ee Zn. TWEEDE BLAD Ik em, Te!. 13310 JIM, DE ZOON VAN BOBBY vegers IINES Bloemendaal ERS KAPKAMERS DANTZIG STAND. liten. Losse Blaadjes. Afgeloopen! T Brokjes Levenswijsheid. Luther's nakomelingen. ONZE VRAGENBUS. SCHAAKRUBRIEK. orde maken wij dl ilnsten prijs. IflSB IllilOH 13531 OPGERICHT 1828 NS vanaf matras. f 6.75 f 12.— psteem aanmer- 3, terwijl in laatst,- carrosseriebouw en conveyors en aan s heeft en dus de bestelwagens er in d. n van „inrichting" deze fabriek de en personen-Ford- eschiedt dit met verkt, afwerkt en ie motoren inbouw- ,ka aan, hetzelfde i carosseriekap enz. moffelen, montee- Wjj achten het een voordeel dat a zijn wereldbedrijf kan een ieder ten doch men ga in ■T.V. len DIRK SCHaFER TELEF. 22014 iAL. MENDAAL. 1933. 3 en K. Stellbergerj lammermann. :ers 86 jaren. DE PLANTJES. ien we zelfs nog in ie roodachtige blad- ngen bloemsteel er e witte bloempjes hebben een omge- nt van die blaadjes ieder voor zich een speldjes waren. En dauwdroppels in de het plantje zonne- echter niets te ma- ïiden zelf het glin- uit, dat men voor sn en wellicht daar w aangezien wordt, sken op zoo'n heitje bewegingen van de zonnedauw, als een 3 op een blad neer langelokt door de itar houdt. Ze gaat gemakkelijk maken, se gevangen is. DO zij rukt en spartelt om los te komen, it tegenovergestelde ook de glinsterende i worsteling deelne- r 't midden van het i zuigen die in een lauw staat een nn* poorde tweelippige ïoogen steel, waar- 3t vetblad. De blad tot een schoteltje, ie vloeistof, die af- sn, welke zich ln avinden. Als zoo'n door een takje of d, dan gebeurt er ien organische stof eroerd, dan scheidt i in staat is vleesch it nu een vlieg op vast aan het taaie de bladranden bui- ot ze elkaar raken» maag, die in staat vetblad haar eiwit» sn bodem niet kun- bevat heel weinig in de groene blad- bereid. met water de zon en gehouden door ss vleesch of krui- K. ZW. 't Blijkt nu toch wel harde waarheid: Met Straperlo is het mis! Niemand kan nu voortaan toonen, Hoe „behendig" hij wel is. Eerst voldeed 't in een behoefte. Als het spel eens spreken kon, Mocht 't naar waarheid zeggen, dat het „Kwam en zag en overwon". Maar nu zijn de goede dagen Voor de ondernemers uit. Als hasardspel is 't verboden Door 't ministerieeel besluit. Alle Straperlisten zitten Daardoor diep in zak en asch. Zij betreuren hun Straperlo, Dat zoo'n aardig gokje was. 't Keertje winnen, dan verliezen. (Maar natuurlijk 't laatst het meest) Nu zegt plots'ling de minister: „Uit! 't is welletjes geweest!" En zoo Is voor menig speler. Die wat onfortuinlijk was, Tegelijk de kans verkeken Op versterking van zijn kas. Maar het heeft het groote voordeel: De gemoedsrust keert nu weer. Rustig gaan we 's avonds slapen, Droomen van geen schatten meer. Heerlijk, geen verleiding kwelt je! ja tot weer wat nieuws verschijnt, Waarin 't zuur verdiende geldje „Met behendigheid" verdwijnt!. (nadruk verboden) Eenigen tijd geleden beeft men op de illustratie-pagina van onze groote dagbladen een eigenaardig tafereel kunnen zien. Het was een foto van Maarten Luther's nakomelingen, die te Eisleben, de geboorteplaats van den grooten hervormer, een familie-bijeenkomst houden. Met z'n allen zitten ze geschaard aan een lange tafel, de mannen met een glas bier en de vrouwen met een kop thee voor zich. Het is, zoo op het plaatje gezien, een ver zameling doodgewone menschen. Echt klein burgerlijk zien ze er uit, gelijk elke familie- partij, welke zoo uit de verte gewoonlijk geen schouwspel oplevert, in staat een dichter of schilder tot een grootsch kunstwerk te bezielen. Deze foto doet denken aan de teekening van Jo Spier, waarop deze de bezitters van de verschillende twintigjes uit een lot van de staatsloterij op één bladzij tezamen heeft af gebeeld. Dus töch een kunstenaar door een dergelijke bijeenkomst geïnspireerd? Zeker!, maartot een caricatuur. Luther's nakomelingen, de twintigjes uit de staatsloterij, we aanschouwen ze telken Zondag, als we de straten doorwandelen en door de vensters een blik slaan in de huizen, waar familie-bezoek rondom het theeblad of de wijnflesch bijeenzit. Lijken ze niet allemaal op elkaar, deze menschen, deze tafereelen? Het is de man of de vrouw zooals ieder ander, de burger van twaalf in het dozijn, de kleurlooze middenstof, welke men hier op zijn Zondags vergaderd ziet. Al deze theedrinkende moeders en schoondochters, al deze vaders en ooms in hemdsmouwen, al deze buren en kermissen en neven en nichten passeeren venster aan venster ons oog, gelijkvormig als de telegraafpalen, welke w\j voorbijvliegen 'in onze spoorweg coupé. Dit zijn Luther's nakomelingen. Het zaad, gesproten uit den eeuwenouden, beroemden eik, heeft zich verspreid als ware het niet meer dan onkruid of gras. Toch draagt het den wereldhistorischen naam en het gaat daar op prat. „Ik ben nog een achter-achter-kleindochter van Luther", prevelt het breiende besje met de neepjesmuts op. ,Mijn over-over-grootvader Maarten zou zeg genschettert het bleekzuchtig jong maatje, dat een ondergeschikte betrekking be kleedt op het stadhuis. Dit zijn de nakomelingen van Luther. Maar Luther heeft ook voorzaten gehad. Maarten Luther stamde uit een eenvoudig boeren geslacht, aldus leeren de. schoolboekjes. Zijn vader, een eerzaam mijnwerker Wanneer het mogelijk ware, de voorzaten van Luther tot een dergelijke familie-bijeen komst op te roepen als waarop thans zijn nakomelingen vereenigd zijn, dan zou dit ge zelschap een dergelijk beeld opleveren. Uit het grauwe, kleurlooze, onpersoonlijke en gelijk vormige is de held voortgekomen, in het grauwe, kleurlooze, onpersoonlijke en gelijk vormige zet hij zich voort. Dit is niet alleen met den held Luther het geval; dit hebben alle helden der menschheid gemeen. Een familie-bijeenkomst van Shake speare of Vondel's afstammelingen zou een zelfden aanblik vertoonen, en de kennismaking met Rembrandt's achterkleinzoon zou een trieste ontnuchtering opleveren. Trouwens, is het beeld dat de adel aanbiedt, waarin men den naam van roemrijke ridders bestendigt, wel altijd van dien aard, dat men onmiddellijk aan fierheid, mannelijkheid en heldhaftigheid denkt En de geslachten van onttroonde koningen, lossen ook zij zich niet op zielige wijze in de kleurlooze massa op? De aanblik van een familie-bijeenkomst van Luther's nakomelingen moge allereerst tot door G. Th. ROTMAN. trieste gedachten stemmen, op den duur raakt men met het schouwspel verzoend. Want het leert ons, dat er tusschen den held en de schare geen volstrekt onderscheid bestaat. Uit de schare voortgekomen en zich in de schare voortzettend, is de held de resultante van gaven en krachten, welke in haar leven. Hij ontstaat niet als door tooverij uit het Niet; hij mag zichzelf niet de eer van zijn genialiteit aanmatigen; hij dankt haar aan zijn ge slacht. Gelijk ook de grooten telkens beschei den erkennen, als zij er op wijzen, wat ze aan hun vader of moeder of grootouders hebben te danken. Wij allen, die als gewone kleinburgers des Zondags rondom het theeblad of de wijnflesch op familiebezoek zitten, wij maken tezamen den held, gelijk de twintigjes uit de staats loterij tezamen het heele lot uitmaken. En de held maakt ons; wij leven uit zijn bloed, uit zijn geest. Deze samenhang verzoent ons met onze on beduidendheid. Wij hebben een naam op te houden, omdat wij afstammelingen van Luther of Shakespeare of Rembrandt zijn. Het is niet gemakkelijk. Vondel of Lessing te heeten! Adel verplicht!! Maar de talloozen, die zich niet op een be kenden naam mogen beroemen? Zijn zij geen nakomelingen, dan worden zij misschien voor zaat van den een of anderen held. Luther's grootouders wisten ook niet, dat zij nog eens een kleinzoon zouden krijgen, wiens naam men na eeuwen nog met vereering zou noemen. Wij hebben verplichting aan het verleden, maar voor de toekomst dragen wij verantwoor ding. Elke daad die wij doen, elke gedachte die wij koesteren, elk gevoel dat wij aankwee- ken, voedt den held, die straks uit ons geslacht geboren zal worden en van den aard van onze daden, gedachten en gevoelens zal het af hangen, of deze held een heilige dan wel een misdadiger zal zijn. H. G. CANNEGIETER. 65. Van Baren dacht al na een week Niet meer aan deze boevenstreek, Vooral niet, toen hij op een dag Weer klanten in zijn winkel zag. Het waxen weliswaar drie menschen, Maar'twas toch meer dan hij kon wenschen; Want ach, het was den laatsten tijd Niets dan „malaise" en narigheid. 56. Helaas, ook Jim was op 't appèl En die bedierf weer 't heele spel! De schorteband van juffrouw Mast Bond hij aan een stellage vast, Die pas met flesschen limonade En bessensap was volgeladen Na deze wandaad viel zijn oog Op 't hondje van mevrouw Verhoog... 57. Zijn hart vervuld van medelijden, Besluit hij, Fik je te bevrijden; De riem wordt stiekum losgehaakt En aan een broekspijp vastgemaakt Van Jochem-Evert-Piet van Zanten, Een van Van Baren's beste klanten; De man had voor de koude dagen Vast bruine boonen ingeslagen. 58. Ha! riep Van Zanten uit, wat zullen Mijn bloedjes daar weer fijn van smullen! Meteen liep hij den winkel uit; Maar ach, zijn vaart werd plots gestuit. De arme bloed viel met een smak Voorover op zijn kinnebak; Daarbij ging, suizend door de lucht, Z'n bopnenvoorraad op de vlucht I Te beginnen met dit nummer geven wij aan de betalende abonné's van het „Bloemen daalsch Weekblad" het recht ons vragen te stellen op maatschappelijk, juridisch en cultureel gebied. Deze vragen moeten uiterlijk Maandag vóór het verschijnen van ons volgend nummer in gesloten couvert met het opschrift „Vragenbus van het Bloemendaalsch Weekblad" worden afgegeven aan ons bijkantoor Bloemendaalscheweg 42 te Bloemendaal of opgezonden worden naar ons hoofdkantoor Ged. Oudegracht 63 te Haarlem. Die zendingen moeten den naam en het adres van den vrager of vraagster vermelden: dezen worden alleen aan onze redactie bekend. De be antwoording geschiedt zoo spoedig mogelijk. Om voorbeelden te geven welke soort vragen zoo al in aanmerking kunnen komen hebben wij aan onze redactieleden en medewerkers de ge legenheid gegeven vragen in te zenden en heb ben wij er eenige in dit nummer behandeld. V. Is mr. C. Blankevoort, die in Haarlem den heer J. W. van Santé Jr. als raadslid opvolgt, niet een oud-Bloemendaler? A. Zeer zeker. De heer C(or) Blankevoort heeft hier een deel van zijn jeugd doorgebracht. Hij was een vooraanstaand (of -loopend als men wil) lid van de Bfloemendaalsehe V(oetbal) Cüub). V. Ik las onlangs in een dagblad, dat 'in het 3e kwartaal van dit jaar in Haarlem door de politie slechts éénlmaal een procesverbaal is op gemaakt wegens overtreding der Drankwet te genover 3129 processen-verbaal wegens andere overtredingen. Zou dit niet een vergissing zijn? A. Ons heeft hetzelfde bericht getroffen, wij hebben daarbij echter niet aan een vergissing gedacht. De invloed der geheelonthoudersbewe ging, die der sportbeoefening en de groote om vang van het rijden met motoren, waarbij dron kenschap ook die in lichten graad, zooveel ge vaar oplevert, om nog van het vliegen, het be zoeken van openbare leeszalen, schouwburgen, bioscopen en dancings (waarbij dronkenschap evenmin te pas komt) niet eens te spreken, heb ben de volstrekte onbruikbaarheid van min of meer beschonken menschen in onze ingewikkelde maatschappij zoo zonneklaar aangetoond, dat het beschonken zijn nu algemeen als een schandelijk iets wordt gevoeld. Dat was vroeger niet zoo. Nuchterheid behoort nu tot onze gewone goede zeden. V. Is Straperlo U.i. hazardspel of behendig heidsspel? A. O.i. zeer zeker het eerste. Wij hebben deze beweging één avond gadegeslagen. 3 Malen heb ben wij het balletje zelfs zien stilstaan. De wijze waarop de croupier het balletje in het toestel letje duwt, werpt of draait is o.i. ook van in vloed op den lcop van het lichte dingetje, dat zelfs door tocht in de kamer kan worden be lemmerd of voortgeduwd. Het lijkt ons een leelijk, onedel en onaardig spel, omdat het hoewel hazard, net wil doen of 't dit niet is. In ieder geval is de naam „behendigheidsspel" onjuist. „Berekeningsspel" zou 't dan moeten heeten. Wij zijn blij dat de regeering er een eind aan heeft gemaakt. Dat de bedenkers er rijk mee gewor den zijn, stemt niet blij, want dit geld is ten deele gekomen uit beurzen, die het heelemaal niet missen konden en wier inhoud bestemd was voor hunne schuldeischers. V. Kunt U mij ook het adres opgeven van onzen oud-wethouder J. C. Laan? A. Dit adres is Monsieur J. C. Laan, Hotel Sextius, Aix-en-Provence, Frankrijk. V. Een mijner jonge vrienden heeft veel belle- trie gelezen, maar hij wil zich met ernstiger din gen bezighouden. Hij heeft een nadenkenden aanleg. Kunt U mij eenige titels opgeven van niet bij iedereen bekende boeken, die de weet gierigheid van een jongen man van om en bij de 20 jaar misschien kunnen bevredigen en niet al te zwaar zijn? A. Die vraag zou alleen goed kunnen beant woord worden door iemand die den jongen man persoonlijk kende. Laat hij 't eens probeeren met dr. Antoon Vloemans' Inleiding tot de Wijs- geert; dr. J. D. Bierens de Haan's Verborgen Harmonie; Matthijs Acket's De verborgen schat van het wijze hart; prof. Wattjes' Praktische Wijsbegeerte; Geschriften van Felix Ortt, Dr. Wannée, dr. Schoenmakers of met dr. Henri van den Bergh van Eijsinga's De Ziel der Menschheid, zijn: Het wijdsch ornaat, of: Het Christusmysterie. Ook de werken van Anker Larssen en van Albert Schweitzer komen in aanmerking. V. Mijn huisbaas wil mij niet ontslaan van de huur van een huis buiten de stad, dat ik ONS PERSONENHOEKJE. HERSTELLING EENER MEDEDEELING. De heer H. van Riessen Jr. meldt ons, dat het door hem met goed gevolg te Delft afge legde examen het propasdeutisch examen eleetrotechniek was en dat onze mededeeling omtrent het aantal geslaagde en niet ge slaagde candidaten niet precies juist was. Er waren veel meer geslaagden, gelukkig. Zakken is niet prettig, vooral als je hard geblokt hebt. voor vele jaren héb moeten huren. Ik zal echter uit mijn betrekking ontslagen worden, als ik niet heel gauw kom wonen in de plaats waar ik werk. Men heeft mij aangeraden mijn meubels te verkoopen en weg te trekken. Wat het zwaarste is moet het zwaarste wegen. Als ik ontslag krüg moet ik van den Steun trekken en daar pas ik voor. Wat moet ik doen? A. Dat verkoopen der meubels komt ons on rechtmatig voor. Wanneer bewezen kan wor den, dat dit er om gedaan is, zou zoowel U ais de kooper met de gevangenis kunnen ken nis maken en degeen die U raad daartoe ge geven heeft, zou, ook al wilde hij, niet in Uw plaats mogen gaan „zitten". Beter is Uw huisbaas mee te deelen, dat U in deze om standigheden Uwe faillietverklaring moet aan vragen; hij kan 't dan met U schikken of de curator kan de huur met 3 maanden doen eindigen. In dien tijd moet huur betaald wor den; als dit niet gaat, moet U het achter stallige later inhalen, ook al is U in staat van faillissement geweest; men komt n.l. docr faillissement niet van zijn schulden af. Uw meubels zult ge zoo misschien wel kwijt raken, maar ge zijt dan toch eerlijk man gebleven. V. U zult wel gelezen hebben, dat een wagenvoerder, die als zeer voorzichtig bekend stond, in Den Haag gereden is op een achter gebleven deel eener militaire colonne, waar van het voorste deel de rails reeds eenigen tijd voor het oog van den waganvoerder was over gestoken. Had dit ongeluk niet voorkomen moeten worden door den leider dier colonne en kan iemand nu aansprakelijk gesteld wor den voor de vreeselijke gevolgen dezer ge beurtenis A. Wij zijn het eens met hen die oordeelen, dat de hoofdgeleider eener militaire colonne in geval die- colonne breekt op een zoo gevaarlijke plek als die U bedoelt, heeft te zorgen dat zijne menschen veilig overkomen; dit geldt o.i. .in militaire zaken waarin de manschap lijdelijk te gehoorzamen heeft, bovenal Is deze «-egel op dit geval toepasselijk, dan is o.i. het Rrjk aansprakelijk voor alle op geld waardeerbare schade, die door de nalatigheid van een zijner ondergeschikten, den hoofdgeleider der colon ne, is te weeg gebracht. V. Kunt U mij ook zeggen, waar de naam ■L e ij d u i n vandaan komt en wat die be- teekent A. De buitenplaats Leijduin tusschen Aer- denhout en Vogelenzang, ontleent volgens sommigen haar naam aan een daardoor heen geleide, zooals de historie zegt „zeer 'oreede en fraaie beek (met waterval), die door het afgeloo-pen duinwater ontstaan de plaats doorloopt en zich in de Leidsche (trek) 'vaart verliest". Dit komt ons gezocht en onlogisch voor; j dé plaats had dan heter Leijb eek (verg. j Schejjbeek) kunnen heeten. Aan lei als steen! rots, valt ook niet te denken. De voor de hand j liggende opvatting lijkt ons het „leij" in Leij duin is afgeleid uit het middelnederlandsche lie (verg. „dij" voor „die"), een vrouwelijk zelfstandig naamwoord, dat „beschutte plaats' beteekent (verg. het gelijkbeteeker.ende mid del- en nieuw-nederlandsche luw), het oost- i'riesch heeft voor „beschutting voor het we der" 't woord lei, verg. lee (engelsch) voor lij zijde, het ijslandsche hlie voor schaduw, het middelhoogduitsch lie of liewe voor prieel „Beschut duin" zal de beteekenis zijn. V. In 't Bloeomendaalsche Bosch staat boven de deur van het Hervormde tehuis voor kinderen: Eben-Haëzer. Kunt U mij zeggen wat deze woorden beteekenen? A. U vindt deze woorden in 1 Samuel 4 vs, 1 en 7 vs. 12. Zij worden ook wel geschreven Eben (steen) H(de) Ezer (hulp) of Eben- ezer (hulp-steen). De profeet Samuel zou die steen gesteld hebben ter plaatse waar de kinderen Israels de Philistjjnen versloegen, en waar dezen vroeger de Israëlieten verslagen hadden. Het laatst aangehaalde vers eindigt met deze woorden van Samuel: „Tot hier toe (lees op deze plek) heeft ons de Heer gehol pen". Als steen zal dan een offersteen bedoeld- zijn. V. Wat is „Monisme"? A. „Monisme" is afgeleid van het grieksche woord monos, dat „een" beteekent. Met monis me wordt dan een leer bedoeld, die de wereld hoezeer zij zich in bonte verscheidenheid aan ons voordoet, in wezen als eene Eenheid be schouwt. Monist is b.v. onze plaatsgenoot Kees Meijer in zijn door „de Wereldbibliotheek" uitgegeven boek: „Het Nieuwe Leven". De godsdienstige wereldbeschouwingen zijn dua listisch. Oplossingen, bijdragen enz. te richten aan den Schaakredacteur, Cruquiusstraat 19, Haarlem. PROBLEEM No. 400. L. A. K u y e r s. (1864—1930). Mat in drie zetten. Stand der stukken: Wit: Kcl, Dh7. Ld2, Lfl, Pd7, Ph6, a5, a6, d6, e5. ZwartKd5, Lhl, a7, c6, d4, f2, g7. EINDSPEL No. 85. In de partij, gespeeld tusschen W. He-nneber- ger en Prof. Dr. O. Nageli, (beiden te Bern), in het in Juli 1932 aldaar gehouden meestertour- nooi, ontstond de volgende stand: Zwart staat troosteloos; De Koning, de Dame, de Damelooper en het overigens goed geposteerde Faard staan pat. De bovenstaande stand is juist bezienswaardig om haar trooste loosheid. En toch won Zwart. 1. f3—f4 De genadeslag, ten minste op e5Xf4 volgt a4—e-5, waarna Pg4—f6f dreigt met winst van j de Dame. 1d5Xe4 2- f4xe5 Wederom dreigt Pg4föt, enz. 2e4xdö! Zwart offert de Dame! 3. Pg4—f6f Dh8Xf6 4. e4xf6 e6e5 De rollen zjjn omgekeerd! Voor zijn Dame heeft Zwart twee officieren, maar hij bezit tevens twee verbonden vrijpionnen in het cen trum, waartegen de witte officieren machteloos staan 5. Lh6—e3 Tc7—d7 6. Db2f2 e5e4 7. Tel—fl Beer was g2—f4, om Pf5 te verhinderen. 7Pd4—f5 8. Le3xc5 b6Xc5 9. Df2Xc5 e4«3 10. Dc5b4 d3d2 11. Td2al «3«2 Nu is de stand wederom troosteloos, echter met verwisselde kleur! 12. g2g4 Pf5h4 13. Khl—gl r2rlD! 14. Tal x dl Td7Xdl! Opgegeven. Zelfs Tel geeft niets, wegens Pf3f. Een buitengewoon mooi eindspel. OPLOSSING EINDSPELSTUDIE No, 112. (A. A. Troïtzky), Stand der stukken: Wit: Kc7, Tbl, Pf4, h7. Zwart; Kf6, Te5, Lg7, a5, e4, f5. 1. Pf4—h5t, Kf6—f7; 2. Ph5Xg7, Kf7xg7; 3. Tblb8. Kg7Xh7; 4. Kc7d6 en wint, daar de zwarte Toren verloren gaat. ONS AMBTENARENHOEKJE! IETS OVER DE ONDERWIJZERS SALARISSEN. Een onderwijzer zond ons ter inzage een vak tijdschrift, waarin overgenomen was een in de N.R.C. voorkomend ingezonden stuk. Inzender geeft daarin te kennen dat de sala rissen der rijksambtenaren, volgens de Millioe- nennota, op 1 Januari 1934 weer een nieuwe ver laging zullen ondergaan en geeft daarbij een reeks van cijfers die voor de onderwijzers zuilen gelden. Wij ontleenen aan dit staatje het volgende; Een onderwijzer, ongehuwd, zal oij de nieuwe regeling, (indien deze aangenomen wordt) in Bloemendaal (2de klasse gemeente) ontvangen op 18 jarigen leeftijd-per jaar f 796.32 dit is per week f 15.31 op 21 jarigen leeftijd per jaar f 988.07 dit is per week f 19. op 25 jarigen leeftijd per jaar f 1272.45 dit is per week f 24.48 Is de onderwijzer in het bezit van de hoofd akte, dan geldt onderstaande regeling: op 21 jarigen leeftijd per jaar f 1130.26 dit is per week f 21.7" op 25 jarigen leeftijd per jaar f 1450.64 dit is per week f 27.89 CORRESPONDENTIE. Zooals uit den „stand der stukken" kan blijken, moet in het diagram van Probleem No. 399 de Dame op bl zwart zijn. op 43 jarigen leeftijd per jaar f 2140.97 dit is per week f 13.17 Is de onderwijzer met hoofdakte gehuwd en heeft hij 2 kinderen, dan bedraagt zijn salaris op 43-jarigen leeftijd p. j. f 2619.84. SALARIEERING VAN AMBTENAREN IN NOORD HOLLAND. Gedeputeerde Staten van onze provincie stellen voor ingaande 1 Januari 1934 verhaal van pen sioen-premie op de salarissen der ambtenaren te doen geschieden en wel tot het bij de wet toe gelaten maximum. De bestaande tijdelijke salariskorting zal ge handhaafd blijven en voor verdere besparing op personeels-uitgaven zal over 1934 geen vacantie- toeslag worden uitgekeerd. Zooals men weet worden de bijdragen voor pensioenen 8% door de ambtenaren in dienst van het Rijk en door de onderwijzers uit eigen zak betaald. De ambtenaren in dienst van de Provincie Noord Holland behoefden deze bij dragen niet zelf te betalen, deze kwamen ten laste van de Provinciale kas. Door de voorgestelde regeling ten opzichte van de stortingen voor pensioenen zal deze der halve met ingang van 1 Januari a.s. voor boven genoemde categoriën uniform worden.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1933 | | pagina 3