AVONTUREN VAN JOOSJE PINDA EN PIETJE ROET. DCS Losse Blaadjes. Belasting-ontduikers. Brokjes Levenswijsheid. Straatzangers. ii ""LU Ii LT Qfl 0.0 K la TO©MEEL. Peter Freuchen vertelt. S8HAAKRUBRIEK VEILIG Het doel d( Tot 1 Maart a.s. kan men nog straffeloos aangifte van belastingontduiking doen. Verschrikk'lijlc moet het wezen Wanneer men vreugd'loos leeft. Wanneer het rimp'lig voorhoofd Van zorgen is omzweefd, Als men om 't fijnst dineetje Geen sikkepit meer geeft. En 't lekkerste sigaartje Opeens geen smaak meer heeft; Wanneer men niet meer eten En niet meer slapen kan, Wanneer men zich voor altijd Voelt: een gebroken man, Omdat men zijn geweten Bezwaard heeft met een schuld: Verdiensten of vermogen Te laag zijn ingevuld Gelukkig bleef die kwelling Tot nog toe mij bespaard; Wat ik had aan te geven Was nooit de moeite waard Maar 't schijnt dat zeek're lieden Ruim van geweten zijn: Wat zij den fiscus bieden Is slechts een valschen schijn! Eenmaal daarmee begonnen Doen zij het keer op keer; Zij hebben na hun wandaad Geen rustig uutrje isieer De goedertieren Fiscus Heeft met hen medelij, Roept liefd'rijk tot de stakkers: „Kom, meld U aan bij mij, En stort vrijwillig wat gij Tekort mij hebt gedaan, Dan laat ik als belooning U verder straffeloos gaan. Maar als g'u vóór 1 Maart niet Vrijwillig tot mij keert. Dan volgt een zware boete Die U totaal ruïneert Wil tijdig overwegen Of 't niet de moeite loont Uw baantje schoon te vegen, Nu 't middel wordt getoond. Of is het slijk der aarde Meer dan gemoedsrust waard Bedenk, wat een ellende Gij aan U zelf bespaart: Niet langer de gedachte, Wat 't eind van 't lied zal zijn Geen slapelooze nachten En geen gewetenspijn Vooruit dan, ten kantore Gesneld met man en macht, Alwaar met open armen Uw vriend de Fiscus wacht (nadruk verboden) Schrijvers dragen hun geschriften scans op aan iemand, die hun bij him werk heeft geïnspireerd. Wilde ik dit gebruik volgen, ik zou dit stukje opdragen aan drie mijner medemenschen, die ik van morgen toevallig ontmoet heb. Gesproken heb ik ze niet en 'gezien nauwelijks, maar ik heb ze gehoord. En de simpele klanken, die ik van hen heb opgevangen, hebben me meer gezegd dan me nig urenlange redevoering of menig dik boek. Het is niet aan een beroemd staatsman, dat ik deze regelen opdraag noch aan een kunstenaresse van naam, maar aan drie onbekenden, eenvou dige volksmenschen, die zonder eenige pretentie hun dagelijksch bedrijf uitoefenen, een bedrijf zoo nederig, dat de meeste lezers er hun neus voor zullen optrekken. Drie straatzangers en wel van het laagste soort, van het slag dat met liedjes vent en zocdra er een agent van politie m 't zicht komt, door het eerste het beste steegje de beeneri neemt. Een spichtige jongen, een man en een meisje. De jongen bespeelt de harmonica, de man en het meisje zetten hun mond aan den luidspreker. En de liedjes, die ze, zingen, zijn, op bont papier gedrukt, voor een dubbeltje te koop. Dit is alles, wat er te zien en te hooren was op dat stille plekje in 't centrum der stad, waai- ik vanochtend toevallig verzeild ben geraakt. De ochtend is het nuchterste deel van den dag. Het moment voor het gemelijke zakendoen. Het moment voor de kantoren, het moment voor de ambtenarij, die om twee uur gesloten is. Er hoort heel wat toe, om aan 't begin van den dag een kantoorman in zijn humeur en een ambte maar uit den plooi te krijgen. Dit kan alleen door een wonder' geschieden. Dit wonder ver richten zij: de jongen, de man en het meisje. Zij brengen de poëzie in dit oord vap nuchter en zakelijk proza. De poëzie van den straatzang. Er gaat hèel wat voor straatzang door, wat geen recht heeft op dezen eerbiedwaardigen naam. Welk een toonloos, armzalig geteem en gekrijsch kan men voor zijn cent soms te hooren krijgenMaar deze straatzangers beschikken over een zuiver orgaan en een fijn gehoor. Hun vaste, door den strijd met het straatrumoer ge staafde stemmen klinken als orgeltonen omhoog' tegen de gevels. Er is in hun stoer geluid iets van de klanken uit d'e natuur, het loeien van den storm door de kruinen der boomen, het beuken van de golven tegen het strand. Dit stoere geluid overstemt het geratel van karren en htet getoeter van auto's; het verbindt zich met al dat rumoer, zoodat dit er den melodischen ondertoon van gaat vox-men. De straat verandert er door; de gevels worden tot decor voor deze romance en de luisteraars, die zich voor de vensters vertoonen, tot actieve bijfiguren. Hier zijn niet, zooals hl de concert zaal, publiek en podium gescheiden, hier is geen podium en geen publiek, maar hier is een her nieuwde menschenwereld in de plaats van de oude getreden. De wereld van gevoel en verbeelding heeft de wereld! van de nuchtere zakelijkheid vervangen. Wie lastert, dat ambtenaren droge papiermot- ten zjjn De gevreesde mannen van de belasting hebben botje bij botje gedaan en één hunner werpt den tol hunner hulde, in een papiertje verzameld, uit het venster op straat. Het meisje, verrast, raapt met een rappe buiging het pakje op, werpt een kushand naar de glunderende heeren daar boven en zingt vroolijk mee verder. De man biedt zijn liedje aan en tot zijn verba zing vindt hij een klant in een deftig heer, die juist de bibliotheek uitstapt. Na zijn dubbeltje te hebben geïncasseerd, voegtde zanger zich weer bij het tweetal en valt in met het refrein: „En denk niet, dat 's alleen v-ooi' de jeugd „Wie zegt, dat U daar ook niet voor deugt En de deftige heer glimlacht; waarlijk heeft hij ontdekt, dat ook hij nog deugt voor den droom en de romantiek en de liefde, waarvan het galmende drietal zingt. Eensklaps zijn de stof fige folianten, waarin hij zich daarnet nog zoo met gansch zijn hart heeft verdiept, vergeten en hij vindt de versjes op het bonte papier veel belangrijker. Voor het eerst leest hy iets van, het mysterie in de oogen van de werkster, die bij haar bezem luistert en in het gegroefde ge-laat van den fietsenoppasser-, die verstrooid zijn be wijsnummer aanneemt. Het straatlied. Juist is er kortgeleden weer een door G. TH. ROTMAN. (Nadruk verboden.) 1. Joosje Pinda was een kleine Chinees. Zijn vader was zeeman geweest, maar werkloos geworden en woonde nu in Rotterdam, ver van zijn geboorteland. Hij bakte nu lekkere koekjes van suiker en pindanootjes en die moest Joosje verkoopen. Eiken morgen vroeg trok hij er met z'n trommeltje op uit, aldoor roepend: „Pinda, pinda! Lèkka-Ièkka!" 2. Maar ach, de zaken gingen niet al te best, want er wai-en een heeleboel werklooze Chi- neezen in Rotterdam, en die liepen óók allemaal met pinda-pinda. Op eiken straat-hoek stond er een. Het gebeurde dan ook niet zelden, dat Joosje 's avonds even platzak terugkeerde, als hij 's ochtends weggegaan was 'IhJ LJ 'L_l l_l !_J~ dik boekdeel aan gewijd, dat gewaagt van het belang en de bekoring, welke er uitgaan van hetgeen het volk zingt. Het straatlied, mén kan het niet uit boelcen bestudeeren, men moet het op de straat zelf leeren beluisteren. Maar eigenlijk kan men zooiets niet leeren. Men moet er een gave voor hebben. En als men deze bezit, mag men dankbaar zijn, zooals ik dat eenvoudige drietal erkentelijk ben voor het geen ze mij hebben geschonken. Als men zooveel voor een enkel dubbeltje kan krijgen, of zelfs voor een simpele cent, is het leven nog altijd de moeite waard H. G. CANNEGIETER LUXOR THEATER. ïj In het Luxor Theater draait deze week: MOONLIGHT AND MELODIES. Schitterende Show- en Revuefilm waarin 8 Schlagerliederen voorkomen. Rolverdeeling: Nick Sally George Dwight Powell Elsie Leo Carillo Mary Brian Roger Pryer Herhert Rawilson Lillian Miles Verdere medewerkenden: Jack Denny en zijn orkest, Frank en Milt Britton, band, De vier Eton Boys en 50 van New-York's mooiste Revue-girls. Inhoudsbeschrijving: George Dwight, een jong Schlager-compo nist komt terecht in Walkerville, een kleine stad en wordt daar door Sally Upton geënga geerd om de muziek te schrijven voor haar muzikale Show. Sally voelt zich zeer aangetrokken tot de energieken krachtïgen Geox-ge maar deze kent maar één doel, n.l. naam maken als „Schlager componist" en beantwoordt haar liefde niet. Juist als hij den moed laat zakken, wordt hem medegedeeld, dat een van zijn composities aan genomen, is en hij vertrekt hals over kop naar New-York, een diepbedroefde Sally achter latende. Als afscheidscadeau schrijft en schenkt hij haar een lied, genaamd „There's a little bit of You in every love song". In den loop der jaren overtreft het succes dat George behaalt, zelfs zijn stoutste droomen. Dan bemerkt hij dat de Gebroeders Hobart, zijn producenten, hem bedriegen en hij besluit zelf zijn show's te leiden met Elsie Warren, die steeds het middelpunt van zijn muzikale suc cessen geweest was, in de hoofdx-ol. Sally leest veel in de couranten van George. Zij besluit naar New-York te gaan om een be trekking in zijn show te zoeken. Dat gelukt haar en zij wordt bij het koor geplaatst, maar groot is haar teleurstelling als George haar niet schijnt te herkennen. Na d'e repetitie be geeft zij zich naar zjjn kantoor, waar zij hun meeningsverschillen bijleggen en besluiten elkaar weder te ontmoeten. Dien middag ont dekt George, dat de Hobarts alle aandeelen van zijn show hebben opgekocht. Mits hij de be schikking krijgt over 30.000, is hij verloren. Elsie laat Nick de Griek, een dobbelaar, die verliefd' op haar is, komen. Deze wint het be- noodigde geld van Sort Powell, eveneens een speler, zoodat de repetities voortgang kunnen vinden. Powell is echter verliefd op Sally ge worden. Hij wint al bet geld weer van Nick terug en laat Sally de plaats van Elsie in de show innemen. George is er van overtuigd dat de onervaren Sally onmogelijk een succes kan worden én trekt zich terug. Sally zoekt Powell in zijn woning op, juist voor de première. De verliefde man belooft haar alles wat zij wenscht en zij vraagt hem de leiding weer in handen van George te geven. Zij gooien er een geldstuk voor op en Sally wint, niet wetende, dat Sort een geldstuk met twee dezelfde kanten gebruikt heeft om haar te doen winnen. Zij snelt onmiddellijk met het goede nieuws naar George maar deze wil niets meer van haar weten, denkende dat zij Sort's vriendin is geworden. Elsie staat er echter op, dat George de show zal laten doorgaan en als Nick hem vertelt van Sally's trouw, ziet hij in wat voor een dwaas hij geweest is en dat succes niets kan beteekenen, zonder dat hij zich weer met haar verzoend zou hebben. En bij de pre mière ontdekt hij haar. Hij smeekt haar hem te vergeven en het einde komt met een dubbel hu welijk, aangezien Nick en Elsie het ook eens waren geworden. f soon uit Marcel Achard's onderhoudende ccmédie. Hij heeft de gave de tekst te lanceeren met een verve en tegelijk op een luchtigen toon, die we hier alleen kennen van de tournées van de Fransche troepén en die deze laatsten in staat stellen dingen te zeggen, die door Hollandsche monden uitgesproken, grof en onwelvoegelijk zouden aandoen. Daarbij beschikt hij over een voortreffelijke mimiek, waardoor zijn humor steeds van eeix groote werking blijft. Lasexxr draagt dan ook alleen vrijwel de ge- heele voorstelling van Petrus. De eenige. die hem eenigszins benadert is Mary Dresselhuis, die soms, zooals in het derde bedrijf, den fran- schen toon te pakken had, doch in andere oogenblikken, zooals de repetitie van de revue- scéne, aanmerkelijk te kort schoot. De anderen en speciaal de dames, stonden met echte hollandsche beenen, al waren die dan ook onbedekt, midden in een fransche omge-' ving en deden daarin zeer misplaatst aan. Zij vertraagden het tempo, waar dit mogelijk was, en maakten het zelfs van tijd tot tijd Lasexu' moeilijk, zijn volle krachten te ontplooien. De uitzonderingen in de bijrollen waren Cor Her mus die als agent Ribadeaux een niet onver- makelijke carieatuur gaf van den Parijschen agent en Oscar Tourniarie, die van den „stil len" rechercheur een uitstekenden tegenspeler van Lasexxr maakte in het ongetwijfeld sterkste derde bedrijf van- dit stuk, dat in alle drie de bedrijven onderhoudend blijft, door actie en vjotte dialoog. Ik zou dan ook ieder willen aan raden, dit stuk van Achard te gaan zien. om dat het een genoegen is een acteur als Lasexu- te zien in een rol, die hem bij uitstek ligt, in een stuk, waarmede ieder zich amuseert, ter wijl toch, zooals immer bij Achard, een diepere gedachte het stuk verheft hoven de zuivere amusementsstukken. S. H. Zatei-dagavond komt de Zaandamsche tooneel- vereeniging „Vondel" met het blijspel van Somer set Maughan „Caroline" onder de regie van Ed. Verkade hier in de stadsschouwbiu-g en wel om ons Haarlemmers eerstens een heerlijken, vrooltjken avond te bezorgen, maar meteen om de kas van het wijkhuis van het fonds tot be- hax-tiging der belangen van de hxxlpbehoevende kraamvrouwen te verstex-ken. Een groot damescomité orïder het eere-voor- zitsterschap van mevr. A. Rëell baronesse de Vos v. Steenwijk, heeft zich gevormd om den avond zoo luisterrijk mogelijk te maken en vele kopjes thee en andere dranken te schenken aan de jongelui, die na de vooi-stelling in de foyer hun hart aan dansen kumien ophalen. De kaarten zjjn nog verkrijgbaar aan den schouwbux-g; komt u toch kijken en vooral ook jonge menschen komt u dansexx 'savonds! 3. Gelukkig zou er spoedig verandering in den toestand komen. Op zekeren dag kwam Joosje Piet Roet tegen. Dat was een negertje, die in een kistje een marmotje droeg en dat voor een cent liet zien. Maar bij Pietje gingen de zaken ook al slecht. „Weet je wat?" zei Joosje, „we moeten samen een firma oprichten: Pinda Go." 4. Zoo gebeurde het. Joosje en Pietje maak ten een groot bord, waarop ze in groote letters den firmanaam schilderden, en ieder, die voor vijf cent pinda kocht, mocht gratis het mar motje zien. En dót hielp, hoor! De klanten stroomden van alle kanten toe en de concur renten keken zoo nijdig als een spin. STADSSCHOUWBURG. Clinge Doorenbos heeft Dinsdag 1.1. een groot succes behaald, een groot persoonlijk succes. Wij leggen hier den nadruk op, omdat hij optrad voor een uitermate slecht bezette zaal en toch in een ommezien die echt gezel lige sfeer wist te scheppen, die juist voor zijn kleinkunst van zoo'n groot belang is. Wij vra gen ons overigens af, hoe het komt, dat een artist als Clinge Doorenbos geen grooter pu bliek meer weet te trekken. O.i. kaxx het wellicht geweten worden aan de radio. Den laatsten tijd treedt hij met zeer veel succes voor de microfoon op. Een andere reden we ten wij niet, want steeds is hij actueel, wist hij niet de hoorders tot enthousiasme te brengen bij zijn parodie op de radio Een welverdiende ovatie was zijn deel, een ovatie, welke hém de overtuiging geschonken zal hebben, dat het publiek dat er was zich kostelijk geamuseerd heeft en met verlangen naar een volgend optreden zal uitzien. SCHOUWBURG JANSWEG. Dinsdag en Woensdag a.s. komt „Opoe", dat beteekent, dat Dinsdag en Woensdag a.s. een volle zaal weder gelegenheid zal hebben Mevrouw Esther de Boer van Rijk te bejube len in haar jubileumsrol. Haarlem zal zich zeker niet onbetuigd laten bij deze gelegen heid om „echt" tooneelspel te genieten. CENTRAAL TOONEEL PETRUS. In „Petrus" heeft Cees Laseur eens te meer bewezen onbetwist de eenigste Hollandsche acteur te zijn, die een fransche comédie fransch te spelen. Dit is geen misprijzen, van zijn collega's, daar toch onze kleibcdem ens van nature onge schikt maakt tot vlotheid en luchtigheid, doch een compliment voor Lasein-, die Za terdag en Zondag in onzen Stadsschouwburg een behoorlijk bezette zaal heeft onthaald op een meesterlijke vertolking van den .hoofdper- Uit het leven der Eskimo's. Een vertegenwoordiger van V.D. heeft een onderhoud gehad met den bekenden Deenschen schrijver Peter Fi-euchen en vei-telt daax-van het volgende: In het gezellige restaurant van het vliegveld Schiphol zitten wij met den Deenschen schrijver Peter Freuchen, die, vergezeld van zijn vrouw op dooi-reis van Kopenhagen naar Parijs een kwartiertje tij'd had voor een haastigen lunch en gaarne bereid was deze nog haastiger te ver orberen om tijd te kxuinen vinden ons een en ander te vei-tellen over de verfilming van een zijner boeken Storfanger (Eskimo) Peter Fx-euchen, die 27 jaar van zijn leven in Groenland doorbi-acht, waar hij een grondige studie van de gebruiken en de levenswijze dei- Eskimo's maakte, is het type van een echten zeerob, een rossige baard en onwillig haar, joviale handdruk bij de begroeting en een bereidwillig heid om te vertellen. Een man, waamiee men zich direct op zijn gemak voelt. Hij is Deen van gebooi-te en eigenaar van het eilandje Ene-Hoie, vlak bij de Deensche kust, waar hij thans uit- rust van zijn reizen en zijn boeken schrijft. Het boek Esldmo droeg hij op aan zijn vriend, den thans gestorven ontdekkingsreiziger Knud Rasmussen, over wiens leven en tochten hij thans bezig is een boek te schrijven. Altijd heb ik gewenseht ook de Noordelijke streken van Alaska te kunnen bezoeken, maar een expeditie was me wel wat te kostbaar, vertelde hij met een glim lach. Daarom was het voor mij een des te grooter genoegen door de Metro Goldwyn Mayer in de gelegenheid gesteld te worden de expeditie van den regisseur W. S. van Dyke, die de verfil ming van mijn boek maakte, hierheen te verge zellen. Een groote filmmaatschappij treft meer uitgebreide voorbereidingen dan Ik zelf ooit kon bekostigen. In Groenland maakte ik mijn toch ten per hondenslede en was het steeds voor ons een verrassing wat wij op onze reis zouden ont moeten. Voor een film evenwel, die in korten tijd aan het publiek een algeheelen indruk van het leven in het hooge Noorden moet geven, moesten Wij bepaalde ontmoetingen zoeken en daarvoor werd gebruik gemaakt van een vijftal vlieg tuigen, die kudden dieren voor ons opzochten, waardoor wij konden nagaan in welke streken we deze het beste konden verfilmen. Het opnemen van de film kostte 1.400.000 dojlar, en persoonlijk heb ik er precies twee jaar en een dag aan gewerkt, vervolgde Freuchen. Eerst werd in Hollywood een manuscript, geba seerd op mijn boek, gemaakt en werd de geheele uitrusting voor de expeditie m orde gemaakt. Toen alles voor de opnamen gereed was, ging ik naai- Seattle, waar ik een geschikte walviseh- vaarder kocht. Deze boot, de Nanook, is geduren de tien maanden ons hoofdkwartier geweest. Oorspronkelijk was het plan de eerste opnamen te maken bij Point Barrow, het meest noorde lijke punt van Alaska, waar veel walrussen voor komen, maai- de toestand van het ijs belette ons zoover naar het Noorden door te dringen en daarom vestigden wij ons eerste hoofdkwartier bij Teller, waar we kennis maakten met een Eskimo-halfbloed Ray Weis. In hem vonden wij een geboren acteur, die ons ook zeer behulpzaam was bij het in sc'ène zetten van de gedeelten, waaraan de inboorlingen moesten medewerken. Is het mogelijk, dat wij uw gezicht op enkele van de reeds gepubliceerde foto's gezien hebben? vroegen we hem. Inderdaad heb ik in de film een rol ge speeld. Ik was de slechte man, die het Eskimo meisjes verleidt, vertelde hij met een blik op zijn vrouw, die zich evenwel door deze bekente nis niet bij haar lunch het storen, maar het kwaad wordt gestraft en de Eskimo's hebben mij vermoord. Intusschen bleek deze moord geen nadeellgen invloed op hem gehad te hebben, althans zUn Schaakredacteur, Gedempte Oude Gracht 63, Oplossingen, bijdragen, enz. te richten aan den Haarlem. EINDSPELSTUDIE No. 116. J. B. Ho r wi t z. (1808—1883). Wit aan zet wint. Stand der stukken: Wit: Kd2, Tc7, Pdl. Zwart: Ka2, Dal. PARTIJ No. 189. Gespeeld in het Kersttournooi te Hastings, 30 December 1933. Wit: Zwart: S. F1 ohr, P. S. Milner-Earry, (Praag) (Londen) GEWEIGERD DAME-GAMBIET. 1. d2d4 d7d5 2. e2e3 c7c6 3. e2e3 Lc8—f5 4. Ddlb3 Dd8d7 Een ongewone zet. 5. Pgl—f3 f7—f6 6. Pblc3 e7e6 7. Lfl—e2 Pg8e7 Gezien de tot hieftoe gevolgde wijze van spelen, zou 7g7g5 verwacht worden. 8. Pf 3h4Lf5—g6 9. Ph4Xg6 h7Xg6 10. Lel—02 Pe7—f5 11. Le2d3 Lf8d6 12. 0—0-0 b7b6 Beter was Dd7c7, gevolgd door Pb8d7. 13. g2g4 Pf5e7 14. e3e4! d5Xe4 15. Pc3Xe4 Ke8—f7 16. h2h4 Pb8a6 Het offer van dit ongeiukspaard is een wan- hoopszet. 17. c4c5 b6Xc5 18. Ld3 X a6 c5Xd4 19. Db3—f3 Pe705 20. h4h5 c6c5 21. La6c4 Ld6e5 22. Tdl—el Kf7—e7 23. h5h6! Zeer energiek gespeeld; op 23g7X h6 volgt 24. Pe4Xf6. 23Ta8b8 24. h6Xg7 Th8—hl 25. Tel X hl d4—d3 26. g7g8D! Le5Xb2f 27. Kcldl Opgegeven. GROOTMEESTER FLOHR. In de eerste helft van December heeft Flohr te Leningrad een match van 10 partijen ge speeld met den Russischen meester M. Botwin- nik. Er waren zoo ongeveer 10000 toeschou wers. De match bleef onbeslist waaruit de kracht van den Russischen meester blijkt. Maar ook op andere wijze heeft Flohr de speel- sterkte der Russische schaakspelers ondervon den. In Moskou speelde hij mede in een blnk- semtournooi van 14 meesters, waarin Rjumin hem de baas was. Slotstand: Rjumin 11, Flohr 10%, Grigoriew en Löwen- fisch ieder 8, Masel 7%, enz. In Leningrad speelde Flohr 50 simultaan- partijen, met het resultaat: 16 gewonnen, 12 verloren en 22 remise. Daar zijn tegenstanders bijna allen spelers waren, die in staat zijn zelf succesvolle séances te geven, is genoemd resul taat uitmuntend te noemen. OPLOSSING PROBLEEM No. 408. (Henry Forsberg). Stand der stukken: Wit: Kb5, Del, Tdl, Te2, Lf6, Pc5, Pe8. Zwart: Kd5, Db3, Te5, Lbl, Pg8, a4, b4, d3, f5, f7. 1. Pc5Xd3, enz. Goede oplossing ontvangen van: H. W. van Dort, te Haarlem. eetlust had er niet onder geleden. Nog veel had hij ons kunnen vertellen, maar reeds kwam men ons waarschuwen, dat het vlieg tuig voor Parijs gereed stond. De fotografen wer den ongeduldig en dus moesten wij ons naar buiten haasten. Voor het vertrek werd Freuchen namens de uitgeversmaatschappij Elsevier een exemplaar van de Hollandsche vertaling van zijn boek aan geboden, welke attentie hij zeer op prijs stelde. Nog een paar haastige handdrukken en een „tot wederziens", het waarschuwende motorgeronk maakte een einde aan dit korte bezoek aan Holland, dat Freuchen evenwel spoedig hoopt te herhalen om dan langeren tijd In dit land, waar over hij veel gehoord heeft, te kunnen 'doorbren gen. rijden kan bij uitzon dering geen kwaad rijden is echter altijd goed en dus beter I (Buiten verantwoorde] (Overname toegesta verme N. 5 De Nieuw Economise land) begint met o: serie publicaties, wel aandacht te vestigen nistratieve oorzaken, v, dige crisis, om daarna waardoor de oorzak( worc.Cn en herhaling De N. E. G. stelt u zij geen politie] Haar denkbeelden zijr tair rekenkundige begi overwegingen. De N. E. G. is als N volkomen onafhankelj bestaan thans in Groc V. S., Canada, Au: Zuid-Afrika, Japan, de Oostenrijk, Frankrijk Al deze groepen ba: denkbeelden op die va: nieur-econoom Majoor publiceerde zijn plan: voor den aanvang der genwootdigen daarom crisis-noodzaak ontwc lapmiddelen. De leuze der N, E. Niet minder voor so •VOOR ALLEN. Zoo spoedig mogelijk gesticht worden. Wij uit, die waarde hechte hunne individ'ueele hui verwerving van hun ii zekerheid, zich aan 1 maatschap der N. E. De contributie bedrai jaar, voor werkloozcn G. Prins Hendrikkade Wij verzoeken de le kelen uit te knippen en ter lezing te geven. Wie het geld heeft, h waarheid, kan niet get Hoevelen hebben er geven, dat sinds het b volutie, dateerend van van de stoommachine wereld vrijwel gerege diustrie? Maar dat de weer de vazal is van d de werkelijke Macht menschheid berust bij Het is voor ons menschheid geregeerd i Industrie, hetgeen n soort Regeeren door e Wat is resp. Vo Men, dat is de Geld het werkelijk doel met De werkgevers werden ders beschouwden di meesters. In waarheid Financier achter die zooals de Financier sts de politieke machinei wetten des Lands. De Geldmacht heeft dat zij een soort welc overvloed schenken, wa maar zonder ons, Geld daar niet van kunnen ons kunt gij niet koop Voortbrenging in eer kèn geen ander- doel he de bekende behoefte voortbrenging dient te rationeele wijze, dus m individueele inspanning Wanneer dat zoo is, niet een vloek, want veel geringere mate nc denken, en het volle le OVER DE BRONNI BE Dat naar de wijsgeei (Hegel) zegt, de wil va vliegt beteekent wel all schap niet deel neemt verkeer, handel en pol: beteekenen, want de v der wijshfeid wordt afge kie" geweest zijn, dat dingen openbaar wordei gewone dagleven vei'oor Wat zijn de bronnen den cm tot het in den tijd verborgene door te Ons dunkt Öe vergelij kunde met den wil gaa ze gezellig -dadelijk aar king te zijn de eerst rs! de tegenwoordig zie te onderzoeken gebied; overlevering van betror wijzen te toetsen, maar de derde: oude kaarter landmeter vervaardigd; enz. platen, teekening vijfde en ten laatste e geschrevene en gedrukt conden, oorspronkelijke der op schrift is gestelt blad berichtje toe. Vol die in 1856 bij Nflhoff denis der Stad Zutfen' schiedenis van bijzondf de tweede rang te staar dhr Volksgeschiedenis. kelijk. De geschiedenis

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1934 | | pagina 6