vrede.
Omdat we niet werkelijk „wachten", omdat
we niet weten, niet weten willen, wat wachten
is, wat wachten inhoudt, wat het moet zijn.
Want wachten toch moet niet anders wezen
dan een stil uitzien naar het komende: een stil
uitzien, dat reeds te voren in zich sluit een vol
komen aanvaarden, ook een aanvaarden van
strijd, zelfs een aanvaarden van een oplossing,
die ons gevoel, misschien ook ons verstand, niet
bevredigt. Wel is ons voelen minder aan men-
schelijke begrensdheid gebonden, dan ons verstand
maar wie weet zijn voelen geheel vrij van men-
schelijke beperking en bekrompenheid, van klei
nere, minderwaardige hartstochten?
Wachten behoeft niet te zijn, moet en mag
niet zijn een toestand van apathisch toezien,
van geestelijk ledig, al of niet geduldig beiden.
Het ware wachten is een toestand van het ge
moed, welke slechts door langdurige, welbewuste
en doelbewuste oefening verkregen wordt het
is een zich voorbereiden tot in volkomen over
gave aanvaarden van wat het leven ons brengt.
Is het niet voor ons allen zoo, ook al zijn we
nog jong, dat we na korter of langer tijd, moe
ten erkennen en zeggen: zie, het is tóch goed
geweest zooals het gekomen is, zooals het toen
is gegaan? Wa,t we dikwijls hebben gemeend een
onredelijke tegenwerking te zijn, onverdiend
soms, is gebleken ten goede te leiden, het diep
ste leed heeft ons in gelukkige, en gelukkig niet
zeldzame gevallen, doen rijpen en onze draag
kracht gesterkt en ons vermogen tot begrijpen
en helpen ontwikkeld.
En als we dit dan bedenken, waarom zou het
wachten ons dan moeilijk vallen, waarom zou
den we dan ongeduldig zijn en willen Wachten
het leven in Oen bepaalde richting te dwingen.
We weten immers, dat we dit niet kunnen, en
daarnaast weten we, dat dit een groot geluk is
voor ons, oen groote zege. Want dat we het
leven niet kunnen dwingen, op geenerlei wijze,
in geenerlei richting, ontheft ons van een ver
antwoordelijkheid, welke we niet in staat zouden
zijn te dragen. Omdat we immers niet verder
kunnen zien dan onze menschenblik den weg
voor ons afbakent. En steeds weer blijkt hoe
onvoldoende, hoe kortzichtig die blik is, steeds
weer gevoelen we me-fi ontzetting hoe verkeerd
het geloopen zou zijn, indien wij medezegging
schap gehad zouden hebben.
Wachten is het grootste voorrecht van ons
leven. Doch dit wachten moet zijn, zal zijn een
zelf-opbouwende voorbereiding to. een bewust
willend aanvaarden van alles, wat het leven ons
brengt, tegelijk met een intensief en stalend po
gen, het al ten goede te leiden.
Want we zijn niet machteloos in het wachten;
we hebben de macht, den tijd goed te besteden,
en we kunnen dezen slecht besteden, tot nadeel
voor onszelve en onze omgeving. Hoe beter we
den tijd van wachten, van heel ons leven dus,
gebruiken, hoe stiller en rustiger en geruster we
wachten zullen, hoe heerlijker datgene, waarop
we wachten.
M. J. MOLANUS—STAMPERIUS.
Ned. Herv. Kerk.
Bloemendaal.
V.m. 10 uur Ds. W. C. Posthumus Meyjes,
Pred. te Rotterdam.
Jeugddienst in het Jeugdhuis.
V.m. 10 uur de heer W. F. C. Dankbaar.
Jeugddienst voor ouderen.
N.m. 7% uur Ds. J. C. van Dijk.
Donderdag 19 Oct.
Gebouw „Maranatha".
N.m. 8 uur Ds. J. C. van Dijk. EijbeUezing.
Overveen.
V.m. 10 uur Ds. J. C. Dijk.
Neder!. Protestantenbond
Afd. Bloemendaal.
V.m. 10.30 uur Ds. G. J. Sirks, Amsterdam.
Ned. Hervormde Evangelisatie
te Santpoort.
V.m. 10 uur J. Makkelie, Amsterdam.
N.m. 5 uur Heere Heeresma, Amsterdam.
Ned. Herv. Gemeente
Kerkgenootschap Santpoort.
V.m. 10 uur Prof. Dr. G. A. van den Bergh
van Eysinga. „Rein van hart". (Mt. 5:8).
Koorgezang. Bevestiging, van Kerkeraads-
leden.
Religieuze Kring, Aerdenhout.
V.m. 10% uur, Ds, L. Bonga, Doopsgez, Pred.,
Leiden.
Geref. Kerk te Bloemendaal.
V.m. 10 uur, Ds. J. C. Brussaard.
N.m. 5 uur, Ds. J. C. Brussaard,
Onderwerp Catechismus.
De Vrije Katholieke Kerk,
Popellaan Klnhelmpark.
V.m. 10.30 uur, Gezongen H. Mis.
Huwelijksinzegening.
Woensdag 18 Oct.
N.m. 8 uur, Completen en Lof.
Donderdag 19 Oct.
V.m. 7.30 uur, Gesproken H. Mis.
49. Dat Jim wel voor vertier zou zorgen,
Bleek kort daarna op Zondagmorgen:
Hij had het hoedje van mevrouw
Gepakt, en ging er mee op sjouw!
Een groote zcekpartij begon,
Maar niemand die het vinden kon!
Want ach, wie kon ook gissen, dat
Het in den koffiemolen zat!
60. Hoe zuur mevrouw Van Baren keek,
Van wand'len kwam dien dag geen steek:
In zoo'n geval, dat weet je, doet
Een bakje koffie altijd goed;
Dus gaat zij ijverig aan 't malen,
Zij draait en draait met forsche halen,
En jammert daarbij als refrein:
„Waar zou mijn hoedje toch wel zijn?"
Hé, bedel jij in smoking?
Ja natuurlijk, 't Is vandaag een
feestdag voor me, mijn dochtei
trouwt.
(Bouillabaisse^.
WIJ ONTLEENEN AAN DE MAANDELIJKSCHE
MEDEBEELINGEN VAN „DE NEDER
LAND SCHE CONJUNCTUUR".
uitgegeven ctoor het Centraal Bureau voor de
SOatidtiek. in overleg m'et het Noderlandsch Eco
nomisch Instiuut te Rotterdam-, over de maand
September j.l. het volgende
Te oordeelen naar de in de laatste weken be
kend geworden cijfers heeft de arbeidsmarkt
zich ook verder niet ongunstig' ontwikkeld, maar
in sommige takken van bedrijf bracht het sei
zoen eenigen achteruitgang voornamelijk in het
bouwbedrijf. In andere bedrijven, zooals het
transportbedrijf, ontwikkelde de arbeidsmarkt
zich in de zomermaanden eerder in gunstige
richting, hetgeen ook dit jaar het geval was.
In de metaalnijverheid! was de werkgelegenheid
in Juli beter dan in 1932, hoewel de vergelijking
met 1931 nog steeds ongunstig uitvalt. In de
textielindustrie wijzen de cijfers eerder op eeni
ge otnspanning in de zomermaanden, wanneer
de werkloosheid gewoonlijk de neiging vertoont
om toe te nemen, viel dit jaar een, zij het ook
nog kleine, verbetering cp te merkende cijfers
over Juni waren lager dan verleden jaar en de
voorloopige cijfers tot midden Augustus geven
een verder© daling te zien, die echter in de
eerste helft van September door een stijging
is gevolgd. Toch blijft de werkloosheid in alle
vakken, en vooral in de genoemde groepen, nog
zeer groot, en is er van een werkelijke ont'
spanning van de arbeidsmarkt nog geen sprake.
In den woningbouw liep het aantal woningen
in uitvoering voor het eerst sinds bijna een jaar,
gedurende Juli iets terughet aantal „begon
nen" woningen is reeds sinds Maart gedaald
beide bewegingen zijn echter althans ten deele,
op te vatten als seizoenverschijnsel. Het cijfer
der aanbestedingen, dat, veel meer dan dat van
den woningbouw, de conjunctuur volgt, is thans
bijna maand voor maand groo.er dan verleden
jaar. De daling der laatste maanden treft men
ieder jaar aan, soms tot een kleiner, dikwijls
ook tot een groöter bedragzij betrof in hoofd!-
zaak de aanbesteding voor rekening van over
heidslichamen, spoorwegen, enz.
Een geringe daling was ook waar te nemen in
het invoersaldo van grondstoffen voor de nijver
heid. Dit geldt voor zijn beide oomponenlen
de grondstoffen voor de vervaardiging van ge
bruiksgoederen en van productiemiddelen. Hier
bij valt op te merken, dat de invoer van de
eerste categorie van grondstoffen ieder jaar in
een van de zomermaanden een minimum ver
toont en dat bij de tweede categoarie - de grond
stoffen voor de industrieën, welke in hoofdzaak
productiemiddelen leveren - de daling, volgde
op een zeer krachtige stijging sinds Maart. Voor
beide categorieën zyn de cijfers der laatste
maanden veel gunstiger dan de overeenkomstige
van 1932. De toeneming van den invoer van ar-
beidsmachines hield in Augustus aan, die van
krachvwerktuigen maakte plaats voor een lichte
daling. De uitvoer van fabrikaten was in Au
gustus iets grooter dan in Juli. De daling, welke
tilcze uitvoer sinds 1929 naar de waarde en sinds
1931 naar het gewicht vertoond maakte de
laatste maanden zoo goed als geen voortgang.
Wat den totalen buitenlandschen handel be
treft, gaf Augustus een voortzetting te zien van
de toeneming van d© waarde van den invoer
het gewicht was iets kleiner dan in Juli. De
uitvoer is sinds het begin van 1933 vrijwel op
dezelfde hoogte gebleven, zoowel naar waarde
als naar gewicht; het gewicht van den uitvoer
is sinds het beigln van 1933 vrijwel op dezelfde
hoogte gebleven, zoowel naar waarde ais naar
gewioht; het gewicht van den uitvoer vertoont
de laaiste maanden een geringe seizoenstijging.
De goederenbeweging in onze zeehavens bleef
stijgen, zoowel te Rotterdam als te Amsterdam
en in alle havens te zamen.
Op de Amsterdamsche effectenbeurs hield de
koersdaling, welke in Juli begon, aan, vooral
voor Indische fondsen: onder de Neüerlandsche
indus-rieele ondernemingen waren er verschei
dene, wier koersen op peil bleven.
Oplossingen, bijdragen enz. te richten aan
den Schaakredacteur, Cruquiusstraat 19,
Haarlem.
PROBLEEM No. 898.
Mr. A. J. C. E. van Heycop ten Ham.
(1857—1925).
Mat in vier zetten.
Stand der stukken;
Wit; KhO, Dgl, Lf3, Pg4, Ph5, b2, b3, e2", h3.
Zwart: Kfö, Ta4, Te3, Lc6, Pe6, a7, b4, d6, f4,
S3, h7,
PARTIJ No. 182.
Gespeeld in het van 2127 Juli 1932 te Lud-
wigshafen gehouden meestertournooi.
Wit: Zwart:
A. Brinekmann, G. Kieninger,
(Kiel), (Keulen).
SPAANSCHE OPENING.
1* e2e4 e7e5
2. Pgl—f3 Pb8c6
3. Lflb5 f7—f5
4. Pblc3 £5Xe4
5. Pc3xe4 Pg8—f6
Na d<7d5 is 6. Pf3Xe5 zeer sterk.
6. Pe4xf6f g7Xf6
7. d2—d4 e5e4
8. Ff3g5!l
Deze mooie zet heeft schaakmeester H. Wag
ner destijds reeds gespeeld in het Haagsch
tournooi (1928).
8Lf8—b4t
Zwart moet Dh5f pareeren.
Ook e4 mag hij niet verliezen.
9. c2—c3 f6Xg5
10. Ddlh5f Ke8—f8
11. Lel xg5 Pc6—e7
Lb4e7 faalt na 12. Lg5h6t, Kf8g8; 13.
Dh5—g4f en 11Dd8—e8 faalt na 12.
Lg5—h6?, Kf8g813. Lb5—c4f.
12. Lb5—c4! d7d5
13. Lc4 x d5Opgegeven.
Want op 13Dd8X-d5 volgt 14.
Lg5—h6f, Kf8—g8; 15. Dh5—e8 mat.
ZUKERTORT'S EERSTE PRIJS,
De wereldvermaarde schaakmeester J. H.
Zukertort (18421888) beklaagde zich dik-
wijls bij O. C. Müller over den eersten prijs, die
hij in 1878 in Parijs had gewonnen.
Die prijs, een Sevresvaas, welke op 5000
Francs werd geschat, was geschonken door
President Grévy, zelf een vurig schaakspeler.
Zukertort reed drie dagen in een droschke
door heel Parijs, voordat het hem eindelijk ge
lukte haar ver onder de getaxeerde waarde
kwijt te raken. Toen hij den 19en Juni 1888 in
een café schaakte met een advocaat, kreeg
i een beroerte een stierf den volgende morgen,
zonder weder tot bewustzijn ie zijn gekomen.
OPLOSSING PROBLEEVI No. 395.
(V. Führer).
Stand der stukken:
Wits Ka2, Da4, Tdl, Tel, Lbl, Lh2, Fb4, Pc2,
b3, g2.
Zwart: Ke4, Dh6, Te2, Tf4, Lel, Pgl, c5, d6,
e3, f5, f6, f7.
1. Pb4d5, enz.
Goede oplossingen ontvangen van: H. W.
van Dort en J. de Vries, beiden te Haarlem.
EEN VOORBEELD TER NAVOLGING.
Het Nat. C.risiscomité heeft een schrijven
ontvangen van een deelnemer aan de radio-
prijsvraag d.d, 3 October j.l. waarbij door hem
ann den postclièque- en girodienst machtiging
is verleend, zijn dagelyksclie girorekening tot
op guldens naar beneden af te ronden. Het
door deze afronding vrijkomend bedrag moet
op rekening no, 1S600 van het Nat. Crisis
comité worden overgeschreven.
Bedraagt een saldo op een bepaalden dag
b.v. f 87.65, dan komien daarvan f 0.65 ten
goede van bovengenoemd comité.
By een nieuw saldo geschiedt hetzelfde enz.
Het behoeft geen betoog dat op deze wijze be
langrijke bedragen verkregen kunnen worden
en wij hopen dan ook, met het N.C.C., dat vele
girorekeninghoudera dit goede voorbeeld spon
taan zullen volgen.
JAN VAN ZUTPHEN 70 JAAR.
Zaterdagmiddag heeft te Hilversum de hul
diging plaats gehad van deze bekende figuur uit
de diamantbewerkers-wereld, ter gelegenheid van
zijn 70e verjaardag. Op het Sanatorium Zonne
straal bij Hilversum, in welks nabijheid de heer
van Zutfen woont en in het oprichten waarvan
hij een werkzaam aandeel heeft gehad, was het
den geheelen dag een groote drukte: circa 600
personen zijn den jubilaris komen geluk wen-
schen. Een lange rij van sprekers voerde het
woord, waaronder vertegenwoordigers van den
A.ND.B. en van vereenigingen op het gebied der
bestrijding der T.B.C., waaronder het Zonne
straal-Comité. Ook H.M. de Koningin-Moeder
heeft van hare belangstelling doen blijken door
een schrijven, dat getuigt van hare erkentelijk
heid voor het werk van den jubilaris, n.I. den
strijd voor de volksgezondheid en verbetering
der arbeidsvoorwaarden.
De heer van Zuphen dankte allen in een har
telijke rede voor de betoonde belangstelling.