AVONTUREN VAN JOOSJE PINDA
EN PIETJE ROET.
DCS
Losse Blaadjes.
Belasting-ontduikers.
Brokjes Levenswijsheid.
Straatzangers.
ii ""LU Ii LT
Qfl 0.0 K
la
TO©MEEL.
Peter Freuchen vertelt.
S8HAAKRUBRIEK
VEILIG
Het doel d(
Tot 1 Maart a.s. kan men nog straffeloos
aangifte van belastingontduiking doen.
Verschrikk'lijlc moet het wezen
Wanneer men vreugd'loos leeft.
Wanneer het rimp'lig voorhoofd
Van zorgen is omzweefd,
Als men om 't fijnst dineetje
Geen sikkepit meer geeft.
En 't lekkerste sigaartje
Opeens geen smaak meer heeft;
Wanneer men niet meer eten
En niet meer slapen kan,
Wanneer men zich voor altijd
Voelt: een gebroken man,
Omdat men zijn geweten
Bezwaard heeft met een schuld:
Verdiensten of vermogen
Te laag zijn ingevuld
Gelukkig bleef die kwelling
Tot nog toe mij bespaard;
Wat ik had aan te geven
Was nooit de moeite waard
Maar 't schijnt dat zeek're lieden
Ruim van geweten zijn:
Wat zij den fiscus bieden
Is slechts een valschen schijn!
Eenmaal daarmee begonnen
Doen zij het keer op keer;
Zij hebben na hun wandaad
Geen rustig uutrje isieer
De goedertieren Fiscus
Heeft met hen medelij,
Roept liefd'rijk tot de stakkers:
„Kom, meld U aan bij mij,
En stort vrijwillig wat gij
Tekort mij hebt gedaan,
Dan laat ik als belooning
U verder straffeloos gaan.
Maar als g'u vóór 1 Maart niet
Vrijwillig tot mij keert.
Dan volgt een zware boete
Die U totaal ruïneert
Wil tijdig overwegen
Of 't niet de moeite loont
Uw baantje schoon te vegen,
Nu 't middel wordt getoond.
Of is het slijk der aarde
Meer dan gemoedsrust waard
Bedenk, wat een ellende
Gij aan U zelf bespaart:
Niet langer de gedachte,
Wat 't eind van 't lied zal zijn
Geen slapelooze nachten
En geen gewetenspijn
Vooruit dan, ten kantore
Gesneld met man en macht,
Alwaar met open armen
Uw vriend de Fiscus wacht
(nadruk verboden)
Schrijvers dragen hun geschriften scans op aan
iemand, die hun bij him werk heeft geïnspireerd.
Wilde ik dit gebruik volgen, ik zou dit stukje
opdragen aan drie mijner medemenschen, die ik
van morgen toevallig ontmoet heb. Gesproken
heb ik ze niet en 'gezien nauwelijks, maar ik heb
ze gehoord. En de simpele klanken, die ik van hen
heb opgevangen, hebben me meer gezegd dan me
nig urenlange redevoering of menig dik boek.
Het is niet aan een beroemd staatsman, dat ik
deze regelen opdraag noch aan een kunstenaresse
van naam, maar aan drie onbekenden, eenvou
dige volksmenschen, die zonder eenige pretentie
hun dagelijksch bedrijf uitoefenen, een bedrijf
zoo nederig, dat de meeste lezers er hun neus
voor zullen optrekken. Drie straatzangers en wel
van het laagste soort, van het slag dat met
liedjes vent en zocdra er een agent van politie
m 't zicht komt, door het eerste het beste steegje
de beeneri neemt.
Een spichtige jongen, een man en een meisje.
De jongen bespeelt de harmonica, de man en
het meisje zetten hun mond aan den luidspreker.
En de liedjes, die ze, zingen, zijn, op bont papier
gedrukt, voor een dubbeltje te koop. Dit is alles,
wat er te zien en te hooren was op dat stille
plekje in 't centrum der stad, waai- ik vanochtend
toevallig verzeild ben geraakt.
De ochtend is het nuchterste deel van den dag.
Het moment voor het gemelijke zakendoen. Het
moment voor de kantoren, het moment voor de
ambtenarij, die om twee uur gesloten is. Er
hoort heel wat toe, om aan 't begin van den dag
een kantoorman in zijn humeur en een ambte
maar uit den plooi te krijgen. Dit kan alleen
door een wonder' geschieden. Dit wonder ver
richten zij: de jongen, de man en het meisje.
Zij brengen de poëzie in dit oord vap nuchter
en zakelijk proza. De poëzie van den straatzang.
Er gaat hèel wat voor straatzang door, wat
geen recht heeft op dezen eerbiedwaardigen
naam. Welk een toonloos, armzalig geteem en
gekrijsch kan men voor zijn cent soms te hooren
krijgenMaar deze straatzangers beschikken
over een zuiver orgaan en een fijn gehoor. Hun
vaste, door den strijd met het straatrumoer ge
staafde stemmen klinken als orgeltonen omhoog'
tegen de gevels. Er is in hun stoer geluid iets
van de klanken uit d'e natuur, het loeien van
den storm door de kruinen der boomen, het
beuken van de golven tegen het strand. Dit
stoere geluid overstemt het geratel van karren
en htet getoeter van auto's; het verbindt zich met
al dat rumoer, zoodat dit er den melodischen
ondertoon van gaat vox-men.
De straat verandert er door; de gevels worden
tot decor voor deze romance en de luisteraars,
die zich voor de vensters vertoonen, tot actieve
bijfiguren. Hier zijn niet, zooals hl de concert
zaal, publiek en podium gescheiden, hier is geen
podium en geen publiek, maar hier is een her
nieuwde menschenwereld in de plaats van de oude
getreden. De wereld van gevoel en verbeelding
heeft de wereld! van de nuchtere zakelijkheid
vervangen.
Wie lastert, dat ambtenaren droge papiermot-
ten zjjn De gevreesde mannen van de belasting
hebben botje bij botje gedaan en één hunner
werpt den tol hunner hulde, in een papiertje
verzameld, uit het venster op straat. Het meisje,
verrast, raapt met een rappe buiging het pakje
op, werpt een kushand naar de glunderende
heeren daar boven en zingt vroolijk mee verder.
De man biedt zijn liedje aan en tot zijn verba
zing vindt hij een klant in een deftig heer, die
juist de bibliotheek uitstapt. Na zijn dubbeltje
te hebben geïncasseerd, voegtde zanger zich
weer bij het tweetal en valt in met het refrein:
„En denk niet, dat 's alleen v-ooi' de jeugd
„Wie zegt, dat U daar ook niet voor deugt
En de deftige heer glimlacht; waarlijk heeft
hij ontdekt, dat ook hij nog deugt voor den
droom en de romantiek en de liefde, waarvan het
galmende drietal zingt. Eensklaps zijn de stof
fige folianten, waarin hij zich daarnet nog zoo
met gansch zijn hart heeft verdiept, vergeten
en hij vindt de versjes op het bonte papier veel
belangrijker. Voor het eerst leest hy iets van, het
mysterie in de oogen van de werkster, die bij
haar bezem luistert en in het gegroefde ge-laat
van den fietsenoppasser-, die verstrooid zijn be
wijsnummer aanneemt.
Het straatlied. Juist is er kortgeleden weer een
door G. TH. ROTMAN.
(Nadruk verboden.)
1. Joosje Pinda was een kleine Chinees. Zijn
vader was zeeman geweest, maar werkloos
geworden en woonde nu in Rotterdam, ver van
zijn geboorteland. Hij bakte nu lekkere koekjes
van suiker en pindanootjes en die moest Joosje
verkoopen. Eiken morgen vroeg trok hij er met
z'n trommeltje op uit, aldoor roepend: „Pinda,
pinda! Lèkka-Ièkka!"
2. Maar ach, de zaken gingen niet al te best,
want er wai-en een heeleboel werklooze Chi-
neezen in Rotterdam, en die liepen óók allemaal
met pinda-pinda. Op eiken straat-hoek stond
er een. Het gebeurde dan ook niet zelden, dat
Joosje 's avonds even platzak terugkeerde, als
hij 's ochtends weggegaan was
'IhJ LJ 'L_l l_l !_J~
dik boekdeel aan gewijd, dat gewaagt van het
belang en de bekoring, welke er uitgaan van
hetgeen het volk zingt. Het straatlied, mén kan
het niet uit boelcen bestudeeren, men moet het
op de straat zelf leeren beluisteren.
Maar eigenlijk kan men zooiets niet leeren.
Men moet er een gave voor hebben. En als men
deze bezit, mag men dankbaar zijn, zooals ik
dat eenvoudige drietal erkentelijk ben voor het
geen ze mij hebben geschonken. Als men zooveel
voor een enkel dubbeltje kan krijgen, of zelfs
voor een simpele cent, is het leven nog altijd de
moeite waard
H. G. CANNEGIETER
LUXOR THEATER.
ïj
In het Luxor Theater draait deze week:
MOONLIGHT AND MELODIES.
Schitterende Show- en Revuefilm waarin 8
Schlagerliederen voorkomen.
Rolverdeeling:
Nick
Sally
George Dwight
Powell
Elsie
Leo Carillo
Mary Brian
Roger Pryer
Herhert Rawilson
Lillian Miles
Verdere medewerkenden: Jack Denny en
zijn orkest, Frank en Milt Britton, band, De
vier Eton Boys en 50 van New-York's mooiste
Revue-girls.
Inhoudsbeschrijving:
George Dwight, een jong Schlager-compo
nist komt terecht in Walkerville, een kleine
stad en wordt daar door Sally Upton geënga
geerd om de muziek te schrijven voor haar
muzikale Show.
Sally voelt zich zeer aangetrokken tot de
energieken krachtïgen Geox-ge maar deze kent
maar één doel, n.l. naam maken als „Schlager
componist" en beantwoordt haar liefde niet.
Juist als hij den moed laat zakken, wordt hem
medegedeeld, dat een van zijn composities aan
genomen, is en hij vertrekt hals over kop naar
New-York, een diepbedroefde Sally achter
latende. Als afscheidscadeau schrijft en schenkt
hij haar een lied, genaamd „There's a little bit
of You in every love song".
In den loop der jaren overtreft het succes
dat George behaalt, zelfs zijn stoutste droomen.
Dan bemerkt hij dat de Gebroeders Hobart, zijn
producenten, hem bedriegen en hij besluit zelf
zijn show's te leiden met Elsie Warren, die
steeds het middelpunt van zijn muzikale suc
cessen geweest was, in de hoofdx-ol.
Sally leest veel in de couranten van George.
Zij besluit naar New-York te gaan om een be
trekking in zijn show te zoeken. Dat gelukt
haar en zij wordt bij het koor geplaatst, maar
groot is haar teleurstelling als George haar
niet schijnt te herkennen. Na d'e repetitie be
geeft zij zich naar zjjn kantoor, waar zij hun
meeningsverschillen bijleggen en besluiten
elkaar weder te ontmoeten. Dien middag ont
dekt George, dat de Hobarts alle aandeelen
van zijn show hebben opgekocht. Mits hij de be
schikking krijgt over 30.000, is hij verloren.
Elsie laat Nick de Griek, een dobbelaar, die
verliefd' op haar is, komen. Deze wint het be-
noodigde geld van Sort Powell, eveneens een
speler, zoodat de repetities voortgang kunnen
vinden. Powell is echter verliefd op Sally ge
worden. Hij wint al bet geld weer van Nick
terug en laat Sally de plaats van Elsie in de
show innemen. George is er van overtuigd dat
de onervaren Sally onmogelijk een succes kan
worden én trekt zich terug.
Sally zoekt Powell in zijn woning op, juist
voor de première. De verliefde man belooft
haar alles wat zij wenscht en zij vraagt hem de
leiding weer in handen van George te geven.
Zij gooien er een geldstuk voor op en Sally
wint, niet wetende, dat Sort een geldstuk met
twee dezelfde kanten gebruikt heeft om haar
te doen winnen. Zij snelt onmiddellijk met het
goede nieuws naar George maar deze wil niets
meer van haar weten, denkende dat zij Sort's
vriendin is geworden. Elsie staat er echter op,
dat George de show zal laten doorgaan en als
Nick hem vertelt van Sally's trouw, ziet hij in
wat voor een dwaas hij geweest is en dat succes
niets kan beteekenen, zonder dat hij zich weer
met haar verzoend zou hebben. En bij de pre
mière ontdekt hij haar. Hij smeekt haar hem te
vergeven en het einde komt met een dubbel hu
welijk, aangezien Nick en Elsie het ook eens
waren geworden.
f
soon uit Marcel Achard's onderhoudende ccmédie.
Hij heeft de gave de tekst te lanceeren met een
verve en tegelijk op een luchtigen toon, die
we hier alleen kennen van de tournées van de
Fransche troepén en die deze laatsten in staat
stellen dingen te zeggen, die door Hollandsche
monden uitgesproken, grof en onwelvoegelijk
zouden aandoen. Daarbij beschikt hij over een
voortreffelijke mimiek, waardoor zijn humor
steeds van eeix groote werking blijft.
Lasexxr draagt dan ook alleen vrijwel de ge-
heele voorstelling van Petrus. De eenige. die
hem eenigszins benadert is Mary Dresselhuis,
die soms, zooals in het derde bedrijf, den fran-
schen toon te pakken had, doch in andere
oogenblikken, zooals de repetitie van de revue-
scéne, aanmerkelijk te kort schoot.
De anderen en speciaal de dames, stonden
met echte hollandsche beenen, al waren die dan
ook onbedekt, midden in een fransche omge-'
ving en deden daarin zeer misplaatst aan. Zij
vertraagden het tempo, waar dit mogelijk was,
en maakten het zelfs van tijd tot tijd Lasexu'
moeilijk, zijn volle krachten te ontplooien. De
uitzonderingen in de bijrollen waren Cor Her
mus die als agent Ribadeaux een niet onver-
makelijke carieatuur gaf van den Parijschen
agent en Oscar Tourniarie, die van den „stil
len" rechercheur een uitstekenden tegenspeler
van Lasexxr maakte in het ongetwijfeld sterkste
derde bedrijf van- dit stuk, dat in alle drie de
bedrijven onderhoudend blijft, door actie en
vjotte dialoog. Ik zou dan ook ieder willen aan
raden, dit stuk van Achard te gaan zien. om
dat het een genoegen is een acteur als Lasexu-
te zien in een rol, die hem bij uitstek ligt, in
een stuk, waarmede ieder zich amuseert, ter
wijl toch, zooals immer bij Achard, een diepere
gedachte het stuk verheft hoven de zuivere
amusementsstukken.
S. H.
Zatei-dagavond komt de Zaandamsche tooneel-
vereeniging „Vondel" met het blijspel van Somer
set Maughan „Caroline" onder de regie van
Ed. Verkade hier in de stadsschouwbiu-g en wel
om ons Haarlemmers eerstens een heerlijken,
vrooltjken avond te bezorgen, maar meteen om
de kas van het wijkhuis van het fonds tot be-
hax-tiging der belangen van de hxxlpbehoevende
kraamvrouwen te verstex-ken.
Een groot damescomité orïder het eere-voor-
zitsterschap van mevr. A. Rëell baronesse de
Vos v. Steenwijk, heeft zich gevormd om den
avond zoo luisterrijk mogelijk te maken en vele
kopjes thee en andere dranken te schenken aan
de jongelui, die na de vooi-stelling in de foyer
hun hart aan dansen kumien ophalen.
De kaarten zjjn nog verkrijgbaar aan den
schouwbux-g; komt u toch kijken en vooral ook
jonge menschen komt u dansexx 'savonds!
3. Gelukkig zou er spoedig verandering in
den toestand komen. Op zekeren dag kwam
Joosje Piet Roet tegen. Dat was een negertje,
die in een kistje een marmotje droeg en dat
voor een cent liet zien. Maar bij Pietje gingen
de zaken ook al slecht. „Weet je wat?" zei
Joosje, „we moeten samen een firma oprichten:
Pinda Go."
4. Zoo gebeurde het. Joosje en Pietje maak
ten een groot bord, waarop ze in groote letters
den firmanaam schilderden, en ieder, die voor
vijf cent pinda kocht, mocht gratis het mar
motje zien. En dót hielp, hoor! De klanten
stroomden van alle kanten toe en de concur
renten keken zoo nijdig als een spin.
STADSSCHOUWBURG.
Clinge Doorenbos heeft Dinsdag 1.1. een
groot succes behaald, een groot persoonlijk
succes. Wij leggen hier den nadruk op, omdat
hij optrad voor een uitermate slecht bezette
zaal en toch in een ommezien die echt gezel
lige sfeer wist te scheppen, die juist voor zijn
kleinkunst van zoo'n groot belang is. Wij vra
gen ons overigens af, hoe het komt, dat een
artist als Clinge Doorenbos geen grooter pu
bliek meer weet te trekken. O.i. kaxx het
wellicht geweten worden aan de radio. Den
laatsten tijd treedt hij met zeer veel succes
voor de microfoon op. Een andere reden we
ten wij niet, want steeds is hij actueel, wist
hij niet de hoorders tot enthousiasme te
brengen bij zijn parodie op de radio
Een welverdiende ovatie was zijn deel, een
ovatie, welke hém de overtuiging geschonken
zal hebben, dat het publiek dat er was zich
kostelijk geamuseerd heeft en met verlangen
naar een volgend optreden zal uitzien.
SCHOUWBURG JANSWEG.
Dinsdag en Woensdag a.s. komt „Opoe",
dat beteekent, dat Dinsdag en Woensdag a.s.
een volle zaal weder gelegenheid zal hebben
Mevrouw Esther de Boer van Rijk te bejube
len in haar jubileumsrol. Haarlem zal zich
zeker niet onbetuigd laten bij deze gelegen
heid om „echt" tooneelspel te genieten.
CENTRAAL TOONEEL PETRUS.
In „Petrus" heeft Cees Laseur eens te meer
bewezen onbetwist de eenigste Hollandsche
acteur te zijn, die een fransche comédie
fransch te spelen.
Dit is geen misprijzen, van zijn collega's,
daar toch onze kleibcdem ens van nature onge
schikt maakt tot vlotheid en luchtigheid,
doch een compliment voor Lasein-, die Za
terdag en Zondag in onzen Stadsschouwburg
een behoorlijk bezette zaal heeft onthaald op
een meesterlijke vertolking van den .hoofdper-
Uit het leven der Eskimo's.
Een vertegenwoordiger van V.D. heeft een
onderhoud gehad met den bekenden Deenschen
schrijver Peter Fi-euchen en vei-telt daax-van het
volgende:
In het gezellige restaurant van het vliegveld
Schiphol zitten wij met den Deenschen schrijver
Peter Freuchen, die, vergezeld van zijn vrouw
op dooi-reis van Kopenhagen naar Parijs een
kwartiertje tij'd had voor een haastigen lunch en
gaarne bereid was deze nog haastiger te ver
orberen om tijd te kxuinen vinden ons een en
ander te vei-tellen over de verfilming van een
zijner boeken Storfanger (Eskimo)
Peter Fx-euchen, die 27 jaar van zijn leven in
Groenland doorbi-acht, waar hij een grondige
studie van de gebruiken en de levenswijze dei-
Eskimo's maakte, is het type van een echten
zeerob, een rossige baard en onwillig haar, joviale
handdruk bij de begroeting en een bereidwillig
heid om te vertellen. Een man, waamiee men
zich direct op zijn gemak voelt. Hij is Deen van
gebooi-te en eigenaar van het eilandje Ene-Hoie,
vlak bij de Deensche kust, waar hij thans uit-
rust van zijn reizen en zijn boeken schrijft.
Het boek Esldmo droeg hij op aan zijn vriend,
den thans gestorven ontdekkingsreiziger Knud
Rasmussen, over wiens leven en tochten hij thans
bezig is een boek te schrijven. Altijd heb ik
gewenseht ook de Noordelijke streken van Alaska
te kunnen bezoeken, maar een expeditie was me
wel wat te kostbaar, vertelde hij met een glim
lach. Daarom was het voor mij een des te
grooter genoegen door de Metro Goldwyn Mayer
in de gelegenheid gesteld te worden de expeditie
van den regisseur W. S. van Dyke, die de verfil
ming van mijn boek maakte, hierheen te verge
zellen. Een groote filmmaatschappij treft meer
uitgebreide voorbereidingen dan Ik zelf ooit kon
bekostigen. In Groenland maakte ik mijn toch
ten per hondenslede en was het steeds voor ons
een verrassing wat wij op onze reis zouden ont
moeten. Voor een film evenwel, die in korten tijd
aan het publiek een algeheelen indruk van het
leven in het hooge Noorden moet geven, moesten
Wij bepaalde ontmoetingen zoeken en daarvoor
werd gebruik gemaakt van een vijftal vlieg
tuigen, die kudden dieren voor ons opzochten,
waardoor wij konden nagaan in welke streken
we deze het beste konden verfilmen.
Het opnemen van de film kostte 1.400.000
dojlar, en persoonlijk heb ik er precies twee jaar
en een dag aan gewerkt, vervolgde Freuchen.
Eerst werd in Hollywood een manuscript, geba
seerd op mijn boek, gemaakt en werd de geheele
uitrusting voor de expeditie m orde gemaakt.
Toen alles voor de opnamen gereed was, ging
ik naai- Seattle, waar ik een geschikte walviseh-
vaarder kocht. Deze boot, de Nanook, is geduren
de tien maanden ons hoofdkwartier geweest.
Oorspronkelijk was het plan de eerste opnamen
te maken bij Point Barrow, het meest noorde
lijke punt van Alaska, waar veel walrussen voor
komen, maai- de toestand van het ijs belette ons
zoover naar het Noorden door te dringen en
daarom vestigden wij ons eerste hoofdkwartier
bij Teller, waar we kennis maakten met een
Eskimo-halfbloed Ray Weis. In hem vonden wij
een geboren acteur, die ons ook zeer behulpzaam
was bij het in sc'ène zetten van de gedeelten,
waaraan de inboorlingen moesten medewerken.
Is het mogelijk, dat wij uw gezicht op enkele
van de reeds gepubliceerde foto's gezien hebben?
vroegen we hem.
Inderdaad heb ik in de film een rol ge
speeld. Ik was de slechte man, die het Eskimo
meisjes verleidt, vertelde hij met een blik op
zijn vrouw, die zich evenwel door deze bekente
nis niet bij haar lunch het storen, maar het
kwaad wordt gestraft en de Eskimo's hebben mij
vermoord.
Intusschen bleek deze moord geen nadeellgen
invloed op hem gehad te hebben, althans zUn
Schaakredacteur, Gedempte Oude Gracht 63,
Oplossingen, bijdragen, enz. te richten aan den
Haarlem.
EINDSPELSTUDIE No. 116.
J. B. Ho r wi t z.
(1808—1883).
Wit aan zet wint.
Stand der stukken:
Wit: Kd2, Tc7, Pdl.
Zwart: Ka2, Dal.
PARTIJ No. 189.
Gespeeld in het Kersttournooi te Hastings,
30 December 1933.
Wit: Zwart:
S. F1 ohr, P. S. Milner-Earry,
(Praag) (Londen)
GEWEIGERD DAME-GAMBIET.
1. d2d4 d7d5
2. e2e3 c7c6
3. e2e3 Lc8—f5
4. Ddlb3 Dd8d7
Een ongewone zet.
5. Pgl—f3 f7—f6
6. Pblc3 e7e6
7. Lfl—e2 Pg8e7
Gezien de tot hieftoe gevolgde wijze van
spelen, zou 7g7g5 verwacht worden.
8. Pf 3h4Lf5—g6
9. Ph4Xg6 h7Xg6
10. Lel—02 Pe7—f5
11. Le2d3 Lf8d6
12. 0—0-0 b7b6
Beter was Dd7c7, gevolgd door Pb8d7.
13. g2g4 Pf5e7
14. e3e4! d5Xe4
15. Pc3Xe4 Ke8—f7
16. h2h4 Pb8a6
Het offer van dit ongeiukspaard is een wan-
hoopszet.
17. c4c5 b6Xc5
18. Ld3 X a6 c5Xd4
19. Db3—f3 Pe705
20. h4h5 c6c5
21. La6c4 Ld6e5
22. Tdl—el Kf7—e7
23. h5h6!
Zeer energiek gespeeld; op 23g7X
h6 volgt 24. Pe4Xf6.
23Ta8b8
24. h6Xg7 Th8—hl
25. Tel X hl d4—d3
26. g7g8D! Le5Xb2f
27. Kcldl Opgegeven.
GROOTMEESTER FLOHR.
In de eerste helft van December heeft Flohr
te Leningrad een match van 10 partijen ge
speeld met den Russischen meester M. Botwin-
nik. Er waren zoo ongeveer 10000 toeschou
wers. De match bleef onbeslist waaruit de
kracht van den Russischen meester blijkt.
Maar ook op andere wijze heeft Flohr de speel-
sterkte der Russische schaakspelers ondervon
den. In Moskou speelde hij mede in een blnk-
semtournooi van 14 meesters, waarin Rjumin
hem de baas was. Slotstand:
Rjumin 11, Flohr 10%, Grigoriew en Löwen-
fisch ieder 8, Masel 7%, enz.
In Leningrad speelde Flohr 50 simultaan-
partijen, met het resultaat: 16 gewonnen, 12
verloren en 22 remise. Daar zijn tegenstanders
bijna allen spelers waren, die in staat zijn zelf
succesvolle séances te geven, is genoemd resul
taat uitmuntend te noemen.
OPLOSSING PROBLEEM No. 408.
(Henry Forsberg).
Stand der stukken:
Wit: Kb5, Del, Tdl, Te2, Lf6, Pc5, Pe8.
Zwart: Kd5, Db3, Te5, Lbl, Pg8, a4, b4, d3,
f5, f7.
1. Pc5Xd3, enz.
Goede oplossing ontvangen van: H. W. van
Dort, te Haarlem.
eetlust had er niet onder geleden.
Nog veel had hij ons kunnen vertellen, maar
reeds kwam men ons waarschuwen, dat het vlieg
tuig voor Parijs gereed stond. De fotografen wer
den ongeduldig en dus moesten wij ons naar
buiten haasten.
Voor het vertrek werd Freuchen namens de
uitgeversmaatschappij Elsevier een exemplaar
van de Hollandsche vertaling van zijn boek aan
geboden, welke attentie hij zeer op prijs stelde.
Nog een paar haastige handdrukken en een „tot
wederziens", het waarschuwende motorgeronk
maakte een einde aan dit korte bezoek aan
Holland, dat Freuchen evenwel spoedig hoopt te
herhalen om dan langeren tijd In dit land, waar
over hij veel gehoord heeft, te kunnen 'doorbren
gen.
rijden kan bij uitzon
dering geen kwaad
rijden is echter altijd
goed en dus beter I
(Buiten verantwoorde]
(Overname toegesta
verme
N. 5
De Nieuw Economise
land) begint met o:
serie publicaties, wel
aandacht te vestigen
nistratieve oorzaken, v,
dige crisis, om daarna
waardoor de oorzak(
worc.Cn en herhaling
De N. E. G. stelt u
zij geen politie]
Haar denkbeelden zijr
tair rekenkundige begi
overwegingen.
De N. E. G. is als N
volkomen onafhankelj
bestaan thans in Groc
V. S., Canada, Au:
Zuid-Afrika, Japan, de
Oostenrijk, Frankrijk
Al deze groepen ba:
denkbeelden op die va:
nieur-econoom Majoor
publiceerde zijn plan:
voor den aanvang der
genwootdigen daarom
crisis-noodzaak ontwc
lapmiddelen.
De leuze der N, E.
Niet minder voor so
•VOOR ALLEN.
Zoo spoedig mogelijk
gesticht worden. Wij
uit, die waarde hechte
hunne individ'ueele hui
verwerving van hun ii
zekerheid, zich aan 1
maatschap der N. E.
De contributie bedrai
jaar, voor werkloozcn
G. Prins Hendrikkade
Wij verzoeken de le
kelen uit te knippen en
ter lezing te geven.
Wie het geld heeft, h
waarheid, kan niet get
Hoevelen hebben er
geven, dat sinds het b
volutie, dateerend van
van de stoommachine
wereld vrijwel gerege
diustrie? Maar dat de
weer de vazal is van d
de werkelijke Macht
menschheid berust bij
Het is voor ons
menschheid geregeerd i
Industrie, hetgeen n
soort Regeeren door e
Wat is
resp. Vo
Men, dat is de Geld
het werkelijk doel met
De werkgevers werden
ders beschouwden di
meesters. In waarheid
Financier achter die
zooals de Financier sts
de politieke machinei
wetten des Lands.
De Geldmacht heeft
dat zij een soort welc
overvloed schenken, wa
maar zonder ons, Geld
daar niet van kunnen
ons kunt gij niet koop
Voortbrenging in eer
kèn geen ander- doel he
de bekende behoefte
voortbrenging dient te
rationeele wijze, dus m
individueele inspanning
Wanneer dat zoo is,
niet een vloek, want
veel geringere mate nc
denken, en het volle le
OVER DE BRONNI
BE
Dat naar de wijsgeei
(Hegel) zegt, de wil va
vliegt beteekent wel all
schap niet deel neemt
verkeer, handel en pol:
beteekenen, want de v
der wijshfeid wordt afge
kie" geweest zijn, dat
dingen openbaar wordei
gewone dagleven vei'oor
Wat zijn de bronnen
den cm tot het in den
tijd verborgene door te
Ons dunkt Öe vergelij
kunde met den wil gaa
ze gezellig -dadelijk aar
king te zijn de eerst
rs! de tegenwoordig zie
te onderzoeken gebied;
overlevering van betror
wijzen te toetsen, maar
de derde: oude kaarter
landmeter vervaardigd;
enz. platen, teekening
vijfde en ten laatste e
geschrevene en gedrukt
conden, oorspronkelijke
der op schrift is gestelt
blad berichtje toe. Vol
die in 1856 bij Nflhoff
denis der Stad Zutfen'
schiedenis van bijzondf
de tweede rang te staar
dhr Volksgeschiedenis.
kelijk. De geschiedenis