EilTENLAND
BINNENLAND
TOON EEL.
UIT BOEN EN BLAD
Een ketting van smaragden.
ONS GODSDIENSTIG HOEKJE.
KORT NIEUWS.
Schreven wij de vorige week, dat er een. golf
van teleurstelling door geheel Europe, gegaan is,
titans melden wij het tegendeel. De kapitein van
de Mauritania meldt, dat hij al voor de tweede
maal een groot dier met veie vinvormige extremi
teiten gezien heeft, het beest zou ongeveer 20
Meter lang zijn. Nu vindt men een kapitein een
man van gezag (en terecht)een kapitein van de
Mauritania, een van de grootste schepen ter we
reld, mag dus zeker ook als een man van ge
zag beschouwd worden. En dus gelooven wij we
der in het bestaan van den zeekakkelobbes. Jam
mer. dat deze kapitein het dier niet gefotogra
feerd heeft, maar enfin.
Overigens is deze golf van optimisme, voorloo-
pig alleen van toepassing op het geloof in mon
sters, want de andere aspecten van deze week
gijn nu niet zoo bijzonder prettig. In het bijzon
der voor Spanje, een land waar wij momenteel
niet goed weten wat wij eraan hebben. Het ka
binet Lerroux maakt niet bepaald goecte beur
ten. Om kort te gaan, het durft of kan niet
handelen en handelen is daar thans wel zeer
noodig. Immers de laatste verkiezingen, die de
curieuze zwenking naar rechts brachten, hebben
in wezen op de regeering weinig uitwerking ge
had. Dat was niet de bedoeling. Hier komt de
weifelende slappe houding van Lerroux bij en
dit is ruimschoots voldoende om de vrij opge
wonden Spaansche naturen, tot daden te dwin
gen. En zoo is daar momenteel staking en hoe die
verloopt kan op het oogenblik nog niet begroot
wordlen.
In Amerika verdringt de belangstelling voor
de aviatiek thans bijna alles. Op zichzelf geno
men is dit feit niet zoo belangrijk, doch de
mensch stelt nu eenmaal in de aviatiek zooveel
belang, dat hij veel ervoor laat wijken. In fla-
granten strijd met de woorden van Fokker zijn
dé feiten! Fokker bleek bij aankomst in Neder
land zeer enthousiast over de organisatie van de
Amerikaansche luchtlijnen. Thans blijkt echter,
dat het aantal ongelukken zoo groot was, dat de
publieke opinie zich ermede ging bemoeien. De
oorzaak bleek gelegen te zijn in het laten ver
voeren van de luchtpost door militaire vliegers,
wat bleek niet te gaan. Intusschen wijzen wij
erop, dat in Nederland het brevet A (sport-
brevet) wel recht geeft tot het besturen van
sportvliegtuigen en eventueel legervliegtuigen,
doch de K.L.M. met dit brevet bij lange na geen
genoegen neemt. Roosevelt, heeft zich echter
weer man van de daad getoond door nu de
militaire postduiven weer hun congé te geven
en thans gaat de luchtpost per snelste spoor
verbinding.
Zoo af en toe druppelen er tjerichten uit
Duitschland door, thans blijkt het dat in de
Columbia gevangenis te Berlijn toestanden heer-
schen. welke bijkans miadeteeuwsch zijn. Af en
tos „verdwijnen" er menscheri, kortom, het is
geen reclame voor het regime. Er blijkt bij an
dere gevangenis-autoriteiten in Duitschland ook
afkeer van dit gebeuren te bestaan, zoodat het
gelukte deze berichtten ongecensureerd „door" te
krijgen. Wij hopen, dat Hitler, die van opruimen
houdt, dezen misstand allereerst zal opruimen.
De 'balans van deze week ziet er dus onpret
tig uit, wij gaven slechts berichten weer. Er
zijn nog vele andere berichten die wijzen op ver-
ziekelijking van het besturend apparaat aller-
wege, doordat boven het besturend apparaat
machtten staan, die zich daarvan niets aantrek
ken, die, indien zij wapens willen leveren, die
leveren, 'die, indien zij duizenden en tienduizen
den door de een of andere beursmanupulatie,
ten eigen bate, dit willen aandoen, deze straat
arm maken. Het doel heiligt bij hen de midde
len, Eooals men zegt»
V
Een alleronprettigste historie houdt thans de
gemoederen bezig, een historie, die aardig op
weg is een Nedterlandsche Dreyfus-zaak te wor
den. Oud-Generaal Tonnet, een zeer achtens
waardig man, militair medewerker aan de
N-R.Ct. in het dorp Vorden .algemeen gezien en
geacht, is op last van de officier van Justitie te
Zutphen, in een krankzinnigengesticht opgesloten.
Waarom? Wel, de heer Tonnet, die de goed»
Hollantische eigenschap bezit, om voor begaan
onrecht warm tte loopen, liep warm voor jegens
een zekere Boeyink begaan onrecht. Boeyink een
klein landarbeider, die door de gemeente, de
burgervader voorop, aan een eigen landje ge-
hcüpen zou Worden, is van den wal in den
sloot geholpen eni buiten zijn schuld in de maat
schappelijke positie geraakt, waarbij men op
Straat wordt gezet.
Generaal Tonnet, heeft het toen voor hem
opgenomen en heeft zijn tegenstanders (volgens
hem) de waarheid niet bespaard, zijn tegen
standers waren van de ongezouten uitdrukkingen
van den heer Tonnet, dusdanig geschrokken,
dat tij thans meenen met een minder-toereken-
bare te doen te hebben, weshalve zij Dn Schrut-
zler (niet dte schrijver van Reigen) ontboden,
die ook vond, dat deze oud-generaal minder toe
rekenbaar was.
Thans zal allereerst uitgevochten moeten wor
den of het pschychiatrisch rapport juist is. wat
op zichzelf al een heele historie kan worden en
duiken er natuui-lijk allerlei bijkomstige moge
lijkheden op, de publieke opinie mengt zich erin
en alle voorwaarden voor een zaak Dreyfus zijn
vervuld. En als het zoo is. kan Ir. Mussert
wijsgeerig knikken.
Laten wij liever ons wenden naar dingen die
ons prettiger sttemmen en vanzelf kijken wü dan
naar den Dieseltredn, die tot aller voldoening
proefgerecien heeft. Binnenkort zullen op ver
schillende trajecten deze Nederlandsche produc
ten af- en aan snellen. Wij juichen dit van
harte toe. Dit is een betere manier van con-
curreeren, dan tomen aan een Wegenfonds. Dit
is tenminste eterlijke concurrentie en waar in
het concurreeren 'de Spoorwegen niet het vlugst
zijn, stemt dit tot voldoening.
Het staat thans vrijwel vast, dat Dr. Colijn
Per Zilvermeeuw, naar Indië gaat. Zoo zal de
eerste Indie-vlucht van dit toestel toeh een bij
zondere vlucht zijn. Het toestel is inmiddels van
geheel nieuwe motoren voorzien, zoodat wij onzen
onmisbaren staatsman met een gerust hart zien
vertrekken. Er wordt van deze Indië-reis vie el
verwacht.
In het Luxor Theater draait deze week als
le Hoofdnummer:
JANMAAT OP STAP.
De vloot, welke in de Stille Zuidzee op
manoeuvre is geweest, loopt de haven binnen.
Jimmy Harrigan (James Dunn) en zijn vriend
Barnacle Benny (Sally Cohen) gaan voor
eenige uren aan wal om te passagieren. Bar
nacle Benny wil dat Jimmy een oude vriendin,
Mimmie, op zal bellen, om haar hun aan
komst te melden.
Jimmy doet dat, maar krijgt een verkeerd
nummer. Van de gelegenheid gebruik makende
probeert hij een afspraakje te maken met de
jonge dame asm den anderen kant van de lijn,
die Sally Brent (Sally Eilersi blijkt te heeten.
.De jonge dame verbreekt echter de verbinding
en de twee vrienden gaan de straat op om ont
spanning te zoeken.
Zij worden gewikkeld in een woest gevecht
met een fruitventer en zijn gedwongen een
schuilplaats te zoeken in een portiek van een
flatgebouw.
Vanzelfsprekend behoort een van de appar
tementen aan Sally, die juist op het moment,
dat de matrozen binnenkomen door den woe
denden eigenaar uit haar woning wordt gezet,
omdat zij reeds geruimen tijd geen huur heeft
■betaald.
Jimmy en Sally worden verliefd op elkaar,
snaar het ongeluk wil dat hij weer naar boord
moet. Hij laat haar achter in een nieuwe
woning met voldoende geld en etenswaren,
zoodat zij verzorgd is tijdens zijn afwezigheid.
Een vleiende dansleeraar, die in hetzelfde
gebouw woont, probeert gedurende Jimmy's
afwezigheid, Sally in te palmen. Op een avond
dringt hij haar woning binnen en probeert haar
over te halen om met hem samen in een
dansconeours uit te komen.
Sally is echter trouw aan Jimmy en zij
tracht den indringer het huis uit te krijgen. Op
dit moment belt Jimmy haar op uit San
Francisco. Als hij een mannenstem in haar
kamer hoort beschuldigt hij haar dat zij hem
ontrouw is en belt af.
Sally is hierdoor diep getroffen en accep
teert het aanbod van den dansleeraar. In
tusschen spoedt Jimmy zich naar de stad en
begint een woeste speurtocht naar Sally. Hij
bemerkt dat hij haar lief heeft in weerwil van
het feit, dat hij gelooft door haar bedrogen
te worden.
Zijn pogingen om haar te vinden worden
niet beloond, en hij keert uiteindelijk naar het
matrozen logement terug. Als hij daar met
een half oor naar de radio zit te luisteren,
hoort hij de aankondiging van een danscon
eours. Wanneer de omroeper echter Sally's
naam afleest als een der mededingers, haast
hij zich naar de dansgelegenheid.. Na einde
lijk binnen gedrongen te zijn, wordt hij door
eenige portiers op straat gegooid. Een groot
aantal matrozen, dat bij het concours aanwezig
is, komt hem te hulp. Het resultaat is een
heftig gevecht, waarfojj alles in het danshuis
kort en klein wordt geslagen. Jimmy en Sally
weten te ontsnappen en besluiten toch maar
te gaan trouwen, terwijl Barnacle Benny
weer op zoek gaat naar zijn. geliefde blonde
Mimmie.
Het 2e Hoofdnummer is:
NOG ZES UUR TE LEVEN.
Op een Volkenbondsvergadering te Genève
is Kapitein Paul OnSlow de afgevaardigde van
de kleine republiek Sylvaria, onvermurwbaar.
Hij weigert het eens te zijn met een bepaalde
politiek, waarmede alle andere gedelgeerden
accoord gaan, omdat hij weet dat het een ramp
voor het land dat hij vertegenwoordigt zou
zijn. De zitting moet om 12 uur 's nachts opge
heven worden en tevens moet het voorstel
eenstemmig worden aangenomen.
Er wordt overeengekomen het onderwerp
tot 's avonds 11 uur te laten rusten en men
hoopt er in dien tusschentjjd in geslaagd te
zijn, Onslow van gedachte te doen veranderen.
Intusschen luistert Valeria von Sturm en
haar verloofde Karl Franz door de radio naar
de zitting. Valerie vat een malle verliefdheid
op voor Onslow door de charme die uitgaat
van zjjn stem en vaderlandsliefde.
In weerwil van do protesten van haar vader
en Karl, besluit zij met een auto naar
Genève te rijden en Onslow te vragen als gast
zijn intrek te nemen in het kasteel van haar
vader. Zij is woedend op de vijandige menigte
die zich om haar wagen verdringt, wanneer
zfl met Onslow het paleis verlaat.
De diplomaat wordt het slachtoffer van de
charme van het meisje en op haar verliefd.
Twee revoloverschoten, op de auto afgevuurd,
treffen wel niemand maar het herinnert hen
er aan dat Onslow een politieke positie be
kleedt.
Bij hun aankomst op het kasteel treffen zij
daar Professor Otto Bauer die beweert een
uitvinding te hebben gedaan, waardoor hij
een doode weder tot het leven terug kan
brengen. Het eenige bezwaar is echter, dat
het hem nimmer gelukt is zoo iemand langen
dan 6 uur in het leven te houden.
De wederzijdsche liefde tusschen Valerie en
Onslow wordt sterker en Valerie haalt hem
over zijn ontslag in te dienen. Als hij zijn ont
slagaanvraag zit te schrijven dringt iemand
zich in zijn kamer, die hem worgt.
Professor Bauer krijgt thans een geschikte
gelegenheid om zijn uitvindingen te toetsen.
Het experiment slaagt schitterend en Onslow
kan nog zes uur leven. Diens inzichten zijn
thans echter geheel veranderd. Hij zwijgt over
alles wat op het kasteel gebeurd is. Hij pro
beert onder het diner Valerie en Kranz weder
tot elkander te brengen, spoedt zich naar de
conferentie, waar hfl zjjn afwijzend besluit
geeft en daarmede zijn land redt, waarna hij
onder vier oogen zrjn aanrander van moord
beschuldigt.
Dan haast hij zich terug naar het kasteel,
ziet Valerie nog een oogenblik en overtuigt
zich dat haar geluk bij Kranz ligt. Dan zijn
de zes uren om, en voor de tweede maal ver
zinkt hij in vergetefceid.
TOONEEL TE AMSTERDAM.
„SCHOOL VOOR GETROUWDE MANNEN"
VAN FREDERIC JACKSON BIJ
COR RUYS.
'n Vrouw, 'n man en nög 'n man: de eeuwige
driehoek, maar deze heeft de verdienste niet
te sluiten. Zij is namelijk eene superieure, haar
man vrij dwaas (door de creatie van Ruys, die
wel vermakelijk was, maar verstandelijk ge
sproken, anders had kunnen en moeten zijn)
en de andere hij is de „llon", vrouwenverleider
par* droit de conquïte met cynische levensleuzen
voor de psychologie van „de vrouw", 'n brutaal
heerschap ook, die ware dingen zegt op onware
wijze en onware dingen op ware wijze en die
alle vrouwen om zijn vinger windt, behalve
dan die ééne: de superieure.
Waarom zij dan met vuur speelt? Waarom
zij 'n duel met den lion aangaat met als inzet
van hem de verovering, met als inzet van haar
haar eer? Om den man, den echtgenoot, 'n
lesje te geven dat hij niet zoo heel zeker van
haar moet zijn. Dan nög 'n mannetje en nog
'n vrouwtje, niet gelukkig getrouwd of tóch
gelukkig, maar zij wil „het avontuur", ook al
met denzelfden Don Juan.
Maar deze prooi is te gemakkelijk en daarom
versmaadt hij haar.
Na mislukte verleidings-scène vinden de
vrouwen en de legitieme mannen elkander weer
wijzer geworden ook al door de welgemeende
lessen van den Don Juan, die ook een beroemd
romanschrijver is, maar nu 'n nieuwen kijk
heeft gekregen op ééne vrouw, d e Vrouw, het
geen hij in zijn nieuwen roman verwerken zal.
De mannen hebben van hem geleerd dat ze
hunne vrouwen 'n beetje moeten verwennen: 'n
kussentje in in den rug, gedienstig zijn en van
tijd tot tijd 'n cheque Fie Carelsen waardig,
toch verleidelijk, coquet, geraffineerd, enfin
alle toetsen van een mannenziel bespelend. Cor
Ruys zooals gezegd vermakelijk en wel
eens even 'n tikje gevoelig (dan houd ik 't
meest van hem), Jacques Reule uitstekend als
de romancier met brutale phrases, Eline Pis-
suisse wat magertjes (in figuurlijken zin) als
het andere vrouwtje en Pierre Myind
stuntelig als haar sufferd van 'n man.
NAPOLEON HI EN EUGENIE,
door E. A. Rheinhardt, in de ver
taling van Adèle Withof. Uitgave
P. N. van Kampen en Zn. N.V.
Als wij, na lezing van dit zeer belangwek
kend werk, ons geroepen voelen uiting te
geven aan onze bewondering voor een zoo ge
degen behandeling van een geschiedkundig ge
geven in een zoo onderhoudenden en boeienden
vor-m, dan denken wij wel allereerst aan haar,
die de vertaling van dit oeuvre als een harer
taken aanvaardde. Het is algemeen bekend, dat
vertalingen van het stamverwante Duitseh in
het Nederlandsch tot de moeilijkste opgaven be-
hooren, juist door de schijnbare uiterlijke ge
lijkheid van zinsbouw en woordgebruik. Adele
Withof heeft met onnavolgbare frischheid, van
begin tot eind, dit lang niet gemakkelijke
Duitsche proza in een zuiver Nederlandsch
kleed gestoken. Al lezende beseffen we, dat er
vrij wat meer dan alleen uitgebreide woordken
nis noodig is, om te kunnen komen tot verta
ling in leesbaar Nederlandsch van de met ellen
lange tusschenzinnen doorweven, toch al breed
uitgesponnen hoofdzinnen, die de Duitscher zoo
gaarne gebruikt. Te meer, waar hier in dit werk
de tusschenzinnen diepe beteekenis hebben en
menigmaal juweeltjes van zinrijke gedachten-
en beeldconcentratie zijn. Sarcasme, ironie,
scherpe hekeling zijn het, die aan het geheel
een actueele beteekenis verleenen. Immers het
geheel ontgroeit op deze manier aan de louter
historische feitenopsomming en toetst hieraan
inzicht en gedachtensfeer van den huidigen
dag. Dat verzoent ons met de ingewikkeldheid
van den stijl, waarin dit werk is opgebouwd.
Dat in de vertaling ieder zweem van Germa
nisme ontbreekt, spreekt wel haast vanzelf bij
werk uit een zoo bekwame hand. Het is gaaf en
zuiver Nederlandsch geworden. Door de affini
teit van dien, aan tragiek en groteske zoo rij
ken tijd, bovendien uiterst leerzaam.
Dat de vaardige hand van de bekwame ver
taalster voor goed rust, stemt ons opnieuw
weemoedig AUG. M. J. S.
door
MARGO BELL»
Zjj droeg de smaragden, den eersten avond
dat zy aan tafel verscheen, een verblindende
verschyning, die jaloersche en begeerende blik
ken aantrok als een magneet.
Boosaardige tongen haasten zich te vertellen,
wie zy was! Als meisje van vijftien met een
zeer obscure moeder naar Singapore gekomen-
Op baar zestiende jaar had ze een groote villa,
een auto, juweelen. Ze was achttien, toen ze
verdween. Ze dook weder op in. Soerabaja, waar
ze een jaar lang iedereen verblufte met haar
auto en de luxe, waarin ze leefde.
Nu keerde ze terug naar Europa, een betoo-
verende, mooie, jonge, elegante vrouw, die
biykbaar gehuwd was geweest met een schat-
rqken Chinees, die overleden was. Zo was
weduwe geworden. Haar oogen waren wya
open en kinderlijk.
Jack Lemond kon niet gelooven wat men
allemaal vertelde. Maar de qmaragdeh om haar
hals fascineerden hem. Er gingen zulke vreese-
lijke veijhalen over deze smaragden. Men zeide
o.a. dat ze levens verwoestte, den dood van nog
betrekkeiyk jonge menschen op het geweten
had, en dat zy by dat alles even koel en onver
schillig bleef, ais ware het een spelletje.
Haar éénige hartstocht, zoo zei men, was:
juweelen en in het byzonder: „Smaragden".
En op deze smaragden was Jack jaloersch.
Wie had die haar geschonken?
Wat had ze hem gegeven?
Hij was aan tooord onet zijn besten vriend,
Ted I .inving, ze hadden samen een wereldreis
gemaakt en heel wat meegemaakt, doch van
hen beiden was Ted de wereldwyze, maar Jack
nog altijd de „jongen".
Ted waarschuwde hem natuuriyk, zoodra hy
merkte, dat de vreemde vrouw iets voor Jack
beteekende. Doch het was vergeefs!
Darja Loucher, ze had haar meisjesnaam
na haar iman's dood weder aangenomen een
Fransche naam, volgens haar beweringen was
haar vader Franschman geweest kon eruit
zien als een onschuldig kind, wanneer ze dat
wenschte.
Als men haar des morgens dek-tennis 'zag
spelen, gekleed in een licht japonnetje van een
voudig maaksel, als men haar zag lachen,
wanneer ze won of grappig vertwijfelend zag
doen om een bal, dien ze mistte, was het
onmogelijk te gelooven aan haar wild verleden.
In de lange wonderlijke avonden, wanneer zij
op het dek zaten, met den sterrenhemel boven
zich, leek ze Jack een sprookjesprinses. En zoo
zacht kon dan haar stem zijn, zoo droomerig
kon ze spreken van eigen home, rust en vrede,
eindeiyk.
Op een avond nam Ted zijn vriend apart.
Luister, alles goed en wel, dat je verliefd
bent, maar bega in 's hemelsnaam niet den
waanzin, dat je met haar wil trouwen.
O, hernam de ander spottend, ze zou me niet
willen!
O, was ik déér maar zeker van, zei zijn
vriend sceptisch, maar ik vrees dat ze je ge
wild heeft van den dag af, dat ze je leerde
kennen, ze is nu op een punt gekomen, dat ze
niets anders zou willen hebben, dan je goeden
naam. Avonturen is ze nu moe, geld heeft ze
genoeg, alleen haar naam is bezoedeld. Ze wil
je naam, om zich te rehabiliteeren, wil door
jou, wiens familie tot de beste van Engeland
behoort, in een wereld doordringen, waarin al
haar geld haar anders niet kan introdueeeren.
Geloof me, deze vrouw kan slechts berekenen
en ledereen gebruiken voor héér doeleinden.
Om hemelswil laat je niet door haar mis
leiden!
Hij sprak nog langen tijd en zijn woorden
brandden in het hart van zjjn vriend, die zelf
honderden malen zulke dingen had gedacht, die
telkens opnieuw met smart en twyfel de kost
bare smaragden zag, die zy by voorkeur
droeg.
Laat op den avond stonden ze achter op het
schip in den glans der sterren. Hij keek naar
haar. Onaardsch mooi leek ze hem in zulke
oogenblikken, en dén kón hy ook niet gelooven,
dat ze geen engel was.
Hy nam haar hand en stamelde eenige woor
den van liefde. Ze leunde haar hoofdje tegen
hem aan. Doch de twyfel, in zqn hart gezaaid
door zijn vriend, overwoekerde zyn geluk.
Terwijl hij haar omhelsde, voelde hij de koude
smaragden en hij huiverde.
Heb je me werkelijk lief? vroeg hij dringend,
zou je mq dat willen bewijzen? Zou je mij een
offer willen brengen?
Deze kettingIk weet dat ze een fortuin
waard is en dat je véél van dit sieraad houdt.
Wil je deze smaragden opofferen als bewijs van
je liefde?
En een ondeelbaar oogenblik leek ze te wei
felen. Toen rukte ze de ketting los en ze viel
in de golven.
Hij drukte haar in zijn armen. Wat deed er
alles nu nog toe Alles wilde hij haar vergeven
en vergeteil. Met hém zou ze een nieuw leven
beginnen.
Het was een feest bij de hertogin de Lorcke,
waarop ze waren uitgenoodigd, dat Jack een
betooverend mooie vrouw haar kostbaren man
tel aflegde. Hij had haar dien avond nog niet
zonder mantel gezien en staarde haar déérom
aan als een geestverschijning.
Want om haar mooien hals rustte een ket
ting van smaragden.
Als in een boozen droom ging hij door den
avond heen. Toen ze alleen waren, thuis
barstte hy uit.: „Die ketting, hoe is het moge
lijk?"
Ze bekeek zichzelf in een spiegel, heel lang
koud, onbewogen en wreed.
Och je bent wel naiëf! Dacht je dat wer
kelijk ik mijn ketting zou opofferen aan een
gril van een jongen zooals jy.
Beste jongen, zei ze, Ik ben veel te bang om
dit kostbare sieraad op reis te dragen! Ik bezit
ook nog een prachtige imitatie!
Ze lachte, knikte hem vriendelijk toe, en
verdween in haar eigen kamer.
Hy stond toe te kijken als verstard, hij zag
langzaam zijn geluk en droomen in scherven
vallen.
(Nadruk verboden).
OP GOLGOTHA.
Voor uw en myn zonden,
Aan 't vloekhout gebonden,
Is Jezus, Gods Zoon.
In 't bitterste! lijden,
Beangstigend stryden,
Hing Jezus ten toon.
Hy wilde daar sterven,
Opdat wy verwerven,
't Paradijs, eens hier na.
Voor Heid'nen en Joden,
Liet Jezus zich dooden,
Verwierf Hij gené.
Gods Wet moest ons doemen,
Maar 'k wil in Hem roemen,
Die 't al heeft volbracht.
Daar wy niets bezaten,
Is Jezus verlaten,
In donkeren nacht.
Hoort! zondaars, Hem klagen,
Waar dorst Hem moest plagen,
Tot redding van ons.
En 't mensch'lijk ontfermen,
't Reikt Hem op Zijn kermen,
Kn.... Edikspons!
Die Jezus, die lijder,
Standvastige S rij der,
Hij maakt my bereid.
Het Kruis voort te dragen,
Totdat mq zal dagen,
Het Licht dat nooit scheidt,
Het LJcht van den Morgen,
Waar God voor zal zorgen
Dat 't nimmer verdooft.
't Verheldert de glazen,
Hoe 't stormen en razen,
Voor hem.... die gelooft.
Slaat zoo eens die stonde,
Dat ik word ontbonden,
'k Richt 't oog dan omhoog!
Uit 't dal hier beneden,
Naar 't Hemelsche Eden,
Dat nimmer bewoog.
Ontknoopen mijn band,en,
In veilige handen,
Rust dan mijn lot.
Door Jezus bang lijden,
Zal ik mij verblyden,
Als'k rust bij mijn God.
Goede Vrijdag 1934.
J. HOMBURG Cz.
De vorige week is in het laatste vers een
regel uitgevallen. Wrj_ plaatsen dit laatste vers
thans weer, met verzoek dit by. het vorige té
willen plakken.
Hij doet naar al Zijn welbehagen,
Nog altyd toeft de dag der dagen,
Maar zeker zal Het Licht der lichten,
Zqn Vrederqk opnieuw hier stichten.
De Oorsprong aller goede gaven,
Zal wien Hy mint, 't vermoeide, laven t
BEELDENDE KUNST TE HAARLEM.
'De „grootmeester der hedendaagsche Haariem-
sehe schilders" zoo werd de beleende en beminde
Haarlemmer H. F. Boot jl. Zaterdag genoemd
aan een te zijner eere gegeven maaltyd in het
aardige restaurant „Du Commerce" van den
heer Schaefer aan het Houtplein. Dit middag
maal werd gehouden na de opening der tentoon
stelling van werken van H. F. Boot, waarop wy
hier uitvoeriger terugkomen. Wij volstaan ditmaal
met de opwekking aan al onze lezers om deze
belangryke tentoonstelling te bezoeken, zy wordt
gehouden in de nieuwe zaal van het Frans
Halsmuseum aan het Klein-Heiligland, ze
sluit al 's middags 4 ui»
Men verzuime niet daarna of op een anderen
dag de fraaie kunstzalen van den heer Reeker,
Wagenweg 102 te Haarlem te bezoeken waar zoo
wel beneden als boven een overzichtüjke ten
toonstelling wordt gehouden van schilderijen,
aquarellen en grafische werken (61 stuks) van
A. J. Grootens.
Ook op deze expositie en de daarbij gesproken
openingsrede van dr. Oldewelt komen wij terug.
In de Daily Herald bew.eert Harold Lasky
boudweg dat waar als in Duitschland en Oos
tenrijk geen vrije vakbeweging meer bestaat
het lot van den arbeid gelijk is aan dat van
een slaaf.
De beeldhouwer Hildo Krop, die 50 jaar I
werd, heeft zich laten interviewen. Hij zei
o.a.: natuurlijk heb je een bedoeling met j,e
werk, ik tracht in al mijn figuren het karakter
uit te drukken. Dat kim je een uitgangspunt
noemen. Maar als het (dan toevallig) mooi
wordt, kan ik dat niet heipen.
Universal heeft het plan opgevat, aan haar
serie „thrillers" een nieuw product toe te
voegen, n.l. „The Black Cat", een verhaal van
den bekenden sensatieschrijver Edgar Alien
Poe. Boris Karloff zal de hoofdrol vertolken.
Vieki Baum's „I give my love"
wordt verfilmd.
Wynne Gibson is door Universal geënga
geerd voor de vrouwelijke hoofdrol in „I give
my love", naar het bekende boek van de
wereldberoemde schrijfster Vicki Baum.