EilTENLAND BINNENLAND TOON EEL. UIT BOEN EN BLAD Een ketting van smaragden. ONS GODSDIENSTIG HOEKJE. KORT NIEUWS. Schreven wij de vorige week, dat er een. golf van teleurstelling door geheel Europe, gegaan is, titans melden wij het tegendeel. De kapitein van de Mauritania meldt, dat hij al voor de tweede maal een groot dier met veie vinvormige extremi teiten gezien heeft, het beest zou ongeveer 20 Meter lang zijn. Nu vindt men een kapitein een man van gezag (en terecht)een kapitein van de Mauritania, een van de grootste schepen ter we reld, mag dus zeker ook als een man van ge zag beschouwd worden. En dus gelooven wij we der in het bestaan van den zeekakkelobbes. Jam mer. dat deze kapitein het dier niet gefotogra feerd heeft, maar enfin. Overigens is deze golf van optimisme, voorloo- pig alleen van toepassing op het geloof in mon sters, want de andere aspecten van deze week gijn nu niet zoo bijzonder prettig. In het bijzon der voor Spanje, een land waar wij momenteel niet goed weten wat wij eraan hebben. Het ka binet Lerroux maakt niet bepaald goecte beur ten. Om kort te gaan, het durft of kan niet handelen en handelen is daar thans wel zeer noodig. Immers de laatste verkiezingen, die de curieuze zwenking naar rechts brachten, hebben in wezen op de regeering weinig uitwerking ge had. Dat was niet de bedoeling. Hier komt de weifelende slappe houding van Lerroux bij en dit is ruimschoots voldoende om de vrij opge wonden Spaansche naturen, tot daden te dwin gen. En zoo is daar momenteel staking en hoe die verloopt kan op het oogenblik nog niet begroot wordlen. In Amerika verdringt de belangstelling voor de aviatiek thans bijna alles. Op zichzelf geno men is dit feit niet zoo belangrijk, doch de mensch stelt nu eenmaal in de aviatiek zooveel belang, dat hij veel ervoor laat wijken. In fla- granten strijd met de woorden van Fokker zijn dé feiten! Fokker bleek bij aankomst in Neder land zeer enthousiast over de organisatie van de Amerikaansche luchtlijnen. Thans blijkt echter, dat het aantal ongelukken zoo groot was, dat de publieke opinie zich ermede ging bemoeien. De oorzaak bleek gelegen te zijn in het laten ver voeren van de luchtpost door militaire vliegers, wat bleek niet te gaan. Intusschen wijzen wij erop, dat in Nederland het brevet A (sport- brevet) wel recht geeft tot het besturen van sportvliegtuigen en eventueel legervliegtuigen, doch de K.L.M. met dit brevet bij lange na geen genoegen neemt. Roosevelt, heeft zich echter weer man van de daad getoond door nu de militaire postduiven weer hun congé te geven en thans gaat de luchtpost per snelste spoor verbinding. Zoo af en toe druppelen er tjerichten uit Duitschland door, thans blijkt het dat in de Columbia gevangenis te Berlijn toestanden heer- schen. welke bijkans miadeteeuwsch zijn. Af en tos „verdwijnen" er menscheri, kortom, het is geen reclame voor het regime. Er blijkt bij an dere gevangenis-autoriteiten in Duitschland ook afkeer van dit gebeuren te bestaan, zoodat het gelukte deze berichtten ongecensureerd „door" te krijgen. Wij hopen, dat Hitler, die van opruimen houdt, dezen misstand allereerst zal opruimen. De 'balans van deze week ziet er dus onpret tig uit, wij gaven slechts berichten weer. Er zijn nog vele andere berichten die wijzen op ver- ziekelijking van het besturend apparaat aller- wege, doordat boven het besturend apparaat machtten staan, die zich daarvan niets aantrek ken, die, indien zij wapens willen leveren, die leveren, 'die, indien zij duizenden en tienduizen den door de een of andere beursmanupulatie, ten eigen bate, dit willen aandoen, deze straat arm maken. Het doel heiligt bij hen de midde len, Eooals men zegt» V Een alleronprettigste historie houdt thans de gemoederen bezig, een historie, die aardig op weg is een Nedterlandsche Dreyfus-zaak te wor den. Oud-Generaal Tonnet, een zeer achtens waardig man, militair medewerker aan de N-R.Ct. in het dorp Vorden .algemeen gezien en geacht, is op last van de officier van Justitie te Zutphen, in een krankzinnigengesticht opgesloten. Waarom? Wel, de heer Tonnet, die de goed» Hollantische eigenschap bezit, om voor begaan onrecht warm tte loopen, liep warm voor jegens een zekere Boeyink begaan onrecht. Boeyink een klein landarbeider, die door de gemeente, de burgervader voorop, aan een eigen landje ge- hcüpen zou Worden, is van den wal in den sloot geholpen eni buiten zijn schuld in de maat schappelijke positie geraakt, waarbij men op Straat wordt gezet. Generaal Tonnet, heeft het toen voor hem opgenomen en heeft zijn tegenstanders (volgens hem) de waarheid niet bespaard, zijn tegen standers waren van de ongezouten uitdrukkingen van den heer Tonnet, dusdanig geschrokken, dat tij thans meenen met een minder-toereken- bare te doen te hebben, weshalve zij Dn Schrut- zler (niet dte schrijver van Reigen) ontboden, die ook vond, dat deze oud-generaal minder toe rekenbaar was. Thans zal allereerst uitgevochten moeten wor den of het pschychiatrisch rapport juist is. wat op zichzelf al een heele historie kan worden en duiken er natuui-lijk allerlei bijkomstige moge lijkheden op, de publieke opinie mengt zich erin en alle voorwaarden voor een zaak Dreyfus zijn vervuld. En als het zoo is. kan Ir. Mussert wijsgeerig knikken. Laten wij liever ons wenden naar dingen die ons prettiger sttemmen en vanzelf kijken wü dan naar den Dieseltredn, die tot aller voldoening proefgerecien heeft. Binnenkort zullen op ver schillende trajecten deze Nederlandsche produc ten af- en aan snellen. Wij juichen dit van harte toe. Dit is een betere manier van con- curreeren, dan tomen aan een Wegenfonds. Dit is tenminste eterlijke concurrentie en waar in het concurreeren 'de Spoorwegen niet het vlugst zijn, stemt dit tot voldoening. Het staat thans vrijwel vast, dat Dr. Colijn Per Zilvermeeuw, naar Indië gaat. Zoo zal de eerste Indie-vlucht van dit toestel toeh een bij zondere vlucht zijn. Het toestel is inmiddels van geheel nieuwe motoren voorzien, zoodat wij onzen onmisbaren staatsman met een gerust hart zien vertrekken. Er wordt van deze Indië-reis vie el verwacht. In het Luxor Theater draait deze week als le Hoofdnummer: JANMAAT OP STAP. De vloot, welke in de Stille Zuidzee op manoeuvre is geweest, loopt de haven binnen. Jimmy Harrigan (James Dunn) en zijn vriend Barnacle Benny (Sally Cohen) gaan voor eenige uren aan wal om te passagieren. Bar nacle Benny wil dat Jimmy een oude vriendin, Mimmie, op zal bellen, om haar hun aan komst te melden. Jimmy doet dat, maar krijgt een verkeerd nummer. Van de gelegenheid gebruik makende probeert hij een afspraakje te maken met de jonge dame asm den anderen kant van de lijn, die Sally Brent (Sally Eilersi blijkt te heeten. .De jonge dame verbreekt echter de verbinding en de twee vrienden gaan de straat op om ont spanning te zoeken. Zij worden gewikkeld in een woest gevecht met een fruitventer en zijn gedwongen een schuilplaats te zoeken in een portiek van een flatgebouw. Vanzelfsprekend behoort een van de appar tementen aan Sally, die juist op het moment, dat de matrozen binnenkomen door den woe denden eigenaar uit haar woning wordt gezet, omdat zij reeds geruimen tijd geen huur heeft ■betaald. Jimmy en Sally worden verliefd op elkaar, snaar het ongeluk wil dat hij weer naar boord moet. Hij laat haar achter in een nieuwe woning met voldoende geld en etenswaren, zoodat zij verzorgd is tijdens zijn afwezigheid. Een vleiende dansleeraar, die in hetzelfde gebouw woont, probeert gedurende Jimmy's afwezigheid, Sally in te palmen. Op een avond dringt hij haar woning binnen en probeert haar over te halen om met hem samen in een dansconeours uit te komen. Sally is echter trouw aan Jimmy en zij tracht den indringer het huis uit te krijgen. Op dit moment belt Jimmy haar op uit San Francisco. Als hij een mannenstem in haar kamer hoort beschuldigt hij haar dat zij hem ontrouw is en belt af. Sally is hierdoor diep getroffen en accep teert het aanbod van den dansleeraar. In tusschen spoedt Jimmy zich naar de stad en begint een woeste speurtocht naar Sally. Hij bemerkt dat hij haar lief heeft in weerwil van het feit, dat hij gelooft door haar bedrogen te worden. Zijn pogingen om haar te vinden worden niet beloond, en hij keert uiteindelijk naar het matrozen logement terug. Als hij daar met een half oor naar de radio zit te luisteren, hoort hij de aankondiging van een danscon eours. Wanneer de omroeper echter Sally's naam afleest als een der mededingers, haast hij zich naar de dansgelegenheid.. Na einde lijk binnen gedrongen te zijn, wordt hij door eenige portiers op straat gegooid. Een groot aantal matrozen, dat bij het concours aanwezig is, komt hem te hulp. Het resultaat is een heftig gevecht, waarfojj alles in het danshuis kort en klein wordt geslagen. Jimmy en Sally weten te ontsnappen en besluiten toch maar te gaan trouwen, terwijl Barnacle Benny weer op zoek gaat naar zijn. geliefde blonde Mimmie. Het 2e Hoofdnummer is: NOG ZES UUR TE LEVEN. Op een Volkenbondsvergadering te Genève is Kapitein Paul OnSlow de afgevaardigde van de kleine republiek Sylvaria, onvermurwbaar. Hij weigert het eens te zijn met een bepaalde politiek, waarmede alle andere gedelgeerden accoord gaan, omdat hij weet dat het een ramp voor het land dat hij vertegenwoordigt zou zijn. De zitting moet om 12 uur 's nachts opge heven worden en tevens moet het voorstel eenstemmig worden aangenomen. Er wordt overeengekomen het onderwerp tot 's avonds 11 uur te laten rusten en men hoopt er in dien tusschentjjd in geslaagd te zijn, Onslow van gedachte te doen veranderen. Intusschen luistert Valeria von Sturm en haar verloofde Karl Franz door de radio naar de zitting. Valerie vat een malle verliefdheid op voor Onslow door de charme die uitgaat van zjjn stem en vaderlandsliefde. In weerwil van do protesten van haar vader en Karl, besluit zij met een auto naar Genève te rijden en Onslow te vragen als gast zijn intrek te nemen in het kasteel van haar vader. Zij is woedend op de vijandige menigte die zich om haar wagen verdringt, wanneer zfl met Onslow het paleis verlaat. De diplomaat wordt het slachtoffer van de charme van het meisje en op haar verliefd. Twee revoloverschoten, op de auto afgevuurd, treffen wel niemand maar het herinnert hen er aan dat Onslow een politieke positie be kleedt. Bij hun aankomst op het kasteel treffen zij daar Professor Otto Bauer die beweert een uitvinding te hebben gedaan, waardoor hij een doode weder tot het leven terug kan brengen. Het eenige bezwaar is echter, dat het hem nimmer gelukt is zoo iemand langen dan 6 uur in het leven te houden. De wederzijdsche liefde tusschen Valerie en Onslow wordt sterker en Valerie haalt hem over zijn ontslag in te dienen. Als hij zijn ont slagaanvraag zit te schrijven dringt iemand zich in zijn kamer, die hem worgt. Professor Bauer krijgt thans een geschikte gelegenheid om zijn uitvindingen te toetsen. Het experiment slaagt schitterend en Onslow kan nog zes uur leven. Diens inzichten zijn thans echter geheel veranderd. Hij zwijgt over alles wat op het kasteel gebeurd is. Hij pro beert onder het diner Valerie en Kranz weder tot elkander te brengen, spoedt zich naar de conferentie, waar hfl zjjn afwijzend besluit geeft en daarmede zijn land redt, waarna hij onder vier oogen zrjn aanrander van moord beschuldigt. Dan haast hij zich terug naar het kasteel, ziet Valerie nog een oogenblik en overtuigt zich dat haar geluk bij Kranz ligt. Dan zijn de zes uren om, en voor de tweede maal ver zinkt hij in vergetefceid. TOONEEL TE AMSTERDAM. „SCHOOL VOOR GETROUWDE MANNEN" VAN FREDERIC JACKSON BIJ COR RUYS. 'n Vrouw, 'n man en nög 'n man: de eeuwige driehoek, maar deze heeft de verdienste niet te sluiten. Zij is namelijk eene superieure, haar man vrij dwaas (door de creatie van Ruys, die wel vermakelijk was, maar verstandelijk ge sproken, anders had kunnen en moeten zijn) en de andere hij is de „llon", vrouwenverleider par* droit de conquïte met cynische levensleuzen voor de psychologie van „de vrouw", 'n brutaal heerschap ook, die ware dingen zegt op onware wijze en onware dingen op ware wijze en die alle vrouwen om zijn vinger windt, behalve dan die ééne: de superieure. Waarom zij dan met vuur speelt? Waarom zij 'n duel met den lion aangaat met als inzet van hem de verovering, met als inzet van haar haar eer? Om den man, den echtgenoot, 'n lesje te geven dat hij niet zoo heel zeker van haar moet zijn. Dan nög 'n mannetje en nog 'n vrouwtje, niet gelukkig getrouwd of tóch gelukkig, maar zij wil „het avontuur", ook al met denzelfden Don Juan. Maar deze prooi is te gemakkelijk en daarom versmaadt hij haar. Na mislukte verleidings-scène vinden de vrouwen en de legitieme mannen elkander weer wijzer geworden ook al door de welgemeende lessen van den Don Juan, die ook een beroemd romanschrijver is, maar nu 'n nieuwen kijk heeft gekregen op ééne vrouw, d e Vrouw, het geen hij in zijn nieuwen roman verwerken zal. De mannen hebben van hem geleerd dat ze hunne vrouwen 'n beetje moeten verwennen: 'n kussentje in in den rug, gedienstig zijn en van tijd tot tijd 'n cheque Fie Carelsen waardig, toch verleidelijk, coquet, geraffineerd, enfin alle toetsen van een mannenziel bespelend. Cor Ruys zooals gezegd vermakelijk en wel eens even 'n tikje gevoelig (dan houd ik 't meest van hem), Jacques Reule uitstekend als de romancier met brutale phrases, Eline Pis- suisse wat magertjes (in figuurlijken zin) als het andere vrouwtje en Pierre Myind stuntelig als haar sufferd van 'n man. NAPOLEON HI EN EUGENIE, door E. A. Rheinhardt, in de ver taling van Adèle Withof. Uitgave P. N. van Kampen en Zn. N.V. Als wij, na lezing van dit zeer belangwek kend werk, ons geroepen voelen uiting te geven aan onze bewondering voor een zoo ge degen behandeling van een geschiedkundig ge geven in een zoo onderhoudenden en boeienden vor-m, dan denken wij wel allereerst aan haar, die de vertaling van dit oeuvre als een harer taken aanvaardde. Het is algemeen bekend, dat vertalingen van het stamverwante Duitseh in het Nederlandsch tot de moeilijkste opgaven be- hooren, juist door de schijnbare uiterlijke ge lijkheid van zinsbouw en woordgebruik. Adele Withof heeft met onnavolgbare frischheid, van begin tot eind, dit lang niet gemakkelijke Duitsche proza in een zuiver Nederlandsch kleed gestoken. Al lezende beseffen we, dat er vrij wat meer dan alleen uitgebreide woordken nis noodig is, om te kunnen komen tot verta ling in leesbaar Nederlandsch van de met ellen lange tusschenzinnen doorweven, toch al breed uitgesponnen hoofdzinnen, die de Duitscher zoo gaarne gebruikt. Te meer, waar hier in dit werk de tusschenzinnen diepe beteekenis hebben en menigmaal juweeltjes van zinrijke gedachten- en beeldconcentratie zijn. Sarcasme, ironie, scherpe hekeling zijn het, die aan het geheel een actueele beteekenis verleenen. Immers het geheel ontgroeit op deze manier aan de louter historische feitenopsomming en toetst hieraan inzicht en gedachtensfeer van den huidigen dag. Dat verzoent ons met de ingewikkeldheid van den stijl, waarin dit werk is opgebouwd. Dat in de vertaling ieder zweem van Germa nisme ontbreekt, spreekt wel haast vanzelf bij werk uit een zoo bekwame hand. Het is gaaf en zuiver Nederlandsch geworden. Door de affini teit van dien, aan tragiek en groteske zoo rij ken tijd, bovendien uiterst leerzaam. Dat de vaardige hand van de bekwame ver taalster voor goed rust, stemt ons opnieuw weemoedig AUG. M. J. S. door MARGO BELL» Zjj droeg de smaragden, den eersten avond dat zy aan tafel verscheen, een verblindende verschyning, die jaloersche en begeerende blik ken aantrok als een magneet. Boosaardige tongen haasten zich te vertellen, wie zy was! Als meisje van vijftien met een zeer obscure moeder naar Singapore gekomen- Op baar zestiende jaar had ze een groote villa, een auto, juweelen. Ze was achttien, toen ze verdween. Ze dook weder op in. Soerabaja, waar ze een jaar lang iedereen verblufte met haar auto en de luxe, waarin ze leefde. Nu keerde ze terug naar Europa, een betoo- verende, mooie, jonge, elegante vrouw, die biykbaar gehuwd was geweest met een schat- rqken Chinees, die overleden was. Zo was weduwe geworden. Haar oogen waren wya open en kinderlijk. Jack Lemond kon niet gelooven wat men allemaal vertelde. Maar de qmaragdeh om haar hals fascineerden hem. Er gingen zulke vreese- lijke veijhalen over deze smaragden. Men zeide o.a. dat ze levens verwoestte, den dood van nog betrekkeiyk jonge menschen op het geweten had, en dat zy by dat alles even koel en onver schillig bleef, ais ware het een spelletje. Haar éénige hartstocht, zoo zei men, was: juweelen en in het byzonder: „Smaragden". En op deze smaragden was Jack jaloersch. Wie had die haar geschonken? Wat had ze hem gegeven? Hij was aan tooord onet zijn besten vriend, Ted I .inving, ze hadden samen een wereldreis gemaakt en heel wat meegemaakt, doch van hen beiden was Ted de wereldwyze, maar Jack nog altijd de „jongen". Ted waarschuwde hem natuuriyk, zoodra hy merkte, dat de vreemde vrouw iets voor Jack beteekende. Doch het was vergeefs! Darja Loucher, ze had haar meisjesnaam na haar iman's dood weder aangenomen een Fransche naam, volgens haar beweringen was haar vader Franschman geweest kon eruit zien als een onschuldig kind, wanneer ze dat wenschte. Als men haar des morgens dek-tennis 'zag spelen, gekleed in een licht japonnetje van een voudig maaksel, als men haar zag lachen, wanneer ze won of grappig vertwijfelend zag doen om een bal, dien ze mistte, was het onmogelijk te gelooven aan haar wild verleden. In de lange wonderlijke avonden, wanneer zij op het dek zaten, met den sterrenhemel boven zich, leek ze Jack een sprookjesprinses. En zoo zacht kon dan haar stem zijn, zoo droomerig kon ze spreken van eigen home, rust en vrede, eindeiyk. Op een avond nam Ted zijn vriend apart. Luister, alles goed en wel, dat je verliefd bent, maar bega in 's hemelsnaam niet den waanzin, dat je met haar wil trouwen. O, hernam de ander spottend, ze zou me niet willen! O, was ik déér maar zeker van, zei zijn vriend sceptisch, maar ik vrees dat ze je ge wild heeft van den dag af, dat ze je leerde kennen, ze is nu op een punt gekomen, dat ze niets anders zou willen hebben, dan je goeden naam. Avonturen is ze nu moe, geld heeft ze genoeg, alleen haar naam is bezoedeld. Ze wil je naam, om zich te rehabiliteeren, wil door jou, wiens familie tot de beste van Engeland behoort, in een wereld doordringen, waarin al haar geld haar anders niet kan introdueeeren. Geloof me, deze vrouw kan slechts berekenen en ledereen gebruiken voor héér doeleinden. Om hemelswil laat je niet door haar mis leiden! Hij sprak nog langen tijd en zijn woorden brandden in het hart van zjjn vriend, die zelf honderden malen zulke dingen had gedacht, die telkens opnieuw met smart en twyfel de kost bare smaragden zag, die zy by voorkeur droeg. Laat op den avond stonden ze achter op het schip in den glans der sterren. Hij keek naar haar. Onaardsch mooi leek ze hem in zulke oogenblikken, en dén kón hy ook niet gelooven, dat ze geen engel was. Hy nam haar hand en stamelde eenige woor den van liefde. Ze leunde haar hoofdje tegen hem aan. Doch de twyfel, in zqn hart gezaaid door zijn vriend, overwoekerde zyn geluk. Terwijl hij haar omhelsde, voelde hij de koude smaragden en hij huiverde. Heb je me werkelijk lief? vroeg hij dringend, zou je mq dat willen bewijzen? Zou je mij een offer willen brengen? Deze kettingIk weet dat ze een fortuin waard is en dat je véél van dit sieraad houdt. Wil je deze smaragden opofferen als bewijs van je liefde? En een ondeelbaar oogenblik leek ze te wei felen. Toen rukte ze de ketting los en ze viel in de golven. Hij drukte haar in zijn armen. Wat deed er alles nu nog toe Alles wilde hij haar vergeven en vergeteil. Met hém zou ze een nieuw leven beginnen. Het was een feest bij de hertogin de Lorcke, waarop ze waren uitgenoodigd, dat Jack een betooverend mooie vrouw haar kostbaren man tel aflegde. Hij had haar dien avond nog niet zonder mantel gezien en staarde haar déérom aan als een geestverschijning. Want om haar mooien hals rustte een ket ting van smaragden. Als in een boozen droom ging hij door den avond heen. Toen ze alleen waren, thuis barstte hy uit.: „Die ketting, hoe is het moge lijk?" Ze bekeek zichzelf in een spiegel, heel lang koud, onbewogen en wreed. Och je bent wel naiëf! Dacht je dat wer kelijk ik mijn ketting zou opofferen aan een gril van een jongen zooals jy. Beste jongen, zei ze, Ik ben veel te bang om dit kostbare sieraad op reis te dragen! Ik bezit ook nog een prachtige imitatie! Ze lachte, knikte hem vriendelijk toe, en verdween in haar eigen kamer. Hy stond toe te kijken als verstard, hij zag langzaam zijn geluk en droomen in scherven vallen. (Nadruk verboden). OP GOLGOTHA. Voor uw en myn zonden, Aan 't vloekhout gebonden, Is Jezus, Gods Zoon. In 't bitterste! lijden, Beangstigend stryden, Hing Jezus ten toon. Hy wilde daar sterven, Opdat wy verwerven, 't Paradijs, eens hier na. Voor Heid'nen en Joden, Liet Jezus zich dooden, Verwierf Hij gené. Gods Wet moest ons doemen, Maar 'k wil in Hem roemen, Die 't al heeft volbracht. Daar wy niets bezaten, Is Jezus verlaten, In donkeren nacht. Hoort! zondaars, Hem klagen, Waar dorst Hem moest plagen, Tot redding van ons. En 't mensch'lijk ontfermen, 't Reikt Hem op Zijn kermen, Kn.... Edikspons! Die Jezus, die lijder, Standvastige S rij der, Hij maakt my bereid. Het Kruis voort te dragen, Totdat mq zal dagen, Het Licht dat nooit scheidt, Het LJcht van den Morgen, Waar God voor zal zorgen Dat 't nimmer verdooft. 't Verheldert de glazen, Hoe 't stormen en razen, Voor hem.... die gelooft. Slaat zoo eens die stonde, Dat ik word ontbonden, 'k Richt 't oog dan omhoog! Uit 't dal hier beneden, Naar 't Hemelsche Eden, Dat nimmer bewoog. Ontknoopen mijn band,en, In veilige handen, Rust dan mijn lot. Door Jezus bang lijden, Zal ik mij verblyden, Als'k rust bij mijn God. Goede Vrijdag 1934. J. HOMBURG Cz. De vorige week is in het laatste vers een regel uitgevallen. Wrj_ plaatsen dit laatste vers thans weer, met verzoek dit by. het vorige té willen plakken. Hij doet naar al Zijn welbehagen, Nog altyd toeft de dag der dagen, Maar zeker zal Het Licht der lichten, Zqn Vrederqk opnieuw hier stichten. De Oorsprong aller goede gaven, Zal wien Hy mint, 't vermoeide, laven t BEELDENDE KUNST TE HAARLEM. 'De „grootmeester der hedendaagsche Haariem- sehe schilders" zoo werd de beleende en beminde Haarlemmer H. F. Boot jl. Zaterdag genoemd aan een te zijner eere gegeven maaltyd in het aardige restaurant „Du Commerce" van den heer Schaefer aan het Houtplein. Dit middag maal werd gehouden na de opening der tentoon stelling van werken van H. F. Boot, waarop wy hier uitvoeriger terugkomen. Wij volstaan ditmaal met de opwekking aan al onze lezers om deze belangryke tentoonstelling te bezoeken, zy wordt gehouden in de nieuwe zaal van het Frans Halsmuseum aan het Klein-Heiligland, ze sluit al 's middags 4 ui» Men verzuime niet daarna of op een anderen dag de fraaie kunstzalen van den heer Reeker, Wagenweg 102 te Haarlem te bezoeken waar zoo wel beneden als boven een overzichtüjke ten toonstelling wordt gehouden van schilderijen, aquarellen en grafische werken (61 stuks) van A. J. Grootens. Ook op deze expositie en de daarbij gesproken openingsrede van dr. Oldewelt komen wij terug. In de Daily Herald bew.eert Harold Lasky boudweg dat waar als in Duitschland en Oos tenrijk geen vrije vakbeweging meer bestaat het lot van den arbeid gelijk is aan dat van een slaaf. De beeldhouwer Hildo Krop, die 50 jaar I werd, heeft zich laten interviewen. Hij zei o.a.: natuurlijk heb je een bedoeling met j,e werk, ik tracht in al mijn figuren het karakter uit te drukken. Dat kim je een uitgangspunt noemen. Maar als het (dan toevallig) mooi wordt, kan ik dat niet heipen. Universal heeft het plan opgevat, aan haar serie „thrillers" een nieuw product toe te voegen, n.l. „The Black Cat", een verhaal van den bekenden sensatieschrijver Edgar Alien Poe. Boris Karloff zal de hoofdrol vertolken. Vieki Baum's „I give my love" wordt verfilmd. Wynne Gibson is door Universal geënga geerd voor de vrouwelijke hoofdrol in „I give my love", naar het bekende boek van de wereldberoemde schrijfster Vicki Baum.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1934 | | pagina 5