PREDIKBEURTEN. Maandelijksche mededeelingen van „De Nederlandsche Conjunctuur". ONS VOGELHOEKJE. ZONDAG 13 NOVEMBER. Religieuze Kring, Aerdtenhout. Ds. A. R. de Jong, Bussum. Ned Herv. Kerk, Bloetmendaal. V.m. 10 uur, Dr. J. Weener, Pred. te Haarlem. Jeugddienst in het Jeugdhuis. V.m. 10 uur de heer W. P. J. Dankbaar. Jeugddienst voor Ouderen. N.m. 7.30 uur, Dr. J. Eylcman, Dir. v. d. A. M. J. V. te A'dam. Overveen. V.m. 10 uur, Ds. J. C. van Dijk, Heilig Avond maal. Ned. Hervormde Evangelisatie te Santpoort. V.m. 10 uur, J. Makkelie, Amsterdam. N.m. 5 uur: Ds. M. G. Blauw, Schoten. H. Avondmaal. Nederl. Protestantenbond Afd. Bloemendaal. V.m. 10.30 uur. Dr. H Faber, IJmuiden-Oost Ned. Hervormde Kerk, Santpoort. V.m. 10 uur, geen dienst. 's Avonds 7 uur, Prof. Dr. G. A. van den Bergn, van Eyzinga. „Weet Gy wel, hoe rjjk gy zyt?" (1 Cor. 2 12). Geref. Kerk te Bloemendaal. V.m. 10 uur Godsdienstoefeningen. V.m. 10 uur Dankstond. N.m. 5 uur Ds. J. C. Brussaard. Catechismus Zondag 10. Geref Kerk In H. V. Haarlem. Kerkzaal „Blauwe Kruis". V.m. 10 uur en n.m. 5 uur, Ds. P. A. E, Sil- levis Smitt. V.m. 10 uur in de voorzaal Kinderdienst. De Vrye Katholieke Kerk, Popellaan Kinhe nipark. V.m. 10.30 uur. Gezongen H. Mis. Woensdag 15 Nov. N.m. 8 uur. Completen en Lof. Donderdag 16 Nov. V.m. 10.30 uur, Gesproken H. Mis. Uitgegeven door het Centraal Bureau voor de Statistiek, vermeldt over October het vol gende: 1. Nederland. Gedurende het derde kwartaal was de eco nomische toestand van ons land nog zeer ge drukt. De verbetering, welke het tweede kwartaal op verschillend terrein gebracht had heeft voorzoover de thans beschikbare gegevens reeds een oordeel toelaten geen groeten voortgang gemaakt. Hier en daar viel zelfs een geringe terugslag waar te nemen. Tegen de jaren 1930, 1931 en een deel van 1932, toen de toestand bjjna van kwartaal op kwartaal verergerde, steken de laatste 4, 5 kwartalen echter gunstig af; vocrzoover de val nog niet geheel tot staan gekomen is (zooals bij den "itvoer), is Let teinpo toch sterk verminderd. Op verschillend gebied waren in het derde kwartaal de cijfers in 1933 beter dan m 1932. en was het gunstige verschil grooter dan tus- schen de beide tweede kwartalen. In het bijzonder was de ontwikkeling van de arbeidsmarkt in het afgeloopen kwartaal niet ongunstig. Het totaal aantal werkloozen, dat by de arbeidsbeurzen was ingeschreven, be droeg op het eind van het kwartaal slechts weinig meer dan aan het begin. In dit opzicht geeft de afgeloopen 2omer hetzelfde beeld te zien als die van de jaren vóór de crisis van 1929, terwijl in 1930, 1931 en 1932 in dit jaargetijde ce werkloosheid reeds aanzienlijk steeg Eer. dergelijk relatief gunstig beeld geeft de verhouding van het aantal aanvragen van patroons en het aantal plaatsingen van werklieden tot het aantal aanbieding van werkzoekenden bij de arbeidsbeurzen, In de metaalnijverheid hield óe vermindering der werkloosheid, die in Februari was ingezet, aan, al doer, de laatstbekende (voorioopige) cijfers over September vermoeden, dat het tempo van de verbetering in den loop van het kwartaal langzamer geworoen is; echter is het in dezen tak van industrie geen ongewoon verschijnsel, dat de werkloosheid in de zomer maanden zelfs wat toeneemt In de bouwvak ken maakte de belangrijke verbetering van de eerste helft van het jaar weliswaar plaats voor een toeneming der werkloosheid maar deze was niet grooter dan de normale seizoen beweging in dit kwartaal. In de textielnijverheid, waarvoor de voor ioopige cijfers onder grooter voorbehoud dan voor verschillende andere groepen gebruikt moeten worden, terwijl de definitieve cijfers slechts tol Augustus beschikbaar zijn, is sinas Januari, zij het onder sterke schommelingen, toch wei een belangrijke verbetering te con- stateeren, die in het derde kwartaal nog scheen aan te houden. Ook hier waren de cijfers tot nu toe gunstiger dan in het derde kwartaal 1932. In verschillende andere vakken, zooals het transportbedrijf, de kleecinglndustrie, de sigarennlJverheld was de werkloosheid ln ver gelijking met verleden jaar daarentegen toe genomen. De hoeveelheid Ijzer en staal, welke voor binnenlandseh verbruik beschikbaar is geko men (resultante van eigen productie, in- en uitvoer), was, na een belangrijke stijging van Maart tot Juli, in het afgeloopen Itwan— weer sterk gedaald; ln totaal stond het cerne kwartaal toen nog bóven het tweede van dit jaar, en ver, nd, 42 pet, boven hef dorde van Ï932; het bleef slechts weinig beneden het derde kwartaal van 1931. De invoer van ma chines heeft over 't algemeen sinds het eerste kwartaal een geringe stijging vertoond, zoo wel die van krachtwerktuigen als van ar- beidsmachines. De invoer van grondstoffen voor de verbrulksgoederen-leverende indus trieën daalde in overeenstemming met de sei zoenbeweging; ook voor dit cijfer schijnt het peil van 1931 bijna bereikt terwijl tegenover 1932 een groote verbetering te constateeren valt. Als gewoonlijk zijn de bewegingen voor deze groep van industrieën zwakker dan voor die, welke productiemiddelen vervaardigen. De uitvoer van de belangrijkste fabrikaten van onze industrie was weer geringer dan in het derde kwartaal 1932. Hef cijfer der aanbestedingen vertoonde van het tweede op het derde kwartaal een val, die echter min of meer als seizoenvcrschijnsel is op te vatten; het totale bedrag' der aanbeste- lingen bleef nog iets boven dat van het derde kwartaal 1932. Dit komt geheel voor rekenin gen van de aanbestedingen door particulieren; de overige (n.l. die voor rekening van net Rijk, de gemeenten, de provinciën, waterschap pen enz. de spoorwegen en de woningbouwver- eenigingen) waren lager. De vermindering van een woningbouw, die het tweede kwartaal ten opzichte van het eerste te zien had gegeven, werd afgewisseld door het zeer hoogt- cyfer der in Augustus begonnen woningen. In den fabrieksbouw ging nog steeds zeer weinig om. In den toestand van den buitenlar.dschen handel kwam niet veel wijziging D" invoer was, zoowel naar de waaree als naar het ge wicht, grooter dan in het tweede kwartaal en ook grooter dan in het derde kwartaal 1932. De uitvoer vertoonde wel een gunstig vrschil tegenover het vorige kwartaal, maar minder dan de normale seizoenbeweging; de cijfers bleven beneden die van het derde kwartaal 1932. De algemeene daling van den uitvoer maakte in de laatste kwartalen echter slechte geringen voortgang. De koersen van aar.deelen zijn in het afge loopen kwartaal, na nog aanvankelijk te zijn gestegen, weer gedaald; de daling zit te zich in October voort; voor Indische fondsen was het indexcijfer over deze maand lager dan over Maart, het vorige minimum. Na de aanzien lijke verstijving in het begin van net kwartaal herstelde zich op de geldmarkt spoedig weer de groote ruimte, die daar ook reeds het grootste deel van 1932 geheerscht had. 2. Grcot-Brittannië. (Mededeeling van den London and Cam bridge Economie Service ontvangen aihler 24 October 1933). De Septembercyfers betreffende binnenland- sche handel en productie zyn opnieuw bepaald gunstig te noemen. Er was een voortgezette matige, doch vry algemeene daling van de werkloosheid en de productie van staal ver beterde sterk. De cijfers betreffende der, bui- tenlandschen handel zijn ook eerder iets meer bevredigend De invoel van grondstoffen Is weliswaar beneden het hooge cijfer voor Augustus gebleven, doch vertoont niettemin een duidelijke verbetering t.o.v. het. vorig jaar, terwijl de uitvoer van fabrikaten een kleine vermeerdering te zien geeft 1 o.v. Augustus en een sterke vermeerdering t.o.v. September 1332, welke maand, echter bijzonder ongunstig was. De groothandelsprtjzen in ponden uitge drukt blijven vrijwel onveranderd. Over het ge heel genomen schijnt het matige herstel, dat reeds eerder ten aanzien van den binnenland- schen toestand werd gesignaleerd, zich geleice- .(jk verder U ontwikkelen. Het is echter moge lijk, dat dit herstel ten deele moet wordeit toegeschreven aan den tijdelijken prikkei van de verdere daling van het ponc, dat in dt laat ste maanden bijna 10 pet. t.o.v het goud is gedaald en wel nauwelijks verder zal kunnen dalen zonder aanleiding te geven tot gevaar lijke reacties op ander gebied. In elk geval kan geen snel en volledig herstel verwacht worden zoolang het internationale kapitaal- en goederenverkeer op het tegenwoordige lage peil blijft; dit blijft echter, niettegenstaande enkele duidelijke teekenen van verbetering in bepaalde grondstoffenlanden, den deprimeeran- den invloed' ondervinden van de toenemende onzekerheid betreffende de politieke situatie in Europa en den economischen toestand ln de Vereenigde Staten. 3. Vereenigde Staten. (Telegrafische mededeeling van den Harvard Economie Service aan een uondon ana Cam bridge Economic Service, "bntvangen alhier 24 October "1933). De onbevredigende economische ontwikke ling van de laatste maand komt tot uitdruk king in de speculatic-(A) curve, zoowel als in de bedrijvigheids-(B)-curve, die in September beide daalc.cn, zondér echter terug te vallen tot de laagtepunten van het voorjaar wat ze ook waarschijnlijk niet zullen doen. De omzetten in het zakenleven bevinden zich thans, ondanks de Jongste dalingen, op een nooger niveau dan in het voorjaar en de geldlijn heeft zich in gunstige richting bewo gen. De grootere ruimte \an de g'elcjnarkt werd echter in hoofdzaak veroorzaakt door de kredietexpanrie door bemiddeling van de Fe deral Reserve Banks, welke, tengevolge van de cit voorjaar aangenomen wetten, grootendeels aeels aan staatseontróle is onderworpen. Wanneer de onzekerheid omtrent onzen muntstandaard werd weggenomen, zouden ver schillende der minder gunstige veranderingen, die sedert 1 September zijn opgetreden, niet noodzakelijk ln pessimistisohen zin behoeven te worden uitgelegd. Bij de thans bestaande onzekerheid' kan niet veel meer worden gezegd dan dat er redelijke grond is om te verwachten, dat het herstel opnieuw zal inzetten zoodra zal blijken, dat de stabiliteit van den dollar niet langer aan twijfel onderhevig zal zijn. 4. België. (Mededeeling van het Instlt.ut des Sciences Economiques de l'Unlversité de Louvaln, ont vangen alhier 31 October 1933). Derde kwartaal 1933. De druk van de depressie op den algeroeenen bedrjjfstoestand was deh laatsten tijd weer duldeiyk voelbaar; de zekere neiging tót ople ving ln de bedrijvigheid, die in het voorjaar was waar te nemen, hield niet aan, behalve sporadisch in enkele takken van de verwerken de industrie In de voornaamste takken van nijverheid ls onder den druk der financleele en commercieele omstandigheden een nieuwe Inzinking Ingetreden. De verdere daling der groot- en kleinhan delsprijzen verzwaart het bedrijfsleven De da ling van het pond sterling leidt byna nimmer tot een stijging der prijzen m ponden) maar tot een daling der goudprijzen. Bovendien on dervindt de handel sinds eenige maanden een zwaren druk, doordat Duif.schland in zijn transacties met het buitenland feitelijk de goudparitcit heeft losgelaten. By de aanzien lijke verschillen, die tusschen de prijzen van verschillende goederen in binnen- en buiten- ,and bestaan, voegt zicht nog de onuitgespro ken premie der Sperrmarken Het is niet te verwonderen dat ondanks zekere, door de om standigheden opgedrongen, beveiligingsmaat regelen, de prijs van veel goederen een druk ondervindt. Op de andere markten heerscht evenzeer slapte: het indexcijfer der aandeelenkoersen schommelt thans op het laagste peil, dat sedert het begin van 1932 bereikt was, terwijl uit de hooge kapitaalrente nog steeds de alge meens ontreddering van het economisch leven spreekt. Het geld is ruim en goedkoop bij ge brek aan vraag, en d'e rekening-courant-saldi der Nationale Bank zijn sinds enkele maan den hoog. De kapitaalmarkt, waarop in het begin van het jaar zeer weinig omging, heeft in den zomer gemakkeiyk aan de omvangrijke kapi- taalvraag van den Staat kunnen voldoen en ook enkele andere emissies kunnen opnemen. Het is slechts op bezwarende voorwaarden mo gelijk de opgespaarde gelden los te krijgen, maar de ervaring der laatste maanden (inhet derde kwartaal meer dan 2 millioen francs aan emissies) heeft aangetoond', dat de beschikbare reserve aan spaargelden in vergelijking met 1932 niet is afgenomen. Deze wordt trouwens nog steeds gevoed door de interesten en divi denden der naamlooze vennootschappen en der publieke lichamen: deze bedroegen in het eer ste kwartaal van 1933 nog 87 pet. van de in 1929 uitgekeerde bedragen. De interesten op obligaties zyn door de nieuwe uitgiften duide lijk gestegen, terwijl de dividenden zijn gedaald tot op 59 pet. van het bedrag in 1929 De productie heeft zich a.et kunnen hand haven op het peil van het voorjaar, en van vele zijden worden lichte inzinkingen waarge nomen, in het bijzonder by de y'zerbewerklng, den koler.mijnbouw, de zinkindustrie en in ver schillende takken der textielnijverheid Andere takken van de textielnijverheid, zoomede het bouwbedrijf, houden zich eenter beter In ver band met de moeilijkheden der steenkolenmij nen was het noodig een gering invoerrecht in te stellen. De landbouw werkt thans onder een tamelijk ruim stelsel van contingenteerlngen, dat hem beschermt tegen de buitensporige en kunstmatige dalingen der internationale prij zen, zonder een herstel der binnenlandsehe prijzen mogelijk te maken. De tegenwoordige bescherming is trouwens niet krachtig genoeg om een stijging van de binnenlandsehe pro ductie uit te lokken. De werkloosheid schijnt inderdaad vry be langrijk af te nemen en wij gelooven dat indercaad een merkbare verbetering is inge treden sinds het begin van het jaar. De ver mindering van 24 pet. in Juli 1932 tot 15.8 in Juli 1933 moet echter voor een belangrijk deel worden toegeschreven aan de onlangs In gevoerde reorganisatie van de werkloosheids verzekering, waardoor een groot aantal werk loozen buiten de contróle valt. De verhouding van de aanvragen van patroons tot de aan biedingen van werklieden, ede steeds een ge voelige index is, vertoont sedert Mei '32 een stijging, maar in de laatste maanden is de styging gering. In September is de werkloos heid afgenomen.. De verkeerseijfers, die tot Juni zee> slecht waren, zijn een klein weinig gestegen. Merkwaardigerwijze is te midden van het overal heerschende protectionisme de totale handelsbeweging naar de hoeveelheid sinds het begin naar de waarde sinds een zomer 1932 niet verder gedaald. Het volume van der, uit voer vertoont zelfs een geringe neiging tot 9tijgen, HET MAKEN VAN „INTAGLIO'S". (Kunst die in Nederland uitsluitend te Bloemendaal beoefend wordt.) Dezer dagen hadden wy het genoegen kennis te maken bij den heer G. Eger, sinds eenige jaren gevestigd aan de Acacialaan no. 1 te Bloemendaal. De heer Eger oefent samen met zyn broer, de heer F. Eger, de kunst uit van het maken van Intaglio's d.w.z. het verdiepen en insnyden van edsl- of half-edelsteenen. Ge durende de laatste 50 jaar wordt deze oude kunst hier te lande alleen door het kunste naarsgeslacht Eger beoefend. Intaglio's behcoren met cameeën of scarabeeën tot die groep bewerkte edelgesteenten, die door de Duitschers met het verzamelwoord Gemme (lat. gemma) wordt aangeduid. By de Intaglio's worden de versieringen uitgediept, by de ca meeën in verheffing aangebracht. Als steen soort wordt voor intaglio's by voorkeur kar- neol of het roodbruine Chalcedon gekozen, ter- wyi voor cameeën, naast het onyx, ook de veel kleurige agaat gebruikt wordt, welks bovenste, üchtgetlnte laag, het relief en welks onderste, donkere laag, den ondergrond vormen. Naast dezen worden ook jaspis, amethyst en lapis lazuli gekozen. Schelpen kunnen bulten be schouwing biyven, omdat de versierde scheipen. die men ln de laatste jaren als cameeën in den handel brengt, slechts massa-producten eener kunstnijverheid zyn, die op een heel andere wijze verkregen worden. By de ouden dienden Intaglio's inzonderheid voor het maken van afdrukken in was. zy werden meest in zegelrin gen gedragen, terwyi cameeën meer voor andere klenmodiëa dienden. De Egyptische scarabeeën werden wel tot halskettingen tezamengevoegd. De grootste en beroemdste Cameeën zijn de Cameo Gonzage, die vroeger in het bezit van den hertog van Mantua was en zich thans in een museum te Petrograd bevindt, die een hoogte van 15 c.M. heeft en de beeltenis van koning Ptolemeus Fhiladelphus vertoont, de Gemma Tiberiana in de Nationale Bibliotheek van Parijs, een 34 c.M. hooge en 29 c.M. breede sardonyx, die Tiberius op den troon, omgeven door zyn familieleden voorstelt en die de grootste eainee uit de oudheid ls, en dan niet te vergeten, de beroemde Gemma Augustea, een onyx, van 22 c.M., die ten tyde der kruis tochten in Jerusalem gevonden werd en thans in het kunsthistorisch museum te Weenen be wonderd kan worden. Naast dezen treft men vooral in Italiaansche verzamelingen nog ca meeën van zeldzame schoonheid aan. Ten on rechte wordt soms beweerd, dat de eigenlijke bewerkingswijze van intaglio's in <ien loop der eeuwen is verloren gegaan. Niets is minder waar. De heeren Eger beoefenen deze kunst, die groote studie en oefening vereischt, nog geheel op dezelfde wyze, als dit in de oudheid ge schiedde. zy beginnen met den steen, zooals die uit de hand van den steensiyper komt, aan het einde van een houten greep met kit vast te hechten, om dan de vóórvlakte op een koperen plaat met een weinig amaril mat te siypen, om dan den buitenomtrek van de in te snijden figuur met een puntig messingstiftje of met een diamant op den steen te teekenen. Vooraf hebben ze van het beeld een teekening gemaan. op groote schaal. Deze teekening wordt op een flinken afstand geplaatst, om het verschil in schynbare grootte, tusschen haar en die op het te bewerken edelgesteente moet komen, zoo klein mogelijk, te maken. Nu kan het in snijden beginnen. De fijne instrumenten zijn daartoe naalden, men onderscheidt ze in drie grondvormen: de eerste ls een stift, aan het einde puntig, plat afgeslepen, afgerond of half rogeivormig uitgediept; de tweede eindigt in een klein kogelvormig kopje en de derde heeft een schyfje, waarvan de rand óf plat, óf af gerond is. Deze, dikwyis buitengemeen kleine en teere werktuigen bestaan uit week staal of ijzer, ze worden met het achtereinde in een overeenkomstige holte van een draaibare spil gestoken en by den arbeid met diamantpoeder en olie bestreken, waarop men den te snijden steen Juist in de behoorlijke ligging daartegen ïan houdt. Een buitengemeen vaste hand en een 3cherp oog worden vereischt om de dikwyis mikroskopisch fijne strepen van een goed ge sneden voorstelling met alle nauwkeurigheid en zuiverheid te vervaaidigen. Daar het moei- k is, op den steen zeiven te zien of de hon derden fyne uitdiepingen, die samen ïynen vormen, weike op hun beurt weder de verlang de voorstelling tot stand brengen, inderdaad behoorlijk zyn aangebracht, wordt gedurende de bewerking van ty'd tot työ een afdrukje in was genomen, dat dan het uitgediepte graveer sel in verheffing toont, en zoo de beoordeeling van het verkregen resultaat veel gemakkeiy- ker maakt. Moeten enkele plaatsen van het graveersel worden gepoiyst, dan geschiedt dit met koperen naalden, waarop tripoli (klezel- aarde-hydraat vermengd met een kleine hoe veelheid yzsroxyde-hydraat) en water aange bracht worden. Als de meester ten slotte vol daan het werkstuk uit handen legt, is er een kunststuk geschapen, waarvan de afdruk in was of zegellak de bewondering afdwingt van hen, d;e met de loupe dit zuivere lyncnspel volgen. Het geslacht Eger heeft in den loop der jaren zeer veel intaglio's ln zegelringen, cachetten, etc. aan adeliyke families hier te 'ande geleverd. Wijlen de vader dezer heeren ontving inder tijd de uitnoodiging van een Amerikaansch maecenas, cm een intaglio van diamant te ver vaardigen. Het was nog nooit gelukt, in dit .larde gesteente een ingediepte versiering aan "s brengen. De Amerikaansche millionnair had er een fabelachtige som voor over, bezitter te worden van den eersten diamant ter wereld, die ~p deze wyze bewerkt was; hy wilde zelfs een paar jaar voor proefnemingen toestaan. De echt Amerikaansche geldbelegging in een in taglio van dit hardste aller gesteenten, kon echter niet tot stand komen. De stadsbibliotheek te Haarlem was zoo wel willend (doch zonder noemenswaardig succes) voor ons bij de boekerijen in Holland, navraag te doen omtrent het event, aanwezig zijn van literatuur over bovenstaand kunstvak. Een groote verzameling der zeldzaamste dezer kunstwerken treft men aan in de Hermitage te Petrograd en in het Vaticaan. Daar zal dus vermoedelijk ook belangryke literatuur hier over aanwezig zijn. Wij doen een beroep op de medewerking onzer abonné's die mogelijk op hun buitenlandsche reizen iets meer omtrent deze zeldzame kunst ontdekken, om ons dit te willen berichten. EEN MET DE HAND VERVAARDIGDE STAD. Werklooze arbeiders van Buenos-Aires heb ben zelf een gemeente gebouwd, waarby zij zich slechts van hun handen en van zeer eenvoudige werktuigen hebben bediend. De plaats telt drie duizend inwoners, die aardige landhuisjes heb ben betrokken en die hun stad: Villa Desoc- cupacion, d. i. werkloozenstad hebben genoemd. De gemeente is zeer goed uitgerust, heeft ver zorgde straten, een marktplein, een waterleiding, die de huizen van stroomend water voorziet, een goed georganiseerde politie en een raadhuis, waarin de oudsten zich van hun taak kwijten. Vrouwen worden principieel niet toegelaten, daar het recht van nederzetting alleen aan bekwame handwerkslieden wordt verleend. De massa- bedelarij, die hier vroeger het aspect beheerschte. ls byna geheel verdwenen, maar deputaties van Inwoners trekken toch geregeld naar Buenos- Aires om daar by de families, die zich tot on dersteuning der werkloozen bereid hebben ver klaard. om financleele hulp aan te kloppen. De nieuwste aanwinst in Villa Desoccupacion is een dagblad, getiteld „Puerto Nuevo" (de Nieuwe Haven). Behalve plaatselyk nieuws lan ceert deze krant ook buitenlandsche berichten, die gewooniyk aan andere couranten worden ontleend. De ïyrspreuk van het geschrift luidt: Dum spiro, spero; hetgeen beduidt: zoo lang ik adem, hoop ik. Heeft mylady nog orders voor heden- «vond? Noen Perkins, dank je, je kunt gaan. .(Pearson). DE IEPENZIEKTE EN HAAR VERWOESTING. Zooals wy in ons vorig nummer reeds be richtten, ontvingen wy van den heer P. v. Linde een iDteressant betoog over bovenstaand onderwerp. Uit het uitvoerige artikel laten wy hieronder een en ander volgen: Dat de iepenziekte grorto verwoestingen aanricht en steeds meer in het oog loopende gapingen doet ontstaan in vele mooie lanen en in vele iepenaanplantingen, is algemeen bekend. Daar, waar de iep in hoofdzaak als schaduw- hiVdende boom in lanen en leners wegen aange plant is- kost het aan de bezitters en onderhou ders veel hoofdbreken, de weggevallen boom-jn lassend te vervangen. Waar de iep is aange plant met bestemming om op te groeien tot werkhout, is de schade, die in meerdere deelen van ons land door de iepenziekte reeds is aan gericht en nog steeds wordt veroorzaakt, ge weldig groot. Het is dan ook begrijpelijk, dat er alle moeite moet worden gedaan, om genoemde ziekte te hestriiden. teneinde zoo moo'elilk (je nog aan wezige iepenboomen te behouden en nieuwe aan- nlantingen van dezen zoo hoog geso.bntten laanboom, in de toekomst voor deze ziekte te sparen. Dat er in de 13 A 14 jaar, dat de ziekte wordt waargenomen, reeds veel over gespro ken en geschreven is, dat het onderzoek in ver- -ehillende richtingen trouw wordt voortgezet, dat er reer's veel is vastgesteld omtrent aard en verschijnselen der ziekte, zal dan ook nie mand verwonderen. Voortdurend tracht men z:ekt.e te "tuiten door h°=tr"rting van den ziekteverwekker (door aigeheele verwildering van de ten doode ongeschreven boomen. het verwijderen van de zieke deelen der betreffende •erien), door het zoeken naar ienensoorten. die weinig of niet vatbaar voor de ziekte zijn enz. Het is naar onze meening echter niet uitge sloten, dat men de vatbaarheid voor ziekte van "nze laanboomen en van de iepsn in het byzon- der, ook nog in een andere richting kan zoe ken. Wanneer men n.l. de meeste iepaanolantin- "en nagaat, kan men reeds direct vaststellen, 1at in vrywel alle gevallen de boomen langs Tootere en k'°<nere we,"en in zeer ongunstige levensomstandigheden verkeeren en dat ze veslal op smalle strooken, door vroegere laanboomen reeds totaal uitgemerge'den grond, hun voedsel moeten zoeken, terwijl door de steeds meer on- ■loori«atbare wa<*bedekki"en ds lucht- en wa tertoevoer belemmeren, wii vertrouwen dat in deze richting een hulpmiddel te vinden is, om inze zoo geschatte en gewaardeerde iep voor algeheeien ondergang te behoeden. VOGELS IN VROEGEREN TIJD. Dat de mensch nog wel eens tegenover de vogels een standpunt inneemt, dat niet getuigt van vriendeiyke tegemoetkoming, blykt uit door de regeering gesanctioneerde vogelvangst, uit courantenberichten en uit Ieders eigen er varing. Zou dat "aityd zoo geweest zijn? vroeg me een vogelvriend, 'k Had graag op die vraag •ntkennend geantwoord, maar kon het niet. Want ais 't zoo is, en 't is zoo, dan is 't ook begrijpelijk, waarom iedere vogel schrikt en zich in veiligheid stelt, zoodra hij een meusuu ziet naderen. En berichten uit tijden d!e achbr ons liggen, zeggen den ouden rabbi Ben Jozef Akiba na, ook in teruggaanden zin: „Daar is .een m'euws onder de zon". Waren er aityd vogelvangers, er waren geluk kig tegelijkertijd ook vogelbeschermers. Dit mag blyken uit een zoogenaamden „Vogelbrief" van 1634 aan niemand minder dan aan Maarten Luther. Ik ontleen hem aan den Naturschutz- kalender van Neumann. De vertaling van den brief volgt hier. Aan onzen toegenegen Heer dr. Maarten Luther, Prediker, Wittenberg. Wy ïysters. merels, vinken, gorzen, sysjes, en puttertjes en andere rechtschapen en eer bare vogels die dezen herfst over Wittenberg zullen reizen, doen U, geliefde heer, weten, dat zooals ons uit goede bron is geworden uw dienaar Wolfgang Sieberger uit toorn en haat tegen ons voor duur geld ettelijke oude netten heeft gekocht, om die in zijn vinkenbaan te go- bruiken, en daarmee niet alleen ons, ïysters, merels, vinken, gorzen, sijsjes en puttertjes, maar ook alle anderen die vry in de lucht leven en van den grond een korreltje oplezen, dat de goede God voor ons heeft gestrooid, te vangen an te verderven. Nochtans hebben wy niets aan genoemden Siebergen te danken en ook niet zoo'n kwade bejegening van hem verdiend. Wyl die bedreiging, zooals gy zelf kunt denken, voor ons arme vrije vogels die geen schuren hebben om te bergen, noch huizen om in te wonen, een groote ramp over ons kan brengen, verzoeken wij U deemoedig en beleefd uw dienaar in zyn plannen te verhinderen of, zoo dit niet kan, hem te bewegen 'savond3 van te voren zaad uit te strooien op de vinkenbaan en 's morgens niet voor zes uur op te staan voor de vangst. Ge beurt dat can zullen wy over Wittenberg blijven trekken. Doet hij het niet, dan zullen wy God bidden, dat hij zyn booze plannen mag ver ijdelen. overdag met kikvorschen, sprinkhanen en slakken op zyn akkers en tuinen, en 's nachts met muizen, vlooien, luizen en wantsen in zijn bed, opdat hy ons vergete en ons de vrye vlucht niet beneme. Wil hy toch zyn toorn spitsen, laat hy die aan richten op de inhalige musschen, eksters, kraaien, raven en zwaluwen. (Zwaluwen werden vroeger voor zeer schadeiyk gehouden. Zw.) die berokkenen U immers niets dan leed met hun dieverij en rooverij! zy zyn het die uit uw schu ren koren, haver, mout en gerst weghalen, wat wy nooit doen. wy lezen slechts kleine brokjes op en handelen dftarby aityd met mate en be scheidenheid, opdat de musschen ons niet van kwade piaktyken mogen verdenken. Wy stellen echter ons vertrouwen op God, die al zoovele van onz broeders en zusters voor de aanslagen van booze menschen heeft behoed, geiyk ook wij hopen te biyven uit de looze netten van Wolf gang Sieberger. Dat hy Matth. 6 26 gedenke. KERST ZWART.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1933 | | pagina 4