TWEEDE BLAD
SPORT EN WEDSTRIJDEN
JIM, DE ZOON VAN BOBBY
SCHAAKRUBRIEK
«Losse Blaadjes.
Vele kleintjeséén groote!
Brokjes Levenswijsheid.
Afhankelijkheid.
SPORT
UIT BOEK EN BLAD
ONS INDISCH HOEKJE
ijUfiHüt
HET BLOEMENDAALSCH WEEKBLAD VAN
8 DEC. 1933. No. 49.
Ieder jaar om dezen tijd
Heeft men aan de postkantoren
Zegels van weldadigheid,
Om de menschen aan te sporen:
Denk eens aan 't misdeelde kind,
Dat gij hebt 't reeds vaak gelezen
Achterlijk, of doof, of blind,
Op uw hulp is aangewezen.
Helpt elkander! Er bestaan
Corporaties en gestichten;
Met het kinderleed begaan
Pogen zij dit te verlichten.
Als u kinderzegels koopt,
Steunt U die vereenigingen.
't Is onnoodig, naar ik hoop.
Om daar nog op aan te dringen.
Volkskracht is gezonde jeugd!
Kom, de penningmeesters wachten
Op Uw steun. Maak hen verheugd!
Zwakke geeft ge nieuwe krachten.
Sla de handen in elkaar!
Wees een maandlang bontgenooten,
En het spreekwoord wordt weer waar:
Vele kleintjes, ééne groote!
(Nadruk verboden)
Ja, wij zjjn van menschen afhankelijk; laten
wij 't maar bekennen, al valt ons dit moeilijk.
Onze trots, ons gevoel van eigenwaarde verzet
er zich tegen. Hoe graag verheffen wij ons op
onze zelfstandigheid.
Dit is reeds het ideaal van het kind: nie
mand boven zich hebben, geen meester, geen
ouders. Kunnen doen en laten wat men zelf wil.
Zijn eigen bestaan leiden.
En dit ideaal behouden wij tot onzen dood.
Is het schrikbeeld van de afhankelijkheid niet
hetgeen ons het meest met angst voor het oud
worden vervult? Alles te moeten afwachten
uit handen van hen, op wier hulp wij, hulpe-
loozen, zijn aangewezen: niets meer eigenhan
dig te kunnen, dit doet ons wenschen, te mo
gen sterven voordat de oude dag met zijn
hulpbehoevendheid komt.
Afhankelijk zijn, het is ook het schrikbeeld
van de armoede. Niet zoozeer de weelde, welke
men in rijkdom kan smaken, maakt het bezit
begeerlijk, maar de vrijheid, welke dit ver
schaft. Niemand te hoeven vragen, niemand
te hoeven bedanken, als het hoogste geluk
stelt men zich deze onafhankelijkheid voor.
Afhankelijk van menschen is men niet louter
in stoffelijken zin. Ook het materiaal voor zijn
gevoelsleven moet men van anderen ontvangen.
De eenzame menseh staat buiten de vriend
schap, buiten de liefde, buiten het meeleven
met de groote menschengemeenschap. Wil hij
zijn gevoelsleven zich bewust worden en wil h\j
dit ontwikkelen, dan is hij aangewezen op me-
demenschen.
Er zijn menschen, bij wie het gevoel van
zelfstandigheid zoo sterk zich openbaart, dat zij
vreezen met anderen in aanraking te komen.
Want zoodra zij aan anderen wennen, zoodra
zjj er vriendschap of liefde voor gaan gevoelen,
staan zij niet meer als vrije persoonlijkheden
in de wereld. Er komt een oogenblik, dat zij
die anderen niet meer kunnen ontberen. Ont
rooft het noodlot hen van zulk een genoot, dan
gevoelen zij zich doodongelukkg. Zij hebben
nun lot niet meer in eigen hand; zjj zijn in de
macht gekomen van wezens, die over hun wel
en wee beschikken. En dit is voor menigen
zelfstandigen geest een onverdraaglijk iets.
Om dit risico te ontloopen, onttrekken der
gelijke onafhankelijke personen zich aan den
omgang met medemenschen. Zij trouwen niet,
want zij zijn op hun vrijheid gesteld. Zij hou
den zich op een afstand van hun omgeving,
want zij willen niet in verwikkelingen worden
betrokken. Tegenover him kennissen blijven
zij gereserveerd, want zij hebben een afscnuw
van banden.
Een onafhankelijk man is de kluizenaar, die
ijn eigen potje kookt en zich met niemand
bemoeit. Welk een voorrecht, het buiten de
menschen te kunnen stellen als hij! Hij heeft
nooit ruzie met buren, hij is nooit door vrien
den ontgoocheld, hij is nooit in de liefde be
drogen. Het verraad kent hij niet. noch de las
ter noch de teleurstelling. Hij leeft het genoeg
lijk leven van een vrij en blij man, deze een
zame.
Maar zouden wij met hem willen ruilen?
Laten wij niet vergeten, dat ei' geen licht zon
der schaduw bestaat en geen schaduw zondei
licht. Inderdaad is er geen pijnlijker ervaring
dan afhankelijk van menschen te zijn. Maar
wat brengt deze afhankelijkhed ook een
bizondere vreugde mee, welke de eenzame niet
kent!
Het is waar: menschen kunnen ontzettend
wreed zijn, ook als ze het zelf niet weten or
willen. Een botsing met een mensch is pijn
lijker dan een botsing met de hardste en
door
G. Th. BOTMAN.
79. Als dit karweitje is volbracht,
Drinkt Jim, die haast van dorst versmacht,
De koffiekan van Jantje leeg,
Waarop hij aanstonds wroeging kreefe
En, om vriend Jan te laten smullen,
De koffiekan met verf gaat vullen!
Chromaatgeel, zinkwit en karmijn,
Wat zal dat een tractatie zijn!
80. Vriend Jan werd wakker na een poos;
Hij had geslapen als een roos,
Maar ach, hij snakte naar wat nat,
Nog nooit had hij zoo'n dorst gehad!
„Ha! denkt hij gnuivend, „wat een boffie,
k Hbe nog een kan vol koude koffie!
Ja, koude koffie is je ware!
Niets doet zoo gauw den dorst bedaren!"
81. Meteen neemt hij een grooten slok,
't Gaat in z'n keelgat klolcklokklok;
Maar hu, wat daar voor viezigheid
Zoo langs zijn tong naar binnen glijdt?
Zijn haren rijzen steil omboog,
Geen draad blijft aan zijn lichaam dr|.rtg!
Help! roept hij, help! Ik ben verg v t
Ik geen geen cent meer voor mijn leven!
82. Terzelfdertijö draait hij zich om,
Om, van ontzetting bleek en stom,
Wat ééns de schoonste was der vrouwen.
Met sik en knevel te aanschouwen!
De arme man wordt bijna dol!
Zijn geestvermogens slaan op hol!
..O wee, o wee, wat is mijn lot!
Wie steekt met mij zoo wreed den spot!"
scherpste steen. Bitter is de onvermijdelijke
ontgoocheling, welke de maatschappelijke om
gang met zich brengt. Geen wonden zijn die
per, dan die, welke de vriendschap slaat. En
dat liefde lijden is, ervaart ieder, die waarlijk
heeft liefgehad.
Alzoo wil het de tragiek van het leven, dat
men het felste gekweld wordt door hen, wien
men het naast staat. Het huisgezin kan ook
onder de gunstigste omstandigheden geen
voortdurende idylle zijn. De strijd tusschen
karakters, de wrijving tusschen persoonlijkhe
den, de botsing tusschen belangen maakt elke
gemeenschap van menschen tot een harde
en moeilijke leerschool in zelfkennis en zelf
verloochening.
Hiervan heeft de kluizenaar weliswaar geen
last. Maar in zijn onafhankelijk bestaan mist
hij ook de gelegenheid de hoogten en diepten
van het leven te leeren kennen. Hij is op zijn
vrijheid gesteld, maar deze vrijheid blijft on
vruchtbaar voor zijn gevoelens. Zijn innerlijk
ligt braak als een akker, waaraan niet gearbeio
wordt.
Stellig valt het vaak moeilijk, te moeten er
kennen, dat wij de menschen, die ons zoo on
verdiend en zoo hevig doen lijden, desondanks
niet kunnen ontberen. Wij hebben ze noodig,
al verwenschen wij den last dien zij ons bezor
gen. Er bestaat een afhankelijkheid, die nuttiger
en begeerenswaardiger is dan de vrijheid.
H. G. CANNÉGIETER
VOETBAL.
De uitslagen van j.l. Zondag zijn:
Blauw WitD. O. S6—1
Velox—T. O. G. 3—1
V. V. A.—Spartaan 1—1
HerculesBloemendaal 21
De plotseling ingevallen virst, die de voet
balterreinen vrij hard maakte, en vergezeld
ging van een koude Noord-Oostenwind, was
oorzaak, dat er Zondag weinig te genieten
viel. Goed spel was onder deze omstandigheden
vrijwel onmogelijk en de verslagen van bijkans
alle wedstrijden, ook die gespeeld voor de eer
ste klasse, klagen zonder uitzondering over
zeer matige vertooningen, o.i. een bewijs van
de meermalen gelanceerde bewering, dat onze
voetballers zich over het algemeen maar moei
lijk aan de weersomstandigh-den aan kunnen
passen. Wij zullen hier geen commentaar op
leveren, doch slechts het feit constateeren.
Blauw Wit en D. O. S. speelden in het sta
dion een onaangename wedstrijd'. De leiding
scheen hieraan niet vreemd te zjjn. Naar de
meening van D. O. S. kende de arbiter eerst
ten onrechte aan Blauw Wit een hoekschop
toe, waaruit de gastheeren hun eerste doelpunt
scoorden, terwijl de derde goal kwam na een
charge op den D.O.S. keeper. Ook nu was volgens
de Utrechtenaren de leider in gebreke. Volgens
hun meening had Blauw Wit met een vrije
schop bestraft moeten worden. Een en ander
kwam de stemming binnen de krrjtlijaen niet
ten goede, en feitelijk was ieder blij, toen het
eindsignaal klonk.
Door deze flinke 61 overwinning intusschen
passeerde Blauw Wit haar rivalen, het
Utrechtsche Velox, dat slechts met 31 van
het bezoekende T. O. G. won, en door een min
der doelsaldo naar de tweede plaats verhuisde
T. O. G. gaf kranig partij en was lang niet
het willoos slachtoffer, waarvoor men haar
had aangezien. Indien de Amsterdammers over
een behoorlijke schutter beschikt zouden
hebben, was de uitslag veel ongunstiger voor
c!e geelzwarten geweest.
Evenals het geval was in de Spaarndammer-
polder op Spartaans terrein, eindigde ook
thans de derby V.V.A.Spa-taan, nu aan de
Kruislaan gespeeld in een gelijk spel. V.V.A.
sleepte een kostbaar puntje in de wacht en
heeft nu een kleine voorsprong op haar groot
ste concurrente voor de laatste plaats, haar
buurvereeniging T. O. G. V. V. A. heeft zelfs
langen tijc! de leiding gehad en Spartaan kon
slechts gelijk maken, doordat de verkleumde
keeper der thuisclub een schot ten deele kon
stoppen.
Bloer-endanl had geen s'-czes in Utrecht, al
is een 21 nederlaag tegen Hercules lang
niet oneervol. Toch zou het resultaat veel be
ter geweest zijn, indien onze voorhoede en
speciaal de btonenspelers beter van de tallooze
kansen geprofiteerd had. Doch te weinig door
zettingsvermogen en gebrek aan schotvaardig
heid, zelfs een penalty werd gemist, was oor
zaak van een nederlaag, die niet noodig ge
weest was. Tenminste een punt had veroverd
kunnen worden. Trouwens, eon gelijk spel had
beter de verhouding weergegeven, want Bloe-
mendaal is evenveel in den aanval geweest als
Hercules. Jammer was voorts, dat onze spelers
steeds weer in de buitenspelval liepen, welke
de Herculesverdediging telken male opzette.
Meer oplettendheid was gerust geen overbodige
luxe geweest. Eenige malen mag de scheids-
rechter er naast zijn geweest, in de meeste
gevallen was zijn beslissing juist.
In verband met den internationalen wed
strijd NederlandOostenrijk die a.s. Zondag
in het Amsterdamsehe Stadion gespeeld wordt,
staat de competitie Zondag a.s. stil.
We zijn ,zeer benieuwd naar de prestaties der
Oostenrijkers die, thans op toer zijnde door
Schotland en Engeland, het Schotsche elftal
prachtig partij gaf en een gelijk spel forceerde.
Maandag werd van het sterkste Engelsche
prof. elftal het beroemde Arsenal met 42
verloren. De Oostenrijksche ploeg was niet
volledig, want enkele spelers waren tegen
Schotland geblesseerd en konden niet van de
partjj zjjn. Wel had ook Arsenal enkele inval
lers, maar waar deze grootheden als Jack en
James waren, kan moeilijk vsn een verzwak
king gesproken worden.
Wij kunnen ervan overtuigd zijn, dat de Oos
benrijkers ons Zondag prima voetbal laten zien,
al zal het dan geen „droom"-voetbal zjjn, zoo
als ze verleden jaar speelden, toen ze over spe
lers beschikken konden, die 'hans naar het
buitenland „verkocht" zijn (o.a. de farneuse
keeper Hiden) of niet meer in staat zijn te spe
len.
De jonge plaatsvervangers echter bezitten
capaciteiten genoeg, om het Oostenrijksche
elfal het sterkste te doen zjjn van het vaste
land. Hun systeem is het Schotsche, d.w.z. het
wetenschappelijke systeem. Het Is wat van op
portuniteit, doch uitsluitend gebaseerd op prac-
tlsch en logisch voetbal.
De meest prominente figuur is de midden
voor Slndelar, die in Oostenrijk vereerd wordt
als een nationale figuur.
Voorts is een kracht van beteekenis de
linksback Sezsta, worstelaar en smid van be
roep. Deze Sezsta beschikt over een uitsteken
de stem en voordracht. Na den wedstrijd tegen
Schotland heeft hjj het gemeenschappelijk diner
een succes gemaakt door het zingen van
eenige Weensche „schlagers Dit was in zoo
goede aarde gevallen, dat tuj in deze creatie
opgetreden is voor de Schotsche microfoon Is
dit niets voor onze onvolprezen Ho lande-?
Kan de „A.V.R.O." ons zoo'n buitenkansje ook
niet verschaffen
Van de lagere Bloemendaal-elftallen speelt"
Bloemendaal aH. F. C. a. 10 uur.
Blocmendaal cD. W. O., 10 uur.
Adspiranten (Zaterdag):
Zeemeeuwen cBloemendaal c, 2.30 uur
Bloemendaal dSpaarndam 2.30 uur.
KORFBAL.
Telaat om nog opgenomen te worden bereikte
ons de vorige week van onbekende hand een ver
slag van diverse wedstrijden, in het bijzonder van
„Sport Vereent". Den onbekenden inzender ver
zoeken wij beleefd ons wel zjjn adres te willen
doen toekomen.
ONTVANGEN BOEKEN.
28.000 K.M. DOOR DE LUCHT,
door Jhr. Dr. J. C. MOLLERUS.
'Uitg. N.V. Gebrs. van Staden. Haar
lem. Prijs f 0.75.
Dit-boekje had eigenlijk nog een ondertitel
kunnen dragen n 1. „De route Holland—Indië ge
zien door een econoom en handelsman". Met
groote zaakkundigheid en to heldere taal wordt
van elke pleisterplaats een handelsanalyse gege
ven. Het is een boekje dat menigeen op prijs
zal weten te stellen. De Uitgevers drukten het
op kunstdrukpapier en voorzagen het van 24. alle
fven fraaie illustraties. Ook velen, die de artike
len van Jhr. Mollerus over zijn tochten reeds ge
lezen hebben, zullen dit relaas in deze fraaie
uitvoering willen bezitten. Wie ze nog niet lazen,
moeten zich zeker dit aardige boekje aanschaffen.
J. G. Schoup „Een Vrek". Uitg.
N. V. Het Nederlandsche Boek
huis, Tilburg. Ing. f 2.50, geb. f 3.50.
Wjj ontvingen ter bespreking het nieuwe
boek van J. G. Schoup, getiteld „Een Vrek".
Niet ten onrechte zegt de Uitgeversmaat
schappij in het door haar verspreide prospec
tus het volgende:
„Indien het waar is, dat onze vaderlandsche
literatuur tusschen veel pose en mooischrijverij
altijd slechts zeer weinig goede vertellers heeft
gekend, dan mag men den auteur J. G. Schoup
zeker rekenen tot die zeldzame uitverkorenen.
Hier is inderdaad een verteller, die slechte
spreekt omdat hij iets te zeggen heeft, omdat
hij ona zou willen doen deelen in wat hem zelf
heeft ontroerd en verrijkt.
In een kledn Vogezendorp heeft hij pastoor
Lereux gekend, heeft hij hem van nabij zien
worstelen en lijden: een armen, simpelen
mensch, zonder groote gaven, die zijn betee
kenis slechte ontleent aan zjjn nameloos leed
en zijn in 't vuur beproefd priesterschap. En
•nu laat hjj dien pastoor Lereux voor ons leven
in zijn soberen, beheersehten verhaaltrant
hij geeft geen commentaren, dringt zijn figuren
Diet op den achtergrond met zijn eigen per
soonlijkheid, docb schildert slechts wat hjj zag.
Maar door die reserve en beperking heen,
voelen wij zjjn medelijden en verontwaardiging
trillen en den ingehouden hartstocht van zjjn
bewondering voor den man, dien hij tot mid
delpunt van zijn vertelling koos. Pastoor
Lereux is geen dichterlijke natuurvriend, geen
boekenliefhebber, hjj is een eenvoudige
boerenzoon, een arme van geest, die allen
aardschen troost mist en zelfs de gevoelige
vreugde van geestelijke zoetheid. Alléén met
zijn onwankelbaar geloof, staat hij in de woes
tenij van eenzaamheid, bitterste armoede en
miskenning. De legende wil, dat hij een goeden
spaarpot heeft en zijn onverschillige parochia
nen, op wie hij voor zjjn levensonderhoud ge
heel is aangewezen, oordeelen het daarom niet
noodig, iets van hun overvloed met hem te
deelen.
Zeldzaam scherp doorziet Schoup de men
taliteit van den gierigen, egocentrischen, ijzer-
harden Franschen boer met ongewone men-
schenkennis ontleedt hij de kleine zielen der
dorpelingen met hun zelfzuchtige hartstochten,
hun huichelachtig leedvermaak, hun meedoo-
genlooze onnadenkendheid. Als een gouden
draad loopt pastoor Lereux' stille smartenweg
door het verwikkeld patroon hunner nauw-
verstrengelde levens.
Men kan hem niet meer vergeten, dezen
eenzame, wiens ontroerende figuur de auteur
opriep, niet uit zjjn rijke fantasie, maar uit de
ontstellende werkelijkheid. In de heete oogst
dagen zal men moeten denken aan den tenge-
ren priester, zwoegend als daglooner op de
akkers zijner welgestelde parochianen en op
koude winteravonden zal men zich hem herin
neren, onafgebroken heen en weer loopend in
zijn onverwarmde pastorie.
Er zijn véle Leureux' in Frankrijk
Over dezen schrijver is in de pers een heel
onweer los gebroken. Wat ook waar moge zijn
van aantijgingen jegens den heer J. G. Schoup
geuit, voor ons staat vast, dat de schrijver van
dit boek niet anders dan een goed mensch
kan zijn.
DIE BEROERDE HANDLE..
Plaats van behandeling: de studio der Bata-
viasche Radio Vereeniging, als zender meer
bekend onder de aanduiding P, t IA. A„
alwaar aanwezig het Duitsche Mannenkoor
onder leiding van "den heer de Ruyter Korver,
toentertijd dirigent van de bereids opgedoekte
Stafmuziek. Verder aanwezig, de omroeper.
Doel der uitzending, uitsluitend gewijde mu
ziek, in verband met het aanstaande Kerst
feest.
Degenen, die deze uitzending in December
1929 beluisterd hebben, zullen tot voor de
pauze zeker van het zeer goede koor genoten
hebben. Het Duitsche Mannenkoor beschikte
'ndien tijd over gced stemmerm itertaal. Ge
heel Duitsch was het niet, er z gen nog een
Zwitser een Noor en meerdere Hollanders in
Oplossingen, bijdragen, enz., te richten aan den
Schaakredacteur. Gedempte Gracht 63,
Haarlem.
Gunnar Andersson
f Ala).
PROBLEEM No. 404.
JSU* W M p.
y/m '//W/A VS//SM54
Mat in twee zetten.
Stand der stukken:
Wit: Kh6, Df5, Th3, La4, La7, Pc'3, Pd5, b2, d4.
Zwart: Kc4, Td2, Le3, Lg2, Pel, a3, a6, f4.
Bekroond met den eersten prijs in het le in
ternationale twee-zetters tournooi van „Aian
Sana" (1932).
PARTIJ No. 186.
Gespeeld to den van 30 Sept.—8 Oct. 1933
gehouden wedstrijd om het meesterschap van
den Neter-Rhijnschen Schaakbond te Velbert.
-Wit: Zwart:
G. A. Kruyer L. Engels
(Krefeld). (Dusseldorf).
Koning-Indische verdediging.
1. d2d4 Pg8—f6
2. c2—c4 g7g6
3. Pblc3 d7d5
4- Lel—f4 Lf8—g7
5. c4Xd5 Pf6xd5
6. Pc3xd5 Dd8Xd5
7. Lf4xc7
Het nemen van dezen pion is niet goed, om
dat Zwart er een tempo door wint.
7Pb8a6
8. Lc7e5 Lg7x5
9. d4Xe5 Ddöxe5
10. Ddlb3 Lc8—e6!
Dat had- Wit vermoedelijk niet verwacht.
11. Pgl-f3
Niet goed zou zijn 11. Db3Xb7, wegens
De5-a5t en wint.
11De5-a5f
12. Db3c3 Da5Xc3t
13. b2Xc3
Wit is achter in de ontwikkeling en hij
heeft een zwakken c-pion. Daarmede is zijn
speelwijze wedergelegd.
13Ta8c8
14. Tal—bl Tc8Xc3
15. TblXb7 00
16. e2e3
Op 16. Tb7Xa7- zou volgen Tf8d8, met
de dreiging Tc3elf.
16Tc3elf
17. Kei—d2 Tel—al
18 Pf3d4 Pa6c5
19. Tb7Xa7 Pc5®4f
20. Kd2c2 Pe4Xf2
21. Pd4Xe6 f7xe6
22. Kc2—b2 Tal—el
23. Thlgl Pf2—dlf
24. Kb2b3 Pdlxe3t
25. Ta7Xe7 Pe3xfl
26. Kb3b4 Telcl
27. Te7Xe6 TÏ8b8f
28. Kb4a5 Tel—bl
29. a2a4 Kg8—f7
30. Te6c6 Kf7e7
31. Tc6c7f Ke7d6
32. Tc7a7 Kd6—c6
33. Ka5—a6 Tblb4
34. a4a5 Tb8b6j
35. a5Xb6 Tb4a4 mat.
OPLOSSING PROBLEEM No. 401.
(H. van Beek).
Stand C.ci stukken:
Wit; Kd2, Dd6, Lg6, Pd3 Pf2, h2.
Zwart: Kg5, Lhl, Pg2, Ph6, d7. h4.
1. Pd3e5, enz.
Goede oplossingen ontvangen van: P. J. Klein
te Aerdenhout; H, W. van Dort te Haarlem.
mede, de heer De Ruyter Korver was uit den.
aard der zaak Hollander.
In ieder geval, de uitzending verliep uitste
kend en de telefoontjes met bijvalsbetuigingen
stroomden binnen. Toen de pauze begon, was
ieder in de best denkbare stemming en de
stemming steeg toen 3 djonggossen met groot©
bladen, beladen met glazen bier binnenkwa
men. Ieder bemachtigde een glas, schaarde zich
om den dirigent, die op een wankel melkkistje
troonde en jubelde: „Eto Prosit ein Prosit"
totde omroeper doodsbleek kwam binnen
stormen bijna over het melkkistje struikelde,
drie glazen bier naar den grond werkte, brulde
„stoppen met zingen stappen" en als een gek
aan de handle van de microfoon ging sjorren.
Wat was het geval? De handle was niet be
paald nieuw, werkte dan ook niet zooals een
nieuwe handle dat zou doen en het resultaat
was dus, dat de uitzending niet verbroken was,
en voordat de laatste klanken van „Es ist eto
Reis entsprungenverstorven waren, de
jubelende klanken van het drinklied per loud
speaker door alle luisteraars vernomen werden.
Paedagogisch was dit niet, wijdingsvol nog
minder, vandaar enkele zeer duidelijke en ook
zeer onaangename terechtwijzigingen, die de
bleekheid van den omroeper verklaarden.
Toen na de pauze weder begonnen zou wor
den, kondigde de omroeper it aldus aan: Ge
achte luisteraars, een onaangenaam incident
heeft onze overigens zoo fraaie Kerstuitzen
ding gestoord. Dit incident illustreert op tref
fende wjjze den berooiden toestand van onze
schatkist, het incident was n.l. te wijten aan
den gammelen toestand van de handle van de
microfoon. Wij verzoeken alle luisteraars be
leefd eens na te gaan, hoeveel zjj voor een
nieuwe hamdie over hebben, als wjj dat bezit
ten, kimt U er van overtuigd zijn dat derge
lijke incidenten althans tot het verleden zul
len hooren. De handle kwam er.
DFWBE.