IK Zn. TWEEDE BLAD m mmm AME ii5.— Tel. i: ÏNONS JIM, DE ZOON VAN BOBBY ELENBURG Zn. HINES - lel. 13531, SCHAAKRUBRIEK i 1 m ONS INDISCH HOEKJE OMPLEET wegers Telefoon 16455. ehalve Donderdags. A. Brokjes Levenswijsheid. GEMEENTERAAD. dig van deze aanbieding te Ischevv. 226 A, 594. I orde maken wij de linsten prijs. en voetafwijkingen. Telefoon 13151. 1 POND 80 CENT. ij de Woningbouw- DUIN te Bloemen- ?oor niet-Bloemen- aanvragen te rich- jsch en Duinpl. 12. We rit- L3en aan even te- moe= i, ik ben r bjjge» fuskete). burg. rritz-Hirsch-operett» rtel Takt". rof. Max Reinhardt le serie Abon. Groot i". Ned. Kamer Opera". Mi en Wetenschap! Balletavond v. Ig°r >va". insweg. ir: De vier Mullers. rh eater. -sv. <e- HET BLOEMEND AALSCH WEEKBLAD VAN 26 JAN. 1934. No. 4. DE REGELS VAN HET SPEL (Nadruk verboden) Wanneer men zoo om zich heen ziet, verbaast men zich wel eens over het groot aantal mis lukte levens. Een vertrouwelijk gesprek loopt meestal uit op een biecht van ellende en narig heid. En men vraagt zich af: wat is toch de oor zaak, dat er van het leven der meeste menschen EDO weinig terecht komt? Men pleegt de schuld op de omstandigheden te werpen maar dit zijn toch slechts, zooals de naam aanduidt, dingen die om de zaak zelf heen staan. Zij hebben wel invloed, maar zij betreffen de kem niet De kern van het kwaad zit in de persoonlijkheid van de betrokkenen, die goed deels zelf hun eigen omstandigheden maken. Waarvan zijn de tallooze levensmisiukkelingen het slachtoffer Voor het grootste gedeelte be schikken zij over alles wat het leven kan doen slagen. Zij genieten een normale gezondheid, zijn recht van lijf en leden, hebben een behoorlijk verstand, zijn in een ordentelijk gezin opgevoed en hebben een goede school doorloopen. En toch brengen zij zoo weinig van het leven terecht Hetgeen van den enkelen mensch geldt, mer ken wij ook op bij de menschengemeenschap. Onze maatschappij beschikt over een eeuwenoude beschaving; rijkdommen aan wetenschap, kunst en ervaring zijn haar door het voorgeslacht over geleverd. Zij heeft zich een economische ontwik keling en een technische vaardigheid eigen ge maakt, welke haar in staat zouden stellen met een minimalen arbeid een maximum aan levens genot te verwerven. Maar inplaats van het para dijs te vestigen, dat te harer beschikking staat, kweit zij zich af met conflicten en veeten en be reidt zij de hel van haar zelfvernietiging voor. Hoe is dit toch mogelijk Zoowel de maatschappij als de enkeling zijn slachtoffer van een fout, welke zich wreekt. En het is eigenlijk vreemd, dat nog niemand die feut schijnt te hebben ontdekt. Wat zou ervan terecht komen, wanneer twee willekeurige mannen van de straat, die nog nooit een rakect hebben gehanteerd, samen een partij tennis gingen spelen Of wanneer u en ik onver hoeds achter het stuur van een vliegmachine wer den gezet Wij plegen ons, als wij een spel of een arbeid beginnen, eerst voor te bereiden door dat spel of dien arbeid te leeren. Niemand onzer gaat bridgen, voordat hij de kaarten kent en de regels van 't spel. Geen generaal zal naar het slagveld gaan, of hij heeft heit terrein nauwkeurig in kaart gebracht »n de stand van de troepen bestudeerd. En wat aoen wij, wanneer wij op reis gaan naar een ver land of een vreemde stad Wij oriënteeren ons tevoren; wij nemen het spoorboekje ter hand en de plattegrond; wij correspondeeren en maken een plan. Er bestaat niets ter wereld, of we doen het na ernstige voorbereiding. Maar één ding is er, dat we meenen volmaakt onvoorbereid op onze verantwoording te kunnen nemen, en dat ééne ding is: het leven. Het leven, de moeilijkste kunst en de hachelijkste onderneming, die te be denken is, vatten wij op als een improvisatie. Wat weten wij van de regels van dit spel, dat een ingewikkelder spel is dan elk ander? Wij betreden hier welgemoed een terrein, waarvan wij de kaart niet kennen; wij "wagen ons in deze doolhof-achtlge stad zonder dat we de moeite hebben genomen, een plattegrond aan te schaf fen. En din zijn wij nog verbaasd, dat er van ons leven zoo weinig terecht komt? Zelfs is het voor velen onzer e»n openbaring, dat het leven evengoed als elk ander spel aan regels gebonden zou zijn en dat wij dit grillige terrein in kaart kunnen brengen. Toch is dit het geval. Noch het maatschappelijke noch het persoonlijke leven is een ordelooze baaierd, een wildemans of dronkemansorgie. Zoowel ae maatschappij als de -persoonlijkheid is uitkomst van bepaalde fac toren, welke wij kunnen beheerschen als de zet ten van een schaakspel. Mits wij natuurlijk, evenals bü het schaakspel, de beteekenis van de stukken en de spelregels verstaan. Maar wie leert ons de regels van 't leven Wie wijdt ons in in den zin der motieven, volgens welke wij in ons persoonlijk en maatschappelijk gedrag handelen? Wie leidt ons rond langs dit ingewikkelde raderwerk en wijst ons de drijfvee- ren? Wie legt cit fijne organisme op de snij tafel en toont ons de geledingen, de vezels en zenuwen? Wie onthult ons de geheimen van wil, drang en streven en legt ons de beweegredenen bloot? Zoodat wij niet langer a l'improviste dit moeilijkste van alle spelen beginnen en dan ons ook nog, notabene, verbeelden te zullen winnen Veelzijdig is de leerstof, waarmee wij in onze jeugd worden geplaagd. Talloos zijn de vakken en kundigheden, waarin wij ons als volwassene moeten bekwamen. En allerlei spelregels maken wij ons gaandeweg eigen. Maar de moeilijkste kunst, de kunst van te leven, niemand be kommert zich er om. Dit komt, denkt men, van zelf wel terecht. En het kómt ook terecht, maar hoèü H. G. CANNEGIETER Het gewone aspect van de tafel van B. en W. was de eerste vergadering, die 1934 ople verde eenigermate veranderd. Wethouder Bornwater was n.l. afwezig wegens ongesteld heid. De Raad zal hem in stilte van ganscher harte spoedig en algeheel herstel hebben toe- gewenscht. Ter rechterzijde van den Voorzitter zagen wij nu Wethouder Prinsenberg die zelfs eenigen tijd in zijn eentje de geheele bemanning van de groene tafel uitmaakte. Goeder gewoonte hield Jhr den Tex de ge bruikelijke Nieuwjaarsrede. Hij memoreerde door G. Th. ROTMAN. Iktt-K.. 103. Terwijl de dienders beenen maken. En druipnat hun vervolging staken, Komt Jimmy in een knollentuin, Maar ach, ,zijn hoop valt gauw in puin: Want midden in de knollen staat Een rare snuiter, wiens gelaat Half door zijn hoedje wordt bedekt En die zijn armen zijwaarts strekt. 104. Een tweetal musschen, dat vol pret Zich op den boeman nederzet, Brengt Jimmy tot het inzicht, dat Hij met een pop te maken had. Nu vat hij plotseling weer moed, Berooft den „boeman" van zijn hoed, Om daarna met gerust geweten Den boer z'n knollen op te eten! 103. „Wacht effen!" denkt Kees Roggebrood, -Die in het gras zit bij de sloot: „Als ik dien aap eens vangen moebt, Dan was mijn kost inééns gekocht! Ik heb, als ik hem kunsten leer. Geen geldelijke zorgen meer, Ik kan hem voor mij laten werken, En zoo mijn kapitaal versterken 106. Kees zocht, tot hij een brugje vond, Dat d'oevers van de sloot verbond,, Hij liep er over en zat dra Jim met een vaartje achterna. Maar hoe de goeie man mocht hollen. Vriend Jim liet ook niet met zich sollen Met groote sprongen was hi1 ras Verdwenen in het struikgewas. allereerst de verhuizing naar de Nachtegaal en vond verder voldoening in net feit, dat in weerwil van deze bewogen tijden Bloemendaal de beproeving van ordeverstoringen is be- spaard gebleven. Helaas, heeft het nieuwe jaar voor Bloemendaal slecht ingezet. Oud- Wethouder Laan is door den dood aan de zijnen maar niet minder aan zijn geliefd Bloemen daal, ontvallen, en de voorzitter wijdde dan ook eenige weemoedige woorden aan de nage dachtenis van den heer Laan, wiens groote kracht en sterke wil zooveel voor Bloemendaal heeft kunnen bereiken. Uit den aard der zaak besprak Jhr. aen Tex den invloed deT tijdsomstandigheden op de ge meente. Het is goed dezen onder het oog te zien. Langen tijd is Bloemendaal een welva rende gemeente geweest door twee verschil lende oorzaken: haar schoon uiterlijk en haar lage belastingen. Nu de magere jaren gekomen zijn, moge het tot bevrediging stemmen, dat vermeden kon worden, dat deze belastingen relatief verzwaard werden. Met inkrimpen en bezuinigen kan men er ten slotte niet komen. De gehéele organisatie van den gemeen, mienst behoort onder het oog te wo-den gezien Spre ker vergeleek Bloemendaal met een jongen, die in de jaren van zijn groei is en aart voed sel heel wat vergt. Ook de kleeding spreekt een woordje mee, en het is te betreuren, dat die kleeding wat ongelijk verzorgd is. B'oemen- daal heeft een schitterend wegennet, m;i?.r de dienstgebouwen zijn allesbehalve naar den eisch. De huisvesting van Openbare Werken en Politie zijn zelfs ontoelaatbaar en gebrek kig. Dat de depressie der tijden uitstel noodig maakte, wreekt zich thans. Nu men de naaste toekomst eenigermate kan overzien, zou uit stel afstel beteekenen. Het streven zal moeten zijn: de offers, die nu eenmaal gebracht moe ten worden op te vangen door nieuwe bezuini gingen. Alleen met den gestadigen steun van den Raad zal dit mogelijk zijn. Doch om dit te bereiken zal het dagelijksch bestuur op nauwer samenwerking met den Raad moeten kunnen rekenen. Dit is mogelijk. De Raadsleden ont moeten elkander in de commissie-vergaderin gen. Zij vormen het terrein, waar men elkan der meer dan tot dusver zal moeten vinden. De raad schommelt thans te veel met zijn acht lijsten op 15 leden, met als gevolg dat B. en W. nooit "weten, of een voorstel zal wor den aangenomen of niet. Het is hoog tijd, dat de ingezetenen in de gemeentelijke politiek vastheid van lijn zien. De jongere generatie zal moeten kunnen beseffen, dat met deze wetgeving te regeeren valt. Een vaste koers moet gehouden worden. Dan zal gemeenschap pelijke arbeid een onderiingen hand scheppen. Met den wensch, dat deze samenwerking be reikt moge worden, en dat meer materieele voorspoed, gezondheid, energie en opgewekt heid der Raadsleden deel moge zijn in het aangevangen jaar, besloot de Voorzitter zijn rede. De nestor van den Raad, Mr. J. Luden dankte den Voorzitter. Men kan, aldus zeide deze spreker ongeveer, het erover eens zijn, dat wij in het algemeen niet met weemoed terugzien op het afgeloopen jaar. Allerwege is getoond, hoe naijverig de volken op eikander zijn, en ook binnenslands is er geen vriend schap, maar strijd. Het nieuwe jaar zet thans in wellicht vol hoop, maar met niet veel verwachting Niette min willen wij niet moedeloos zijn en hopen op meer welvaart ook voor de gemeente, opdat er minder werkloozen zullen zijn, niet wegens de financieele offers, die de werkloosheid mee brengt, maar omdat zjj tot gedwongen ledig gang veroordeeld zijn. Een zwarte bladzijde in de geschiedenis van het zooeven begonnen jaar is de dood van Oud- Wethouder Laan. Zijn vrienden mochten de hoop koesteren, hem na zijn verblijf in Fran krijk hier eenmaal weer als medeburger te mogen begroeten, het heeft niet mogen zijn. In de geschiedenis van Bloemendaal zal de herinnering aan den heer Laan voortleven als van een uitnemend mensch en werkgever, een goed vriend en een altijd blijmoedige natuur. Spreker eindigde met zijn instemming te be tuigen met de rede van den Voorzitter en wensehte het College van B. en W, een geluk kig en voorspoedig jaar toe. Nadat de Voorzitter mededeeling had gedaan van de ongesteldheid van Dr. Bornwater en van bericht van verhindering van Mr. de Lestrieux Hendrichs werd met de agenda be gonnen. De ingekomen stukken gaven den Burge meester en Secretaris aanleiding de zaal te verlaten: er was n.l. een verzoek om advies van Gedeputeerde Staten gekomen in verband met het voornemen een pensioensverhaal op de salarissen van Burgemeesters, Secretarissen en Ontvangers mogelijk te maken. B. en W. hadden den Raad in overweging gegeven, Gedeputeerde Staten te berichten, dat de Raad zich zou kunnen vereenigen met het maximum verhaal van pensioensbijdragen (8Vz pet.) benevens, totdat een door de Re geering voorgenomen wijziging van artikel 36 der Pensioenwet 1922 tot Wet zal zijn ver heven, een tijdelijke korting van 1% pet. van de jaarwedde. De heer Cassee meende, dat men eigenlijk niet verder hoefde te gaan dan het tegen woordige maximum pensioensverhaal van 8% pet. Maar Wethouder Prinsenberg, die tijdens deze discussie den Voorzittershamer hanteerde deelde mede, dat de a.s. aderlating van volle 10 pet. salariskorting op korten termijn tege moet kan worden gezin en het hielp niet of de heer Schulz den heer Cassee al bijviel, en de heer Wittoveen opmerkte dat 8% pet. pen- sionsbijdrage plus 1% pet. van de jaarwedde nog maar gansch niet 10 pet. van het salaris uitdrukt, de P.aad volgde het advies van B. en W. met 7 tegen 5 stemmen. Punt 2 dat aan de orde kwam, nadat een paar ingekomen stukken tot het einde der vergadering waren verschoven, was de vast stelling der algeheele politieverordening. Er werden wat opmerkingen gemaakt waarbij de heer Witteman die als plaatsvervangend kan tonrechter zich als een poes in de krullen weerde, enkele misvattingen rechtzette, waar na de verordening vastgesteld werd. Vaststelling van suppletoire kohieren en wijzigingen in begrootingen gaven geen aan- eiding tot debat. Diverse verkoopen van minuscule stukjes grond langs de Leidsche- vaart en een herziening der vergoeding over 1930 voor de Aloysius School evenmin. Blijkbaar meende de Raad overigens terecht dat er over de Aerdenhoutsohe kleuterschool in den loop der tijden genoeg gediscussieerd was en de voorwaarden, die de gemeente ver bindt aan den verhuur van bet door de ge meente te stichten schoolgebouw voor de Aerdenhoutsche handen kindert jes werden zon der discussie goedgekeurd. Voor de historie leggen we hier vast, dat ae huur gedurende tien jaren f 700 per jaar zal bedragen. Voor het overige staan er in de overeenkomst de noodige griezelige bepalingen als ingeval de middelen ontoereikend mochten zijn, cessie van schoolgelden aan de gemeente e.d. Natuurlijk hopen we voor de voortvarende vereeniging, dat zij nimmer tot dezen onge- wenschten toestand zal geraken, maar haar inrichting moge zien groeien en bloeien, opdat deze een leerschool naar den eisoh voor de aanstaande gulden jongelingschap van Aerden- hout en Bentveld moge worden en blijven. Wat al meer van de zoet-kabbelende be sprekingen te vermelden? Ds heer Posthumus Mijjes meende, dat de Commissie van Toezicht op het Lager Onderwijs gebiat is hij een lid- onderwijzer en een lid-hoofd eener school. Daar de voordracht ter voorziening in een paar vacatures in dit college alleen de namen van onderwijzers niet hoofden vermeldde, werd de benoeming aangehouden. Het laatste punt der agenda betrof den ver huur van de voormalige raadzaal. De wonde ren zijn de wereld nog niet uit. Wie in Bloe mendaal had ooit durven hopen, dat deze lo kaliteit nog eens vijfentwintig mooie gulden tjes in de maand zou opbrengen? 't Is waar, een art.st ziet in de meest alledaagsche dingen dikwijls verborgen schoonheid en zoo had niemand minder dan professor Roland Holst, de gewezen hoogleeraar-directeur van de Aca demie voor Beeldende Kunsten, zijn oog op de plek laten vallen, waar ter afwisseling van de wijze beraadslagingen alleen de trouwerij af en toe wat poëzie en erhobene Stimmung bracht. Gaarne wenschen "'ij Professor Roland Holst een lang en ongest rd verblijf ter plaatse en vruchtdragende inspiratie toe. Intusschen, hij zal een beetje piano-an moeten stoken, want de heer -Dorhout Mees vond de vergoeding, die hij de gemeente voor de verwarming be taalt, f 50 per jaar, wel wat heel weinig. „Laat ons niet afdingen!" zei de heer Schulz en de raad zei het hem na. Van het oude raadhuis naar de oude school -s maar een stap. De oude school und' kein ende! Iedereen is er van overtuigd, dat dit gebouw weinig meer dan een blamage is voor een gemeente, die gaarne een beetje prat gaat op haar welverzorgd onderwijs. Principieel is dan ook besloten tot den bouw van een nieuwe school en wel op de gronden van Gehrels. Maar principe en uitvoering zijn twee en de raad heeft dan ook op 16 November j.l. be sloten, 't nog wat aan te zien en de Óver- veensche jeugd moet het voorloopig nog maar wat stellen met een schoolgebouw, dat hon derd jaar geleden een goed figuur zou hebben gemaakt, maar thans uit den tjjd is. Om het op zijn mildst te zeggen. De oudercommissie der school (Oudercom missies zijn colleges, die vriendelijke verzoeken formuleeren, waaraan geen autoriteit zich ooit pleegt te storen) berustte niet in het raads besluit en diende een verzoek in, om alsnog een nieuw schoolgebouw te stichten. Naar de meening dezer Commissie waren de bouwkos ten wel wat hoog geraamd en met een bedrag van f 49000 wel te bestrijden. E. en W. praeadviseerden afwijzend, onder mededeeling, dat het verzoek het college alles zins billijk voorkwam, maar dat het B. en W. niet wenschelijk voorkomt, op zoo korten ter mijn terug te komen op een raadsbesluit. Feitelijk was met dit praeadvies het lot van het verzoek beslist. De heer Cassee, daarbij geassisteerd door den heer Schulz, mocht al wijzen op de urgentie van schoolbouw in Over- veen en een nieuwe school een vitaal belang noemen, nieuwe gezichtspunten vermocht hjj niet te openen en de heer Witteman sprak dan ook ongetwijfeld namens vele andere leden, toen hij constateerde, dat er geen nieuwe fei ten waren te berde gebracht en dat dit alleen een aanleiding zou kunnen zijn om tot een nieuw besluit te geraken. De heer Luden was zoo gelukkig, een mid denweg te vinden. Hjj wees er op, dat zich thans wreekt, wat in vorige jaren is nage laten. Men bedenke intusschen, dat langen tijd de nieuwe school voor Overveen was opge nomen in het bekende Raadhuisplan. Dit plan moge thans van de baan zjjn, de behoefte aan een nieuwe school bijjft bestaan. En al wilde spreker het streven van den heer Cassee (die de wenschelijkheid van den bouw eener nieuwe school in een motie had belichaamd) niet steu nen, wanneer B. en W. de zaak nog eens zou- dei willen bekijken zonder dat hiertoe een be paalde aandrang van den Raad op het college werd geoefend, dan zou aldus spreker de raad dit zeker op prijs stellen. De Voorzitter merkte op, dat stabiliteit in het gemeentebestuur dient te worden nage streefd. Spreker voelt alles voor de school, doch er moet wat rust in de begrooting ko men. Besluiten als deze moeten niet van een stem afhankelijk zijn. B. en W. hebben geen bezwaar den bouw van de school nader te overwegen en het benoodigde bedrag zoo mo gelijk op de begrooting van 1935 te brengen. De heer Cassee verklaarde zich voldaan met deze toezegging, zoodat er gegronde verwach ting bestaat, dat de Overveensche School in 1935 eindelijk zal verrijzen. Bij de rondvraag klaagde de heer Posthumus Meyjes over een sirene, aan de Aerdenhout sche school, die tot ontzetting van Aerdenhout en Bentveld ieder uur loeit. De heer Quarles verkreeg inlichtingen aangaande een nieuwen weg door het Bloemendaalsche Bosch parellel met d'e Koepellaan, Tusschen de heeren Witteman en Prinsen berg had de gebruikelijke gedachtenwisseling over den toestand van de Julianalaan plaats en de heer Luden stelde den heer Witteman ge rust op het punt van zijn bedenkingen tegen afgravingen die achter Kraantjelek plaats vinden. WENKEN. Om de aarde van bloempotten meer lucht te geven en het zuur worden ervan te voorko men, mengt men er turfmo'm doorheen. De aarde blijft tevens vochtiger, terwijl de wor tels krachtiger worden en de planten er gezond uit zullen zien. Oplossingen, bijdragen, enz. te lichten aan den Schaakredacteur, Gedempte Oude Gracht 63, Haarlem. Probleem No. 410. O. De hl er (Blankenburg), m m m Hit Wm m-.ms w A Mê M Mat in drie zetten. Wit Ke8, Td4, Lc5. Ph6, d2, d3, g2, h5. Zwart Kf6, h7. Partjj No. 188. Gespeeld in het van 31 Juli11 Augustus '33 te Hastings gehouden meestertournooi van den Britschen Schaakbond. WitZwart T. H. T y 1 o r W. W i n t e r (Oxford) (Londen) West-Indische verdediging. 1. d2—d4 Pg8—f6 2. Pgl—f3 b7b6 3. Pbl—d2 Lc8—b7 4. e2e3 e7e6 5. Lfld3 c7c5 6. O—O Pb8c6 7. c2c3 Lf8e7 "8. Ddle2 O0 9. a2—a3 Dd8—c7 10. Tfl—el d7d5 11. e3e4 d5Xe4 12. Pd2Xe4 c5Xd4 13. c3xö4 Ta8d8 14. Lele3 Pf6Xc4 15. Ld3xe4 Le7—f6 16. De2c2 h7h6 Sterker is g7 ï6. 17. Tal—cl Td8c8 18. Dc2—d2 Tf8—d8 19. Le4bl Dc7d7 20. Dd2d3 Pc6 X d4 Hier moet Pe6e7! worden gespeeld 21. PÏ3X<34 Tc8Xcl? Wit kondigt mat aan in vier zetten. i '//////v mm> 22. DÖ3—h7f 23. Bh7—h8f 24. Pd4—f5f 25. Le3c5 mat. Kg8—f8 Kf8e7 e6xf5 Oplossing Probleem No. 407. (J. Col pa). Stand der stukken Wit Kg8, Dg3, Tc2, Lb2, Pa5, Pf6, a3, aA, c5, c7, e2. Zwart Kd4, Dc3, Lbl, Pa2, g5. 1. Lb2cl, enz. Goede oplossing ontvangen van: H. W. van Dort, te Haarlem (ook nog schèrtsproibleem No. 30). Het is gebeurd jaren, geleden in üe plaats S, In het gramzoen aldaar lag een officier, die wij hier met zijn initialen zullen aanduiden n.l. J. a. L„ welke initialen voor oud-indischgasten en zeker oud Indlsch-militairen volkomen duidelijk zullen zjjn, d. L. dan haid den naam op elk ge- wenscht oogenblik een mop te kunnen tappen, hij was daardoor ook aan de paittafel een uiterst welkome gast. Zoo zat aan op zekeren dag weder een ge zelschap rond dten tafel en naast d. L. zat een overste. De overste, die in een goede stemming was, zei: d. L. een mop! Prachtig zei d. L. Overste kent u het laatste raadseltje al? Neen nu. ik zal het U vertellen, maarre.ik vertel het toch eigenlijk maar liever niet, U zoudt er mis schien kwaad om worden en U begrijpt, onaan genaamheden en dan op een kleinte plaats, nee, laat ik dit raadsel maar liever voor mij houden. Och kom, zei de overate, vooruit ermee, ik word beslist niet kwaad. Nu, goed dan op Uw ver antwoording. Overste, kunt U Kaapsehe ezels vangen? Kaapsehe ezels, neen, ik zou niet weten hoe, nu hoe dan? Och nee, overste laat ik het nu maar niet doen, we krijgen onaangenaamhe den. Nee d. L„ ik beloof jie ik zal er niet kwaad om worden. Nu dan overste, belooft U mij, dat U er beslist niet kwaad cm zal worden, wilt U mij daar de hand opgeven? (wat gebeurde) Ik heb er eeni

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1934 | | pagina 3