2d.
FRANKENTHALERS - Honigzoet 20 ct. p. p.
Dondorp, Wouwermansfr. 47, ?@I. 16427
NES.
lijt"
Dr. F. H. ter Heege
t. Vermeer Burghard
-?
HAARLEM,
gericht 1902
ers
el. 14461
Wijnpruimen 20 cent per K.G. - Bananen 28 cent per K.G. - Meloenen (groot) 15 cent per stuk
Tomaten 8 cent per K.G. Handperen (klap faloriet) 25 cent per K.G.
Stoofperen 5 pond 25 cent (roodkokers) Moesappelen 5 pond 25 cent
Worteltjes worden gratis geschrapt.
Thuisbezorging zonder prijsverhooging
Losse Blaadjes.
Arme vrijgezellen!
Brokjes Levenswijsheid.
Rupsen.
De redder.
De Haarl. Coöp. Diner-Verg.
VERHUIZING
SCHOONMAAK
GASTEN
ZIEKTE
BAKENESSERGRACHT No. 27.
SCHAAëCRUBRIEK
Advertentlën:
Mensendieck
Instituu
Marg. J. Korteweg
hervat haar lessen
erk
[j
SCHOOL
GEGEVEN
;er.
ndaal.
*9
lankbaar.
te IJmuideri.
nendaal.
te Santpoort.
ïrk.
rk.
=t.
n.m. Vespers
m., Gesproken
Geboorte, 7 25
poort.
ien Bergh van
te v. d. Kerk.
lisatie
eldoorn.
Leiderr.
irlem.
larlem.
d. Vloed.
gen van het
ivak 23 t/m.
tig
special", Bar«
Wagenweg 17.
ïoutstraat 15.
woningbureau!
inhout, Lanck«
v. Gilse, stal-
hting; Wagen»
uken, Lorentz-
ide. Dreef 199,
gemeene Reis.
asweg 33.
ïSkundig Insti.
Woningbureau,
de 44, Aerden-
'afé-Lunchroom
lat 34.
aat 83.
4. G.; Rusten»
kapsalon, Gr,
sn fa. Vogelen-
Vleeschhandel,
haven en we
laan 7, Heem-
onderdeélen en
9, Heemstede,
eparatie-inrieh-
mkerwikkelaijj,
:raat 211 filiaal
ium „Denture",
meester Ramp*
an 68.
anssen en Wil»
A'dam), Jo-
A'dam), Joh.
ede.
edsch Vogel- en'
ein 10. Heem.
'd
Mussolini heeft drie burgemeesters
ontslagen, omdat zij niet wilden
trouwen.
Er zijn altijd menschen nog.
Die steeds moeten vitten,
Ais een ander eens iets heeft
Wat zij niet bezitten.
Mussolini is getrouwd,
En kan nu niet velen,
Dat er and'ren vergenoegd
Vrijheidsliedjes kweelen.
Ja, het kostelijkst bezit
Van de vrijgezellen
Dat 's hun vrijheid! Schijnt de man
Zeer gering te tellen.
Wie een staatsbetrekking heeft
En 'ni niet wil verliezen,
Moet als hij niet is getrouwd
Snel een vrouwtje kiezen.
Een verstokte vrijgezel
Mag je daar niet wezen.
D' opperhuwelijksmakelaar
Zal j' er van genezen!
'n Drietal burgemeesters is
Nu alreeds ontslagen,
Want zij wenschten geen van drie
't Huwelijksjuk te dragen.
D' eene sprak: ,.De ware vrouw
Kan ik maar niet vinden".
O' ander dacht: een huwelijk
Zou veel geld verslinden!
En de derde moest er nog
Rijp'lijk over denken,
Met 't gevolg: men zal hun baan
Aan drie and'ren schenken!
Ja, het is een heele toer
Vrijgezel te blijven,
Wanneer men van hoogerhand
'n Huwelijk Voor gaat schrijven.
Komt het hier in Nederland
Ook tot zulke daden,
Dan mag 't vrijgezellendom
Tijdig zich heraden!
Tachtig jaren streden wij
Voor de gulden vrijheid;
Nu misgunt men 'n vrijgezel
Z'n onbezorgde blijheid!
voorbijgangers trekt, staat op de plaats, welke
kortgeleden een ieder wegens het onooglijk
aanzien van een in aanbouw zijnd pand en
wegens den rommel en het vuil van het ter
rein vermeed.
Wie zich in vlinders wil verlustigen, moet
rupsen kunnen dulden. Wij missen gewoonlijk
't geduld om den afloop van het ontwikkelings
proces af te wachten. Wij ergeren ons aan
het ruw-materiaal, dat door een werkzame
vormverwisseling eenmaal tot een verfijnd en
volmaakt eindresultaat zal worden.
Wij koesteren weerzin tegen het ruwe
uiterlijk en de plompe methoden van men
schen, die toch de mogelijkheid tot de vol
maaktheid even goed in zich dragen als de
rups den toekomstlgen vlinder in zich draagt.
De wijze, waarop men een nieuwe en betere
maatschappij voorbereidt, komt menigeen
afstootelijk voor. En tegen den taaien en
geestdoodenden arbeid, welke noodzakelijk is
om de techniek van een vak of een kunst
te leeren, ziet men op, omdat men zich in den
vlinder verlustigen wil, zonder den moed te
hebben, de rups, waaruit hij moet voortkomen,
te dulden.
Alles wat zich voordoet op aarde, alle ge
beurtenissen, verschijnselen, denkbeelden ook,
maken verschillende stadia door. Het eind
stadium, dat men als een ideaal in 't verschiet
ziet, blinkt als een bevallige vlinder, die boven
de bloemen wiekt. Maar het beginstadium
lijkt op een rups, een onooglijk schepsel, dat
zich niet van zijn plaats kan verheffen, omdat
het geen vleugels heeft; een dier, dat gedoemd
is, zich op korte, krabbelende pootjes traag
voort te bewegen.
Hoe vaak ontmoedigt ons een plan, waaraan
wij met zooveel geestdrift begonnen zijn! Het
schiet niet op, traag kruipt het voort als een
rups. Het stelt ons teleur bij wat wij ons tot
ideaal hadden gesteld. Het wekt onzen weer
zin! De ongeduldige schilder kerft in wanhoop
zijn mes door het linnen; de ongeduldige dich
ter verscheurt zijn manuscript; de ongeduldige
beeldhouwer kwakt zijn klei tegen den grond.
Zóó trappen wij onze rups dood, lang voor
dat zij een vlinder geworden is. Wij bedanken
voor onze partij; laten ons schrappen als lid
maat der kerk, we geven den brui van al ons
gepieker over problemen; we draaien ons
Idealisme den nek om en ons sarcasme hoont
onze liefde dood. Wij schamen ons over den
stunteligen aanblik en over den tragen gang
van ons levenswerk; het is alles zoo béte en
banaal
Het is alles de rups, die wij moeten leeren
dulden, zullen wij ons eenmaal in den vlinder
verlustigen!
H. G. CANNEGIETER
(Nadruk verboden)
Rupsen zijn onsmakelijke dieren. Niet alleen
om de schade welke zij in den tuin aanrichten,
verdelgt men hen, maar ook wanneer ze geen
kwaad deden, zal men toch het gewas van dit
ontuig zuiveren, wijl men er afkeer van heeft.
Een pleidooi voor de rupsen te schrijven, lijkt
onbegonnen werk.
Toch kan een enkel zinnetje soms een ge
heel nieuw licht op een verschijnsel werpen.
Zoo las ik onlangs in het een of andere ver
band ergens de uitspraak: „Wie zich in vlin
ders wil verlustigen, moet rupsen kunnen
dulden".
Ik weet niet, of deze spreuk een nieuwe
vondst is dan wel een algemeen bekend ge
zegde. Maar zelf had ik dit nog niet eerder
gehoord. Nu ik het goed in mijn gedachten
heb ingeprent, heb ik vrede met de rupsen ge
sloten en laat ik ze met rust.
Het is inderdaad een wel zeer eigenaardig
gedrag: van rupsen te griezelen en straks in
het voorjaar een loflied over de vlinders te
dichten. Want rups en vlinder zijn toch één
en hetzelfde wezen. Alleen is de rups een
onvolgroeide vlinder, een vlinder in wording.
Maar zonder rupsen zouden er geen vlinders
zijn. Wie de rups doodt, doodt den toe-
komstigen vlinder.
De vlinder is het symbool der volmaaktheid.
Het is een buitengewoon bekoorlijk schep
seltje; schilderachtig van kleur, bevallig van
vorm, rank en licht van beweging en in zijp
liefde voor de bloemen, waartusschen het
rondwiekt, de bekroning van de schoonheid
der natuur. Zijn kwetsbare teerheid is spreek
woordelijk geworden; men kan den vlinder
niet aanraken, of men beschadigt het stofgoud
op zijn vleugels.
Zoo is ook de vlinder het beeld van het
ongerepte, van hetgeen voor geen bezoedelin
vatbaar is omdat het bij de geringste bezoe
deling sterft. De vlinder is het heilige, het
hemelsche, het Ideaal.
En dit allerteerste en kostbaarste zou een
maal zoo'n griezelige rups zijn geweest?
Het verband tusschen het weerzinwekkende
en het alle verrukking te boven gaande toont
zich nergens zoo tastbaar als in de ontwik
kelingsgeschiedenis van de rups, die tot vlin
der wordt. De hemelsche en heilige dingep
vallen niet zóó maar kant en klaar uit de
lucht; zij worden uit aardsche en onheilige
stof onder langdurig en moeizaam gezwoeg
voortgebracht. Wie den mensch in zijn edelste
gedaante vereert, weet dat genieën en kunste
naars tenslotte afstammen van voorvaderen,
die als wilden hebben geleefd. En het wonder
van architectuur, dat om zijn schoone vormen
en keurige afwerking de aandacht van de
door
ELSA KAISER.
Karei Bonte dwaalde reeds vanaf elf uur in
den morgen doelloos door de straten, hij wilde
een eind aan zijn leven maken, maar miste tot
nogtoe d!en moed.
Karei Bonte was getrouwd, vijftig jaar, een
braaf huisvader en hoofdboekhouder bij de firma
Holsteeg in „Granen en Zaden". Hij had zijn
plicht steeds gewetensvol vervuld totdat hij op
een goeden dag of was het misschien een slech
te morgen, het ongeluk had kleine sommen
uit de kas van zijn patroon te nemen, welke
kleine sommen nu waren opgeloopen tot een
bedrag van vijftig duizend gulden en daarom
was het nu dat Kabel Bonte wanhopig doelloos
door de straten der stad liep, zoekend naar een
uitweg.
Plotseling schoot hem een naam te binnen,
de naam van zijn vroegeren vriend, Leonard
Pelz. Eens zijn onafscheidelijke kameraad op de
Hoogere Handelsschool, evenals in dienst. Waar
om had hij niet eerder aan hem gedacht? Leo
Pelz zou hem raad kunnen geven, Leo Pelz kon
hem misschien hielpen. Leo was altijd een han
dige kerel geweest.
Karei Bonte had hem eenigen tijd geleden uit
het oog verloren, maar toch wist Karei dat Leo
nog hetzelfde kantoor had, dat hij jaren ge
leden geopend had, een zoogenaamd bijstands-
bureau.
Een weinig opgelucht liep Karei Bonte voort
en eenige oogenblikken later scheltte hij aan het
huis van zijn vriend Leo Pelz.
Pelz ontving hem hartelijk en voorkomend net
alsof zij den avond teyoren elkaar voor het
laatst gezien hadden. Hij bood Karei een sigaar
aan en diens angstig, bleek gezicht ziende vroeg
hij: „Wel kerel, vertel mij eens, wat er aan
scheelt?" Dat was juist wat Kabel wilde, hij liet
zich dus niet lang smeeken, maar vertelde alles
eerlijk. „En nu, zoo eindigde hij zijn verhaal,
nu wil ik een eind aan mijn leven maken want
ik zal de schande van een gevangenisstraf niet
kunnen dragen. Voordat ik sterf wilde ik jou
nog eens zien en dacht: „Wie weet, misschien
kan Leo mij helpen."
„Tja," Leo knike bedachtzaam, „je hebt gelijk
gehad met naar mij toe te komen want het is
altijd nog vroeg genoeg om een eind aan je leven
te maken, je kunt zoo iets niet meer ongedaan
maken. Kom, rook'een sigaar en drink een glas
wijn, dan zullen wij eens overleggen. Laat mij
in tusschen een oogenblik nadenken". Leo ging
achterover in zijn stoel liggen. Vijf minuten
later zat hij alweer rechtop. „Ik geloof dat ik
een oplossing gevonden heb. Je hebt vijftig dui
zend gulden uit de kas genomen, zeide je?"
„Niet ineens, dat gingfluisterde Karei
Bonte, maar de ander liet hem niet uitspreken.
„Wacht even, val mij niet in de rede, als je je
I
zoo'n kolossaal bedrag kan toeëigenen is dit een
bewijs voor het groote vertrouwen dat je direc
teur ln je stelt. Helaas! Dit vertrouwen heeft
hij nog steeds in jou, want op heden weet hij
niets van wat er gebeurd is. Als het dus noodig
mocht zijn zou je nog meer kunnen nemen".
„Maar Deo.,.."
„Wacht nu toch even," verzocht Leo ongedul
dig, dacht weer een oogenblik na en ging toen
opnieuw voort. „Juist, dat doe je, morgen vroeg
ga je weer naar kantoor en je neemt nog vijftig
duizend gulden".
„Neen, Leo, luister toch!" riep Karei Bonte
verschrikt.
,Je neemt ze en brengt ze dadelijk bij mij",
zeide Pelz met verheffing van stem. ,A1 het
andere laat je aan mij over. Vertrouw op mij,
want ik zou mij sterk moeten vergissen als ik
je niet uit den brand hielp."
Den anderen dag, tegen twaalf uur liet Leonard
Pelz, tip top gekleed zich bij Bonte's chef aan
dienen. Toen hij op hlet privé-kantoor was toe
gelaten legde hij omstandig zijn dikke actetasch
neer en begon: „Mijnheer ik kom om U van een
zeer pijnlijke gebeurenis op de hoogte stellen.
Uw hoofdboekhouder, mijn oude vriend Karei
Bonte heeft zich op een zeer strafbare wijze
schuldig gemaakt". Leo kuchte gewichtig. „Hij
heeft Uw safe een beduidend bedrag ontno
menhonderd duizend gulden!"
Buiten zichzelf van woede sprong de chef op,
maar Leonard Pelz, die eveneens opgestaan was,
zeide beleefd doch nadrukkelijk. „Staat U mij toe
dat ik mijn missie tot het einde vervul? Mijn
arme vriend wilde in zijn uiterste wanhoop zelf
moord plegen om op deze wijze eenigszins te
boeten voor wat hij misdeed, toen dit plan bij
hem vaststond wendde hij zieh tot mij en ver
telde mü van zijn misstap en smeekte mij om
in zijn plaats met zijn familie te spreken".
Met zijn familie?" vrog de chef bevend van
opwinding.
,Ja, mijnheer, met zijn oude moeder, zijn diep
ongelukkige vrouw, zijn armen broedlsr. Deze
goede menschen, die helaas niet rijk zijn, heb
ben bijeen gebracht wat zij nog hadden en wa
ren instaat- aldus een niet onbelangrijk bedrag
bij elkaar te brengen, de helft van de som die
U ontstolen werd, vijftig duizend gulden. Men
heeft mij U opgedragen U dit geld ter hand te
stellen." Met een gewichtig gebaar opende Leo
nard zijn actetasch en legde een bundel bank
papier op tafel.
De chef stond hoofdschuddend naar het geld
te kijken. Het bleef dood stil in het groote ver
trek, ook Leonard Pelz waagde het niet een
woord te zeggen.
De chef wandelde een paar maal het vertrek
op en neer en kleerde zich toen naar Leo. „Ik
zal", zeide hij ernstig en afgemeten „ik zal geen
aanklacht indienen, ik zal hem zelfs niet ont
slaan, alleen zijn vertrouwenspost moet ik hem
ontnemen, hij zal nu magazijnmeester worden.
Wilt U hem mijn besluit mededeelen, want U
zult wel kunnen begrijpen dat ik hem op dit
oogenblik niet gaarne onder mijn oogen zie".
Leo stond op, bedankte den chef en nam bui
gend afscheid. Hij zocht Karei Bonte op die
angstig in zijn kantoortje op de komst van zijn
vriend wachtte. Leonard kwam vroolijk binnen
en vertelde glunderend, op fluisterenden toon het
verloop van het onderhoud.
Toen Karei van zijn degradatie hoorde kreunde
hij, maar toen Leo vertelde wat hij met die
tweede vijftig duizend had gedaan, sprong Karei
heftig van zijn stoel op!
„Ben je niet blij en opgelucht?" vroeg Leo
verwonderd.
„Stommeling!" schold Karei", waarom heb je
niet een lapje van duizend voor mij achterge
houden, hoe kan ik nu rondkomen met het sa
laris van magazijnmeester en wat moet ik aan
mijn vrouw vertellen? Ik dacht dat je mij uit
den nood zou helpen, maar nu zit ik er eerst
recht in".
(Nadruk verboden.)
meende men te mogen opmaken, dat Koblic
het element van Fermi ten tweede maal ont
dekt had. Toen men echter met de spectrosco
pische methode het Koblie-element onderzocht
bleek, dat de Tsjechische ingenieur zich vergist
had. Het spectrum onthulde, dat het hier om
een variant van de bekende stof wolfram ging-
Met het constateeren van dit feit scheen de
kwestie van nieuwe elementen zeer dubieus te
zijn geworden.
De twijfel is thans, door de Amerikaansche
ontdekking, weer verdwenen. Het is op het
oogenblik nog niet zeker of het door Smith en
Sleinbach gevonden element identiek is aan
dat van Fermi of dat het hier om een tweede
nieuw element gaat. In ieder geval is de op
vatting van 92 elementen onhoudbaar gebleken
en de weg naar nieuwe inzichten geopend.
DE DIKSTE MAN TER WERELD.
Arsène Rémond, de kolos uit de Fransche
Jura, kan aanspraak maken op het record de
dikste, man ter wereld te zijn. Hieronder vol
gen eenige karakteristieke bijzonderheden be
treffende zijn fenomenalen lichaamsbouw: ge
wicht 315 K.G.; lichaamsomvang op borst
hoogte 2.15 M., op de heupen 2.89 M. Zijn
dijen hebben een omvang van 99 cM. en de
omtrek van zijn kuiten bedraagt. 84 e.M. Daar
tot dusver nog niet het tegendeel bekend is,
moeten wij wel aannemen, dat genoemde heer
Rémond alle records slaat, welke op dit ge
bied behaald zijn.
De dikste menschen, die men tot dusverre
op kermissen of kijkspellen zag, wogen niet
meer dan 450 pond. De mogelijkheid bestaat
echter, dat een Amerikaan Amerika is toch
immers het Is.nd waar alle records gebroken
worden dit record slaat. Dat het feit, hou
der van dit wereldrecord te zijn, ook zijn na
deden heeft blijkt wel, dat de heer Rémond
volgens zijn eigen verklaringen, viermaal zoo
veel voor zijn kleeren moet betalen als een
normaal sterveling.
REDDINGSMEDAILLE VOOR HONDEN.
De vereenlging voor dierenbescherming in
Oostenrijk stelt medailles ter beschikking voor
honden,, die menschen gered hebben, welke in
levensgevaar verkeerden. Bij de medaille hoort
een halsband, waarin met eenige woorden de
daad van de heldhaftige hond gegraveerd is
De eerste medaille en halsband zijn bereids aan
een herdershond verleent, die twee hem onbe
kende kinderen zonder eenige hulp uit de
Donau gered heeft.
Al ruim 24 jaar Uw goede en billijke hulp bij:
voor verzorging Uwer maaltijden.
Geen lidmaatschap.
Ook bezorging in de buitengemeenten.
TEL. 14393
WEDEROM EEN NIEUW ELEMENT
ONTDEKT.
Naar verluidt hebben de onderzoekers Smith
en Steinbach te New Jersey een nieuw
ilement ontdekt; door deze vondst zal de
atoomleer grondig gewijzigd worden. Het gaat
hier om een metaal met een grooter atoom
gewicht dan dat van Uran en wel 238.17. Na
deze Amerikaansche ontdekking wordt het
vermoeden, dat in de geschiedenis van de
chemie met het midden van dit jaar een
nieuw hoofdstuk is aangebroken, zekerheid.
Het zijn wederom de radioactieve stoffen, die
een stimuleerenden invloed op de scheikunde
uitoefenen. Een jaar geleden zouden ook niet
de stoutmoedigsten onder de onderzoekers
hebben durven denken, dat er nog nieuwe, nog
niet ontdekte radioactieve stoffen bestonden,
dat er zelfs nog onbekende door niemand ver
moede grondstoffen te vinden waren. Nu ech
ter kan er niet meer aan getwijfeld worden,
dat nog geheele reeksen van radioactieve
sioffen op hun ontdekking wachten en dat
het aantal elementen heel wat grooter is dan
wij tot nu toe meenden.
Men herinnert zich nog. dat een Italiaansche
onderzoeker, Fermi. eenige maanden geleden
ce wereld verraste door de mededeeling, dat
hij bij zijn atoomsplitsingproeven er in geslaagd
was een geheel nieuw element te ontdekken en
wel een radioactief element, dat geheel an
dere eigenschappen bezat dan de tot nu toe
bekende grondstoffen. Dat het hier inderdaad
om een nieuw element ging, bleek wel uit het
spectrum.
Nog was de discussie over dit element niet
geëindigd, toen de Tsjechische Odolen Kobhc
te Joachimsthal de ontdekking van een nieuw
element mededeelde. Uit zijn beschrijving
Oplossingen, bijdragen, enz., te richten aan den
Schaakredacteur, Bloemendaalscheweg 42, Bloe-
mendaal.
EINDSPELSTUDIE No.
C. C. W. M an n
('s-Gravenhage).
131.
Wit aan zet wint.
Wit: Kb8, Del, Lg8.
Zwart: Kb2, Dhl, Ph8, g2, g3.
PARTIJ No. 200.
Gespeeld in den internationalen wedstrijd te
Klosternenburg (bjj Weenen) 12 Juli 1934
Wit: Dr. H. Weil (Klosternenburg).
Zwart: H. W. Felderhof (Zaandam)
Nimzowitsch-systeem.
1.
Pgl—f3
d7—d5
2.
e2e3
c7c5
3.
b2b3
Pb8—c6
4.
Lflb5
Lc8d7
5.
Lel—b2
e7e6
6.
Lb5 X c6
Ld7Xc6
7.
Pf3e5
Dd8—c7
8.
0—0
Pg8—f6
9.
d2—d3
Lf8d6
10.
f2—f4
0—0—0
11.
Pbl—d2
Lc6-e8
12.
c2—c4
Th8—g8
13.
Pd2—f3
Pf6—d7
14.
c*4Xd5
e6Xd5
15.
Tal—cl
f7—f6
16.
Pe5Xd7
Le8Xd7
17.
d3—d4
Kc8b8
18.
d4Xc5
Ld6Xo5
19.
Lb2—d4
Lc5Xd4!
20.
TclXc7
Wit had beter gedaan dit mooie Dame-offer
van Zwart niet aan
te nemen.
20.
Ld4Xe3f
TEL. 14393
21.
Kgl—hl
Kb8 X c7
22.
DdlXd5
Ld7c6
23.
Dq5c4
Kc7—b8
24.
f4—f5
Le3—b6
25.
Tfl—cl
Td8—d5
26.
Tel—el
Tg8—d-8
27.
Dc4e4
I<b8a8
28.
De4bl
Td5—d3
29.
Tel—fl
g7—g5
30.
f5Xg6 e. p.
h7Xg6
31.
Dbl—b2
Td3—dl
32.
Db2—e2
Tdld3
33.
De2b2
Tdl—dl
34.
Db2—e2
Tdl—d3
Tijdnood!
35.
De2—b2
f6—f5
36.
Db2—e2
Lc6—e4
37.
Tfl—cl
a7a6
38.
De2—fl
g6—g5f
39.
Pf3Xg5
Lb6e3
40.
Pg5 x e4
Le3Xcl
41.
Pe4—f2
Td3c3
42.
g2—g3
Lele3
43.
Pf2—dl
Td8Xdl
44.
DflXdl
Tc3—cl
45.
DdlXcl
Le3Xcl
46.
Kblg2
Ka8b8
47.
Kg2—f3
Kb8—c7
en Zwart won.
Een zeer mooie partij
van onzen landgenoot!
OPLOSSING SCHERTSPROBLEEM No. S3.
(G. Reichhelm).
Stand der stukken:
Wit: Ka2, Dh8, Tb3, Td2, Lbl, Lel. Pa6,
Pd3, f4, g3.
Zwart: Kc4, Kc6, Kd6, Kd7, Ke3, Kf3
Kf5, Kf7, Kg4, Kg6, e6, e7.
1. Pd3—e5, en
alle 10 Koningen zijn door dit aftrekschaak,
mat gezet.
Dit is wel het maximum aantal Koningen,
dat in één zet kan worden matgezet. Een eenig.
en schrander idee.
Goede oplossingen ontvangen van: H.
Straatman en H. W. v. Dort, beiden te Haar
lem.
GEVESTIGD:
te BLOEMENDAAL
Verbetering van houding
en bewegingen.
Mevr. A. KONING,
Bloemendaalscheweg 151
Oor-, Neus- en Keelarts
GEVESTIGD VANAF
1 SEPTEMBER
Frans Halsplein 9, Haarlem
tel. 12869.
SPREEKUREN:
Voor Ziekenfondsieden:
Huls: dagelijks 89.
Wijkgebouw der Ned. Herv.
Gemeente,
Ged- Oude Gracht 104:
Maandag, Dinsdag en
Vrijdag 10%—11%.
Voor Particulieren:
Huis: dagelijks 23%
(Donderdags 2%3%)
en vlg. afspraak.
PIAN OLEERARES
Zandvoortschelaan 329
Aerdenhout.
op MAANDAG 3 SEPT.
Spreekuur: Donderdags van
2%3 uur en na telef.
afspraak.
PLATANENLAAN 59.
VTOOLLEERARES,
methode Carl Flesch,
opl. dipl. maatsch. t. bev. d.
Toonkunst,
HERVAT haar viool-, en
semble- en theorielessen
DINSDAG 4 SEPT- A S-