DE DANKBAARSTE KAMERVERSIERING IN DEN WINTER!
DOOR DR. ROBERT SANDERS.
te schrijven, dat
ïinder vleiend over
edoel ik de slechts
tn de minderheid
aad kunnen stich-
s het nog zoo ver
menten verdwenen
te nemen maat-
ering hunner men-
amateuristisch in
iar in een amateur-
is wel iets aan te
iat uit de vereenl-
sn betaald, en ook,
losten. Andere ver-
nenmale verboden;
srzuim, vergoeding
i.
aalkrachtige speler
hoe kan hij dan
kenhuiskosten be-
'oor te verzekeren,
tie-maatschappijen,
verzekering creëer-
een dergelijke ver-
zich dekken yoor
1 een ongeluk. De
t een beletsel zijn.
or zich zelf zorgen,
te zijn op de phi-
rs. Op de vereeni-
jeroepen, omdat hij
zou komen met de
m het amateurisme
mstandigheden niet.
eurisme, zooals dit
:n schijn-amateuris-
ooit tot de zuivere
ren. Daarom zou ik
vinden om tot het
teem over te gaan,
it, zooals er leeraren
merlieden zijn. Voet-
erland voor zijn ge-
r iets mee, ook goed,
10de, best. Schakelt
sbelang uit, maar
lbelang voor oogen,
welke bezwaren aan
liaansch-Zwitsersche
ons land.
voetbal-maatschap-
e heeft gedaan."
tgegroeide beweging
ïtkomen. Intusschen
ons een vreedzaam
in de neutrale voet
richtingen belust op
iprake.
f>
ieethoofdigen delibe-
i.l laten zien, is alles
gaat de tinteling der
en slechts de bal is
;e. Men ziet; Vijf- en
heilig vuur niet ge-
3Ch: Na deze kwart
aar, eeuwig jeugdige
VAN PLATO.
e Sint Andrpas Uni-
ing kort geleden een
ïnnisleer". De man
eer in zijn nopjes,
van een tamelijk
goed onderhouden
oeden gever bedankt
imogelijk daar deze
iad vermeld. Wel be-
een briefje, waaruit
ilemaal geen cadeau
van de hoogeschool!
ar geleden door een
momen, en deze man
ig gehad om de ken-
Iriekschen phi'.osooph
Na. naarstige studie
rertniging, dat een
isch geleende boeken
lorgen. Zoo neeft in
doel bereikt.
HIJMOR.
rker ging op zekeren
en keerde 's nachts
>n de bakker den vol-
doorzocht hij 't heele
ónden. Toen hij zich
liet in huis kon zijn,
ïugde naar zijn buur-
oor, vannacht is mijn
irman uit. „Ais ze nu
ut is gevallen."
het ontstelde weder-
p tilings naar huis en
n makkelijk
door het
>mt vallen,
me de trap
om namelijk
halen.
sing Show).,
HETKRAA
De meneer, die verschrikkelijk enthousiast van de boksmatch kwam, geeft thuis een demonstratie. (Humoristjk
CACTUSSEN GRILLIGE LUIMEN DER NATUUR.
Voortdurend groeit de kring der natuurvriendendie een bijzon
dere voorliefde koesteren voor onze eigenaardigste planten, de
cactussen. Een deskundige op tuinbouwgebied geeft hier
practische raadgevingen, die alle plantenvrienden, vooral echter
de nieuwelingen op dit gebied, zullen interesseeren.
Het eigenlijke cactussen-venster was
reeds lang niet meer voldoende, overal
stonden bij hem waar ergens maar een
zonnig plaatsje was de kleine, stekelige
zuiltjes en kogeltjes. Hondervoudige vreug
de, vele gelukkige uren hadden zij hem
gegeven, toen zij langzaam wortel schoten,
opgroeiden en eindelijk des zomers heusche,
zelfstandige plantjes waren geworden. Nu
kwam de winterverzorging. Waar al die
mooie dingetjes te laten Vandaar, dat
men een cactusliefhebber met een zucht
dikwijls kan hooren vragen: „Moet je ook
een paar lootjes van mij?"
Verzamelaars zijn altijd met eenigszins
andere maat te meten; zij zijn anders dan
andere menschen en hebben voor dezen
altijd iets min of meer belachelijks.
Daardoor kon Spitzweg destijds, toen
cactusverzamelaars nog zeldzaam waren,
met zooveel succes zijn onvergelijkelijken
„Cactusvriend" schilderen.
Tegenwoordig zou een tegenhanger
„Cactusvijand" als er een tweede Spitz
weg opstond zeker dezelfde vroolijke
uitwerking hebben, slechts zou zulk een
beschrijving de profetische beteekenis mis
sen. Deze is door Spitzweg zeker niet
gewild, noch vermoed. Maar nu eenmaal
de weg met groot succes naar de cactus
mode heeft geleid, is thans eerder te voor
spellen, dat een vrouw honderdvoudige ver
anderingen der kleerenmcde volgt, dan dat
honderd vrouwen, die de cactus-mode
volgen, naar afwisseling verlangen.
In dieze bijzondere planten, voor welke de
groote Schleiden geen schoonere aanduiding
wist dan: „vroolijke huizen der natuur",
woont van binnen een macht, een boeiende,
lokkende kracht als die menschen vertoonen,
die in alle omstandigheden het leven opge
wekt aandurven. Misschien is het werkelijk
dat eene, die durvende kracht, die zich hier
zoo gelukkig met bescheidenheid paart,
ons van deze stekelige planten zoo doet
houden, ons soms zelfs tot dwazen, zelfs tot
misdadigers maakt. Want het verzamelen
wordt dikwijls een hartstocht, welke soms
het hoogland van Mexico de cactusjagers
dat doen.
Of er werkelijk cactusjagers zijn? Zeker
en het zoeken naar cactussen in de wilder
nis is bijna tot een beroep geworden en wel
een zeer gevaarlijk beroep. Niet elk cactus
liefhebber zou het gegeven zijn, daar buiten
in de wildernis met zijn gevaren, zijn
muskieten, zijn vele ziektehaarden, rond te
dolen. Er behoort een innige liefde tot deze
planten toe, een goede dosis moed en niet
eerst aan Hol
lywood.
Van de wild-
romantische
schoonheid van
dit land met
zijn mijlenverre
cactussteppen
kunnen wij ons,
evenwel, nau
welijks een
voorstelling
maken. Het is
geen cultuur
land zooals wij
dat opvatten,
het is werkelijk
nog een oor
spronkelijke
wildernis.
WEL BEEL AVONTUURLIJK IS EET
LEVEN VAN DEN CACTUSJAGER,
die op soek naar nieuwe soortendik
wijls in gevaarlijke omstandigheden
den lasso moet werpen.
tot diefstal, tot geraffineerden diefstal ver
leidt.
Om slechts één geval te noemen: in een
botaniscben tuin hebben een paar jaar ge
leden glazenmakers, die het dak van de
cacteënkas moesten veranderen het dak
drukte de vier meter hooge bloesempracht
van een augave van boven touwen met
lussen neerlieten, om zich loten van de
groote prachtstukken te halen. Zij vingen
ze met de lasso, zooals in de Cordilleras in
Dagenlang ziet men niets
anders dan steppen: hooge
bergen staan daar, als door
reuzenhanden neergewor
pen rotsen. Zij maken een
gigantisehen indruk in het
vale maanlicht, dat ook de
hooge cactusheesters als
spoken doet schijnen. Wat
wij bij ons als cactussen
zien, zijn eigenlijk niets
anders dan dwergen van
een reusachtigen planten
groei, die in den gloed van
de Californische zon is ont
staan. Wanneer wij de ste
kelachtige kogeltjes en de
met stekels omrande bla
deren, die wij hier te zien
krijgen in de tuinen, waar
men zich op de teelt
van cactussen toelegt, ons tien, twaalf maal
vergroot voorstellen, dan hebben wij onge
veer de natuurlijke grootte van de cactus
heesters zooals ze in de Californische
woestijn voorkomen. Heerlijke kleurige
bloemen, in verschillende variaties, omflad-
derd door veelkleurige vlinders, maken
het begrijpelijk, dat de cactus ook de
koning der bloemen in de steppen wordt
genoemd. De Indianen maken uit de bla
deren van eenige cactussoorten ge
neesmiddelen. De vloeistof, die zich in
verscheidene liters in de groote kogel
cactussen bevindt, heeft vaak reizigers,
die verdwaald waren tegen het ver
smachten van dorst beschermd. Zoo
weerzinwekkend deze melkachtige vloei
stof ook smaakt, zoo uitstekend is ze
tegen den dorst.
minder zelfverloochening om op de cactus-
jacht te gaan.
Ook in Californië worden prachtige cac
tussen gevonden. Wanneer we tegenwoordig
van Californië spreken, dan denken we het
(Van links naar rechts)
Boe men een cactus veredelt volgens de
uiteensetting en in dit artikel
Natuurlijk moet men een goed kenner
zijn, want er moeten nieuwe soorten worden
gezocht, men moet weten welke
planten en zaden het meest geschikt zijn,
den langen weg naar de beschaafde wereld
te maken en goede resultaten geven. Daar
zijn de reuzen der cacteënfamilie, om
wier kroon
de lasso ge
slingerd
wordt, opdat
deze omge
trokken en
van zijn za
den beroofd
kan worden;
daar zijn de
hèèl kleine,
die nauwe
lijks tus-
schen de
stee-nen te
zien zijn en
misschien
eerst opge-
Vroolijke luimen der natuur. merkt wor
den, wanneer
zij tusschen
de teenen
der last
dieren geklemd zijn. Doch waarom naverteld,
wat ik uit den mond van den cactusjager Ba-
cheberg hoorde! Hij heeft het in zijn „Cactus-
jacht tusschen Texas en Patagonië" zoor
meesterlijk verteld, dat het niet schooner en
beter verteld kan worden.
Ik zou toch ook slechts van onze planten
daarginds vertellen, van de stekken en hun
levensgeschiedenis. Menigeen zal wel ver
heugd zijn, eens te hooren, hoe een ander
het aanlegt en waarom bij hem de planten
zoo goed gedijen. Zelfs wie slechts een
kleine verzameling heeft, bespeurt den
wensch dit of dat soort te vermeerderen.
Menigmaal zorgt de natuur zelf daarvoor,
want verscheiden soorten vormen rijkelijk
spruiten en loten, die zelf reeds aan de
moederplant wortel schieten. Bij andere,
die niet gewillig loten schieten, helpt
soms een kleine fout in de wijze van' be
handeling, d.w.z. wij moeten die fout niet
vermijden, maar met opzet weer begaan
om dan voordeel er uit te slaan. Wanneer
n.l. de top, of, zooals men zegt de groeikegel
(vegetatiekegel) beschadigd wordt, komt
't bij sommige soorten voor dat de heuvel
tjes, waarvan de stekels uitgaan, beginnen
te ontspruiten en tot lootjes uitgroeien.
Dit komt, doordat de normale groei is ver
stoord en de voorhanden zijnde stoffen op
andere wijze gebruikt kunnen worden. Dit
principe is trouwens bekend, want bijna
ieder weet, dat de wijnbouwer en de to-
matenkweeker nu en dan, ten tijde van de
vruchtzetting, de jonge spruiten en loten
van de vruchtdragende plant verwijdert, om
de vruchten meer sappen te doen toevoegen.
Wij willen stekjes van onze cactussen
hebben, daarom storen wij den normalen
groei door in het uiterste puntje van den
top een steek te geven. Natuurlijk met een
zeer reine naald. Waar dat nog niet helpt,
kunnen wij den top zelfs met een klein
lepeltje uitkrassen. Maar wij zullen in het
algemeen tot deze ruwe daad eerst dan be
sluiten, als de spits ergens beschadigd is of
He eerste stekje begint te groeien.
begint te kwijnen. Juist dit geval, dat tot
dusver menigeen aanleiding heeft gegeven
de plant weg te werpen, is een gewichtige
reden om tot het kweeken van een stekje
over te gaan, het tenminste eens te "pro-
beeren. Misschien is het juist een waarde
volle plant, welke men zich niet zoo spoe
dig weer aanschaffen kan. Daarom moet
alles geprobeerd worden. Met een mes wordt
een flinke snede gedaan, de kop wordt een
voudig glad afgesneden. De cactussen geven
er in den regel niets om als men ze „ont
hooft" Zij laten zich dit proces, dat men
bij de meeste levende wezens slechts één
keer kan uitvoeren, meermalen welgevallen.*
Wie reeds lang cactussen kweekt, heeft
zich in den regel meer en meer op schoon
heid van vorm toegelegd. Het kwetst zijn
schoonheidsgevoel, als zijn lievelingen licha
melijke fouten vertoonen. Hij besluit tot het
„onthoofden" ook dan, als de kop schoon
gevormd is, doch slechts de stam slechte
plekken vertoont. Hij maakt eerst den kóp
tot een loot en kweekt uit den stam nog
nieuwe loten.
Een rij van zulke stekken naast elkaar
vormen reeds een schitterenden aanblik;
zij werken, zooals de philosloof zegt, door
de „aesthetica van het aantal". Dat is ook,
wat den beginneling steeds aantrekt, cac
tussen te kweeken. Dat is juist de grootste
vreugde, daar men zich dan zoo heelemaal
alléén als de schepper der nieuwe generatie
voelt en omdat de kleine plantjes, als zij
alle zoo gelijkvormig en in de rij staan, er
zoo allerliefst uitzien.
Laat ons daarom voorloopig ons maar
houden bij de vermeerdering door stekken,
welke ook haar groote bekoring heeft en
steeds weer nieuwe vreugde verschaft. Wij
weten thans, waar wij de loten te zoeken
hebben en hoe wij ze kunnen krijgen. Steeds
is het zaak, ze met een zeer scherp mes
van de moederplant te scheiden. Maar dan
moeten zij niet, zooals dat bij de meeste
andere planten geschiedt, onmiddellijk in de
aarde worden gezet. Wij hebben met sap
rijke planten te doen. Het sap loopt uit het
snijvlak en zou, indien wij het stekje onmid
dellijk in de aarde zetten, een prachtige
plaats bieden voor de bacteriën. Dat zijn,
zooals bekend is, meestal lichtschuwe kna
pen. Willen wij de laatsten afbreuk doen,
dan steken wij onze stekjes niet dadelijk in
den grond, maar leggen ze eerst in de zon,
totdat de wondeplek met een glazig vlies is
overtrokken. Intusschen nemen wij een pot
of bakje, waarin wij eerst wat scherven
leggen, brengen daarop wat zand en daar
boven een laag fijn houtskool. Dan, waar
de stekken in het houtskool zullen worden
gestoken, maken wij een klein heuveltje.
Opdat de voorloopig nog hulpelooze plantjes
niet omvallen, steken wij stokjes rondom
en binden met woldraad het stekje daaraan
vast. Het best doen wij, door onze kleine
stekjes onder glas te zetten en warm te
houden en niet voortdurend het glas
weg te nemen om na te gaan, of er
reeds wortels komen alles moet
zijn tijd hebben. Onze cactussen ken
nen geen electriciteitstijdperk. Daar
om geven zij ons een heerlijke com
pensatie voor ons levenstempo. Zij
dwingen ons door haar duizendvou
dige schoonheid, welke zij ons in
vorm, kleur en stekelkleed te zien
geven, tot beschouwende rust. De
stekken houden ons bovendien in
aangename spanning, in verwachting
op het succes, dat wij wenschen.