2d. FRANKENTHALERS - Honigzoet 20 ct. p. p. Dondorp, Wouwermansfr. 47, ?@I. 16427 NES. lijt" Dr. F. H. ter Heege t. Vermeer Burghard -? HAARLEM, gericht 1902 ers el. 14461 Wijnpruimen 20 cent per K.G. - Bananen 28 cent per K.G. - Meloenen (groot) 15 cent per stuk Tomaten 8 cent per K.G. Handperen (klap faloriet) 25 cent per K.G. Stoofperen 5 pond 25 cent (roodkokers) Moesappelen 5 pond 25 cent Worteltjes worden gratis geschrapt. Thuisbezorging zonder prijsverhooging Losse Blaadjes. Arme vrijgezellen! Brokjes Levenswijsheid. Rupsen. De redder. De Haarl. Coöp. Diner-Verg. VERHUIZING SCHOONMAAK GASTEN ZIEKTE BAKENESSERGRACHT No. 27. SCHAAëCRUBRIEK Advertentlën: Mensendieck Instituu Marg. J. Korteweg hervat haar lessen erk [j SCHOOL GEGEVEN ;er. ndaal. *9 lankbaar. te IJmuideri. nendaal. te Santpoort. ïrk. rk. =t. n.m. Vespers m., Gesproken Geboorte, 7 25 poort. ien Bergh van te v. d. Kerk. lisatie eldoorn. Leiderr. irlem. larlem. d. Vloed. gen van het ivak 23 t/m. tig special", Bar« Wagenweg 17. ïoutstraat 15. woningbureau! inhout, Lanck« v. Gilse, stal- hting; Wagen» uken, Lorentz- ide. Dreef 199, gemeene Reis. asweg 33. ïSkundig Insti. Woningbureau, de 44, Aerden- 'afé-Lunchroom lat 34. aat 83. 4. G.; Rusten» kapsalon, Gr, sn fa. Vogelen- Vleeschhandel, haven en we laan 7, Heem- onderdeélen en 9, Heemstede, eparatie-inrieh- mkerwikkelaijj, :raat 211 filiaal ium „Denture", meester Ramp* an 68. anssen en Wil» A'dam), Jo- A'dam), Joh. ede. edsch Vogel- en' ein 10. Heem. 'd Mussolini heeft drie burgemeesters ontslagen, omdat zij niet wilden trouwen. Er zijn altijd menschen nog. Die steeds moeten vitten, Ais een ander eens iets heeft Wat zij niet bezitten. Mussolini is getrouwd, En kan nu niet velen, Dat er and'ren vergenoegd Vrijheidsliedjes kweelen. Ja, het kostelijkst bezit Van de vrijgezellen Dat 's hun vrijheid! Schijnt de man Zeer gering te tellen. Wie een staatsbetrekking heeft En 'ni niet wil verliezen, Moet als hij niet is getrouwd Snel een vrouwtje kiezen. Een verstokte vrijgezel Mag je daar niet wezen. D' opperhuwelijksmakelaar Zal j' er van genezen! 'n Drietal burgemeesters is Nu alreeds ontslagen, Want zij wenschten geen van drie 't Huwelijksjuk te dragen. D' eene sprak: ,.De ware vrouw Kan ik maar niet vinden". O' ander dacht: een huwelijk Zou veel geld verslinden! En de derde moest er nog Rijp'lijk over denken, Met 't gevolg: men zal hun baan Aan drie and'ren schenken! Ja, het is een heele toer Vrijgezel te blijven, Wanneer men van hoogerhand 'n Huwelijk Voor gaat schrijven. Komt het hier in Nederland Ook tot zulke daden, Dan mag 't vrijgezellendom Tijdig zich heraden! Tachtig jaren streden wij Voor de gulden vrijheid; Nu misgunt men 'n vrijgezel Z'n onbezorgde blijheid! voorbijgangers trekt, staat op de plaats, welke kortgeleden een ieder wegens het onooglijk aanzien van een in aanbouw zijnd pand en wegens den rommel en het vuil van het ter rein vermeed. Wie zich in vlinders wil verlustigen, moet rupsen kunnen dulden. Wij missen gewoonlijk 't geduld om den afloop van het ontwikkelings proces af te wachten. Wij ergeren ons aan het ruw-materiaal, dat door een werkzame vormverwisseling eenmaal tot een verfijnd en volmaakt eindresultaat zal worden. Wij koesteren weerzin tegen het ruwe uiterlijk en de plompe methoden van men schen, die toch de mogelijkheid tot de vol maaktheid even goed in zich dragen als de rups den toekomstlgen vlinder in zich draagt. De wijze, waarop men een nieuwe en betere maatschappij voorbereidt, komt menigeen afstootelijk voor. En tegen den taaien en geestdoodenden arbeid, welke noodzakelijk is om de techniek van een vak of een kunst te leeren, ziet men op, omdat men zich in den vlinder verlustigen wil, zonder den moed te hebben, de rups, waaruit hij moet voortkomen, te dulden. Alles wat zich voordoet op aarde, alle ge beurtenissen, verschijnselen, denkbeelden ook, maken verschillende stadia door. Het eind stadium, dat men als een ideaal in 't verschiet ziet, blinkt als een bevallige vlinder, die boven de bloemen wiekt. Maar het beginstadium lijkt op een rups, een onooglijk schepsel, dat zich niet van zijn plaats kan verheffen, omdat het geen vleugels heeft; een dier, dat gedoemd is, zich op korte, krabbelende pootjes traag voort te bewegen. Hoe vaak ontmoedigt ons een plan, waaraan wij met zooveel geestdrift begonnen zijn! Het schiet niet op, traag kruipt het voort als een rups. Het stelt ons teleur bij wat wij ons tot ideaal hadden gesteld. Het wekt onzen weer zin! De ongeduldige schilder kerft in wanhoop zijn mes door het linnen; de ongeduldige dich ter verscheurt zijn manuscript; de ongeduldige beeldhouwer kwakt zijn klei tegen den grond. Zóó trappen wij onze rups dood, lang voor dat zij een vlinder geworden is. Wij bedanken voor onze partij; laten ons schrappen als lid maat der kerk, we geven den brui van al ons gepieker over problemen; we draaien ons Idealisme den nek om en ons sarcasme hoont onze liefde dood. Wij schamen ons over den stunteligen aanblik en over den tragen gang van ons levenswerk; het is alles zoo béte en banaal Het is alles de rups, die wij moeten leeren dulden, zullen wij ons eenmaal in den vlinder verlustigen! H. G. CANNEGIETER (Nadruk verboden) Rupsen zijn onsmakelijke dieren. Niet alleen om de schade welke zij in den tuin aanrichten, verdelgt men hen, maar ook wanneer ze geen kwaad deden, zal men toch het gewas van dit ontuig zuiveren, wijl men er afkeer van heeft. Een pleidooi voor de rupsen te schrijven, lijkt onbegonnen werk. Toch kan een enkel zinnetje soms een ge heel nieuw licht op een verschijnsel werpen. Zoo las ik onlangs in het een of andere ver band ergens de uitspraak: „Wie zich in vlin ders wil verlustigen, moet rupsen kunnen dulden". Ik weet niet, of deze spreuk een nieuwe vondst is dan wel een algemeen bekend ge zegde. Maar zelf had ik dit nog niet eerder gehoord. Nu ik het goed in mijn gedachten heb ingeprent, heb ik vrede met de rupsen ge sloten en laat ik ze met rust. Het is inderdaad een wel zeer eigenaardig gedrag: van rupsen te griezelen en straks in het voorjaar een loflied over de vlinders te dichten. Want rups en vlinder zijn toch één en hetzelfde wezen. Alleen is de rups een onvolgroeide vlinder, een vlinder in wording. Maar zonder rupsen zouden er geen vlinders zijn. Wie de rups doodt, doodt den toe- komstigen vlinder. De vlinder is het symbool der volmaaktheid. Het is een buitengewoon bekoorlijk schep seltje; schilderachtig van kleur, bevallig van vorm, rank en licht van beweging en in zijp liefde voor de bloemen, waartusschen het rondwiekt, de bekroning van de schoonheid der natuur. Zijn kwetsbare teerheid is spreek woordelijk geworden; men kan den vlinder niet aanraken, of men beschadigt het stofgoud op zijn vleugels. Zoo is ook de vlinder het beeld van het ongerepte, van hetgeen voor geen bezoedelin vatbaar is omdat het bij de geringste bezoe deling sterft. De vlinder is het heilige, het hemelsche, het Ideaal. En dit allerteerste en kostbaarste zou een maal zoo'n griezelige rups zijn geweest? Het verband tusschen het weerzinwekkende en het alle verrukking te boven gaande toont zich nergens zoo tastbaar als in de ontwik kelingsgeschiedenis van de rups, die tot vlin der wordt. De hemelsche en heilige dingep vallen niet zóó maar kant en klaar uit de lucht; zij worden uit aardsche en onheilige stof onder langdurig en moeizaam gezwoeg voortgebracht. Wie den mensch in zijn edelste gedaante vereert, weet dat genieën en kunste naars tenslotte afstammen van voorvaderen, die als wilden hebben geleefd. En het wonder van architectuur, dat om zijn schoone vormen en keurige afwerking de aandacht van de door ELSA KAISER. Karei Bonte dwaalde reeds vanaf elf uur in den morgen doelloos door de straten, hij wilde een eind aan zijn leven maken, maar miste tot nogtoe d!en moed. Karei Bonte was getrouwd, vijftig jaar, een braaf huisvader en hoofdboekhouder bij de firma Holsteeg in „Granen en Zaden". Hij had zijn plicht steeds gewetensvol vervuld totdat hij op een goeden dag of was het misschien een slech te morgen, het ongeluk had kleine sommen uit de kas van zijn patroon te nemen, welke kleine sommen nu waren opgeloopen tot een bedrag van vijftig duizend gulden en daarom was het nu dat Kabel Bonte wanhopig doelloos door de straten der stad liep, zoekend naar een uitweg. Plotseling schoot hem een naam te binnen, de naam van zijn vroegeren vriend, Leonard Pelz. Eens zijn onafscheidelijke kameraad op de Hoogere Handelsschool, evenals in dienst. Waar om had hij niet eerder aan hem gedacht? Leo Pelz zou hem raad kunnen geven, Leo Pelz kon hem misschien hielpen. Leo was altijd een han dige kerel geweest. Karei Bonte had hem eenigen tijd geleden uit het oog verloren, maar toch wist Karei dat Leo nog hetzelfde kantoor had, dat hij jaren ge leden geopend had, een zoogenaamd bijstands- bureau. Een weinig opgelucht liep Karei Bonte voort en eenige oogenblikken later scheltte hij aan het huis van zijn vriend Leo Pelz. Pelz ontving hem hartelijk en voorkomend net alsof zij den avond teyoren elkaar voor het laatst gezien hadden. Hij bood Karei een sigaar aan en diens angstig, bleek gezicht ziende vroeg hij: „Wel kerel, vertel mij eens, wat er aan scheelt?" Dat was juist wat Kabel wilde, hij liet zich dus niet lang smeeken, maar vertelde alles eerlijk. „En nu, zoo eindigde hij zijn verhaal, nu wil ik een eind aan mijn leven maken want ik zal de schande van een gevangenisstraf niet kunnen dragen. Voordat ik sterf wilde ik jou nog eens zien en dacht: „Wie weet, misschien kan Leo mij helpen." „Tja," Leo knike bedachtzaam, „je hebt gelijk gehad met naar mij toe te komen want het is altijd nog vroeg genoeg om een eind aan je leven te maken, je kunt zoo iets niet meer ongedaan maken. Kom, rook'een sigaar en drink een glas wijn, dan zullen wij eens overleggen. Laat mij in tusschen een oogenblik nadenken". Leo ging achterover in zijn stoel liggen. Vijf minuten later zat hij alweer rechtop. „Ik geloof dat ik een oplossing gevonden heb. Je hebt vijftig dui zend gulden uit de kas genomen, zeide je?" „Niet ineens, dat gingfluisterde Karei Bonte, maar de ander liet hem niet uitspreken. „Wacht even, val mij niet in de rede, als je je I zoo'n kolossaal bedrag kan toeëigenen is dit een bewijs voor het groote vertrouwen dat je direc teur ln je stelt. Helaas! Dit vertrouwen heeft hij nog steeds in jou, want op heden weet hij niets van wat er gebeurd is. Als het dus noodig mocht zijn zou je nog meer kunnen nemen". „Maar Deo.,.." „Wacht nu toch even," verzocht Leo ongedul dig, dacht weer een oogenblik na en ging toen opnieuw voort. „Juist, dat doe je, morgen vroeg ga je weer naar kantoor en je neemt nog vijftig duizend gulden". „Neen, Leo, luister toch!" riep Karei Bonte verschrikt. ,Je neemt ze en brengt ze dadelijk bij mij", zeide Pelz met verheffing van stem. ,A1 het andere laat je aan mij over. Vertrouw op mij, want ik zou mij sterk moeten vergissen als ik je niet uit den brand hielp." Den anderen dag, tegen twaalf uur liet Leonard Pelz, tip top gekleed zich bij Bonte's chef aan dienen. Toen hij op hlet privé-kantoor was toe gelaten legde hij omstandig zijn dikke actetasch neer en begon: „Mijnheer ik kom om U van een zeer pijnlijke gebeurenis op de hoogte stellen. Uw hoofdboekhouder, mijn oude vriend Karei Bonte heeft zich op een zeer strafbare wijze schuldig gemaakt". Leo kuchte gewichtig. „Hij heeft Uw safe een beduidend bedrag ontno menhonderd duizend gulden!" Buiten zichzelf van woede sprong de chef op, maar Leonard Pelz, die eveneens opgestaan was, zeide beleefd doch nadrukkelijk. „Staat U mij toe dat ik mijn missie tot het einde vervul? Mijn arme vriend wilde in zijn uiterste wanhoop zelf moord plegen om op deze wijze eenigszins te boeten voor wat hij misdeed, toen dit plan bij hem vaststond wendde hij zieh tot mij en ver telde mü van zijn misstap en smeekte mij om in zijn plaats met zijn familie te spreken". Met zijn familie?" vrog de chef bevend van opwinding. ,Ja, mijnheer, met zijn oude moeder, zijn diep ongelukkige vrouw, zijn armen broedlsr. Deze goede menschen, die helaas niet rijk zijn, heb ben bijeen gebracht wat zij nog hadden en wa ren instaat- aldus een niet onbelangrijk bedrag bij elkaar te brengen, de helft van de som die U ontstolen werd, vijftig duizend gulden. Men heeft mij U opgedragen U dit geld ter hand te stellen." Met een gewichtig gebaar opende Leo nard zijn actetasch en legde een bundel bank papier op tafel. De chef stond hoofdschuddend naar het geld te kijken. Het bleef dood stil in het groote ver trek, ook Leonard Pelz waagde het niet een woord te zeggen. De chef wandelde een paar maal het vertrek op en neer en kleerde zich toen naar Leo. „Ik zal", zeide hij ernstig en afgemeten „ik zal geen aanklacht indienen, ik zal hem zelfs niet ont slaan, alleen zijn vertrouwenspost moet ik hem ontnemen, hij zal nu magazijnmeester worden. Wilt U hem mijn besluit mededeelen, want U zult wel kunnen begrijpen dat ik hem op dit oogenblik niet gaarne onder mijn oogen zie". Leo stond op, bedankte den chef en nam bui gend afscheid. Hij zocht Karei Bonte op die angstig in zijn kantoortje op de komst van zijn vriend wachtte. Leonard kwam vroolijk binnen en vertelde glunderend, op fluisterenden toon het verloop van het onderhoud. Toen Karei van zijn degradatie hoorde kreunde hij, maar toen Leo vertelde wat hij met die tweede vijftig duizend had gedaan, sprong Karei heftig van zijn stoel op! „Ben je niet blij en opgelucht?" vroeg Leo verwonderd. „Stommeling!" schold Karei", waarom heb je niet een lapje van duizend voor mij achterge houden, hoe kan ik nu rondkomen met het sa laris van magazijnmeester en wat moet ik aan mijn vrouw vertellen? Ik dacht dat je mij uit den nood zou helpen, maar nu zit ik er eerst recht in". (Nadruk verboden.) meende men te mogen opmaken, dat Koblic het element van Fermi ten tweede maal ont dekt had. Toen men echter met de spectrosco pische methode het Koblie-element onderzocht bleek, dat de Tsjechische ingenieur zich vergist had. Het spectrum onthulde, dat het hier om een variant van de bekende stof wolfram ging- Met het constateeren van dit feit scheen de kwestie van nieuwe elementen zeer dubieus te zijn geworden. De twijfel is thans, door de Amerikaansche ontdekking, weer verdwenen. Het is op het oogenblik nog niet zeker of het door Smith en Sleinbach gevonden element identiek is aan dat van Fermi of dat het hier om een tweede nieuw element gaat. In ieder geval is de op vatting van 92 elementen onhoudbaar gebleken en de weg naar nieuwe inzichten geopend. DE DIKSTE MAN TER WERELD. Arsène Rémond, de kolos uit de Fransche Jura, kan aanspraak maken op het record de dikste, man ter wereld te zijn. Hieronder vol gen eenige karakteristieke bijzonderheden be treffende zijn fenomenalen lichaamsbouw: ge wicht 315 K.G.; lichaamsomvang op borst hoogte 2.15 M., op de heupen 2.89 M. Zijn dijen hebben een omvang van 99 cM. en de omtrek van zijn kuiten bedraagt. 84 e.M. Daar tot dusver nog niet het tegendeel bekend is, moeten wij wel aannemen, dat genoemde heer Rémond alle records slaat, welke op dit ge bied behaald zijn. De dikste menschen, die men tot dusverre op kermissen of kijkspellen zag, wogen niet meer dan 450 pond. De mogelijkheid bestaat echter, dat een Amerikaan Amerika is toch immers het Is.nd waar alle records gebroken worden dit record slaat. Dat het feit, hou der van dit wereldrecord te zijn, ook zijn na deden heeft blijkt wel, dat de heer Rémond volgens zijn eigen verklaringen, viermaal zoo veel voor zijn kleeren moet betalen als een normaal sterveling. REDDINGSMEDAILLE VOOR HONDEN. De vereenlging voor dierenbescherming in Oostenrijk stelt medailles ter beschikking voor honden,, die menschen gered hebben, welke in levensgevaar verkeerden. Bij de medaille hoort een halsband, waarin met eenige woorden de daad van de heldhaftige hond gegraveerd is De eerste medaille en halsband zijn bereids aan een herdershond verleent, die twee hem onbe kende kinderen zonder eenige hulp uit de Donau gered heeft. Al ruim 24 jaar Uw goede en billijke hulp bij: voor verzorging Uwer maaltijden. Geen lidmaatschap. Ook bezorging in de buitengemeenten. TEL. 14393 WEDEROM EEN NIEUW ELEMENT ONTDEKT. Naar verluidt hebben de onderzoekers Smith en Steinbach te New Jersey een nieuw ilement ontdekt; door deze vondst zal de atoomleer grondig gewijzigd worden. Het gaat hier om een metaal met een grooter atoom gewicht dan dat van Uran en wel 238.17. Na deze Amerikaansche ontdekking wordt het vermoeden, dat in de geschiedenis van de chemie met het midden van dit jaar een nieuw hoofdstuk is aangebroken, zekerheid. Het zijn wederom de radioactieve stoffen, die een stimuleerenden invloed op de scheikunde uitoefenen. Een jaar geleden zouden ook niet de stoutmoedigsten onder de onderzoekers hebben durven denken, dat er nog nieuwe, nog niet ontdekte radioactieve stoffen bestonden, dat er zelfs nog onbekende door niemand ver moede grondstoffen te vinden waren. Nu ech ter kan er niet meer aan getwijfeld worden, dat nog geheele reeksen van radioactieve sioffen op hun ontdekking wachten en dat het aantal elementen heel wat grooter is dan wij tot nu toe meenden. Men herinnert zich nog. dat een Italiaansche onderzoeker, Fermi. eenige maanden geleden ce wereld verraste door de mededeeling, dat hij bij zijn atoomsplitsingproeven er in geslaagd was een geheel nieuw element te ontdekken en wel een radioactief element, dat geheel an dere eigenschappen bezat dan de tot nu toe bekende grondstoffen. Dat het hier inderdaad om een nieuw element ging, bleek wel uit het spectrum. Nog was de discussie over dit element niet geëindigd, toen de Tsjechische Odolen Kobhc te Joachimsthal de ontdekking van een nieuw element mededeelde. Uit zijn beschrijving Oplossingen, bijdragen, enz., te richten aan den Schaakredacteur, Bloemendaalscheweg 42, Bloe- mendaal. EINDSPELSTUDIE No. C. C. W. M an n ('s-Gravenhage). 131. Wit aan zet wint. Wit: Kb8, Del, Lg8. Zwart: Kb2, Dhl, Ph8, g2, g3. PARTIJ No. 200. Gespeeld in den internationalen wedstrijd te Klosternenburg (bjj Weenen) 12 Juli 1934 Wit: Dr. H. Weil (Klosternenburg). Zwart: H. W. Felderhof (Zaandam) Nimzowitsch-systeem. 1. Pgl—f3 d7—d5 2. e2e3 c7c5 3. b2b3 Pb8—c6 4. Lflb5 Lc8d7 5. Lel—b2 e7e6 6. Lb5 X c6 Ld7Xc6 7. Pf3e5 Dd8—c7 8. 0—0 Pg8—f6 9. d2—d3 Lf8d6 10. f2—f4 0—0—0 11. Pbl—d2 Lc6-e8 12. c2—c4 Th8—g8 13. Pd2—f3 Pf6—d7 14. c*4Xd5 e6Xd5 15. Tal—cl f7—f6 16. Pe5Xd7 Le8Xd7 17. d3—d4 Kc8b8 18. d4Xc5 Ld6Xo5 19. Lb2—d4 Lc5Xd4! 20. TclXc7 Wit had beter gedaan dit mooie Dame-offer van Zwart niet aan te nemen. 20. Ld4Xe3f TEL. 14393 21. Kgl—hl Kb8 X c7 22. DdlXd5 Ld7c6 23. Dq5c4 Kc7—b8 24. f4—f5 Le3—b6 25. Tfl—cl Td8—d5 26. Tel—el Tg8—d-8 27. Dc4e4 I<b8a8 28. De4bl Td5—d3 29. Tel—fl g7—g5 30. f5Xg6 e. p. h7Xg6 31. Dbl—b2 Td3—dl 32. Db2—e2 Tdld3 33. De2b2 Tdl—dl 34. Db2—e2 Tdl—d3 Tijdnood! 35. De2—b2 f6—f5 36. Db2—e2 Lc6—e4 37. Tfl—cl a7a6 38. De2—fl g6—g5f 39. Pf3Xg5 Lb6e3 40. Pg5 x e4 Le3Xcl 41. Pe4—f2 Td3c3 42. g2—g3 Lele3 43. Pf2—dl Td8Xdl 44. DflXdl Tc3—cl 45. DdlXcl Le3Xcl 46. Kblg2 Ka8b8 47. Kg2—f3 Kb8—c7 en Zwart won. Een zeer mooie partij van onzen landgenoot! OPLOSSING SCHERTSPROBLEEM No. S3. (G. Reichhelm). Stand der stukken: Wit: Ka2, Dh8, Tb3, Td2, Lbl, Lel. Pa6, Pd3, f4, g3. Zwart: Kc4, Kc6, Kd6, Kd7, Ke3, Kf3 Kf5, Kf7, Kg4, Kg6, e6, e7. 1. Pd3—e5, en alle 10 Koningen zijn door dit aftrekschaak, mat gezet. Dit is wel het maximum aantal Koningen, dat in één zet kan worden matgezet. Een eenig. en schrander idee. Goede oplossingen ontvangen van: H. Straatman en H. W. v. Dort, beiden te Haar lem. GEVESTIGD: te BLOEMENDAAL Verbetering van houding en bewegingen. Mevr. A. KONING, Bloemendaalscheweg 151 Oor-, Neus- en Keelarts GEVESTIGD VANAF 1 SEPTEMBER Frans Halsplein 9, Haarlem tel. 12869. SPREEKUREN: Voor Ziekenfondsieden: Huls: dagelijks 89. Wijkgebouw der Ned. Herv. Gemeente, Ged- Oude Gracht 104: Maandag, Dinsdag en Vrijdag 10%—11%. Voor Particulieren: Huis: dagelijks 23% (Donderdags 2%3%) en vlg. afspraak. PIAN OLEERARES Zandvoortschelaan 329 Aerdenhout. op MAANDAG 3 SEPT. Spreekuur: Donderdags van 2%3 uur en na telef. afspraak. PLATANENLAAN 59. VTOOLLEERARES, methode Carl Flesch, opl. dipl. maatsch. t. bev. d. Toonkunst, HERVAT haar viool-, en semble- en theorielessen DINSDAG 4 SEPT- A S-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1934 | | pagina 3