Zaterdag Juni a.s. OPENING IJzermogaz. „De P.E.N DAMESHOEDEN LIPPUS J. BALM ZOON aatjes Haring bumerimke stud bisscoop. Automobielbedrijf „Bloemendaal" Losse Blaadjes. Pas op! Eerbied. Onze vragenbus. De Haarl. Coöp. Diner-Verg. VERHUIZING SCHOONMAAK GASTEN ZIEKTE BAKENESSERGRACHT No. 27. Dr. Dirk Bakkerlaan 12-13 Telefoon 22992 Bn mijn Hof. II Het Grootste en Modernste Bedrijf in BLOEMENDAAL Normale Prijzen General Motor Dealer, Vauxhall Bedford truck, Sub Dealer Buick van onze, naar de eischen des tijds ingerichte ZAAK in IJZERWAREN, GEREEDSCHAPPEN en TUINBOUW-ARTIKELEN. GLAS- en VERFWAREN. Beleefd aanbevelend, M. PLESSIUS. KORTE KLEVERLAAN 26. TELEFOON 22397. INGEZONDEN STOKKEN DE GROOTE Z0MERM0DE IS VILT. WIJ ONTVINGEN EEN UITGEBREIDE COLLECTIE ENGELSCHE EN WEEN- SCH MODELLEN IN WIT EN PASTEL KLEUREN VANAF 2.25. KRUISWEG 72. Haring Alleon alsZalnu bU Bafm£ de Pijrn nieuwe KdKlanc3sche in elke hoeveelheid fhutshezorgd f J2 oersf pes* stuk PRACHT VERSCHE ZALM f 1.50 PER POND. MIDDEN MOOTEN. Bloemend.weg 60 Bloemendaal - Tel. 23280 Nu komt de echte zomertijd, Door oud en jong met vreugd' verbeid. Nu wil een ieder, groot of klein, Wel eens een dagje buiten zijn Of meer dan één, wanneer dat kon, Om bruin te braden in de zon. Zoo ziet men 's Zondags bij droog weer Een ware uittocht ied'ren keer. Picnic in 't bosch, of op de hei, Dat stemt zoo vroolijk en zoo blij! Wanneer we dan verzadigd zijn, Smaakt een sigaartje dubbel fijn! Maar 's Maandags lees je in de krant: De boel staat hier en daar in brand! Wees dus voorzichtig met uw vuur; Doof vlam en vonken heel secuur! Een smeulend eindje sigaret Heeft vaak de hei in brand gezet. Een lucifer, niet goed gedoofd, Heeft 't bosch zijn schoonheid soms ontroofd Let op! Eén vonkje heeft zoo licht Een bosch- of heidebrand gesticht. Rook vrij uw pijp of uw sigaar, Maardenk steeds om het brandgevaar te halen. Niet alleen tegenover onze kinderen vervallen wij in deze fout, maar ook jegens volwassenen, die uit een anderen levenskring komen dan wijzelf. Wij laten hen duidelijk merken, dat hun gewoonten ons ergeren, dat wij hun gevoelens gering schatten en dat wij hun denkbeelden dwaas vinden. Eerbied, ook jegens tegenstanders verwaar- loozen wij deze deugd maar al te vaak. Hoe spreken wij over een ander geloof, over een andere moraal, over een andere politieke partij dan de onze? Maar zelden geven wij ons de moeite, te luisteren naar wat de ander vertelt en ons in zijn sfeer te verplaatsen. Vooral onze tijd heeft behoefte aan eerbied. H. G. CANNEGIETER en Zani dat zij elkaar liefhebben en bouwen zjj zullen deelnemen aan een schoolreisje, een ijs- groote luchtkasteelen voor de toekomst. wafel te laten offeren. Als zij op het reisje een Kleine Paul verkent intusschen schuchter ijsje van 3, van 5 minder krijgen en die centjes den dierentuin. Uit brokstukken van een ge- nu afstaan ten behoeve van hun minder geluk- sprek tusschen oppassers leidt hij af, dat hij kige kameraadjes in den lande, dan zijn ook die door de politie gezocht wordt. Met kloppend geholpen. hard kruipt hij in het dierenhuis. Hier treft En gij, lezers en lezeressen? Offert gij ook hij een oppasser aan, die door een wraakzuch- een ijswafel? Verzamelt gij ze in Uw kring? tige assistent in een leege kooi, die hij aan het Het nummer van de IJswafel-Girorekening is schoonmaken was is opgesloten. Terwijl Paul- 22363, ten name van J. H. Boon, Pioenweg 25 te tje probeert den oppasser te bevrijden, ver- 's Gravenhage. De controle op beheer en ver-, schuift hij den verkeerden grendelhij antwoording der gelden geschiedt geheel belan- heeft de tijgerkooi geopend. Door een panischen geloos door het Notariskantoor W. J. Jalink en e/>U«;ir —li*- -- 1- -- - (Nadruk verboden) Een veel teerbied voorkomend misverstand is, dat houding is inzonderheid jegens meerderen. Integendeel hebben wij over 't al gemeen meer gelegenheid, ons in deze deugd te oefenen in onzen omgang met minderen, Hetgeen jegens meerderen eerbied heet, is vaak niets anders dan een zeer banaal gevoel van vrees voor het eigenbelang, dat men bedreigd acht door het misnoegen van meerderen. Men neemt den hoed af, volgt gehoorzaam een order op, spreekt een hoffelijk woord of schrijft een onderdanigen brief, niet omdat men voor het innerlijk van den betrokken persoon zoo veel achting heeft, maar omdat men onder den indruk verkeert van zijn uiterlijke macht. En eerbied is een zaak van het innerlijk, Eerbied betuigt men niet jegens hetgeen een bepaald persoon in de melk heeft te brokken, maar jegens hetgeen hij in 't diepst van zijn wezen is. Gebrek aan eerbied openbaart zich i'eeds hierin, dat wij ons in dit laatste probleem niet verdiepen. Het wezen van onze medemenschen laat ons gewoonlijk koud. Wij beschouwen het als iets, waarmee wij niet hebben te majten. Wij weten alles van onze huisgenooten, onze buren en vrienden af en stellen tot in kleinig heden belang in wat ze uitvoeren, maar de vraag, waarom ze dit doen, komt eenvoudig niet in ons op. Door deze houding beleedigen wij onze mede menschen, zonder dat wij dit ons bewust zijn. Want is het geen beleediging, wanneer wij de daden van meer beteekenis achten dan de per soon, die ze verricht? Zoo wij eerbied voor dien persoon koesterden, zouden die daden slechts in de tweede plaats komen en de per soon zelf in de eerste plaats. Hoe beoordeelen wij de daden van onze mede menschen? Wij gebruiken slechts één maat staf: die van onze eigen levenspraktijk. Wij zouden in een bepaald geval aldus handelen, welnu, dan dient een ander in hetzelfde geval évenzoo te doen. Handelt hij anders dan wij in Zijn geval zouden hebben gedaan, dan veroor- deelen wij hem; handelt hij in onzen geest, dan prijzen wij hem. Bij deze levenshouding gaan wij uit van de veronderstelling, dat alle menschen gelijk zijn. Ze zijn allen gevormd naar één algemeen- gelden model, en dat model zijn wijzelf. Wij vergeten, dat ieder mensch een eigen karakter bezit, in eigen omstandigheden verkeert en derhalve ook op zijn eigen manier reageert. En dat hierdoor het aantal persoonlijkheden en het aantal „gevallen" even groot is als er menschen op aarde bestaan. Eerbied uit zich nu hierin, dat men rekening houdt met deze verscheidenheid. Dat men dus ieder beschouwt en beoordeelt, maar ook be handelt naar gelang van zijn eigen persoonlijke zielsgesteldheid en de daarmee samenhangende levenshouding. Men moet zich in een ander verplaatsen. En dit is voor menigeen, die gewend is de wijde wereld met het enge kringetje van zijn eigen belangen en opvattingen te vereenzelvigen, een heele toer. Slechts weinigen gelukt het, de meesten doen er niet eens moeite voor. Het eenvoudigste voorbeeld levert al dadelijk onze houding jegens het kind. Hoe weinig eer bied toonen wij voor het wezen van onze kleu ters, dat in alle opzichten zoo volmaakt anders is dan het onze. Het is waar, wij bemerken gemakkelijk, dat ons kind heel anders op de verschijnselen reageert dan wij, maar deze afwijking van onze eigen houding verklaren wij uit zijn kinderach tigheid, zijn onverstand, zijn onwil of ongehoor zaamheid. Wij zullen hem wel anders leeren en hem dwingen te denken, te spreken en te han delen als wij. Het kinderbestaan is voor ons geen ernst, maar slechts een onbeteekenend spel, dat geen recht heeft op de belangstelling, laat staan op den eerbied van volwassen personen. Zelfs in onze grapjes met kinderen laten wij onzen wil gelden ten koste van de verlangens der kleinen Wanneer een driejarig jongetje bezig is met zijn blokkendoos, is dit voor hem een even be langrijke onderneming als het dagwerk van eeii metselaar, die een huis bouwt. Wat zou die metselaar zich beleedigd achten, wanneer wij hem midden in zijn arbeid opeischten voor een of andere malle vertooning, waarin wijzelf toe vallig op dat oogenblik lust hadden! Maar wij tillen, verteederd door den aardigen aanblik van dat spelende kind, den kleine omhoog, en wanneer deze kreten van protest uit, doen wij hem verstaan, dat hij „niets lief" is en mis schien straffen wij hem zelfs wel, omdat wij hem „stout" vinden. Van dergelijk gebrek aan eerbied zouden dui genden dagelijks voorkomende staaltjes zijn aan Is het waar, dat ons Bloemendaalsche Bosch vroeger Saxenburg heette en dat daarvan o. a. eigenaren zijn geweest families Thijssen Cloeck, Voet en Allard Merens? De hofstede Saxenburg ongeveer overeenko mende met de Oostzijde van het Bloemendaal sche Bosch met bijbehoorende duinen en wil dernissen werd zoo genoemd naar Petronella van Saksen, gemalin van graaf Floris II (1091 1222) en is eerst omstreeks 1628 gesticht door zekeren van der Graft. Uit diens boedel kocht de koopman Christoffal Thijssen de hofstede c.a. met een vischrijk meertje ('t meertje van Berk hout). Onder de eigenaren vinden we Jan Elias Voet uit Amsterdam (1685). Zijn weduwe leefde er tot 1716. Tot 1737 waren Amstelaren eigenaar, na dien tijd meest Haarlemieten, zoo de wed. Herman; g,b. Vrouwe Christina Crommelin (17411755) In 1784 kochten mr. Allard Merens, Raad Schepen van Haarlem en oud-Schepen van Hoorn en zijne 2 zusters Eva Maria en Cornelia het. De familie Merens kochten of bouwden er „de' nog bestaande zgn. „Vijfhuizen" bij. Mr. Merens werd in 1798 opgevolgd door den eigenaar van Wildhoef Philips Kops. Het oude heerenhuis Saxenburg werd toen gesloopt. Het oude hek staat nu voor het landhuis der dames Bierens de Haan. Waar de heerenhuizing dezer hofstede precies gestaan heeft is ons niet bekend. Misschien kan een onzer lezers ons hierover inlichten. Saxenburg had een vrijen uitweg over de hofstede Duin en Daal vroeger een lijnwaad- bleekerii tot aan den Heerenweg. (BI. weg). A. de Mos, de Ruyterstraat 59, 's Gravenhage. Dp hoop van zegen! De Redactie van den Gids voor Schoolreizen, J. H. Boon en Jac. Dam, Onderwijzers. Bevallen: Th. HulsboschWarmerdam, d P. G. A. Freriksvan Niekerk, z.; L. P. EiehholtzFrangojs, z. Ondertrouwd: J. M. Furnée en Th. de Wilde, H. Hengeveld en E. Doornhof; W. J. Bon en H. F. Zonneveld. Getrouwd: C. Strookman en M. de Graaf, P G. M. Coebergh en A. J. A. Hendrikse, Overleden: geene. PANIEK IN DEN DIERENTUIN. Drommen menschen stroomen door de tour niquets van den dierentuin in Budapest. De apen met hun kluchtige streken, de zeldzame vogels, de leeuwen, tijgers, beeren en andere wilde beesten worden bezichtigd met belang stelling, verwondering en misschien met eenige angst, naar gelang den leeftijd van den bezoe ker. De grootste attractie voor de kinderen is Radjah, een reusachtige Afrikaansche olifant, waarop zij ritjes in den tuin kunnen makea. Paul Vandor, een kleine jongen, is met zijn ■ouvernante ook onder de bezoekers. Het grootste verlangen van het ventje is ook een ritje te mogen maken, maar zijn gouvernante, een onsympathieke oude juffrouw, heeft geen haast om aan zijn verlangen te voldoen. Dr. Griinbaum, de vriendelijke directeur van den dierentuin, heeft het erg druk met de die ren, waarvan er eenige ongesteld zijn. Bij zijn terugkeer op het kantoor verneemt hij, dat men een dame haar bont ontstolen heeft. Na haar tot kalmte gebracht te hebben, verklaart hij aan zijn secretaris, dat Zani, een van de jongere oppassers, die zeer gehecht is aan de dieren, de dief is. De secretaris dringt er op aan dat Zani ontslagen en aan de politie over geleverd zal worden. Dr. Griinbaum laat Zani op zijn kantoor komen. Deze bekent den dief stal te hebben gepleegd, maar verontschuldigt zich, door te zeggen dat hij niet kan zien dat menschen dieren dooden, om er hun eigen schoonheid mede te verhoogen. Hij belooft het niet meer te zullen doen, waarop de doctor besluit hem nog een kans te geven, met de waarschuwing, dat dit onverbiddelijk de laat ste keer is en dat hij een volgenden keer de gevolgen zal moeten dragen. Dan komen de weesmeisjes voor hun weke- Jijksch uitstapje naar den dierentuin. Eve, een van de aardigste meisjes en Zani, gevoelen zich reeds lang tot elkaar aangetrokken, maar de eenigste manier waarop zij met elkaar kun nen praten is, dat Zani doet alsof hij tot de dieren praat en zij die woorden als tot haarzelf gezegd kan beschouwen. Een plan is gemaakt dat Eve kan ontsnappen, maar de moed zinkt haar in de schoenen. Zani pleit dat zij het het plan ten uitvoer zal brengen. Wanneer de meisjes over een bruggetje wandelen, geeft Eve hen het teeken voor haar vlucht. Het meisje dat vooraan loopt springt in het meer. Van de verwarring maakt Eve gebruik om te ontsnappen en zich in het kreupelhout te verbergen. Eerst als de meisjes in het wees huis terug zijn wordt Eve vermist. Intusschen is Paultje beroofd van zijn ritje op de olifant. Het is sluitingstijd en de gouver nante zet hem >n de bus om na.ar huis te gaan. Terwijl zij met een kennis staat te praten, ont glipt de kleine vent haar en gaat naar den die rentuin terug. Zani is weer in moeilijkheden. Hij steelt de schitterende bont van een dame, die in adora tie staat voor de huid van een zijn geliefde vosjes. Het bevel wordt gegeven, Zani zal aan de politie worden overgeleverd. De schemering valt. Zani vindt Eve en brengt haar naar een oud beerenhol, waar zij voorloopig veilig zijn. De dierentuin wordt nu door fakkeldragers afgezocht om Eve, Zani en Paultje te vinden. In hun hol ontdekken Eve chrik bevangen vliegt hij in een leege kooi, waarvan hij de deur achter zich dichttrekt. De tijger zoekt zijn weg naar het olifanten huis, waar hij nog een ouden twist uit te vech ten heeft met Radjah. Een ongeloofelijke zwa re strijd ontspint zich. Radjah en de andere olifanten, dol van angst, breken los en ver trappen alle kooien zoodat binnen korten tijd alle leeuwen tijgers en panters in wilde wan orde door elkaar springen en sluipen. Intusschen zijn Eve en Zani ontdekt, maari voordat zij gevangen genomen kunnen worden, ir 1 SAa klinkt de alarmbel van het wilde dierenhuis en iedereen haast zich naar het tooneel van den strijd. Groote netten en brandslangen worden voor den dag gehaald en Dr. Griinbaum die het werk Ned. Herv. Kerk, Bloemendaal. leidt, roept Radjah. De reusachtige olifant ge- v.m. 10 uur, Prof. Dr. Th. L Haitjema, hoorzaamt aan het bevel en houdt de woeste dieren in een hoek van het huis, terwijl Zani aan een touw naar beneden wordt gelaten omi Jeugddienst i. h Jeugdhuis. Paultje, wiens barricade bijna omver geloopen 1Q Wezelman, Haa is, te redden. Wanneer Zani en het kmd half-1 weg opgehaald zijn), springt plotseling een rondsluipende tijger naar hen op Alhoewely 10 Ds j c D„ zwaar gewond, slaagt Zani er m het touw vast| J te houden, tot hij en het jongetje in veilig zijn gebracht. De wilde nacht is voorbij. Eva wordt naar het weeshuis terug gebracht, terwijl Zani in een ambulgncewagen door de politie wordt medegenomen. Paultjes vader, ontzaggelijk dankbaar voor het redden van zijn zoontje, springt echter voor Zani in den bres. Hij neemt Zani en Eve onder zijn bescherming en stuurt hen naar zijn farm, waar zij gelukkig mogen worden. ZONDAG 10 JUNI. Haarlem, De Vrije Katholieke Kerk, Popellaan, Kinheimpurk. |V.m. 10.30 uur, Gezongen H. Mis. Al ruim 24 jaar Uw goede en billijke hulp b(j! voor verzorging Uwer maaltijden. Geen lidmaatschap. Ook bezorging in de buitengemeenten. TEL. 14393 TEL. 14393 Woensdag 13 Juni- s Avonds 8 uur, Conferentie, uitsluitend met de leden. Om 8.45 Lof. Donderdag 14 Juni. V.m. 7-25 uur, Gesproken H. Mis. Evang. Luthersche Kerk. Van. 10.30 uur Ds. D. Drijver. Ned. Herv. Gem. Santpoort. V.m. 10 uur Prof. Dr. G. A. van den Bergh van. Eysinga. „Wat is goed voor den mensch?" (Pred. 6, vs. 12a). Donderdag 14 Juni v.m. 11.45 huwélijkswijding van C. Boerman Sz. en M. Boerman Md, door denzelfde. Ned. Hervormde Evangelisatie te Santpoort. Vm.10 uur, Ds. H. E. Beker, Haarlem. Geref. Kerk in H. V., Haarlem. V.m. 10 uur, de heer P. Lugtigheid, Theol. candidaat, N.m. 5 uur, Ds. B. J. C. Rijnders. V.m. 10 uur, Kinderdienst. In den vijver staat nu de Witte Waterlelie in vollen bloei, ruim een week eerder dan in het Naardermeer. De prachtige plant gedijt uitmuntend en heeft op deze beschutte stand plaats zijn bloem 's morgens eerder en 's avonds later open, dan op de plassen in 't Polderland. Dan trekt In den vijver thans een andere plant de aandacht, n.l. de Lidsteng, die nu bijna de helft van de oppervlakte in beslag neemt en die het is aan te zien, dat hij hier wel eens alleenheerscher zal kunnen worden. We moeten hier dus optreden en ettelijke vierkante meters van zijn wortelstokken uit den grond opbaggeren. Het groote publiek noemt deze plant ook wel Kattestaart of ook wel Paarde- staart. Zijn wetenschappelijke naam Hippuris beteekent ook inderdaad Paardestaart. Maar Paardestaarten zijn heel andere planten. De Moeras-paardestaart groeit ook wel in het water, maar is te kennen aan den duidelijken knop van sporedragers aan zijn top. Het is een sporeplant. Onze Lidsteng echter is een bloemplant en staat thans in vollen bloei. Da-ar zien we niets van, want de bloempjes bestaan slechts uit één stamper en één meeldraad in de oksels der kransstandige bladeren. De Duitschers noemen deze plant „Tannen-| wedel" en de Vlamingen Dennekruid en Water-1 sparretje. Wij missen in den vijver enkele planten. die| nu pracht en praal brengen in slooten en plas sen en wel de Waterviolier (Hottonia) en de Waterranonkels. In het eerste jaar hebben we ze heel mooi gehad, maar ze zijn verdwenen; ik weet heusch niet waardoor. De waterranonkel blqeit altijd prachtig in het beroemde Meertje van Berkhout en waarom dan niet bij ons? Wij gaan daar nog eens aan werken. Langs de westzijde heeft de Watergentiaan I zich prachtig uitgebreid, maar die komt pas| later in bloei. Over de oeverplanten een volgenden keer. JAC. P. THIJSSE. Sfl GEEF ONS EEN IJSWAFEL! In April 1926, ontvingen we van de firma Anton Jurgens' Margarinefabrieken de vorste lijke gift van f 5000.om het mogelijk te maken, dat, waar elk jaar 600.000 leerlingen onzer Nederlandsche scholen een schoolreisje maken, ook het gebrekkige of zieke kind óp eep utistapje zou worden getracteerd. Met vreugde namen wij de organisatie hiervan op ons. In 12500 exemplaren bracht onze „Gids voor schoolreizen-" de blijde mare aan alle scholen. Geheel belangeloos bracht de Nederlandsche Pers het bericht in ieder huisgezin. Het resul taat was ons een feest; 864 kinderen uit alle oorden dese lands, werden gelukkig gemaakt. oHnderden kindervriend-en organiseerden een uitstapje voor een patientje uit hun omgeving. Comité's vormden groepjes, waar dat mogelijk was. En wij waren zoo gelukkig aan alle aan vragen om geld te kunnen voldoen. Het is ons later niet meer mogen gelukken iemand te vinden, die voor dit doel zulk een be drag wilde schenken. Wat onze oogen in den zomer '26 zagen, heeft ons met zulk een deernis vervuld, dat elk voorjaar op de redactiebijeen- komsten over deze zaak is gesproken, 't Bleef echter steeds bij het maken van plannen. De grootste moeilijkheid is, dat een gelanceerd plan noodwendig moet slagen omdat hoop wordt gewekt bij een groote groep stumperds, waarvan velen het ziekenhuis, de barak, het ziekententje of de bedstede nooit verlaten, daaraan gebonden door misvormingen van het lichaam, ziekte of lichaamszwakte. Het jaar '26 leerdeij ons, dat juist die kinderen zoo graag eens uitgaan, omdat hier de armpjes nooit eens reikten tot daar, waar de dadels hangen. We zullen dezen zomer aan f 5000 niet ge noeg hebben. Hoe komen we aan zulk een groot bedrag? Aan alle Lagere- en Middelbare Scholen ver zochten wij, door de leerlingen, die dezen zomer NU Wij belasten ons met de verzending in Binnen- en naar Buitenland, van vaatjes of blikken van 12-24 ol 36 stuks, onder garantie. ALTIJD EEN WELKOM PAKKET! (DRIE LIJNEN)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1934 | | pagina 3