mtASft Losse Blaadjes. Menagerie; Brokjes Levenswijsheid. Na twintig jaar. UIT BOEK EK BLAD De Haarl. Coöp. Diner-Verg. VERHUIZING SCHOONMAAK GASTEN ZIEKTE BAKENESSERGRACHT No. 27. SCHAAKRUBRIEK Jt mm mm PLAHTEHHQEKJE. Een week geleden zei mijn vriend: „Zeg, luister eens, amice, Ik krijg vacantie, en ik blijf, Mijn tijd hier niet verkniezen. Ik ga een dag of wat op reis; Doe jij me een pleziertje En zorg zoolang dan voor mijn hond; Het is een aardig diertje." ..In orde" zei ik, „geef het beest Maar dadeljjk met mij mede". En weldra liet ik mijn logé Mijn woning binnentreden. Het eerste, wat ik hoorde en zag Doch zeker niet verwacht had: De kater van mijn vrouws vriendin. Die 't diertje juist gebracht had! Geblaas, geblaf, zoo waren fluks De poppen aan het dansen! Daar werd gebeld. „O", riep miin vrouw, „Dat 's Mien van buurman Jansen. Ze brengt die mooie papegaai; Ze kwam zooeven vragen, Of ik het beest verzorgen wou; 't Is maar voor veertien dagen." I Die heele buurt lijkt nu opeens Wel tyd'Irk te verhuizen. Mijn kennel was alras verrijkt Met 'n tweetal witte muizen, Een tamme kraai, een broedsche kip, Een postduif en een goudvisch Ik weet, geloof ik, zelf niet meer Wat in mijn huis gesjouwd is! Nu is mijn woning vol gekrijsch, Geblaf, gemauw, gekakel! Ik ben al suf en doof en grjjs, Want 't is een helsch spectakel! Eerst kon 'k mij amuseeren, ja, Maar nu heb ik geen lust meer. 't Wordt tijd, dat 'k zelf logeeren ga, Misschien vind 'k dan mijn rust weer! (Nadruk verboden) i Twintig jaar lijkt voor jonge menschen een heele tijd. De ouderen staan verbluft, hoe schielijk zoo'n stuk leven voorbij is gesneld. Is het al historie geworden, voor alle scho lieren en studenten van thans een legende, dat oogenblik, voor hen die het beleefd hebben, nog zoo actueel als de dag van gisteren? Ooi-logen behoorden voor het geslacht van 1914 tot de dingen uit het verre verleden; ze waren even onwezenlijk als hlat haringkaken, dat Wil lem' Beukelsz van Biervliet uitvond Of als de jachtvalk van Jacoba van Beieren. Oorlog was iets uit de vaderlandsche geschie denis, een verhaaltje dat men op school leert. Veldslagen en zeegevechten waren wetenswaar digheden uit het jaartallenboekje en hadden met de werkelijkheid even weinig uitstaande als de graven van Holland of de Romeinsche anti quiteiten. Nu ja, er was in hun tijd wel eens oorlog ge weest, heel ver weg ergens op aarde: in Trans vaal, in China of tusschen de operette-achtige generaals in Zuid-Amerika. Maar een oorlog in Europa, een oorlog vlak aan de grenzen, een oorlog, waarbij men zelf ieder oogenblik kon be trokken worden, dit was iets, waaraan men zelfs niet kón denken. Zeker, wij hadden een leger. Maar dit diende slechts als een min of meer humoristische ver tooning. Speenhoff bezong de schutterij „met vaandels en met pluimen", op 31 Augustus was er parade en als gymnasiast of H.B.S.'er kreeg men het aardige pakje en de sportieve oefeningen van het reserve-kader te genieten. Wanneer de troepen van het garnizoen in de naburige dorpen schijngevechten organiseerden, leefde de jeugd dit „spelletje" mee. En wanneer een hengelaar in de fortgracht ging visschen, verschafte de aanblik van de verlaten muren, waartusschen de eenzame fortwachter zijn krant zat te lezen, hem louter vredige gtdachten. Toen werd, op dien stralenden zomermiddag, de oorlog eensklaps „echt". Eerst nam men 't nog als een onschuldige sensatie op: de aanplak biljetten voor de mobilisatie, de lange treinen, uitsluitend voor militairen gerequireerd, de in kwartiering. Maar daarophet ontzettende nieuws in de kranten, Belgen bij honderden dood geschoten, huizen in brand, kathedralen in puinElke dag een nieuw land in oorlog, de wereld tot een onbegrijpelijke hel geworden. Wat konden al de vredige menschen zich voor stellen van de motieven, welke tot deze uitbar sting van moord- en vernielzucht leidden? Wat hadden zij voor verstand van politiek? Hun verstand stond stil bij al die ontzetting. Velen werden krankzinnig, en zij waren er mis schien nog het beste aan toe. De angst, de ver bijstering, welke het gezonde verstand in die verschrikkelijke weken kwelde! En wij leefden hier in het neutrale Nederland nog in het paradijs! De ellende, welke ons 'rof; de ontwrichting van het gezins- en bedrijfsleven door de mobilisatie; de slechte en ontoereikende voeding bij de distributie en die vreeselijke pest ziekte, welke uit de rotting der loopgraven ook over onze grenzen woei en dorpen en steden besmette, het was een kleinigheid, vergeleken bij hetgeen de oorlogvoerende naties zelf moesten doorlijden. Toen hebben wij gevoeld, en eigenlijk nog slechts voorgevoeld, dat oorlog werkelijkheid kan zijn. Na twintig jaar is men 't weer vergeten. Voor de tegenwoordige jeugd behoort ook 1914 tot de jaartallen en Foch neemt zijn plaats onder de overige namen in, die men op school van buiter- moet leeren. Nogmaals ziet men in het leger slechts de bekoring van aardige pakjes, sportieve oefeningen, parades en schijngevechten. Nogmaals vindt men het militaire zoo kwaad niet en hoont men het pacifisme als een lafhartige levens houding. Na twintig jaar! Konden wij 1914 maar als Verleden herdenken! Helaas is 1914 Heden en Toekomst. De wereldoorlog werd gevoerd onder de leuze, dat het de laatste oorlog zou zijn. Om aan het militairisme een eindia te maken, lieten velen zich inschrijven als militair De laatste oorlog, nu twintig jaar geleden. Een nieuw geslacht is inmiddels opgegroeid. Kan het booze iets anders dan 't booze baren? Waar is het voordeel, dat de oorlog gebracht heeft? Ethisch schiep hij de oorlogspsychose, de her leving van de geweldadige oerinstincten. Econo misch schiep hij de crisis met haar nooit eindi gende werkloosheid. Waar is het verschil tusschen overwinnaar en overwonnene? Samen liggen zij tegen den grond, als ongeneeslijke zieken. Ellendiger wereld dan de na-oorlogsche is nauwelijks denkbaar. De eenige winst, welke 1914 gebracht heeft, is het nog steeds aanhoudende profijt van de wapenfabrikanten, de eenige branche, welke de werkloosheid niet treft. Deze winst is betaald met: 10873577 ge sneuvelden, 20 millioen gewonden, 9 millioen oorlogsweezen, 5 millioen oorlogsweduwen en 10 millioen vluchtelingen. Rechtstreeks en zijdelings schat men de kosten aan menschenlevens op 40 millioen. Zijn wij na twintig jaar deze verschrikkelijke rekening vergeten? H. G. CANNEGIETER VRIJWORDING door Adéle Withof. Uitgave der N. V. Uitgeversmaat schappij „De Tijdstroom". Lochem 1934. Met „Vrijwording" schonk Adèle Withof ons een boek. Als wij onze gedachten in onver- valschte frissche, nog door geen ouderdoms zwakte aangetaste woorden, konden kleeden, wij zouden onze groote ingenomenheid met dit geschenk door één enkele, klare aanduiding in het teeken hebben geinterpoleerd. Adèle Withof neemt als uitgangspunt het grenzelooze wisselspel der stuwende krachten van aantrekking en afstooting; de eerste als verwekker van verstilling, genegenheid, liefde, bewondering, de tweede voerende tot af schrik, afkeer, haat, verachting, dat de grondtrek schept van het leven, het wezenlijke van ons bestaan: bewustwording. Bewustwor ding immers is ontwaking, versterking, verhel dering, verinniging en verruiming van het zelf besef en van het besef der gemeenzaamheid. En uit het drukverschil dezer tegengestelden, waaruit zich het levensproces voltrekt, dat een gang-is uit het niet-bewuste ééne, door de be wuste gescheidenheid en alleenheid heen naar de zich genietende al-eenheid, zien wij een zin rijke erkenning, verruiming en verlossende op klaring: de bevrijding, geboren worden. Bevrij ding uit de enge vasthoudendheid, waarmede het gezin, naast liefde en saamhoorigheid, de eigen liefde en zelfzucht doet stellen tegenover de overige wereld. Bevrijding door het wegvallen van een onver moede beperking van ons besef bij de beoor deeling der door aanleg en omstandigheden tot verlorenheid gedoemden. Vrijwording en bevrijding als reactie op waanvoorstellingen, op waarheden, die een waan bleken en plaats maken voor een nieuwe waarheid, die evenzeer een waan zal blijken. Want wij gaan van waarheid tot waarheid; van waan tot waan, naar de grens, waar het weten ophoudt. Waar het Eene wordt gekend, het Eene zichzelf beleeft, is alle onderscheid opgeheven en weten kan slechts bij onderscheiding be staan. Bevrijding ook... genoeg, wij willen den diepzinnigen inhoud van dit boek niet verder op deze wijze geweld aan doen. Mogen wij echter een enkele aanhaling uit de met innige overtuiging geschreven regels opnemen, opdat tevens de schoone beheersching onzer taal voor de schrijfster moge pleiten? „De liefde maakt offervaardig, geeft vlucht „aan de verbeelding, verveelvoudigt de ervarin gen, ontwikkelt het begrip, doortintelt de aan doeningen. En doet ons in eenheidsbeleving, „buiten ons zelf gegaan, dieper in ons zelf in- keer en." Uit het hoofdstuk „Zelfontdekking": „Het is „in de oude verhalen de heilige, tot wien de „verworpenen worden getrokken, en bij wiens „aanraking zij tot zichzelf inkeeren; het is de „heilige, wien de verworpenen gemeenzaam „zijn." En eenige regels verder: „Het kan ook zijn, dat in een mensch spontaan de weerpartij in werking komt. Het kan zijn, dat in den ontred derde, dien de afgrond trekt, het verlangen uitbreekt, dat hem opvoert tot de verrukking der godsbeleving, die is beleving van het wezen lijke. Een verrukking waarin naklinkt de smart van den verlorene; zooals Verlaine dit uitzong in den zang, die een klaaglied is en een lied van vervulling: „O mon Dieu, vcus m' avez blessé d'amour „Et la blessure est encore vibrante, „O mon Dieu, vous m' avez blessé d'amour. „O mon Dieu, j'ai connu que tout est vil „Et votre gloire en moi s' est installée, „O mon Dieu, j' ai' connu que tout est vil. V Uit het hoofdstuk „Waarheid en waan": „Leven is lief te hebben, te arbeiden, het goede „te vatten en te streven naar zijn verwerkelij- „king, te trachten naar begrijpen en naar door- „grenden." „En uit het slot van dit hoofdstuk: „Ook als in „heilige noch profane wijsheid wij meer ge- „lcoven, juist dan is er de schoone kans, dat in „het zwijgen van alle vergankelijke woorden, „het wezenlijke zich openbaart. Dan kennen wij „wat onzegbaar en ondenkbaar is. Dan zijn vraag en verlangen opgeheven in de beleving „van wat is. Woordeloos is het antwoord, niet „te vatten in gedachten en taal. Gestalteloos is de alvervullende openbaring. Tcrch nu voor „ons .verstaanbaar ook in het ontoereikend „woord, herkenbaar in het onvo'komen beeld. „Het enzeg- en ondenkbare, onverbeeldbare is „het wezenlijke in iedere waarheid, in iederen „waan. Uit het hoofdstuk „Wij en de anderen", waarin schrijfster het kapitalisme, fascisme en communisme als maatschappelijke krachten en massale strevingen in onze, tot nieuwe formatie bestemde wereld, aan een beschouwing onder werpt: „In gevoel en gedachte der menschen „in het algemeen verliest het persoonlijke gaan- „deweg zijn overwegende beteekenis. De op merkzaamheid keert zich toe naar wat er „werkt en dringt in de groote zich vormende „verbonden.. Er is een onderdompeling in het „gemeenschappelijke, waarbij de woekeringen „van het eigene worden weggevaagd. Sympa- „thieën strekken zich uit over alle grenzen „heen. En de gemeenschappelijke wil der ge lijkgezinden, levend onder alle hemelstreken „en tot het besef komend van hun saamhoorig heid en hun vermogen die optreedt als georga- „niseerde openbare meening, is een machtige „factor, die den doorslag moet geven in de „groote de menschheid rakende beslissingen. Zeer belangwekkend is ook het hoofdstuk „De nieuwe wereld", getuigenis gevend van de levensvernieuwing, die zich voltrekt in den Russischen communist; vervolgens ontledende de arbeid in deze wereld van reuzenbouw der Sowjetunie. „Ontheven van den vloek van „winstbejag, loon, slavernij, hebzuchtigen na- .ijver, is hij (de arbeid) een natuurlijke func- „tie, die het leven onderhoudt kracht, ontwik kelt, vreugde geeft." „En daar is ook in onze wereld het wonder „van een milliardtallige collectiviteit in opbouw, „waar gemeenschapszin en arbeidsliefde de lei- „dende en stuwende krachten zijn en waar aile „menschelijk doen en zijn zich vernieuwt." Hoe klinkt de profetie van vrijwording in dat andere hoofdstuk, waarin de oude leuze, „vrijheid, ge lijkheid en broederschap" haar onzedelijkheid demonstreert! Want: „De voor zich zelf en de „hunnen naar macht en bezit strevenden, ge- „ioovend in drang en geweld, deze krachten der „duisternis organiseerend, mogen rumoeren, „met helsche vurigheid en de wereld bedreigen .met vlammenden strijd, daar zijn de velen, hier „en overal, die vrij zijn van de beperking, die „mensch scheidt van mensch door klassehoog- „moed, partijschap, nationale eigenwaan, ras- „senvijandschap en die in den mensch den broe- „der kennen, hem verwant naar het wezen, „hem waard als gelijke, en dien zij willen eer biedigen, zooals zij zich zelf eerbiedigen. Hun „wil tot harmonie, tot vrijheid, gelijkheid, broe derschap moet gestalte aannemen, daar hij in „samenstelling is met den levenswil uit éénzijn „geboren". „Een reinigingsproces", „Over de evolutie van den Duivel" en „Aanvaarding" zijn de hoofdstukken, die hun rijke, sterkenden inhoud bij de reeds genoemde voegen. Moge „Vrijwording" de gelederen versterken van „De welbewusten en levensmoedigen van onzen tijd, wien het kon ende met hoop ver vult, die, kennende het goede, zooals het ge stalte had in de nu ontbindende levensvormen, voor dat voorbije liefde dragen in hun hart; die hun handelen, denken en gelooven richtend op den nieuwen bouw, gaarne recht doen aan de eultureele waarde van het voorbijgegane. En die, het verleden verstaand, ook zooals het ver stervend nog voortleeft in het heden, niet zoo scherp, zonder vijandigheid zich stellen tegen over menschen en dingen, die dat stervend ver leden belichamen. Meer willens tot begrijpen hunner weerpartij dan de anderen, minder strijdlustig geroepen, vooral, om de eultureele winst van het- verleden over te dragen naar de toekomst, zijn zij eenzamer dan de anderen, mede- en tegenstanders, maar v r ij e r. B. I „Harlekinade" van Alex Prank is een roman, die zich afspeelt in bet tooneelleven, het rijke, levenswarme met zijn op- nedergang, met zijne zorgen voor „het bedrijf", r/iet zijn idea lisme als uiting van eene roeping. Het is boeiende, gezellige, ook wel leerrijke lectuur, geen literatuur in den besten zin van het woord, hetgeen 't dan ook niet pretendeert. De schrij ver kan liooger grijpen en heeft dit dan in een vroegeren roman gedaan, 't Was een kunste naars gril en gewettigd, waarom niet? om nu eens gezellig te schrijven en dat blijkt nu toch ook weer in zijne volzinnen, die vlot zijn. Leerrijk is het boek in zooverre, dat men ook iets van de techniek leert, hoe je grimee ren moet, over belichting en zoo meer. 't Is een warrelende wereld, die ons wordt geopenbaard, voor zooverre wij die niet van dichtbij mochten kennen, 't Is een vallen en weder opstaan, een moeizame ondergang ook van tijd tot tijd en het specifieke Neder- landsche tooneelleven is er niet vreemd aan, al is 't geen roman clef. Soms denkt men: Hij bedoelt dien of die, maar dan klopt 't weer niet in details. Dus la ten wij zeggen: verdichtsel en waarheid. Lezenswaard, prettig, vlot en welke epitheta men in gunstigen zin nog meer kan verzinnen. Ziet hier een korte aakondiging van „Harle kinade". Edm. Visser. Dr. W. Schuurmans Stekhoven: KANKER EN ZIJN BESTRIJ DING. N.V. H. P. Leopold's Uitgevers-Maatschappij, Den Haag. Ing. f 1.40. Geb. f 1.95. Velen zullen misschien met eenigen tegenzin een boek over kanker en zijn bestrij'ding ter hand nemen. En als gevolg van volkomen on bekendheid met deze ziekte, verkeeren Vele menschen dan ook nog steeds in de meening, dat kanker een absoluut ongeneeslijke ziekte is, terwijl dit boekje aantoont, dat bij tijdig opera tief ingrijpen of bestraling zeer goede resultaten zijn te bereiken. Dr. W. Schuurman Stekhoven acht het in zijn nieuwe werkje „Kankei'" noo- dig, dat een zoo breed mogelijke lezersschare in haar eigen belang op de hoogte wordt gebracht -met den aard dezer ziekte en de mogelijkheden van bestrijding. De hoofdstukken heeten: I. De aard en het wezen van den kanker. II. De be teekenis van den kanker als volksziekte. III. De verschillende vormen van kanker. IV. De behan deling van lijders aan kanker. V. Enkele fac toren, die het ontstaan van kanker bevorderen. VI. De organisatie van de kankerstudie. VII. De organisatie van de kankerbestrijding. VIII. Slotbeschouwingen. En juist in deze slotbeschou wingen besluit de schrijver dit boekje met zeven stellingen, die den inhoud in het kort weer geven en door hem ontleend zijn aan de over eenkomstige uitgave van de Engelsche vereeni- ging voor kankerbestrijding. Deze stellingen geven een denkbeeld van de zware verantwoor delijkheid, die rust op allen, die geroepen zijn om breede kringen voor te lichten ten aanzien van het aandeel, dat ieder kan hebben en be hoort te hebben bij de bestrijding van den kanker. ESVéA. NIEUWE UITGAVEN. EEN DOORN IN HET VLEESCH VAN EUROPA. Het Nederlandsch Perskantoor te Berlijn geeft uit: „Een doorn in het vleesch van Europa", Een Saar-enquête door Van Amstel, leider van genoemd perskantoor. De brochure, die met een tweetal kaarten van de geographise ligging van het Saargebied verduidelijkt wordt, is geschre ven met het oog op het volksreferendum dat n Januari a.s. over den status van het Saar land zal beslissen. i\a een uiteenzetting der Saarkwestie, waarvan een regeling noodzake lijk geacht wordt, wijl zonder haar geen vrede tusschen Frankrijk en Duitschland mogelijk geacht wordt, volgen interviews met Dl'. Cas- tellieri, archivaris van de Kamer van Koophan del in Saarbriicken, Dr. Röchling, groot-in dustrieel in Völklingen, pastoor Wilhelm in het dorp Wehrden, de Saarlandsche Communisten Becker en Ulrich, den heer Braun, leider der status-quoisten of autonomisten, tevens hoofd» redacteur van de soc. dem. „Volkstimme" en de „Freiheit", beiden te Saarbriicken verschij nend en tenslotte den Staatsraad Spaniol en d-iens plaatsvervanger den heer Eckert. IN-DE-RE-FLATIE POLITIEK OF WELVAART? Verschenen is een overdruk van een artikel, dat onder bovenstaanden titel opgenomen was in het „Staat- en letterkundig maandschrift Ne derland". Het beoogt een Nieuw-Economische inleidende beschouwing te geven op de basis van het stelsel van den econoom-ingenieur Major C. H. Douglas. De lezers van Het Bloemendaalsch Week blad, die de artikelen hebben gevolgd van c'e N.E.G. (Nieuw-Economische Groep voor Ne derland) welke in de laatste paar maanden daarin waren opgenomen, zullen ongetwijfeld met belangstelling van dezen herdruk kennis nemen. Het stelsel is sinds 1918 in Engelsch sprekende landen bekend als „the Douglas Social-Credit Proposals". De „Social-Credit Movement" (Gemeenschapscrediet-beweging) heeft vooral de laatste jaren, een enorme vlucht genomen en honderdduizenden in vele wereld- deelen erkennen, dat deze „niet-politieke be weging de oplossing geeft voor de zooge naamde Crisis", welke laatste in werkelijkheid blijkt te zijn de overgang tot een nieuwe we reld-orde, gegrondvest op een Nieuw Econo misch stelsel. Genoemde herdruk zegt onder meer: „Inplaats van het thans algemeen gel- „dend parool „versobering", terug naar een „lager levenspeil, is het eenige nog resteerende „en nog niet geprobeerde middel: de ind-ivi- „dueele koopkracht te verhoogen, dus tot een „veel hooger levenspeil over te gaan, met ge lijktijdige verkorting van werktijden en „groote verruiming van vrijen tijd voor allen, „op zoodanige wijze, dat we ons niet alleen „geleidelijk ontdoen van bestaande schulden „maar ook geen nieuwe aangaan". Het secre tariaat der Nieuw-Economische Groep voor Nederland is gevestigd Prins Hendrikkade 20 te Amsterdam. Ueber die Energie der Mintropwelle. Von ir. W. C. Salm, Duinwijckweg 8, Bloe- mendaal. Sonderdruck aus „Beitrage zur ange- wandten Geophysik". Onze Bloemendaalsche geo-physisch-electro- technicus, Ir. Salm is voor de lezers van het Bloemendaalsch Weekblad geen onbekende. In ons nummer van 23 Maart j.l. gaven wij be reids een populaire beschouwing over de geo- physisch-electrische opsporingsmethode als wetenschappelijke plaatsvervangster der Wi chelroede, terwijl in ons nummer van 13 April het vermoed-en geopperd werd dat de objective methode dezer opsporingsmethode dienstig kan zijn om het raadsel Tetterodeweg- schokken te verklaren. Tenslotte kwam in ons nummer van 11 Mei een artikel voor over aardbevingen, onder den titel „Aardbeefkun- dige oefening voor iedereen". Deze artikelen waren gebaseerd op gegevens, die ons door dezen geleerde welwillend waren verstrekt. Thans komt in het tijdschrift „Beitrage zur angewandten Geophysik", Bd. 4, Heft 3 (1934) S. 364372, Herausgegeben von V. Conrad, Wien, J. Koeningsberger, Freiburg in Br. und H. Reich, Berlin, der Akademischen Verlagsge- sellschaft M. B. H. Leipzig, een artikel van zijn hand voor „über die Energie der Mintropwelle'. Onze deskundige lezers zullen ongetwijfeld met belangstelling kennis nemen van deze jongste aardbeefkundige studie, waarvan een Sonderdruck verkrijgbaar is gesteld. Al ruim 24 jaar Uw goede en billijke hulp bij 5 voor verzorging Uwer maaltijden. Geen lidmaatschap. Ook bezorging in de buitengemeenten. TEL. 14393 TEL. 14393 Oplossingen, bijdragen enz. te richten aan den Schaakredacteur, BLOEMENDAALSCHE- WEG 42, BLOEMENDAAL, PROBLEEM No 432) J. Col pa, (Dordrecht.) LINARIA VULGARIS, een aardige verschijning. Het vlasleeuwebekje of kortweg vlasbekje, dat in de plantkunde den titel van Linaria Vulgaris draagt, is een van de aardigste verschijningen in Juli aan onze boschpaden. Een rechtstaande eindelingsche tros met vele geelgespaarde zwavel- kleurige bloemen, die we met haar grijnzend ge sloten lippen dadelijk bij de familie der leeuwe- bekgewassen onderbrengen. De trossen vallen al van verre in 't oog door hun groot aantal bloe men en door de zachte samensmelting van 't geel der lippen met het oranje van 't ge hemelte. Houd eens een bloempje in de hand met de spoor tegen 't zonlicht. Je hebt groote kans er een neet-ardroppeltje in te vinden, 't Zit diep en de insecten voor welke het bestemd is, moeten maar zien er bij te komen. Zij zetten zich na tuurlijk neer op de onderlip, evenals duiven dat doen, op het plankjie voor den ingang van de til. Waar zou die onderlip ook anders voor die nen? Maar oin toegang te krijgen moeten die insecten de li-p naar beneden drukken. Want alleen dan gaat de grijzende bek open. Nu zijn kleine insecten daarvoor te licht. Maar groote hommels kunnen 't wel. 't Is voor hen een klei nigheid. Nauwelijks zet er zich een op de lip, of disze zakt diep neer, de leeuwebek gaapt en de hommel slipt naar binnen. Ze aarzelt geen moment maar tracht zoo diep mogelijk in de bloem neer te dalen en met de lange snuit in de spoor te komen. Daarbij vult zich de bloem- buis geheel raakt de helmknopjes aan die haar met stuifmeel bedekken, en dan den knepvormigen stamper, waarbij de b-estuiving verzekerd is. Als een insect niet in staat blijkt den grijnzenden bek open te drukken, keert het eenvoudig terug op zijn weg en zoekt den buitenkant van de spc-or op, dan bijt het een. gaatje in den zijwant om te snoepen. Dat doet o.a. het zandhommeltje en onze honingbij kent het kunstje ook. Maar Mat in drie zetten. Stand der stukken: Wit: Khü, Da4, Lg7, Pg4, Ph5, b2. c5, g2 Zwart: Kf5, Lbl, Pel, Pfl, a2, f7, h2. Dit probleem werd bekroond met den eersten) prijs in een wedstrijd van „Leisure Hour". WEDSTRIJD TE ZURICH. De volledige uitslag van het internationaal tournooi te Zürich is als volgt: 1. Dr. A. Aljechin (Parijs), 13 punten. De wereldkampioen heeft zijn reputatie schitte rend gehandhaafd. Alléén tegen onzen landge noot, den grootmeester Dr. Max Euwe (Am sterdam, verloor hij een partij. De grootmees ters Flohr en Bogoljubow speelden remise met hem, de overige 12 partijen won Aljechin. 2. en 3. Dr. M. Euwe (Amsterdam) en S. Flohr (Praag), beiden 12 punten. Deze beide meesters zullen in de toekomst een ernstige candidaat worden voor het wereldkampioen schap. Dr. Euwe zal waarschijnlijk in October 1935 een match met Dr. Aljechim spelen. Flohr was de eenige deelnemer, die geen enkele partij verloor, hij maakte 6 partijen remise en won de overige 9 partijen. Dr. Euwe verloor alleen van den ex-wereld-kampioen, Dr. Em. Laskar. Hij maakte 4 partijen remise en won de overige 10 partijen. Wij willen er nog eens speciaal de aandacht op vestigen, dat onze nationale kampioen leeraar in de wiskunde is te Amsterdam, zoodat het schaakspel tenslotte voor hem geen hoofdzaak is. 4. E. Bogoljuibow (Triberg), liy2 punt. Hij moge dan voor de tweede maal door Dr. Al jechin verslagen zjjn in een match om het wereldkampioenschap, Bogoljubow heeft be wezen nog steeds een meester te zqn van den eersten rang. Hij verloor alleen zijn partij tegen Dr. Euwe, maakte 5 partijen remise en won de overige 9 partijen. 5. Dr. Emanuel Lasker (Berlijn), 10 punten. Wanneer men bedenkt, dat de ex-wereldkam pioen 24 Dec. a.s. 66 jaren, wordt, is zijn prestaties phenomenaal te noemen. Niet minder dan negen jaren lang had hij zich uitsluitend met bridge bezig gehouden, zoodat hij totaal buiten oefening was. Hij is dan ook een schaak- genie. De verdere uitslagen waren: 6. en 7. A. Nimzowitsch (Kopenhagen) en Dir. O. Bernstein (Parijs); beiden 9 punten; 8. G. Stahlberg (Surte, Zweden), 8 punten; 9. H. Johner (Zürich), 7% punt; 10. W. Henneberger (Ennetbühls), 5% punt; 11. T. Gygii (Vill- nachern), 5 punten; 12. Markies St. Roselli del Turco (Florence), 4% punt; 13. en 14. H. Grob (Zürich) en Dr. E. Müller (Unter-Eng- strigen), beiden 4 punten; 15. Prof. Dr. O. Naegeli (Bern), 3 punten; 16. Dr. H. Joso (Bern), 2 punten. OPLOSSING PROBLEEM No. 426. (A. F. A r g u e 11 e s.) Stand der stukken: Wit: Kd2, Dd4, Td5, Tel, LM, Le2, Pb8, Pc6, f4. Zwart: Ke6, Dg2. Td6, Lf8, Pg7, b6. f7. 1. Dd4e4, enz. Goede oplossing ontvangen van; H. W. van Dort te Haarlem. CORRESPONDENTIE. In de vorige rubriek zijn door den zetter da diagrammen der problemen verwisseld. Voorts had in het diagram van Scherts, probleem No. 33 óók een K moeten staan op c4, wat uit den „stand der stukken" kon blijken. in de haak is dat niet. Want voor wat hoort wat. En diefstal is geen arbeidsprestatie. De kleinen werken niet mlae aan den bestuivingsarbeid. Op oude muren groeit graag een aardige verwante, het muurleeuwebe-kje. Het heeft viervormige bla deren en licht paarse bloemjes met twee geelë vlekjes. Na den bloei buigen de bloemstelen zich van 't licht af om dia rijpe vruchtjes in een spleet of een gaatje van den muur te verstoppen en op die manier het zaad op den muur vast te houden. Wij kweeken het muurleeuwebekje ook als hangplant. KERST ZWART.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1934 | | pagina 3