TWEEDE BLAD SPORT EN WEDSTRIJDEN JIM, DE ZOON VAN BOBBY SCHAAKRUBRIEK «Losse Blaadjes. Vele kleintjeséén groote! Brokjes Levenswijsheid. Afhankelijkheid. SPORT UIT BOEK EN BLAD ONS INDISCH HOEKJE ijUfiHüt HET BLOEMENDAALSCH WEEKBLAD VAN 8 DEC. 1933. No. 49. Ieder jaar om dezen tijd Heeft men aan de postkantoren Zegels van weldadigheid, Om de menschen aan te sporen: Denk eens aan 't misdeelde kind, Dat gij hebt 't reeds vaak gelezen Achterlijk, of doof, of blind, Op uw hulp is aangewezen. Helpt elkander! Er bestaan Corporaties en gestichten; Met het kinderleed begaan Pogen zij dit te verlichten. Als u kinderzegels koopt, Steunt U die vereenigingen. 't Is onnoodig, naar ik hoop. Om daar nog op aan te dringen. Volkskracht is gezonde jeugd! Kom, de penningmeesters wachten Op Uw steun. Maak hen verheugd! Zwakke geeft ge nieuwe krachten. Sla de handen in elkaar! Wees een maandlang bontgenooten, En het spreekwoord wordt weer waar: Vele kleintjes, ééne groote! (Nadruk verboden) Ja, wij zjjn van menschen afhankelijk; laten wij 't maar bekennen, al valt ons dit moeilijk. Onze trots, ons gevoel van eigenwaarde verzet er zich tegen. Hoe graag verheffen wij ons op onze zelfstandigheid. Dit is reeds het ideaal van het kind: nie mand boven zich hebben, geen meester, geen ouders. Kunnen doen en laten wat men zelf wil. Zijn eigen bestaan leiden. En dit ideaal behouden wij tot onzen dood. Is het schrikbeeld van de afhankelijkheid niet hetgeen ons het meest met angst voor het oud worden vervult? Alles te moeten afwachten uit handen van hen, op wier hulp wij, hulpe- loozen, zijn aangewezen: niets meer eigenhan dig te kunnen, dit doet ons wenschen, te mo gen sterven voordat de oude dag met zijn hulpbehoevendheid komt. Afhankelijk zijn, het is ook het schrikbeeld van de armoede. Niet zoozeer de weelde, welke men in rijkdom kan smaken, maakt het bezit begeerlijk, maar de vrijheid, welke dit ver schaft. Niemand te hoeven vragen, niemand te hoeven bedanken, als het hoogste geluk stelt men zich deze onafhankelijkheid voor. Afhankelijk van menschen is men niet louter in stoffelijken zin. Ook het materiaal voor zijn gevoelsleven moet men van anderen ontvangen. De eenzame menseh staat buiten de vriend schap, buiten de liefde, buiten het meeleven met de groote menschengemeenschap. Wil hij zijn gevoelsleven zich bewust worden en wil h\j dit ontwikkelen, dan is hij aangewezen op me- demenschen. Er zijn menschen, bij wie het gevoel van zelfstandigheid zoo sterk zich openbaart, dat zij vreezen met anderen in aanraking te komen. Want zoodra zij aan anderen wennen, zoodra zjj er vriendschap of liefde voor gaan gevoelen, staan zij niet meer als vrije persoonlijkheden in de wereld. Er komt een oogenblik, dat zij die anderen niet meer kunnen ontberen. Ont rooft het noodlot hen van zulk een genoot, dan gevoelen zij zich doodongelukkg. Zij hebben nun lot niet meer in eigen hand; zjj zijn in de macht gekomen van wezens, die over hun wel en wee beschikken. En dit is voor menigen zelfstandigen geest een onverdraaglijk iets. Om dit risico te ontloopen, onttrekken der gelijke onafhankelijke personen zich aan den omgang met medemenschen. Zij trouwen niet, want zij zijn op hun vrijheid gesteld. Zij hou den zich op een afstand van hun omgeving, want zij willen niet in verwikkelingen worden betrokken. Tegenover him kennissen blijven zij gereserveerd, want zij hebben een afscnuw van banden. Een onafhankelijk man is de kluizenaar, die ijn eigen potje kookt en zich met niemand bemoeit. Welk een voorrecht, het buiten de menschen te kunnen stellen als hij! Hij heeft nooit ruzie met buren, hij is nooit door vrien den ontgoocheld, hij is nooit in de liefde be drogen. Het verraad kent hij niet. noch de las ter noch de teleurstelling. Hij leeft het genoeg lijk leven van een vrij en blij man, deze een zame. Maar zouden wij met hem willen ruilen? Laten wij niet vergeten, dat ei' geen licht zon der schaduw bestaat en geen schaduw zondei licht. Inderdaad is er geen pijnlijker ervaring dan afhankelijk van menschen te zijn. Maar wat brengt deze afhankelijkhed ook een bizondere vreugde mee, welke de eenzame niet kent! Het is waar: menschen kunnen ontzettend wreed zijn, ook als ze het zelf niet weten or willen. Een botsing met een mensch is pijn lijker dan een botsing met de hardste en door G. Th. BOTMAN. 79. Als dit karweitje is volbracht, Drinkt Jim, die haast van dorst versmacht, De koffiekan van Jantje leeg, Waarop hij aanstonds wroeging kreefe En, om vriend Jan te laten smullen, De koffiekan met verf gaat vullen! Chromaatgeel, zinkwit en karmijn, Wat zal dat een tractatie zijn! 80. Vriend Jan werd wakker na een poos; Hij had geslapen als een roos, Maar ach, hij snakte naar wat nat, Nog nooit had hij zoo'n dorst gehad! „Ha! denkt hij gnuivend, „wat een boffie, k Hbe nog een kan vol koude koffie! Ja, koude koffie is je ware! Niets doet zoo gauw den dorst bedaren!" 81. Meteen neemt hij een grooten slok, 't Gaat in z'n keelgat klolcklokklok; Maar hu, wat daar voor viezigheid Zoo langs zijn tong naar binnen glijdt? Zijn haren rijzen steil omboog, Geen draad blijft aan zijn lichaam dr|.rtg! Help! roept hij, help! Ik ben verg v t Ik geen geen cent meer voor mijn leven! 82. Terzelfdertijö draait hij zich om, Om, van ontzetting bleek en stom, Wat ééns de schoonste was der vrouwen. Met sik en knevel te aanschouwen! De arme man wordt bijna dol! Zijn geestvermogens slaan op hol! ..O wee, o wee, wat is mijn lot! Wie steekt met mij zoo wreed den spot!" scherpste steen. Bitter is de onvermijdelijke ontgoocheling, welke de maatschappelijke om gang met zich brengt. Geen wonden zijn die per, dan die, welke de vriendschap slaat. En dat liefde lijden is, ervaart ieder, die waarlijk heeft liefgehad. Alzoo wil het de tragiek van het leven, dat men het felste gekweld wordt door hen, wien men het naast staat. Het huisgezin kan ook onder de gunstigste omstandigheden geen voortdurende idylle zijn. De strijd tusschen karakters, de wrijving tusschen persoonlijkhe den, de botsing tusschen belangen maakt elke gemeenschap van menschen tot een harde en moeilijke leerschool in zelfkennis en zelf verloochening. Hiervan heeft de kluizenaar weliswaar geen last. Maar in zijn onafhankelijk bestaan mist hij ook de gelegenheid de hoogten en diepten van het leven te leeren kennen. Hij is op zijn vrijheid gesteld, maar deze vrijheid blijft on vruchtbaar voor zijn gevoelens. Zijn innerlijk ligt braak als een akker, waaraan niet gearbeio wordt. Stellig valt het vaak moeilijk, te moeten er kennen, dat wij de menschen, die ons zoo on verdiend en zoo hevig doen lijden, desondanks niet kunnen ontberen. Wij hebben ze noodig, al verwenschen wij den last dien zij ons bezor gen. Er bestaat een afhankelijkheid, die nuttiger en begeerenswaardiger is dan de vrijheid. H. G. CANNÉGIETER VOETBAL. De uitslagen van j.l. Zondag zijn: Blauw WitD. O. S6—1 Velox—T. O. G. 3—1 V. V. A.—Spartaan 1—1 HerculesBloemendaal 21 De plotseling ingevallen virst, die de voet balterreinen vrij hard maakte, en vergezeld ging van een koude Noord-Oostenwind, was oorzaak, dat er Zondag weinig te genieten viel. Goed spel was onder deze omstandigheden vrijwel onmogelijk en de verslagen van bijkans alle wedstrijden, ook die gespeeld voor de eer ste klasse, klagen zonder uitzondering over zeer matige vertooningen, o.i. een bewijs van de meermalen gelanceerde bewering, dat onze voetballers zich over het algemeen maar moei lijk aan de weersomstandigh-den aan kunnen passen. Wij zullen hier geen commentaar op leveren, doch slechts het feit constateeren. Blauw Wit en D. O. S. speelden in het sta dion een onaangename wedstrijd'. De leiding scheen hieraan niet vreemd te zjjn. Naar de meening van D. O. S. kende de arbiter eerst ten onrechte aan Blauw Wit een hoekschop toe, waaruit de gastheeren hun eerste doelpunt scoorden, terwijl de derde goal kwam na een charge op den D.O.S. keeper. Ook nu was volgens de Utrechtenaren de leider in gebreke. Volgens hun meening had Blauw Wit met een vrije schop bestraft moeten worden. Een en ander kwam de stemming binnen de krrjtlijaen niet ten goede, en feitelijk was ieder blij, toen het eindsignaal klonk. Door deze flinke 61 overwinning intusschen passeerde Blauw Wit haar rivalen, het Utrechtsche Velox, dat slechts met 31 van het bezoekende T. O. G. won, en door een min der doelsaldo naar de tweede plaats verhuisde T. O. G. gaf kranig partij en was lang niet het willoos slachtoffer, waarvoor men haar had aangezien. Indien de Amsterdammers over een behoorlijke schutter beschikt zouden hebben, was de uitslag veel ongunstiger voor c!e geelzwarten geweest. Evenals het geval was in de Spaarndammer- polder op Spartaans terrein, eindigde ook thans de derby V.V.A.Spa-taan, nu aan de Kruislaan gespeeld in een gelijk spel. V.V.A. sleepte een kostbaar puntje in de wacht en heeft nu een kleine voorsprong op haar groot ste concurrente voor de laatste plaats, haar buurvereeniging T. O. G. V. V. A. heeft zelfs langen tijc! de leiding gehad en Spartaan kon slechts gelijk maken, doordat de verkleumde keeper der thuisclub een schot ten deele kon stoppen. Bloer-endanl had geen s'-czes in Utrecht, al is een 21 nederlaag tegen Hercules lang niet oneervol. Toch zou het resultaat veel be ter geweest zijn, indien onze voorhoede en speciaal de btonenspelers beter van de tallooze kansen geprofiteerd had. Doch te weinig door zettingsvermogen en gebrek aan schotvaardig heid, zelfs een penalty werd gemist, was oor zaak van een nederlaag, die niet noodig ge weest was. Tenminste een punt had veroverd kunnen worden. Trouwens, eon gelijk spel had beter de verhouding weergegeven, want Bloe- mendaal is evenveel in den aanval geweest als Hercules. Jammer was voorts, dat onze spelers steeds weer in de buitenspelval liepen, welke de Herculesverdediging telken male opzette. Meer oplettendheid was gerust geen overbodige luxe geweest. Eenige malen mag de scheids- rechter er naast zijn geweest, in de meeste gevallen was zijn beslissing juist. In verband met den internationalen wed strijd NederlandOostenrijk die a.s. Zondag in het Amsterdamsehe Stadion gespeeld wordt, staat de competitie Zondag a.s. stil. We zijn ,zeer benieuwd naar de prestaties der Oostenrijkers die, thans op toer zijnde door Schotland en Engeland, het Schotsche elftal prachtig partij gaf en een gelijk spel forceerde. Maandag werd van het sterkste Engelsche prof. elftal het beroemde Arsenal met 42 verloren. De Oostenrijksche ploeg was niet volledig, want enkele spelers waren tegen Schotland geblesseerd en konden niet van de partjj zjjn. Wel had ook Arsenal enkele inval lers, maar waar deze grootheden als Jack en James waren, kan moeilijk vsn een verzwak king gesproken worden. Wij kunnen ervan overtuigd zijn, dat de Oos benrijkers ons Zondag prima voetbal laten zien, al zal het dan geen „droom"-voetbal zjjn, zoo als ze verleden jaar speelden, toen ze over spe lers beschikken konden, die 'hans naar het buitenland „verkocht" zijn (o.a. de farneuse keeper Hiden) of niet meer in staat zijn te spe len. De jonge plaatsvervangers echter bezitten capaciteiten genoeg, om het Oostenrijksche elfal het sterkste te doen zjjn van het vaste land. Hun systeem is het Schotsche, d.w.z. het wetenschappelijke systeem. Het Is wat van op portuniteit, doch uitsluitend gebaseerd op prac- tlsch en logisch voetbal. De meest prominente figuur is de midden voor Slndelar, die in Oostenrijk vereerd wordt als een nationale figuur. Voorts is een kracht van beteekenis de linksback Sezsta, worstelaar en smid van be roep. Deze Sezsta beschikt over een uitsteken de stem en voordracht. Na den wedstrijd tegen Schotland heeft hjj het gemeenschappelijk diner een succes gemaakt door het zingen van eenige Weensche „schlagers Dit was in zoo goede aarde gevallen, dat tuj in deze creatie opgetreden is voor de Schotsche microfoon Is dit niets voor onze onvolprezen Ho lande-? Kan de „A.V.R.O." ons zoo'n buitenkansje ook niet verschaffen Van de lagere Bloemendaal-elftallen speelt" Bloemendaal aH. F. C. a. 10 uur. Blocmendaal cD. W. O., 10 uur. Adspiranten (Zaterdag): Zeemeeuwen cBloemendaal c, 2.30 uur Bloemendaal dSpaarndam 2.30 uur. KORFBAL. Telaat om nog opgenomen te worden bereikte ons de vorige week van onbekende hand een ver slag van diverse wedstrijden, in het bijzonder van „Sport Vereent". Den onbekenden inzender ver zoeken wij beleefd ons wel zjjn adres te willen doen toekomen. ONTVANGEN BOEKEN. 28.000 K.M. DOOR DE LUCHT, door Jhr. Dr. J. C. MOLLERUS. 'Uitg. N.V. Gebrs. van Staden. Haar lem. Prijs f 0.75. Dit-boekje had eigenlijk nog een ondertitel kunnen dragen n 1. „De route Holland—Indië ge zien door een econoom en handelsman". Met groote zaakkundigheid en to heldere taal wordt van elke pleisterplaats een handelsanalyse gege ven. Het is een boekje dat menigeen op prijs zal weten te stellen. De Uitgevers drukten het op kunstdrukpapier en voorzagen het van 24. alle fven fraaie illustraties. Ook velen, die de artike len van Jhr. Mollerus over zijn tochten reeds ge lezen hebben, zullen dit relaas in deze fraaie uitvoering willen bezitten. Wie ze nog niet lazen, moeten zich zeker dit aardige boekje aanschaffen. J. G. Schoup „Een Vrek". Uitg. N. V. Het Nederlandsche Boek huis, Tilburg. Ing. f 2.50, geb. f 3.50. Wjj ontvingen ter bespreking het nieuwe boek van J. G. Schoup, getiteld „Een Vrek". Niet ten onrechte zegt de Uitgeversmaat schappij in het door haar verspreide prospec tus het volgende: „Indien het waar is, dat onze vaderlandsche literatuur tusschen veel pose en mooischrijverij altijd slechts zeer weinig goede vertellers heeft gekend, dan mag men den auteur J. G. Schoup zeker rekenen tot die zeldzame uitverkorenen. Hier is inderdaad een verteller, die slechte spreekt omdat hij iets te zeggen heeft, omdat hij ona zou willen doen deelen in wat hem zelf heeft ontroerd en verrijkt. In een kledn Vogezendorp heeft hij pastoor Lereux gekend, heeft hij hem van nabij zien worstelen en lijden: een armen, simpelen mensch, zonder groote gaven, die zijn betee kenis slechte ontleent aan zjjn nameloos leed en zijn in 't vuur beproefd priesterschap. En •nu laat hjj dien pastoor Lereux voor ons leven in zijn soberen, beheersehten verhaaltrant hij geeft geen commentaren, dringt zijn figuren Diet op den achtergrond met zijn eigen per soonlijkheid, docb schildert slechts wat hjj zag. Maar door die reserve en beperking heen, voelen wij zjjn medelijden en verontwaardiging trillen en den ingehouden hartstocht van zjjn bewondering voor den man, dien hij tot mid delpunt van zijn vertelling koos. Pastoor Lereux is geen dichterlijke natuurvriend, geen boekenliefhebber, hjj is een eenvoudige boerenzoon, een arme van geest, die allen aardschen troost mist en zelfs de gevoelige vreugde van geestelijke zoetheid. Alléén met zijn onwankelbaar geloof, staat hij in de woes tenij van eenzaamheid, bitterste armoede en miskenning. De legende wil, dat hij een goeden spaarpot heeft en zijn onverschillige parochia nen, op wie hij voor zjjn levensonderhoud ge heel is aangewezen, oordeelen het daarom niet noodig, iets van hun overvloed met hem te deelen. Zeldzaam scherp doorziet Schoup de men taliteit van den gierigen, egocentrischen, ijzer- harden Franschen boer met ongewone men- schenkennis ontleedt hij de kleine zielen der dorpelingen met hun zelfzuchtige hartstochten, hun huichelachtig leedvermaak, hun meedoo- genlooze onnadenkendheid. Als een gouden draad loopt pastoor Lereux' stille smartenweg door het verwikkeld patroon hunner nauw- verstrengelde levens. Men kan hem niet meer vergeten, dezen eenzame, wiens ontroerende figuur de auteur opriep, niet uit zjjn rijke fantasie, maar uit de ontstellende werkelijkheid. In de heete oogst dagen zal men moeten denken aan den tenge- ren priester, zwoegend als daglooner op de akkers zijner welgestelde parochianen en op koude winteravonden zal men zich hem herin neren, onafgebroken heen en weer loopend in zijn onverwarmde pastorie. Er zijn véle Leureux' in Frankrijk Over dezen schrijver is in de pers een heel onweer los gebroken. Wat ook waar moge zijn van aantijgingen jegens den heer J. G. Schoup geuit, voor ons staat vast, dat de schrijver van dit boek niet anders dan een goed mensch kan zijn. DIE BEROERDE HANDLE.. Plaats van behandeling: de studio der Bata- viasche Radio Vereeniging, als zender meer bekend onder de aanduiding P, t IA. A„ alwaar aanwezig het Duitsche Mannenkoor onder leiding van "den heer de Ruyter Korver, toentertijd dirigent van de bereids opgedoekte Stafmuziek. Verder aanwezig, de omroeper. Doel der uitzending, uitsluitend gewijde mu ziek, in verband met het aanstaande Kerst feest. Degenen, die deze uitzending in December 1929 beluisterd hebben, zullen tot voor de pauze zeker van het zeer goede koor genoten hebben. Het Duitsche Mannenkoor beschikte 'ndien tijd over gced stemmerm itertaal. Ge heel Duitsch was het niet, er z gen nog een Zwitser een Noor en meerdere Hollanders in Oplossingen, bijdragen, enz., te richten aan den Schaakredacteur. Gedempte Gracht 63, Haarlem. Gunnar Andersson f Ala). PROBLEEM No. 404. JSU* W M p. y/m '//W/A VS//SM54 Mat in twee zetten. Stand der stukken: Wit: Kh6, Df5, Th3, La4, La7, Pc'3, Pd5, b2, d4. Zwart: Kc4, Td2, Le3, Lg2, Pel, a3, a6, f4. Bekroond met den eersten prijs in het le in ternationale twee-zetters tournooi van „Aian Sana" (1932). PARTIJ No. 186. Gespeeld to den van 30 Sept.—8 Oct. 1933 gehouden wedstrijd om het meesterschap van den Neter-Rhijnschen Schaakbond te Velbert. -Wit: Zwart: G. A. Kruyer L. Engels (Krefeld). (Dusseldorf). Koning-Indische verdediging. 1. d2d4 Pg8—f6 2. c2—c4 g7g6 3. Pblc3 d7d5 4- Lel—f4 Lf8—g7 5. c4Xd5 Pf6xd5 6. Pc3xd5 Dd8Xd5 7. Lf4xc7 Het nemen van dezen pion is niet goed, om dat Zwart er een tempo door wint. 7Pb8a6 8. Lc7e5 Lg7x5 9. d4Xe5 Ddöxe5 10. Ddlb3 Lc8—e6! Dat had- Wit vermoedelijk niet verwacht. 11. Pgl-f3 Niet goed zou zijn 11. Db3Xb7, wegens De5-a5t en wint. 11De5-a5f 12. Db3c3 Da5Xc3t 13. b2Xc3 Wit is achter in de ontwikkeling en hij heeft een zwakken c-pion. Daarmede is zijn speelwijze wedergelegd. 13Ta8c8 14. Tal—bl Tc8Xc3 15. TblXb7 00 16. e2e3 Op 16. Tb7Xa7- zou volgen Tf8d8, met de dreiging Tc3elf. 16Tc3elf 17. Kei—d2 Tel—al 18 Pf3d4 Pa6c5 19. Tb7Xa7 Pc5®4f 20. Kd2c2 Pe4Xf2 21. Pd4Xe6 f7xe6 22. Kc2—b2 Tal—el 23. Thlgl Pf2—dlf 24. Kb2b3 Pdlxe3t 25. Ta7Xe7 Pe3xfl 26. Kb3b4 Telcl 27. Te7Xe6 TÏ8b8f 28. Kb4a5 Tel—bl 29. a2a4 Kg8—f7 30. Te6c6 Kf7e7 31. Tc6c7f Ke7d6 32. Tc7a7 Kd6—c6 33. Ka5—a6 Tblb4 34. a4a5 Tb8b6j 35. a5Xb6 Tb4a4 mat. OPLOSSING PROBLEEM No. 401. (H. van Beek). Stand C.ci stukken: Wit; Kd2, Dd6, Lg6, Pd3 Pf2, h2. Zwart: Kg5, Lhl, Pg2, Ph6, d7. h4. 1. Pd3e5, enz. Goede oplossingen ontvangen van: P. J. Klein te Aerdenhout; H, W. van Dort te Haarlem. mede, de heer De Ruyter Korver was uit den. aard der zaak Hollander. In ieder geval, de uitzending verliep uitste kend en de telefoontjes met bijvalsbetuigingen stroomden binnen. Toen de pauze begon, was ieder in de best denkbare stemming en de stemming steeg toen 3 djonggossen met groot© bladen, beladen met glazen bier binnenkwa men. Ieder bemachtigde een glas, schaarde zich om den dirigent, die op een wankel melkkistje troonde en jubelde: „Eto Prosit ein Prosit" totde omroeper doodsbleek kwam binnen stormen bijna over het melkkistje struikelde, drie glazen bier naar den grond werkte, brulde „stoppen met zingen stappen" en als een gek aan de handle van de microfoon ging sjorren. Wat was het geval? De handle was niet be paald nieuw, werkte dan ook niet zooals een nieuwe handle dat zou doen en het resultaat was dus, dat de uitzending niet verbroken was, en voordat de laatste klanken van „Es ist eto Reis entsprungenverstorven waren, de jubelende klanken van het drinklied per loud speaker door alle luisteraars vernomen werden. Paedagogisch was dit niet, wijdingsvol nog minder, vandaar enkele zeer duidelijke en ook zeer onaangename terechtwijzigingen, die de bleekheid van den omroeper verklaarden. Toen na de pauze weder begonnen zou wor den, kondigde de omroeper it aldus aan: Ge achte luisteraars, een onaangenaam incident heeft onze overigens zoo fraaie Kerstuitzen ding gestoord. Dit incident illustreert op tref fende wjjze den berooiden toestand van onze schatkist, het incident was n.l. te wijten aan den gammelen toestand van de handle van de microfoon. Wij verzoeken alle luisteraars be leefd eens na te gaan, hoeveel zjj voor een nieuwe hamdie over hebben, als wjj dat bezit ten, kimt U er van overtuigd zijn dat derge lijke incidenten althans tot het verleden zul len hooren. De handle kwam er. DFWBE.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1933 | | pagina 3