ee Zn.
TWEEDE BLAD
Ik
em, Te!. 13310
JIM, DE ZOON VAN BOBBY
vegers
IINES
Bloemendaal
ERS
KAPKAMERS
DANTZIG
STAND.
liten.
Losse Blaadjes.
Afgeloopen!
T
Brokjes Levenswijsheid.
Luther's nakomelingen.
ONZE VRAGENBUS.
SCHAAKRUBRIEK.
orde maken wij dl
ilnsten prijs.
IflSB IllilOH 13531
OPGERICHT 1828
NS vanaf
matras.
f 6.75
f 12.—
psteem aanmer-
3, terwijl in laatst,-
carrosseriebouw en
conveyors en aan
s heeft en dus de
bestelwagens er in
d.
n van „inrichting"
deze fabriek de
en personen-Ford-
eschiedt dit met
verkt, afwerkt en
ie motoren inbouw-
,ka aan, hetzelfde
i carosseriekap enz.
moffelen, montee-
Wjj achten het
een voordeel dat
a zijn wereldbedrijf
kan een ieder ten
doch men ga in
■T.V.
len DIRK SCHaFER
TELEF. 22014
iAL.
MENDAAL.
1933.
3 en K. Stellbergerj
lammermann.
:ers 86 jaren.
DE PLANTJES.
ien we zelfs nog in
ie roodachtige blad-
ngen bloemsteel er
e witte bloempjes
hebben een omge-
nt van die blaadjes
ieder voor zich een
speldjes waren. En
dauwdroppels in de
het plantje zonne-
echter niets te ma-
ïiden zelf het glin-
uit, dat men voor
sn en wellicht daar
w aangezien wordt,
sken op zoo'n heitje
bewegingen van de
zonnedauw, als een
3 op een blad neer
langelokt door de
itar houdt. Ze gaat
gemakkelijk maken,
se gevangen is. DO
zij rukt en spartelt
om los te komen,
it tegenovergestelde
ook de glinsterende
i worsteling deelne-
r 't midden van het
i zuigen die in een
lauw staat een nn*
poorde tweelippige
ïoogen steel, waar-
3t vetblad. De blad
tot een schoteltje,
ie vloeistof, die af-
sn, welke zich ln
avinden. Als zoo'n
door een takje of
d, dan gebeurt er
ien organische stof
eroerd, dan scheidt
i in staat is vleesch
it nu een vlieg op
vast aan het taaie
de bladranden bui-
ot ze elkaar raken»
maag, die in staat
vetblad haar eiwit»
sn bodem niet kun-
bevat heel weinig
in de groene blad-
bereid.
met water de zon
en gehouden door
ss vleesch of krui-
K. ZW.
't Blijkt nu toch wel harde waarheid:
Met Straperlo is het mis!
Niemand kan nu voortaan toonen,
Hoe „behendig" hij wel is.
Eerst voldeed 't in een behoefte.
Als het spel eens spreken kon,
Mocht 't naar waarheid zeggen, dat het
„Kwam en zag en overwon".
Maar nu zijn de goede dagen
Voor de ondernemers uit.
Als hasardspel is 't verboden
Door 't ministerieeel besluit.
Alle Straperlisten zitten
Daardoor diep in zak en asch.
Zij betreuren hun Straperlo,
Dat zoo'n aardig gokje was.
't Keertje winnen, dan verliezen.
(Maar natuurlijk 't laatst het meest)
Nu zegt plots'ling de minister:
„Uit! 't is welletjes geweest!"
En zoo Is voor menig speler.
Die wat onfortuinlijk was,
Tegelijk de kans verkeken
Op versterking van zijn kas.
Maar het heeft het groote voordeel:
De gemoedsrust keert nu weer.
Rustig gaan we 's avonds slapen,
Droomen van geen schatten meer.
Heerlijk, geen verleiding kwelt je!
ja tot weer wat nieuws verschijnt,
Waarin 't zuur verdiende geldje
„Met behendigheid" verdwijnt!.
(nadruk verboden)
Eenigen tijd geleden beeft men op de
illustratie-pagina van onze groote dagbladen
een eigenaardig tafereel kunnen zien. Het was
een foto van Maarten Luther's nakomelingen,
die te Eisleben, de geboorteplaats van den
grooten hervormer, een familie-bijeenkomst
houden. Met z'n allen zitten ze geschaard aan
een lange tafel, de mannen met een glas bier
en de vrouwen met een kop thee voor zich.
Het is, zoo op het plaatje gezien, een ver
zameling doodgewone menschen. Echt klein
burgerlijk zien ze er uit, gelijk elke familie-
partij, welke zoo uit de verte gewoonlijk geen
schouwspel oplevert, in staat een dichter of
schilder tot een grootsch kunstwerk te bezielen.
Deze foto doet denken aan de teekening van
Jo Spier, waarop deze de bezitters van de
verschillende twintigjes uit een lot van de
staatsloterij op één bladzij tezamen heeft af
gebeeld. Dus töch een kunstenaar door een
dergelijke bijeenkomst geïnspireerd? Zeker!,
maartot een caricatuur.
Luther's nakomelingen, de twintigjes uit de
staatsloterij, we aanschouwen ze telken
Zondag, als we de straten doorwandelen en
door de vensters een blik slaan in de huizen,
waar familie-bezoek rondom het theeblad of de
wijnflesch bijeenzit. Lijken ze niet allemaal op
elkaar, deze menschen, deze tafereelen? Het
is de man of de vrouw zooals ieder ander, de
burger van twaalf in het dozijn, de kleurlooze
middenstof, welke men hier op zijn Zondags
vergaderd ziet. Al deze theedrinkende moeders
en schoondochters, al deze vaders en ooms in
hemdsmouwen, al deze buren en kermissen en
neven en nichten passeeren venster aan venster
ons oog, gelijkvormig als de telegraafpalen,
welke w\j voorbijvliegen 'in onze spoorweg
coupé.
Dit zijn Luther's nakomelingen. Het zaad,
gesproten uit den eeuwenouden, beroemden
eik, heeft zich verspreid als ware het niet
meer dan onkruid of gras. Toch draagt het
den wereldhistorischen naam en het gaat daar
op prat.
„Ik ben nog een achter-achter-kleindochter
van Luther", prevelt het breiende besje met de
neepjesmuts op.
,Mijn over-over-grootvader Maarten zou zeg
genschettert het bleekzuchtig jong
maatje, dat een ondergeschikte betrekking be
kleedt op het stadhuis.
Dit zijn de nakomelingen van Luther. Maar
Luther heeft ook voorzaten gehad. Maarten
Luther stamde uit een eenvoudig boeren
geslacht, aldus leeren de. schoolboekjes. Zijn
vader, een eerzaam mijnwerker
Wanneer het mogelijk ware, de voorzaten
van Luther tot een dergelijke familie-bijeen
komst op te roepen als waarop thans zijn
nakomelingen vereenigd zijn, dan zou dit ge
zelschap een dergelijk beeld opleveren. Uit het
grauwe, kleurlooze, onpersoonlijke en gelijk
vormige is de held voortgekomen, in het
grauwe, kleurlooze, onpersoonlijke en gelijk
vormige zet hij zich voort.
Dit is niet alleen met den held Luther het
geval; dit hebben alle helden der menschheid
gemeen. Een familie-bijeenkomst van Shake
speare of Vondel's afstammelingen zou een
zelfden aanblik vertoonen, en de kennismaking
met Rembrandt's achterkleinzoon zou een
trieste ontnuchtering opleveren. Trouwens, is
het beeld dat de adel aanbiedt, waarin men
den naam van roemrijke ridders bestendigt,
wel altijd van dien aard, dat men onmiddellijk
aan fierheid, mannelijkheid en heldhaftigheid
denkt En de geslachten van onttroonde
koningen, lossen ook zij zich niet op zielige
wijze in de kleurlooze massa op?
De aanblik van een familie-bijeenkomst van
Luther's nakomelingen moge allereerst tot
door
G. Th. ROTMAN.
trieste gedachten stemmen, op den duur raakt
men met het schouwspel verzoend. Want het
leert ons, dat er tusschen den held en de schare
geen volstrekt onderscheid bestaat. Uit de
schare voortgekomen en zich in de schare
voortzettend, is de held de resultante van
gaven en krachten, welke in haar leven. Hij
ontstaat niet als door tooverij uit het Niet;
hij mag zichzelf niet de eer van zijn genialiteit
aanmatigen; hij dankt haar aan zijn ge
slacht. Gelijk ook de grooten telkens beschei
den erkennen, als zij er op wijzen, wat ze aan
hun vader of moeder of grootouders hebben
te danken.
Wij allen, die als gewone kleinburgers des
Zondags rondom het theeblad of de wijnflesch
op familiebezoek zitten, wij maken tezamen
den held, gelijk de twintigjes uit de staats
loterij tezamen het heele lot uitmaken. En de
held maakt ons; wij leven uit zijn bloed, uit
zijn geest.
Deze samenhang verzoent ons met onze on
beduidendheid. Wij hebben een naam op te
houden, omdat wij afstammelingen van
Luther of Shakespeare of Rembrandt zijn. Het
is niet gemakkelijk. Vondel of Lessing te
heeten! Adel verplicht!!
Maar de talloozen, die zich niet op een be
kenden naam mogen beroemen? Zijn zij geen
nakomelingen, dan worden zij misschien voor
zaat van den een of anderen held. Luther's
grootouders wisten ook niet, dat zij nog eens
een kleinzoon zouden krijgen, wiens naam men
na eeuwen nog met vereering zou noemen.
Wij hebben verplichting aan het verleden,
maar voor de toekomst dragen wij verantwoor
ding. Elke daad die wij doen, elke gedachte
die wij koesteren, elk gevoel dat wij aankwee-
ken, voedt den held, die straks uit ons geslacht
geboren zal worden en van den aard van onze
daden, gedachten en gevoelens zal het af
hangen, of deze held een heilige dan wel een
misdadiger zal zijn.
H. G. CANNEGIETER.
65. Van Baren dacht al na een week
Niet meer aan deze boevenstreek,
Vooral niet, toen hij op een dag
Weer klanten in zijn winkel zag.
Het waxen weliswaar drie menschen,
Maar'twas toch meer dan hij kon wenschen;
Want ach, het was den laatsten tijd
Niets dan „malaise" en narigheid.
56. Helaas, ook Jim was op 't appèl
En die bedierf weer 't heele spel!
De schorteband van juffrouw Mast
Bond hij aan een stellage vast,
Die pas met flesschen limonade
En bessensap was volgeladen
Na deze wandaad viel zijn oog
Op 't hondje van mevrouw Verhoog...
57. Zijn hart vervuld van medelijden,
Besluit hij, Fik je te bevrijden;
De riem wordt stiekum losgehaakt
En aan een broekspijp vastgemaakt
Van Jochem-Evert-Piet van Zanten,
Een van Van Baren's beste klanten;
De man had voor de koude dagen
Vast bruine boonen ingeslagen.
58.
Ha! riep Van Zanten uit, wat zullen
Mijn bloedjes daar weer fijn van smullen!
Meteen liep hij den winkel uit;
Maar ach, zijn vaart werd plots gestuit.
De arme bloed viel met een smak
Voorover op zijn kinnebak;
Daarbij ging, suizend door de lucht,
Z'n bopnenvoorraad op de vlucht I
Te beginnen met dit nummer geven wij aan
de betalende abonné's van het „Bloemen daalsch
Weekblad" het recht ons vragen te stellen op
maatschappelijk, juridisch en cultureel gebied.
Deze vragen moeten uiterlijk Maandag vóór het
verschijnen van ons volgend nummer in gesloten
couvert met het opschrift „Vragenbus van het
Bloemendaalsch Weekblad" worden afgegeven
aan ons bijkantoor Bloemendaalscheweg 42 te
Bloemendaal of opgezonden worden naar ons
hoofdkantoor Ged. Oudegracht 63 te Haarlem.
Die zendingen moeten den naam en het adres
van den vrager of vraagster vermelden: dezen
worden alleen aan onze redactie bekend. De be
antwoording geschiedt zoo spoedig mogelijk.
Om voorbeelden te geven welke soort vragen
zoo al in aanmerking kunnen komen hebben wij
aan onze redactieleden en medewerkers de ge
legenheid gegeven vragen in te zenden en heb
ben wij er eenige in dit nummer behandeld.
V. Is mr. C. Blankevoort, die in Haarlem den
heer J. W. van Santé Jr. als raadslid opvolgt,
niet een oud-Bloemendaler?
A. Zeer zeker. De heer C(or) Blankevoort
heeft hier een deel van zijn jeugd doorgebracht.
Hij was een vooraanstaand (of -loopend als men
wil) lid van de Bfloemendaalsehe V(oetbal)
Cüub).
V. Ik las onlangs in een dagblad, dat 'in het
3e kwartaal van dit jaar in Haarlem door de
politie slechts éénlmaal een procesverbaal is op
gemaakt wegens overtreding der Drankwet te
genover 3129 processen-verbaal wegens andere
overtredingen. Zou dit niet een vergissing zijn?
A. Ons heeft hetzelfde bericht getroffen, wij
hebben daarbij echter niet aan een vergissing
gedacht. De invloed der geheelonthoudersbewe
ging, die der sportbeoefening en de groote om
vang van het rijden met motoren, waarbij dron
kenschap ook die in lichten graad, zooveel ge
vaar oplevert, om nog van het vliegen, het be
zoeken van openbare leeszalen, schouwburgen,
bioscopen en dancings (waarbij dronkenschap
evenmin te pas komt) niet eens te spreken, heb
ben de volstrekte onbruikbaarheid van min of
meer beschonken menschen in onze ingewikkelde
maatschappij zoo zonneklaar aangetoond, dat het
beschonken zijn nu algemeen als een schandelijk
iets wordt gevoeld. Dat was vroeger niet zoo.
Nuchterheid behoort nu tot onze gewone goede
zeden.
V. Is Straperlo U.i. hazardspel of behendig
heidsspel?
A. O.i. zeer zeker het eerste. Wij hebben deze
beweging één avond gadegeslagen. 3 Malen heb
ben wij het balletje zelfs zien stilstaan. De wijze
waarop de croupier het balletje in het toestel
letje duwt, werpt of draait is o.i. ook van in
vloed op den lcop van het lichte dingetje, dat
zelfs door tocht in de kamer kan worden be
lemmerd of voortgeduwd. Het lijkt ons een leelijk,
onedel en onaardig spel, omdat het hoewel
hazard, net wil doen of 't dit niet is. In ieder
geval is de naam „behendigheidsspel" onjuist.
„Berekeningsspel" zou 't dan moeten heeten. Wij
zijn blij dat de regeering er een eind aan heeft
gemaakt. Dat de bedenkers er rijk mee gewor
den zijn, stemt niet blij, want dit geld is ten
deele gekomen uit beurzen, die het heelemaal niet
missen konden en wier inhoud bestemd was voor
hunne schuldeischers.
V. Kunt U mij ook het adres opgeven van
onzen oud-wethouder J. C. Laan?
A. Dit adres is Monsieur J. C. Laan, Hotel
Sextius, Aix-en-Provence, Frankrijk.
V. Een mijner jonge vrienden heeft veel belle-
trie gelezen, maar hij wil zich met ernstiger din
gen bezighouden. Hij heeft een nadenkenden
aanleg. Kunt U mij eenige titels opgeven van
niet bij iedereen bekende boeken, die de weet
gierigheid van een jongen man van om en bij
de 20 jaar misschien kunnen bevredigen en niet
al te zwaar zijn?
A. Die vraag zou alleen goed kunnen beant
woord worden door iemand die den jongen man
persoonlijk kende. Laat hij 't eens probeeren met
dr. Antoon Vloemans' Inleiding tot de Wijs-
geert; dr. J. D. Bierens de Haan's Verborgen
Harmonie; Matthijs Acket's De verborgen schat
van het wijze hart; prof. Wattjes' Praktische
Wijsbegeerte; Geschriften van Felix Ortt, Dr.
Wannée, dr. Schoenmakers of met dr. Henri
van den Bergh van Eijsinga's De Ziel der
Menschheid, zijn: Het wijdsch ornaat, of: Het
Christusmysterie.
Ook de werken van Anker Larssen en van
Albert Schweitzer komen in aanmerking.
V. Mijn huisbaas wil mij niet ontslaan van
de huur van een huis buiten de stad, dat ik
ONS PERSONENHOEKJE.
HERSTELLING EENER MEDEDEELING.
De heer H. van Riessen Jr. meldt ons, dat
het door hem met goed gevolg te Delft afge
legde examen het propasdeutisch examen
eleetrotechniek was en dat onze mededeeling
omtrent het aantal geslaagde en niet ge
slaagde candidaten niet precies juist was. Er
waren veel meer geslaagden, gelukkig. Zakken
is niet prettig, vooral als je hard geblokt hebt.
voor vele jaren héb moeten huren. Ik zal
echter uit mijn betrekking ontslagen worden,
als ik niet heel gauw kom wonen in de plaats
waar ik werk. Men heeft mij aangeraden mijn
meubels te verkoopen en weg te trekken. Wat
het zwaarste is moet het zwaarste wegen. Als
ik ontslag krüg moet ik van den Steun trekken
en daar pas ik voor. Wat moet ik doen?
A. Dat verkoopen der meubels komt ons on
rechtmatig voor. Wanneer bewezen kan wor
den, dat dit er om gedaan is, zou zoowel U
ais de kooper met de gevangenis kunnen ken
nis maken en degeen die U raad daartoe ge
geven heeft, zou, ook al wilde hij, niet in
Uw plaats mogen gaan „zitten". Beter is Uw
huisbaas mee te deelen, dat U in deze om
standigheden Uwe faillietverklaring moet aan
vragen; hij kan 't dan met U schikken of de
curator kan de huur met 3 maanden doen
eindigen. In dien tijd moet huur betaald wor
den; als dit niet gaat, moet U het achter
stallige later inhalen, ook al is U in staat
van faillissement geweest; men komt n.l. docr
faillissement niet van zijn schulden af. Uw
meubels zult ge zoo misschien wel kwijt raken,
maar ge zijt dan toch eerlijk man gebleven.
V. U zult wel gelezen hebben, dat een
wagenvoerder, die als zeer voorzichtig bekend
stond, in Den Haag gereden is op een achter
gebleven deel eener militaire colonne, waar
van het voorste deel de rails reeds eenigen tijd
voor het oog van den waganvoerder was over
gestoken. Had dit ongeluk niet voorkomen
moeten worden door den leider dier colonne
en kan iemand nu aansprakelijk gesteld wor
den voor de vreeselijke gevolgen dezer ge
beurtenis
A. Wij zijn het eens met hen die oordeelen,
dat de hoofdgeleider eener militaire colonne in
geval die- colonne breekt op een zoo gevaarlijke
plek als die U bedoelt, heeft te zorgen dat
zijne menschen veilig overkomen; dit geldt o.i.
.in militaire zaken waarin de manschap lijdelijk
te gehoorzamen heeft, bovenal Is deze «-egel
op dit geval toepasselijk, dan is o.i. het Rrjk
aansprakelijk voor alle op geld waardeerbare
schade, die door de nalatigheid van een zijner
ondergeschikten, den hoofdgeleider der colon
ne, is te weeg gebracht.
V. Kunt U mij ook zeggen, waar de naam
■L e ij d u i n vandaan komt en wat die be-
teekent
A. De buitenplaats Leijduin tusschen Aer-
denhout en Vogelenzang, ontleent volgens
sommigen haar naam aan een daardoor heen
geleide, zooals de historie zegt „zeer
'oreede en fraaie beek (met waterval), die
door het afgeloo-pen duinwater ontstaan de
plaats doorloopt en zich in de Leidsche (trek)
'vaart verliest".
Dit komt ons gezocht en onlogisch voor; j
dé plaats had dan heter Leijb eek (verg. j
Schejjbeek) kunnen heeten. Aan lei als steen!
rots, valt ook niet te denken. De voor de hand j
liggende opvatting lijkt ons het „leij" in Leij
duin is afgeleid uit het middelnederlandsche
lie (verg. „dij" voor „die"), een vrouwelijk
zelfstandig naamwoord, dat „beschutte plaats'
beteekent (verg. het gelijkbeteeker.ende mid
del- en nieuw-nederlandsche luw), het oost-
i'riesch heeft voor „beschutting voor het we
der" 't woord lei, verg. lee (engelsch) voor lij
zijde, het ijslandsche hlie voor schaduw, het
middelhoogduitsch lie of liewe voor prieel
„Beschut duin" zal de beteekenis zijn.
V. In 't Bloeomendaalsche Bosch staat boven
de deur van het Hervormde tehuis voor
kinderen: Eben-Haëzer. Kunt U mij zeggen
wat deze woorden beteekenen?
A. U vindt deze woorden in 1 Samuel 4 vs,
1 en 7 vs. 12. Zij worden ook wel geschreven
Eben (steen) H(de) Ezer (hulp) of Eben-
ezer (hulp-steen). De profeet Samuel zou die
steen gesteld hebben ter plaatse waar de
kinderen Israels de Philistjjnen versloegen, en
waar dezen vroeger de Israëlieten verslagen
hadden. Het laatst aangehaalde vers eindigt
met deze woorden van Samuel: „Tot hier toe
(lees op deze plek) heeft ons de Heer gehol
pen". Als steen zal dan een offersteen bedoeld-
zijn.
V. Wat is „Monisme"?
A. „Monisme" is afgeleid van het grieksche
woord monos, dat „een" beteekent. Met monis
me wordt dan een leer bedoeld, die de wereld
hoezeer zij zich in bonte verscheidenheid aan
ons voordoet, in wezen als eene Eenheid be
schouwt. Monist is b.v. onze plaatsgenoot
Kees Meijer in zijn door „de Wereldbibliotheek"
uitgegeven boek: „Het Nieuwe Leven". De
godsdienstige wereldbeschouwingen zijn dua
listisch.
Oplossingen, bijdragen enz. te richten aan
den Schaakredacteur, Cruquiusstraat 19,
Haarlem.
PROBLEEM No. 400.
L. A. K u y e r s.
(1864—1930).
Mat in drie zetten.
Stand der stukken:
Wit: Kcl, Dh7. Ld2, Lfl, Pd7, Ph6, a5, a6,
d6, e5.
ZwartKd5, Lhl, a7, c6, d4, f2, g7.
EINDSPEL No. 85.
In de partij, gespeeld tusschen W. He-nneber-
ger en Prof. Dr. O. Nageli, (beiden te Bern), in
het in Juli 1932 aldaar gehouden meestertour-
nooi, ontstond de volgende stand:
Zwart staat troosteloos; De Koning, de
Dame, de Damelooper en het overigens goed
geposteerde Faard staan pat. De bovenstaande
stand is juist bezienswaardig om haar trooste
loosheid. En toch won Zwart.
1. f3—f4
De genadeslag, ten minste op e5Xf4 volgt
a4—e-5, waarna Pg4—f6f dreigt met winst van
j de Dame.
1d5Xe4
2- f4xe5
Wederom dreigt Pg4föt, enz.
2e4xdö!
Zwart offert de Dame!
3. Pg4—f6f Dh8Xf6
4. e4xf6 e6e5
De rollen zjjn omgekeerd! Voor zijn Dame
heeft Zwart twee officieren, maar hij bezit
tevens twee verbonden vrijpionnen in het cen
trum, waartegen de witte officieren machteloos
staan
5. Lh6—e3 Tc7—d7
6. Db2f2 e5e4
7. Tel—fl
Beer was g2—f4, om Pf5 te verhinderen.
7Pd4—f5
8. Le3xc5 b6Xc5
9. Df2Xc5 e4«3
10. Dc5b4 d3d2
11. Td2al «3«2
Nu is de stand wederom troosteloos, echter
met verwisselde kleur!
12. g2g4 Pf5h4
13. Khl—gl r2rlD!
14. Tal x dl Td7Xdl!
Opgegeven.
Zelfs Tel geeft niets, wegens Pf3f. Een
buitengewoon mooi eindspel.
OPLOSSING EINDSPELSTUDIE No, 112.
(A. A. Troïtzky),
Stand der stukken:
Wit: Kc7, Tbl, Pf4, h7.
Zwart; Kf6, Te5, Lg7, a5, e4, f5.
1. Pf4—h5t, Kf6—f7; 2. Ph5Xg7, Kf7xg7;
3. Tblb8. Kg7Xh7; 4. Kc7d6 en wint, daar
de zwarte Toren verloren gaat.
ONS AMBTENARENHOEKJE!
IETS OVER DE ONDERWIJZERS
SALARISSEN.
Een onderwijzer zond ons ter inzage een vak
tijdschrift, waarin overgenomen was een in de
N.R.C. voorkomend ingezonden stuk.
Inzender geeft daarin te kennen dat de sala
rissen der rijksambtenaren, volgens de Millioe-
nennota, op 1 Januari 1934 weer een nieuwe ver
laging zullen ondergaan en geeft daarbij een
reeks van cijfers die voor de onderwijzers zuilen
gelden.
Wij ontleenen aan dit staatje het volgende;
Een onderwijzer, ongehuwd, zal oij de nieuwe
regeling, (indien deze aangenomen wordt) in
Bloemendaal (2de klasse gemeente) ontvangen
op 18 jarigen leeftijd-per jaar f 796.32
dit is per week f 15.31
op 21 jarigen leeftijd per jaar f 988.07
dit is per week f 19.
op 25 jarigen leeftijd per jaar f 1272.45
dit is per week f 24.48
Is de onderwijzer in het bezit van de hoofd
akte, dan geldt onderstaande regeling:
op 21 jarigen leeftijd per jaar f 1130.26
dit is per week f 21.7"
op 25 jarigen leeftijd per jaar f 1450.64
dit is per week f 27.89
CORRESPONDENTIE.
Zooals uit den „stand der stukken" kan
blijken, moet in het diagram van Probleem No.
399 de Dame op bl zwart zijn.
op 43 jarigen leeftijd per jaar f 2140.97
dit is per week f 13.17
Is de onderwijzer met hoofdakte gehuwd en
heeft hij 2 kinderen, dan bedraagt zijn salaris
op 43-jarigen leeftijd p. j. f 2619.84.
SALARIEERING VAN AMBTENAREN IN
NOORD HOLLAND.
Gedeputeerde Staten van onze provincie stellen
voor ingaande 1 Januari 1934 verhaal van pen
sioen-premie op de salarissen der ambtenaren
te doen geschieden en wel tot het bij de wet toe
gelaten maximum.
De bestaande tijdelijke salariskorting zal ge
handhaafd blijven en voor verdere besparing op
personeels-uitgaven zal over 1934 geen vacantie-
toeslag worden uitgekeerd.
Zooals men weet worden de bijdragen voor
pensioenen 8% door de ambtenaren in
dienst van het Rijk en door de onderwijzers uit
eigen zak betaald. De ambtenaren in dienst van
de Provincie Noord Holland behoefden deze bij
dragen niet zelf te betalen, deze kwamen ten
laste van de Provinciale kas.
Door de voorgestelde regeling ten opzichte
van de stortingen voor pensioenen zal deze der
halve met ingang van 1 Januari a.s. voor boven
genoemde categoriën uniform worden.