IK Zn.
TWEEDE BLAD
m mmm
AME
ii5.—
Tel. i:
ÏNONS
JIM, DE ZOON VAN BOBBY
ELENBURG
Zn.
HINES
- lel. 13531,
SCHAAKRUBRIEK
i
1
m
ONS INDISCH HOEKJE
OMPLEET
wegers
Telefoon 16455.
ehalve Donderdags.
A.
Brokjes Levenswijsheid.
GEMEENTERAAD.
dig van deze
aanbieding te
Ischevv. 226 A,
594.
I
orde maken wij de
linsten prijs.
en voetafwijkingen.
Telefoon 13151.
1 POND 80 CENT.
ij de Woningbouw-
DUIN te Bloemen-
?oor niet-Bloemen-
aanvragen te rich-
jsch en Duinpl. 12.
We rit-
L3en aan
even te-
moe=
i, ik ben
r bjjge»
fuskete).
burg.
rritz-Hirsch-operett»
rtel Takt".
rof. Max Reinhardt
le serie Abon. Groot
i".
Ned. Kamer Opera".
Mi en Wetenschap!
Balletavond v. Ig°r
>va".
insweg.
ir: De vier Mullers.
rh eater.
-sv.
<e-
HET BLOEMEND AALSCH WEEKBLAD VAN
26 JAN. 1934. No. 4.
DE REGELS VAN HET SPEL
(Nadruk verboden)
Wanneer men zoo om zich heen ziet, verbaast
men zich wel eens over het groot aantal mis
lukte levens. Een vertrouwelijk gesprek loopt
meestal uit op een biecht van ellende en narig
heid. En men vraagt zich af: wat is toch de oor
zaak, dat er van het leven der meeste menschen
EDO weinig terecht komt?
Men pleegt de schuld op de omstandigheden
te werpen maar dit zijn toch slechts, zooals de
naam aanduidt, dingen die om de zaak zelf heen
staan. Zij hebben wel invloed, maar zij betreffen
de kem niet De kern van het kwaad zit in de
persoonlijkheid van de betrokkenen, die goed
deels zelf hun eigen omstandigheden maken.
Waarvan zijn de tallooze levensmisiukkelingen
het slachtoffer Voor het grootste gedeelte be
schikken zij over alles wat het leven kan doen
slagen. Zij genieten een normale gezondheid, zijn
recht van lijf en leden, hebben een behoorlijk
verstand, zijn in een ordentelijk gezin opgevoed
en hebben een goede school doorloopen. En toch
brengen zij zoo weinig van het leven terecht
Hetgeen van den enkelen mensch geldt, mer
ken wij ook op bij de menschengemeenschap.
Onze maatschappij beschikt over een eeuwenoude
beschaving; rijkdommen aan wetenschap, kunst
en ervaring zijn haar door het voorgeslacht over
geleverd. Zij heeft zich een economische ontwik
keling en een technische vaardigheid eigen ge
maakt, welke haar in staat zouden stellen met
een minimalen arbeid een maximum aan levens
genot te verwerven. Maar inplaats van het para
dijs te vestigen, dat te harer beschikking staat,
kweit zij zich af met conflicten en veeten en be
reidt zij de hel van haar zelfvernietiging voor.
Hoe is dit toch mogelijk
Zoowel de maatschappij als de enkeling zijn
slachtoffer van een fout, welke zich wreekt. En
het is eigenlijk vreemd, dat nog niemand die
feut schijnt te hebben ontdekt.
Wat zou ervan terecht komen, wanneer twee
willekeurige mannen van de straat, die nog nooit
een rakect hebben gehanteerd, samen een partij
tennis gingen spelen Of wanneer u en ik onver
hoeds achter het stuur van een vliegmachine wer
den gezet
Wij plegen ons, als wij een spel of een arbeid
beginnen, eerst voor te bereiden door dat spel
of dien arbeid te leeren. Niemand onzer gaat
bridgen, voordat hij de kaarten kent en de regels
van 't spel.
Geen generaal zal naar het slagveld gaan, of hij
heeft heit terrein nauwkeurig in kaart gebracht
»n de stand van de troepen bestudeerd. En wat
aoen wij, wanneer wij op reis gaan naar een ver
land of een vreemde stad Wij oriënteeren ons
tevoren; wij nemen het spoorboekje ter hand en
de plattegrond; wij correspondeeren en maken
een plan.
Er bestaat niets ter wereld, of we doen het
na ernstige voorbereiding. Maar één ding is er,
dat we meenen volmaakt onvoorbereid op onze
verantwoording te kunnen nemen, en dat ééne
ding is: het leven. Het leven, de moeilijkste
kunst en de hachelijkste onderneming, die te be
denken is, vatten wij op als een improvisatie.
Wat weten wij van de regels van dit spel, dat
een ingewikkelder spel is dan elk ander? Wij
betreden hier welgemoed een terrein, waarvan
wij de kaart niet kennen; wij "wagen ons in deze
doolhof-achtlge stad zonder dat we de moeite
hebben genomen, een plattegrond aan te schaf
fen. En din zijn wij nog verbaasd, dat er van
ons leven zoo weinig terecht komt?
Zelfs is het voor velen onzer e»n openbaring, dat
het leven evengoed als elk ander spel aan regels
gebonden zou zijn en dat wij dit grillige terrein
in kaart kunnen brengen. Toch is dit het geval.
Noch het maatschappelijke noch het persoonlijke
leven is een ordelooze baaierd, een wildemans
of dronkemansorgie. Zoowel ae maatschappij als
de -persoonlijkheid is uitkomst van bepaalde fac
toren, welke wij kunnen beheerschen als de zet
ten van een schaakspel. Mits wij natuurlijk,
evenals bü het schaakspel, de beteekenis van de
stukken en de spelregels verstaan.
Maar wie leert ons de regels van 't leven Wie
wijdt ons in in den zin der motieven, volgens
welke wij in ons persoonlijk en maatschappelijk
gedrag handelen? Wie leidt ons rond langs dit
ingewikkelde raderwerk en wijst ons de drijfvee-
ren? Wie legt cit fijne organisme op de snij
tafel en toont ons de geledingen, de vezels en
zenuwen? Wie onthult ons de geheimen van wil,
drang en streven en legt ons de beweegredenen
bloot? Zoodat wij niet langer a l'improviste dit
moeilijkste van alle spelen beginnen en dan ons
ook nog, notabene, verbeelden te zullen winnen
Veelzijdig is de leerstof, waarmee wij in onze
jeugd worden geplaagd. Talloos zijn de vakken
en kundigheden, waarin wij ons als volwassene
moeten bekwamen. En allerlei spelregels maken
wij ons gaandeweg eigen. Maar de moeilijkste
kunst, de kunst van te leven, niemand be
kommert zich er om. Dit komt, denkt men, van
zelf wel terecht. En het kómt ook terecht, maar
hoèü
H. G. CANNEGIETER
Het gewone aspect van de tafel van B. en
W. was de eerste vergadering, die 1934 ople
verde eenigermate veranderd. Wethouder
Bornwater was n.l. afwezig wegens ongesteld
heid. De Raad zal hem in stilte van ganscher
harte spoedig en algeheel herstel hebben toe-
gewenscht.
Ter rechterzijde van den Voorzitter zagen
wij nu Wethouder Prinsenberg die zelfs eenigen
tijd in zijn eentje de geheele bemanning van
de groene tafel uitmaakte.
Goeder gewoonte hield Jhr den Tex de ge
bruikelijke Nieuwjaarsrede. Hij memoreerde
door
G. Th. ROTMAN.
Iktt-K..
103. Terwijl de dienders beenen maken.
En druipnat hun vervolging staken,
Komt Jimmy in een knollentuin,
Maar ach, ,zijn hoop valt gauw in puin:
Want midden in de knollen staat
Een rare snuiter, wiens gelaat
Half door zijn hoedje wordt bedekt
En die zijn armen zijwaarts strekt.
104. Een tweetal musschen, dat vol pret
Zich op den boeman nederzet,
Brengt Jimmy tot het inzicht, dat
Hij met een pop te maken had.
Nu vat hij plotseling weer moed,
Berooft den „boeman" van zijn hoed,
Om daarna met gerust geweten
Den boer z'n knollen op te eten!
103. „Wacht effen!" denkt Kees Roggebrood,
-Die in het gras zit bij de sloot:
„Als ik dien aap eens vangen moebt,
Dan was mijn kost inééns gekocht!
Ik heb, als ik hem kunsten leer.
Geen geldelijke zorgen meer,
Ik kan hem voor mij laten werken,
En zoo mijn kapitaal versterken
106. Kees zocht, tot hij een brugje vond,
Dat d'oevers van de sloot verbond,,
Hij liep er over en zat dra
Jim met een vaartje achterna.
Maar hoe de goeie man mocht hollen.
Vriend Jim liet ook niet met zich sollen
Met groote sprongen was hi1 ras
Verdwenen in het struikgewas.
allereerst de verhuizing naar de Nachtegaal en
vond verder voldoening in net feit, dat in
weerwil van deze bewogen tijden Bloemendaal
de beproeving van ordeverstoringen is be-
spaard gebleven. Helaas, heeft het nieuwe
jaar voor Bloemendaal slecht ingezet. Oud-
Wethouder Laan is door den dood aan de zijnen
maar niet minder aan zijn geliefd Bloemen
daal, ontvallen, en de voorzitter wijdde dan
ook eenige weemoedige woorden aan de nage
dachtenis van den heer Laan, wiens groote
kracht en sterke wil zooveel voor Bloemendaal
heeft kunnen bereiken.
Uit den aard der zaak besprak Jhr. aen Tex
den invloed deT tijdsomstandigheden op de ge
meente. Het is goed dezen onder het oog te
zien. Langen tijd is Bloemendaal een welva
rende gemeente geweest door twee verschil
lende oorzaken: haar schoon uiterlijk en haar
lage belastingen. Nu de magere jaren gekomen
zijn, moge het tot bevrediging stemmen, dat
vermeden kon worden, dat deze belastingen
relatief verzwaard werden. Met inkrimpen en
bezuinigen kan men er ten slotte niet komen.
De gehéele organisatie van den gemeen, mienst
behoort onder het oog te wo-den gezien Spre
ker vergeleek Bloemendaal met een jongen,
die in de jaren van zijn groei is en aart voed
sel heel wat vergt. Ook de kleeding spreekt
een woordje mee, en het is te betreuren, dat
die kleeding wat ongelijk verzorgd is. B'oemen-
daal heeft een schitterend wegennet, m;i?.r de
dienstgebouwen zijn allesbehalve naar den
eisch. De huisvesting van Openbare Werken
en Politie zijn zelfs ontoelaatbaar en gebrek
kig. Dat de depressie der tijden uitstel noodig
maakte, wreekt zich thans. Nu men de naaste
toekomst eenigermate kan overzien, zou uit
stel afstel beteekenen. Het streven zal moeten
zijn: de offers, die nu eenmaal gebracht moe
ten worden op te vangen door nieuwe bezuini
gingen. Alleen met den gestadigen steun van
den Raad zal dit mogelijk zijn. Doch om dit te
bereiken zal het dagelijksch bestuur op nauwer
samenwerking met den Raad moeten kunnen
rekenen. Dit is mogelijk. De Raadsleden ont
moeten elkander in de commissie-vergaderin
gen. Zij vormen het terrein, waar men elkan
der meer dan tot dusver zal moeten vinden.
De raad schommelt thans te veel met zijn
acht lijsten op 15 leden, met als gevolg dat
B. en W. nooit "weten, of een voorstel zal wor
den aangenomen of niet. Het is hoog tijd, dat
de ingezetenen in de gemeentelijke politiek
vastheid van lijn zien. De jongere generatie
zal moeten kunnen beseffen, dat met deze
wetgeving te regeeren valt. Een vaste koers
moet gehouden worden. Dan zal gemeenschap
pelijke arbeid een onderiingen hand scheppen.
Met den wensch, dat deze samenwerking be
reikt moge worden, en dat meer materieele
voorspoed, gezondheid, energie en opgewekt
heid der Raadsleden deel moge zijn in het
aangevangen jaar, besloot de Voorzitter zijn
rede.
De nestor van den Raad, Mr. J. Luden
dankte den Voorzitter. Men kan, aldus zeide
deze spreker ongeveer, het erover eens zijn,
dat wij in het algemeen niet met weemoed
terugzien op het afgeloopen jaar. Allerwege is
getoond, hoe naijverig de volken op eikander
zijn, en ook binnenslands is er geen vriend
schap, maar strijd.
Het nieuwe jaar zet thans in wellicht vol
hoop, maar met niet veel verwachting Niette
min willen wij niet moedeloos zijn en hopen op
meer welvaart ook voor de gemeente, opdat er
minder werkloozen zullen zijn, niet wegens de
financieele offers, die de werkloosheid mee
brengt, maar omdat zjj tot gedwongen ledig
gang veroordeeld zijn.
Een zwarte bladzijde in de geschiedenis van
het zooeven begonnen jaar is de dood van Oud-
Wethouder Laan. Zijn vrienden mochten de
hoop koesteren, hem na zijn verblijf in Fran
krijk hier eenmaal weer als medeburger te
mogen begroeten, het heeft niet mogen zijn.
In de geschiedenis van Bloemendaal zal
de herinnering aan den heer Laan voortleven
als van een uitnemend mensch en werkgever,
een goed vriend en een altijd blijmoedige
natuur.
Spreker eindigde met zijn instemming te be
tuigen met de rede van den Voorzitter en
wensehte het College van B. en W, een geluk
kig en voorspoedig jaar toe.
Nadat de Voorzitter mededeeling had gedaan
van de ongesteldheid van Dr. Bornwater en
van bericht van verhindering van Mr. de
Lestrieux Hendrichs werd met de agenda be
gonnen.
De ingekomen stukken gaven den Burge
meester en Secretaris aanleiding de zaal te
verlaten: er was n.l. een verzoek om advies
van Gedeputeerde Staten gekomen in verband
met het voornemen een pensioensverhaal op de
salarissen van Burgemeesters, Secretarissen en
Ontvangers mogelijk te maken.
B. en W. hadden den Raad in overweging
gegeven, Gedeputeerde Staten te berichten,
dat de Raad zich zou kunnen vereenigen met
het maximum verhaal van pensioensbijdragen
(8Vz pet.) benevens, totdat een door de Re
geering voorgenomen wijziging van artikel 36
der Pensioenwet 1922 tot Wet zal zijn ver
heven, een tijdelijke korting van 1% pet. van
de jaarwedde.
De heer Cassee meende, dat men eigenlijk
niet verder hoefde te gaan dan het tegen
woordige maximum pensioensverhaal van 8%
pet.
Maar Wethouder Prinsenberg, die tijdens
deze discussie den Voorzittershamer hanteerde
deelde mede, dat de a.s. aderlating van volle
10 pet. salariskorting op korten termijn tege
moet kan worden gezin en het hielp niet of
de heer Schulz den heer Cassee al bijviel, en
de heer Wittoveen opmerkte dat 8% pet. pen-
sionsbijdrage plus 1% pet. van de jaarwedde
nog maar gansch niet 10 pet. van het salaris
uitdrukt, de P.aad volgde het advies van B.
en W. met 7 tegen 5 stemmen.
Punt 2 dat aan de orde kwam, nadat een
paar ingekomen stukken tot het einde der
vergadering waren verschoven, was de vast
stelling der algeheele politieverordening. Er
werden wat opmerkingen gemaakt waarbij de
heer Witteman die als plaatsvervangend kan
tonrechter zich als een poes in de krullen
weerde, enkele misvattingen rechtzette, waar
na de verordening vastgesteld werd.
Vaststelling van suppletoire kohieren en
wijzigingen in begrootingen gaven geen aan-
eiding tot debat. Diverse verkoopen van
minuscule stukjes grond langs de Leidsche-
vaart en een herziening der vergoeding over
1930 voor de Aloysius School evenmin.
Blijkbaar meende de Raad overigens terecht
dat er over de Aerdenhoutsohe kleuterschool
in den loop der tijden genoeg gediscussieerd
was en de voorwaarden, die de gemeente ver
bindt aan den verhuur van bet door de ge
meente te stichten schoolgebouw voor de
Aerdenhoutsche handen kindert jes werden zon
der discussie goedgekeurd.
Voor de historie leggen we hier vast, dat
ae huur gedurende tien jaren f 700 per jaar
zal bedragen. Voor het overige staan er in de
overeenkomst de noodige griezelige bepalingen
als ingeval de middelen ontoereikend mochten
zijn, cessie van schoolgelden aan de gemeente
e.d. Natuurlijk hopen we voor de voortvarende
vereeniging, dat zij nimmer tot dezen onge-
wenschten toestand zal geraken, maar haar
inrichting moge zien groeien en bloeien, opdat
deze een leerschool naar den eisoh voor de
aanstaande gulden jongelingschap van Aerden-
hout en Bentveld moge worden en blijven.
Wat al meer van de zoet-kabbelende be
sprekingen te vermelden? Ds heer Posthumus
Mijjes meende, dat de Commissie van Toezicht
op het Lager Onderwijs gebiat is hij een lid-
onderwijzer en een lid-hoofd eener school.
Daar de voordracht ter voorziening in een
paar vacatures in dit college alleen de namen
van onderwijzers niet hoofden vermeldde,
werd de benoeming aangehouden.
Het laatste punt der agenda betrof den ver
huur van de voormalige raadzaal. De wonde
ren zijn de wereld nog niet uit. Wie in Bloe
mendaal had ooit durven hopen, dat deze lo
kaliteit nog eens vijfentwintig mooie gulden
tjes in de maand zou opbrengen? 't Is waar,
een art.st ziet in de meest alledaagsche dingen
dikwijls verborgen schoonheid en zoo had
niemand minder dan professor Roland Holst,
de gewezen hoogleeraar-directeur van de Aca
demie voor Beeldende Kunsten, zijn oog op de
plek laten vallen, waar ter afwisseling van de
wijze beraadslagingen alleen de trouwerij af
en toe wat poëzie en erhobene Stimmung
bracht.
Gaarne wenschen "'ij Professor Roland Holst
een lang en ongest rd verblijf ter plaatse en
vruchtdragende inspiratie toe. Intusschen, hij
zal een beetje piano-an moeten stoken, want
de heer -Dorhout Mees vond de vergoeding,
die hij de gemeente voor de verwarming be
taalt, f 50 per jaar, wel wat heel weinig.
„Laat ons niet afdingen!" zei de heer Schulz
en de raad zei het hem na.
Van het oude raadhuis naar de oude school
-s maar een stap. De oude school und' kein
ende! Iedereen is er van overtuigd, dat dit
gebouw weinig meer dan een blamage is voor
een gemeente, die gaarne een beetje prat gaat
op haar welverzorgd onderwijs. Principieel is
dan ook besloten tot den bouw van een nieuwe
school en wel op de gronden van Gehrels.
Maar principe en uitvoering zijn twee en de
raad heeft dan ook op 16 November j.l. be
sloten, 't nog wat aan te zien en de Óver-
veensche jeugd moet het voorloopig nog maar
wat stellen met een schoolgebouw, dat hon
derd jaar geleden een goed figuur zou hebben
gemaakt, maar thans uit den tjjd is. Om het
op zijn mildst te zeggen.
De oudercommissie der school (Oudercom
missies zijn colleges, die vriendelijke verzoeken
formuleeren, waaraan geen autoriteit zich ooit
pleegt te storen) berustte niet in het raads
besluit en diende een verzoek in, om alsnog
een nieuw schoolgebouw te stichten. Naar de
meening dezer Commissie waren de bouwkos
ten wel wat hoog geraamd en met een bedrag
van f 49000 wel te bestrijden.
E. en W. praeadviseerden afwijzend, onder
mededeeling, dat het verzoek het college alles
zins billijk voorkwam, maar dat het B. en W.
niet wenschelijk voorkomt, op zoo korten ter
mijn terug te komen op een raadsbesluit.
Feitelijk was met dit praeadvies het lot van
het verzoek beslist. De heer Cassee, daarbij
geassisteerd door den heer Schulz, mocht al
wijzen op de urgentie van schoolbouw in Over-
veen en een nieuwe school een vitaal belang
noemen, nieuwe gezichtspunten vermocht hjj
niet te openen en de heer Witteman sprak dan
ook ongetwijfeld namens vele andere leden,
toen hij constateerde, dat er geen nieuwe fei
ten waren te berde gebracht en dat dit alleen
een aanleiding zou kunnen zijn om tot een
nieuw besluit te geraken.
De heer Luden was zoo gelukkig, een mid
denweg te vinden. Hjj wees er op, dat zich
thans wreekt, wat in vorige jaren is nage
laten. Men bedenke intusschen, dat langen tijd
de nieuwe school voor Overveen was opge
nomen in het bekende Raadhuisplan. Dit plan
moge thans van de baan zjjn, de behoefte aan
een nieuwe school bijjft bestaan. En al wilde
spreker het streven van den heer Cassee (die
de wenschelijkheid van den bouw eener nieuwe
school in een motie had belichaamd) niet steu
nen, wanneer B. en W. de zaak nog eens zou-
dei willen bekijken zonder dat hiertoe een be
paalde aandrang van den Raad op het college
werd geoefend, dan zou aldus spreker de raad
dit zeker op prijs stellen.
De Voorzitter merkte op, dat stabiliteit in
het gemeentebestuur dient te worden nage
streefd. Spreker voelt alles voor de school,
doch er moet wat rust in de begrooting ko
men. Besluiten als deze moeten niet van een
stem afhankelijk zijn. B. en W. hebben geen
bezwaar den bouw van de school nader te
overwegen en het benoodigde bedrag zoo mo
gelijk op de begrooting van 1935 te brengen.
De heer Cassee verklaarde zich voldaan met
deze toezegging, zoodat er gegronde verwach
ting bestaat, dat de Overveensche School in
1935 eindelijk zal verrijzen.
Bij de rondvraag klaagde de heer Posthumus
Meyjes over een sirene, aan de Aerdenhout
sche school, die tot ontzetting van Aerdenhout
en Bentveld ieder uur loeit. De heer Quarles
verkreeg inlichtingen aangaande een nieuwen
weg door het Bloemendaalsche Bosch parellel
met d'e Koepellaan,
Tusschen de heeren Witteman en Prinsen
berg had de gebruikelijke gedachtenwisseling
over den toestand van de Julianalaan plaats en
de heer Luden stelde den heer Witteman ge
rust op het punt van zijn bedenkingen tegen
afgravingen die achter Kraantjelek plaats
vinden.
WENKEN.
Om de aarde van bloempotten meer lucht
te geven en het zuur worden ervan te voorko
men, mengt men er turfmo'm doorheen. De
aarde blijft tevens vochtiger, terwijl de wor
tels krachtiger worden en de planten er gezond
uit zullen zien.
Oplossingen, bijdragen, enz. te lichten aan
den Schaakredacteur, Gedempte Oude Gracht
63, Haarlem.
Probleem No. 410.
O. De hl er
(Blankenburg),
m
m m
Hit Wm
m-.ms
w
A
Mê
M
Mat in drie zetten.
Wit Ke8, Td4, Lc5. Ph6, d2, d3, g2, h5.
Zwart Kf6, h7.
Partjj No. 188.
Gespeeld in het van 31 Juli11 Augustus '33
te Hastings gehouden meestertournooi van den
Britschen Schaakbond.
WitZwart
T. H. T y 1 o r W. W i n t e r
(Oxford) (Londen)
West-Indische verdediging.
1.
d2—d4
Pg8—f6
2.
Pgl—f3
b7b6
3.
Pbl—d2
Lc8—b7
4.
e2e3
e7e6
5.
Lfld3
c7c5
6.
O—O
Pb8c6
7.
c2c3
Lf8e7
"8.
Ddle2
O0
9.
a2—a3
Dd8—c7
10.
Tfl—el
d7d5
11.
e3e4
d5Xe4
12.
Pd2Xe4
c5Xd4
13.
c3xö4
Ta8d8
14.
Lele3
Pf6Xc4
15.
Ld3xe4
Le7—f6
16.
De2c2
h7h6
Sterker is g7
ï6.
17.
Tal—cl
Td8c8
18.
Dc2—d2
Tf8—d8
19.
Le4bl
Dc7d7
20.
Dd2d3
Pc6 X d4
Hier moet Pe6e7!
worden gespeeld
21.
PÏ3X<34
Tc8Xcl?
Wit kondigt mat aan in vier zetten.
i '//////v mm>
22. DÖ3—h7f
23. Bh7—h8f
24. Pd4—f5f
25. Le3c5 mat.
Kg8—f8
Kf8e7
e6xf5
Oplossing Probleem No. 407.
(J. Col pa).
Stand der stukken
Wit Kg8, Dg3, Tc2, Lb2, Pa5, Pf6, a3, aA,
c5, c7, e2.
Zwart Kd4, Dc3, Lbl, Pa2, g5.
1. Lb2cl, enz.
Goede oplossing ontvangen van: H. W. van
Dort, te Haarlem (ook nog schèrtsproibleem
No. 30).
Het is gebeurd jaren, geleden in üe plaats S,
In het gramzoen aldaar lag een officier, die
wij hier met zijn initialen zullen aanduiden n.l.
J. a. L„ welke initialen voor oud-indischgasten en
zeker oud Indlsch-militairen volkomen duidelijk
zullen zjjn, d. L. dan haid den naam op elk ge-
wenscht oogenblik een mop te kunnen tappen,
hij was daardoor ook aan de paittafel een uiterst
welkome gast.
Zoo zat aan op zekeren dag weder een ge
zelschap rond dten tafel en naast d. L. zat een
overste. De overste, die in een goede stemming
was, zei: d. L. een mop! Prachtig zei d. L.
Overste kent u het laatste raadseltje al? Neen nu.
ik zal het U vertellen, maarre.ik vertel het
toch eigenlijk maar liever niet, U zoudt er mis
schien kwaad om worden en U begrijpt, onaan
genaamheden en dan op een kleinte plaats, nee,
laat ik dit raadsel maar liever voor mij houden.
Och kom, zei de overate, vooruit ermee, ik word
beslist niet kwaad. Nu, goed dan op Uw ver
antwoording. Overste, kunt U Kaapsehe ezels
vangen? Kaapsehe ezels, neen, ik zou niet weten
hoe, nu hoe dan? Och nee, overste laat ik het
nu maar niet doen, we krijgen onaangenaamhe
den. Nee d. L„ ik beloof jie ik zal er niet kwaad
om worden. Nu dan overste, belooft U mij, dat
U er beslist niet kwaad cm zal worden, wilt U
mij daar de hand opgeven? (wat gebeurde)
Ik heb er eeni