k TWEEDE BLAD IbjpTb i ZEN Tel. 1 JIM, DE ZOON VAN BOBBY [NES 10 its gers [em -Tel. 13538. sen Zn. Losse Blaadjes. Carnaval. Brokjes Levenswijsheid. Bagage. PLAATSELIJK wmm BURGERLIJKE STAND Riomop. SOHAAXRUBRIEK ui h-wiïwr :ao ari. NT. jzer van ÏNT rek- lkel ct. ct. !594. 1616. >212. Woningbouw- te Bloemen» niet-Bloemen» ragen te riek en Duinpl. 12. maken wij de 2n prijs. cliënten altyd erd kunnen zijn na kwaliteit en Vakkundig Vlugge afle- z. SRKPLEIN 12. ig. ;n en uitwerken ien, streekplan- ■uiging veld, dat van stad en dorp :elen; meer har- er een gebieden- dat wy thans bevoegde autcri- indenirerp en de te zullen hooren en in de groote „Boekenroode" i introductie door B." is gevestigd 1 tooneel: Petrus tooneel: Petrus, lalvet Quartet. Doorenbos. Leerlingenavond. Carmen ilschap „Vondel" voor den spiegel Morgan en Paul t Clyde Beatty. HET BLOEMENDAALSCH WEEKBLAD VAN 2 FEBR. 1934. No. 5. Prins Carnaval is weer present, Wil ook zyn intocht houden In 't lage land van mest en mist, Van nattigheid en koude. Hy duldt geen somberheid, en doet Den ernst in luim vmkeeren v Bij menschen die zoo gaandeweg Het lachen gaan verleeren! In vele plaatsen maakt men zich Gereed, en dan begint er De oude vastenavondpret Als afscheid van den. winter. Wel wacht den Prins geen grootsch festijn Zooals in and're landen; Wy leggen ons, als nuchter volk, Nu eenmaal graag aan banden. Maar toch, ontspanning moet er zijn, Wil men den geest niet schaden; En daarom viert men vroolijk feest Met leuke maskeraden. Laat voor één keer het zorgenpak Eens van de schouders glijden, En wees in 't Carnavalscostuum Weer vroolijk hupsnh en blijde! Eén avond eens jezelf te zijn Door niet-jezelf te wezen, Dat kan je van je somb'ren kijk Op 't leven weer genezen. En daarom komt Prins Carnaval Straks over onze grenzen, Dan maakt hij met rijn gullen lach Weer veel tevreden menschen. Nu ja, er zyn er wel, by wie De gal gaat overloopen, Die zeggen; „Dit 's geen tijd voor feest!" Mae t wil dan toch maar hopen, Dat deze pessimistenpraat De vreugde niet zal fnuiken; We Kunnen juist in dezen tijd Wel vrooljjkheid gebruiken! (Nadruk verboden) Een wijsgeer uit de oudheid placht te zeggen, dat hij al het zijne by zich droeg. Hiermee wilde hy zijn onafhankelijkheid van aardsche goederen ultdrv—ton. Ook al zou men hem huis en hof, geld en gezin ontnemen, toch zou dit voor hem niet een onherstelbaar verlies zijn. Want het voornaamste van rijn bezittingen was onafschei delijk aan zijn persoon verbonden. Zijn gevoelens, zijn herinneringen en verwachtingen, zijn denk beelden en idealen, zijn fantasie en zijn over faiging, dit alles, dat de kern van zijn be staan vormt, Weef hem vergezellen, al waar hij zich bevond. Deze rijkdommen zijn het, welke de levens bagage vormen van iederen mensch. Wij dragen ze met ons, als lyfsbenoodigdheden. Ze zijn ons onvervreemdbaar goec. Onvervreemdbaar, tot op zekere hoogte althans. Er kunnen zich omstandigheden voordoen, waarin wy ze kwijtraken. En wel, niet omdat een ander ze ons ontsteelt, maar omdat wij er onszelf van ontdoen. De bagage kan ons te zwaar worden. Een wijze vrouw uit den modernen tijd' heeft een woord gezegd, dat men met dat van den wijsgeer uit de oudheid in verbinding zou kunnen brengen. Zij vermaant den mensch, die naar het hoogere streeft, zijn bagage weg te werpen. Want hoe minder bagage, te gemakkelijker men de hoogten bestijgt. Wie zich te zwaar heeft beladen, be reikt nimmer den top. Wat die wijze vrouw aanraadt, is reeds eerder op allerlei wijzen gezegd. Het is de eisch naar levensvereenvoudiging, welken zy stelt. De mensch verwikkelt zich in zooveel zorgen en belangen, dat hij zijn eigenlijk wezen vergeet. Door al zijn beslommeringen lijdt de persoonlijk heid schade. De kern wordt verwaarloosd, door dat alle aandacht zich naar de oppervlakte ver plaatst. Ontneem den mensch deze veelberige be langstelling voor bijkomstigheden en hy zal tot zichzelf inkeeren en zichzelf vinden. Dit klinkt inderdaad mooi. Er is stellig veel, dat wij zouden kunnen missen. Het zijn de over bodige dingen, welke het leven belasten en ons diepste zelf afhankelijk maken van de omstan digheden. Om zijn ziel te bevrijden, deed Dioge nes afstand van de gerieflijke rompslomp van het gezinsleven. Hij ging als kluizenaar wanen in een ten. Zijn etr'g huisraad was eer. nap, om water te scheppen uit de rivier. Maar tóen hij een jon gen uit de holle hand zag drinken, wierp hy ook zijn nap als een overtolligheid weg. Moeten wij, naar het hoogste strevend, aldus ons ook niet. oefenen in levensvereenvoudiging? Het lijkt een bruikbare leuze, in dezen tijd van bezuiniging. De luchtvaarder werpt om te stij gen zijn ballast uit. En hoeveei levensballast dragen wij mee op onze vlucht naar het Ideaal? Hoe zwaar bepakt is de ransel, waarmee wij de bergtoppen van het Hoogste beklimmen. Niet alleen huisraad kunnen wij missen, maar ook veel van hetgeen wy aan gevoel en gedachte in ons binnenste meetorsen. Er bestaan gevoe lens, die ons onrustig maken, gevoelens die tegen elkaar botsen en ons uit het evenwicht brengen; gevoelens, die de zuiverheid vertroebelen van het rechtschapen, eenvoudig gemoed. En gedachten zijn er, die onze overtuiging schokken; die ons verbijsteren, dié ons verbitteren. Onze gevoelens en gedachten, onze innerlijke bagage dus, kan ons vaak nog kwellender drukken en nog schrij nender striemen dan een heele koffer vol huis raad. Moeten wij dan niet terwille van onze vlucht naar den hocge deze ballast uitwerpen, terwille van onzen bergtocht dezen rugzak ons van de schouders doen glijden? Indien wy te zwak rijn, zeer zeker! Maar laten wy nimmer vergeten, dat zulk een abdicatie een bewijs is van onvermogen en geenszins het ge tuigenis van een navolgenswaardige, ideale ge zindheid. Gevoel en gedachte maken de rijkdommen van het leven uit. Zy zyn het, die ons vormen tot mensch. En nu kunnen wy ons gemakshalve ver minken door ons van al de lasten en kwellingen van ons iunerhjk bezit te ontdoen, maar is het yie wezen, dat gevoel- en gedachteloos zonder weerstand de hoogte in zweeft, nog mensch te noemen? Twee menschen bestegen een berg. De zwakke bereikte den top zonder bagage. Hy had onder weg zijn rijkdommen moeten opofferen om den tocht te kunnen volbrengen. Maar de sterke kwam boven en stond daar, nog in het vólle be zit van de grondstoffen en werktuigen, welke hy onbeschadigd uit de laagvlakte van het leven naar den top van het Ideaal had medegenomen Hy stond daar, als een onverminkt mensch. Eerst van hèm kan men zeggen, wat de oude wijsgeer van zichzelf zeide. Want wat hij met zich droeg, was inderdaad. het zijne geweest H. G. CANNEGIETER ZAKEN. Aan den Blcemendaalscheweg 277 te Over- veen is reeds geruimen tijd een zaak geves tigd voor fotografische artikelen. Deze zaak tot dusver gedreven door den heer Ankersmit is thans in andere handen overgegaan. De heer J. T. F. Voorwalt die in onze badplaatsen Zandvoort en Noordwijk geen on bekende is, zal nu de zaken verder voort zetten. Voor het ontwikkelen, afdrukken en ver- grooten kan men aan dit adres uitstekend terecht. Wy verwijzen nog even naar de annonce, voorkomende in dit nummer. POLITIEBERICHTEN. AANRIJDING MET TRAM. In de afgeloopen week haö op de Juliana- laan by het eindpunt van de Overveensche tram een aanrijding plaats, tusschen een met paard bespannen wagen en de tram. Een vrachtauto komende van den Bloemendaalschen weg in de righting Haarlem passeerde de tram die zich op dat moment juist in beweging zette met het gevolg dat de wagen gedwongen werd tusschen de tram en de auto door te ryden, hetgeen onmogelyk Was en een aanryding tot gevolg had. Persoonlijke ongelukken kwamen niet voor, de wagen brak echter twee spaken en het le- moen. BOTSING DOOR ONVOORZICHTIG OVER STEKEN. Vrijdagmorgen had op den Bloemendaalschen weg naby den Korten Zylweg een aanrijding plaats tusschen een driewielige bakfiets be laden met groenten en de auto van den Heer Jhr. v. d. P. bestuurd door rijn chauffeur den Heer v. L. De berijder van de bakfiets bevond zich links van den weg alwaar hij een klant bediend had van greenten. Hierna stak hij loopend naast de bakfiets den weg over naai* rechts, echter zonder zich van tevoren rekenschap te hebben gegeven ot de weg wel vry was. De auto van bovenge- ncemden heer naderde in matige vaart, maar kon ondanks snel remmen door de gladheid van den weg een aanrijding niet voorkomen. De bestuurder van de bakfiets werd aan het hoofd gewond. Na door Dr. Bosch behandeld te zyn werd hy per brancard in min of meer bewustelcozen toestand naar huis vervoerd. RIJWIEL GESTOLEN. Eenige dagen geleden werd te Aerdenhout door een tot nu toe onbekend persoon een rij wiel ontvreemd. DUBBELE AANRIJDING. Door gladheid van den weg had op de Bent- vsldscheweg een aanryding plaats tusschen een vrachtauto en een two-seater. De two- seater werd zoodanig beschadigd dat deze zijn weg niet kon vervolgen. Tiidens het verblijf van de two-seater op den Bentveldsche weg werd deze ten tweedemale door de gladheid van den weg door een vrachtauto aangereden. GESTOLEN. Ten nadeele van 'n agent van politie werd van zijn fiets staande voor het politie-bureau een koffertje met voetbalb^oodigheden gestolen. Den volgenden dag werd het koffertje open gebroken teruggevonden in den tuin van 't na- byzrjnde buiten van den Heer v. Vliet. Er bleek niets bij te zyn voor de Heeren dieven daar er niets vermist werd. INGEKOMEN PERSONEN. Ingekomen: Mr. W. F. C. C. Pijnacker Hordijk, Vogelenzangscheweg 48, Vogelen zang; R. Slot, Blcemendaalscheweg 120, Bloe mendaal; F. J. Schuurmans, Westerlaan 25, Aerdenhout; C. Rruijser, Rynegomlaan 42, Aerdenhout; F. E. Cochius, Julianalaan 86, Overveen. INGEKOMEN PERSONEN. (Opgave van 25 Jan.1 Febr. 1934) D. van der Klooster, Dr. Dirk Bakkeriaan 18, Bloemendaal; P. B. F. Eichholtz, Iepen laan 39, Bloemendaal; E. F. Buttner, Zandvoorter- weg 143, Aerdenhout; M. J. de Kruyff, Pla- tanenlaan 55, Bloemendaal. BLOEMENDAAL. Gevonden en terug te bekomen bij: J. Bui- ting, Zylweg 209 Haarlem, een eend; Kennel Ridderstraat 11 een peesje; S. Zwiersen Duin- lustparkw. 6, Bloemendaal, een treeplanfemat (rubber); H. Aartsen, Zomerzorgerlaan 14a, Bloemendaal, 2 albums met gramofoonpiaten; Dingerdis, Duinlustparkweg 12, Bloemendaal, n wollen kindermuts, Holwerda, Middentuindorp! Haarlem, 'n postduif, gemerkt 0—31 no. 791 Haarlem; aan het bureau van politie te Over veen, een portemonnaie; een zilveren dames armbandhorloge; een dameshandschoen; een sleuteltje; een paar glacé dameshandschoenen en een paarse handschoen. AERDENHOUT. DE CHR. SCHOOL TE AERDENHOUT OFFICIEEL GEOPEND. Onder groote belangstelling is Donderdag de Chr. School alhier officieel geopend. De groote zolder bood een feestelijken indruk De heer Reuyi opende, waarna spraken o.m. weth. Prinsenberg, ds. Dondorp, de heer Groenevelü, mevr. van Eeghen, de heer van den Heuvel. De leerlingen heisterden deze bijeenkomst op met het zingen van enkele gewyde liede ren. Zoo is dus Aerdenhout een school ryker ge worden, welke in een behoefte blykt te voor zien, een sieraad voor de gemeente. door G. Th. BOTMAN. 107. Dat viel ons Keesje dus niet mee. Maar wacht daar kreeg hy een idee Hij trok de pop z'n kleeren aan Waarop hij op diens plaats ging staan. De list gelukte, want al vlug Kwam Jim gerustgesteld terug, Trok wéér een knolraap uit den grond En danste spottend daarmee rond. 8. Om dan aan deze spotterny Kracht hij te zetten, wipte hy Op Kees z'n nek, en sloeg den knol ,A1 grinnekend op Kees z'n bo! „Al zie j'er nog zoo leelyk uit," Riep hy, „ik geef om jou geen duit Al laat ik hier geen knol meer staan, 't Gaat jou geen sikkepitje aan!" GEMEENTE BLOEMENDAAL Bevallen: F. B. M. SchiphorstAppelboom, dochter; W. H. HonnebierMichel, dochter; M. G. de Winter—de Langen, zoon; H. M. G. BonariusNieuwenhuis, dochter; M. C. Dem- mendaalSchoonderbeek, zoon; H. C. Troost Jeekel, dochter. Ondertrouwd: geene. Getrouwd: R. P. Belinfante en M. Lisser; J. A. H. van de Kasteele en H. Desier, Overleden: geene. (Opgave van 25 Jan.1 Febr. 1934) Bevallen: A. VerburgtOkkerse, d.; A. J. M. Bos-Mol, z. Ondertrouwd: Geene. Getrouwd: Geene. Overleden: W. C. J. Snaargaren, 38 jaar; J. de Pater, 71 jaar; R. Slot,, 75 jaar. 109. Vriend Kees intusschen geeft geen kik. Maar steekt tot Jimmy's grootcn schrik Opeens zyn groote handen uit. Waarmede hy hem vast omsluit. Jim schopt en byt uit alle macht, Maar hij verspilt voor niets zijn kracht. Kees doet z'n vinger niet meer open 't Is met zyn vrijheid afgeloopen 110. En dit nu, lieve kinders, is Het eind van deez' geschiedenis! In generaalskostuum gekleed, Maakt Jim nu kunstjes bij de vleet; Een ketting maakt, dat voor ontvluchten Vast geen gevaar meer is te duchten; Misschien dat ik je later wel Nog meer van onzen Jim vertel EINDE. DE KUS VOOR DE SPIEGEL. Rolverdeeling: Nancy Caroll als MARIA. Frank Morgan als Dr. Paul Held Paul Lukas als Dr. Walter Bernsdorf. Gloria Stuart als Frau Bernsdorf. Jean Dixon als Hilda. Walter Pigeon als de Vrygeze! Dr. Walter Bernsdorf treedt het boudoir van rijn vrouw binnen, die juist zorgvuld'g haar toilet maakt. Stil, zonder haar aandacht te trekken komt hij naderbij en kust haar plotseling voor den spiegel. Haar hoosheid haar ontsteltenis, komen Bernsdorf verdacht voor en hij volgt, haar als rij het huis verlaat. Zijn wantrouwen blijkt gegrond. Zij begeeft zich naar de appartementen van haar minnaar en het is daar, dat Bernsdorf haar, in een vlaag van jaloezie, neerschiet. Onmiddelhjk geeft hy zich by de Politie aan. Bernsdorf's vriend, Mr. Paul Held, een be roemd advocaat, zal hem verdedigen en Berns dorf vertelt hem de geheele geschiedenis tot in de kleinste bijzonderheden. Als Held thuiskomt bevindt zyn vrouw zich in haar boudoir en als hij daar binnenkomt ziet hij dat zij, evenals Bernsdorf's gewezen vrouw, de uiterste zorg aan haar toilet be steedt. Ook hij kust haar onverwachts, maar zij stoot hem woest terug. Hy volgt haar naar het park, waar rij een samenkomst heeft met haar minnaar. Na dit gezien te hebben, be geeft hy zich in een vreeselyk opgewonden toestand naar de gevangenis om Bernsdorf zyn eigen geschiedenis te vertellen. Hij voegt er aan toe dat hij, na zijn vriend vrijgekregen te hebben, Maria zal dooden ën weigert te luisteren naar de kalmeerende woorden van Bernsdorf. De groote dag van het proces is gekomen en Held dringt er op aan dat Maria fn de rechtzaal aanwezig zal rijn. Hy houdt een schitterend pleidooi en verdedigt zyn vriend alsof het hemzelf betrof. Maria voelt zijn woorden als een beschuldi ging en het hoogtepunt wordt bereikt als Paul een revolver trekt, op zijn vrouw richt en uitroept: „Wat zou iedere man in deze om standigheden doen?" Zijn vurig pleidooi heeft tot gevolg dat Bernsdorf vrijgesproken wordt en thans be ken* Maria haar ontrouw en smeekt Held haar te dooden, hem herinnerend aan zyn v/oorden tegen Bernsdorf: „Als ik jou vrij heb, dood ik haar", maar juist op dat oogen- blik komt Bernsdorf binnen om Held zyn dank te betuigen en loopt Maria hard weg. Paul keert bedroefd naar huis terug, loopt het boudoir van zijn vrouw binnen en dan valt zijn oog op de spiegel, die hem met zyn ver driet schijnt te bespotten. In een aanval van woede verbrijzeld hij haar en dan, als hy zich omdraait ziet hy Maria staan, die hem ziels lief heeft. Hij kan haar niet dooden en zij om helzen elkaar als teeken van verzoening. DE DIERENTEMMER. Clyde Beatty is door John Whipple, eige naar van een circus in dienst genomen, om met 20 leeuwen en 20 tygers in de arena voorstellingen te geven. Whipple's bankier is er op tegen om het geld, dat voor de dieren betaald is, voor zulk een vertooning te riskeeren en verklaart tevens, dat Beatty nooit in staat zal zijn om dit tot een goed einde te brengen. Maar Whipple heeft een onbegrensd vertrouwen in Beatty en de training der dieren neemt een aanvang, waarby Beatty nu en dan geassi- streerd wordt door Tim Ó'Hara, een oud-dieren temmer, die in beschonken toestand het best bruikbaar is. Ondertusschen is Lilian Langley, de be roemde luchtacrobate, gearriveerd. Zij is ver gezeld van haar verloofde, Russ Pennion, een gewezen dierentemmer die eens door de Katten" afschuwelijk gewond was en zyn vrees voor hen van dien tyd af niet overwin nen kan. Beatty biedt aan Russ onder zyn leiding te nemen, hopende zoodoendt de angst, die de man voor de dieren heeft en die rijn carrière verwoest, te doen verdwijnen. Terwijl Beatty zich vor den grooten dag met zijn dieren voorbereidt, is Tom O'Hara's zoon tje aangekomen. Het ventje was van school weggeloopen om naar rijn vader te komen zien, die in zyn oogen de grootste dieren temmer ter wereld Is. Oplossingen, bydragen, enz. te richten aan den Schaakredacteur Gedempte Oude Gracht 63, Haarlem. Probleem No. 411. J. van D y k Azn. (de Lier). Mat in twee zetten. Stand der stukken: Wit: Kh5, Df5, Lc3, e7, f2, f3. Le8, Pbl, Pc6, a5, Zwart: Kc4, Tdl, Lh2, b2, b3, d6, e2. Dit problem werd met den 2den prys be kroond in een wedstryd van „IJstads Aller handa". UIT DE CHRONOLOGIE VAN HET SCHAAKSPEL. Kalief Haroenalrasjiet, wiens regeering van 786809 duurde, was, volgens een historisch getuigenis van 932, de eerste der Abbasieden die het schaakspel beoefende en de spelers aanmoedigde. Zijn zoon een opvolger Amin (80914) won eens van den beroemden mu ziekmeester ïshaq Almaucili (plm. 850) door middel van het schaken rijn kleed. Dat ook Haroen's tweede zoon Mamoen (regeerde van 814834) geschaakt en zelfs veranderin gen in het spel gemaakt heeft, blykt uit den grammaticus Abbas Alyaridi (825922). Spel wilde hy het niet genoemd hebben, maar strijd en inspanning. Zelf was hij er, wat hij ook toestemde géén meester in; vandaar zijn zucht om het te verslimbeteren. Alraghib (pl.m. 1108) verhaalt, in zijne uit goede bron nen geputte verzameling van uittreksels, dat Mamoen in 819 (op zyn tocht uit Choerazan naar Bagdad) de schaakmeesters Rabrab, Dzjabir Alkufi en Abdalghaffar Alancari bit zich ontbood. Moetarz, die van 86669 re geerde, zou aan het schaakbord gezeten heb ben toen hem het hoofd zijns voorgangers Moestain gebracht werd. Doch stellig heeft, naar het historisch getuigenis van Magudi, Muthadhid (regeerde van 892902) geschaakt en waren ook zijn opvolgers Muktafi (902— 908), Moektadir (908—932) en Alradi (934 940) schaakvrienden. Daarentegen verbood de Egyptische despoot Hakim omstreeks 101113 het schaakspel in Cairo. Tot zoover een en ander over de schakende kaliefen. Over wat dr. A. v. d. Linde in zyn leerboek, waaraan wij een en ander ontleend hebben, betreffende de onderdanen der kaliefen („ge- loovigen" genoemd) mededeelt, is in dit be stek het belangrijkste de legende der milliar- den graankorrels (den uitvinder van het schaakspel Sisso ibn Dahir, die het spel als tijdverdrijf voor den (mythischen) koning Shihram zou hebben uitgedacht. Alnussi (833?) berekende het getal der doorloopende verdub beling van de velden op het schaakbord, na melijk de 63e macht van bet getal 2 of anders 264—1 op 18446744073709551615 (graan korrels). De naam Sissa ibn Dahir komt, volgens dr. van der Linde, voor in de dynastie van Alor en Brahmanabad, die in de eerste eeuw der Hidsirah aan den Indus regeerde en tegen de Arabieren streed. Oplossing Eindspelstudie No. 115. (H. Cohen). Stand der stukken: Wit: Kg3, Df6, f7. Zwart: Kh7, Dh5. 1. f7f8 Paardt (niet Dame of Tonen, wegens 1...., Dk5g4t; 2. Kg3—f2!, Dg4 e2t waarna pat of eeuwig schaak), Kh7—g8; 2. Pf8e6!, Dh5—f7; 3. Df6—d8t, Kg8—h7; Pe6g5t en wint. 1. Df6—e7 faalt na 1Dh5—g6t; 2. Kg3 —f4, Dg6f6t3. De7 x f pat. Goede uitwerking ontvangen van: H. W. van Dort, te Haarlem. Terwijl Beatty zich voor den grooten dag met helpen eenige mannen den smoordronken O'Hara in een uniform, om den jongen den indruk te geven, dat hij nog steeds dierentemmer is. Onder den invloed van den drank gaat O'Hara de kooi binnen en wordt door de woedende dieren in stukken gescheurd. Jimmy wordt door een der circus-eigenaren geadopteerd. Er gaat een geruimen tijd voorbij alvorens Beatty het experiment met de leeuwen en tiigers in een kooi ten uitvoer brengt, maar eindelijk breekt de langverwachte dag aan en een overvolle tent slaat de verrichtingen van Beatty met gespannen aandacht gade. Alles gaat goed, totdat een plotselinge on weersbui de dieren nerveus maakt. Zij gehoor zamen niet meer aan hun temmer en eenige breken los. Als Lilian door een van hen aangevallen wordt vergeet Russ zijn angst en redt haar. Ten slotte weet Beatty met bewon t ••enswaar- dige zelfbeheersching de dolgeworden dieren in hun kooien terug te drijven en zoodoende een versehrikkelyke ramp te voorkomen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1934 | | pagina 3