TWEEDE BLAD PLAATSELIJK NIEUWS TOONEEL. BIOSCOOP. r BET BLOEMENDAALSCH WEEKBLAD VAN 14 SEPT. 1934. No. 37. NAAR AANLEIDING VAN DE OPENBARE VERGADERING VAN DE N. S. B op Donderdag 6 September 1934, in de Gem. Concertzaal te Haar lem. Spreker de Heer van Duyl. De vergadering heette openbaar en was het ook inderdaad. De buitenstaanders konden dus niet mee genieten van militair marcheerend'e W. A.-afdeeling, doch hiervoor is Colijn aan sprakelijk. Over de entourage het volgende. Het trof ons, dat op het podium het portret van H- M. de Koningin stond jgedrapeerd met Oranje-blanje-bleu en dat van Mussert, ge-' drapeerd met rood-wit-blauw. Het kan na tuurlijk zijn dat het een vergissing is, outsi ders beweerden dat het beteekende dat de Koningin onder de cude vlag pegeerde, doch dat Mussert onder de huidige vlag het wel zou redderen. Deze laatste bewering is natuurlijk flauw, kleinzielig en laag bij de grondsch, doch dit is een staaltje van de speld'eprikken waarop de Heer van Duyl doelde, toen hij zeer kras de pers hekelde en met name De Telegraaf niet bepaald in het zonnetje zette. Wat er over de pers gezegd werd, was in ieder geval helder en openhartig, doch jammer genoeg is ,,Volk en Vaderland" niet altijd „netjes" ge noeg om als een meesterstuk van journa listiek beschouwd te worden. Zeker, er staat in „Vova" zeer veel waars en die waarheid is voor velen niet altijd even plesant om te vernemen, doch wij kunnen niet aannemen, dat „Vova"' een zuivere afspiegeling is van hetgeen <er onder de gemiddelde, welwillende N. S. B.'er leeft en broedt, doch de tijd zal het leeren. Intusschen zal de Heer van Diuyl misschien met pleizier het Bloemendaalsch Weekblad lezen, want als de N. S. B. daarin aange vallen wordt, dan is die aanval tenminste open en fel en vermag ieder te onderschei den, dat het een „aanval" is. En wie weet, waarom komen de heeren van de N. S. B. niet eens naar de redactie, zij zullen allicht een interessant gesprek kunnen voeren waar zij nog wat uit kunnen l'eeren Dit over de „pers". Iets anders en belang- rijkers trof ons echter onaangenaam en dit betrof den Middenstand. Nu heeft de schrij ver van deze regelen wel eenig verstand van het middenstandswezen, hij schreef o.a. on langs in dit blad 3 artikelen over het waren huis- en middenstandswezen, waarvan een middenstander, N. S. B.'er getuigde: Dat moest eigenlijk in Vova staan! (Willen de 'hee- den N. S- B.'ers den naam weten dan kan deze medegedeeld worden). Nu heeft d'e N. S. B. den naam voor den middenstand op te komen en dit punt is uitermate sympathiek. De heer van Duyl, sprekend over een lezing te Coevorden, zeide 'echter: Die man, die daar zat. tusschen al die welgedane middens,tanders waaróp geen „foei" weerklonk. Waarom heer van Duyl spreekt u van wel gedane middenstanders, terwijl ieder weet, dat d'e middenstand slechts door noesten vlijt het hoofd boven water kan houden? Is de N. S. B. een partij van menschen die den ken, dat de middenstand „welgedaan" is, zoo van het type: naar buiten arm, maar met een vetten spaarpot achter de hand? Als dit niet zoo is, dan hopen wij, dat de heer van Duyl dit openlijk verklaart, of althans zich de moeite geeft om eens na te gaan waar die welgedaanheid" wel uit hestaat. Tenslotte nog dit: Als men een auditorium wil boeien, moet de Zeven Provinciën niet er weer bg gesleept worden noch hoeft men van Speyk weer aan te halen. Men weet dit nu zoo langzamerhand wel en de heer van Duyl kan gerust zijn, ieder behoorlijk mensch vergeet de Zeven Provinciën liever dan dat hij erover hoort- Overigensmen zou van Van Speyk kunnen zeggen, dat het wel een held was, maar men vergeet altijd de overige schepelingen, die ook het schip tot het uiter ste verdedigd hebben en die ook den helden dood stierven, zij het onbewust. Misschien zouden zfj den scheepsjongen wel achterna gesprongen zijn. En thans hebben wij weinig hieraan toe te voegen. Wij melden slechts onzen indruk, wel ke na verificatie met anderen niet op-zieh- zelf-staand bleek te zijn, weshalve deze in druk in het Bloemendaalsch Weekblad ver schijnt in de hoop dat er commentaar van N. S. B. zijde op komt- Van onzen medewerker Ad Int. KORTE BERICHTEN. Een bescheiden autodief! Het is de politie gelukt een verleden jaar gepleegden autodief stal op te helderen. De schuldige zoowel als de wagen, een kinderauto, zijn opgespoord. Proces verbaal weid opgemaakt tisgen twee personen wegens het „moeren" van planten uit ihet Weth. Laanplantsoen en in Kweekduin. Eenige, waarschijnlijk jeugdige snuiters, met meer eetlust dan fatsoen, hebben zich door in braak in een gebouwtje bij het tennispark Wim bledon ongenood tegoed gedaan aan een aantal reepen chocolade en een flesch limonade. Een onbeheerd rijwiel in de Teding van Eterkhoutlaan is in handen gevallen van een fietsenverzamelaar. Door een duisterling, welke blijkbaar om licht verlegen was, is ingebroken in een bollen schuur te Vogelenzang. Van een daarin aan wezig rijwiel zijn een rijwieldynamo en reflector ontvreemd. Een onbeheerd staand rijwiel aan den Zilkerweg onderging de zelfde operatie. Een dame, die door een val van haar fiets haar arm kneusde kon gelukkig zondier dokters hulp haar weg vervolgen. Blijkbaar door misverstand kwamen op de kruising Parkweg en Bloemendaalscheweg twee auto's met elkaar in botsing. Van beide wagens werd de linkerzijde ernstig gehavend. Persoon lijke ongelukken kwamen niet voor. Beide voer tuigen konden op eigen kracht de reis voort zetten. Een reeks vingerafdrukken genomen in een vijftal villa's, waarin in de afgeloopen maand inbraken plaatsvonden, blijken overeen te stem men met die, van een door de Haarlemsche politie aangehouden man, welke in bezit werd gevonden van een koffer met gestolen goederen. Een tweede aangehouden persoon blijkt even eens door de gevonden vingerafdrukken, mede bij deze inbraken betrokken te zijn. Ondanks overtuigende bewijzen blijven beide ontkennen. Een droevig ongeluk vond plaats aan het Bloemendaalsche strand. Des namiddags te kwart over vijf werd aan de politiepost aan het eind van den zeeweg gemeld, dat circa vijf-en- twintig metier zuidwaarts daarvandaan (en dus niet ter hoogte van het Grand Hotel, zooals door enkele bladen abusievelijk is vermeld) het lichaam van een meisje was aangespoeld. Bij nader onderzoek bleek dit te zijn een 24-jarig mei-je, in betrekking te Zandvoort. Onmiddellijk werd kunstmatige ademhaling toegepast, dit mocht helaas niet meer baten. Het meisje, dat omstreeks drie uur naar het vrije strand was gegaan om te baden en daarbij verdronken is, was, doordat het vloed was en er een westen wind stond die een sterken zeestroom in de rich ting van IJmuiden doet ontstaan, zóóver naar het hoorden gedreven. WOEST RIJDEN OF NOODLOTTIG ONGEVAL Onder dit opschrift bevat „Vox Medicorum" een artikel naar aanleiding van onderstaand bericht voorkomende in „De Telegraaf" van eenige dagen geleden: „Onverantwoordelijk rijden van een dokter". „In woeste vaart een jongen en een hond doodgereden". „Ongelukken-serie te Nieuwveen". „Alphen a.d. Rijn, 21 Aug. Gistermiddag heeft te Nieuwveen een op hoogst roekelooze wijze rijdende automobilist een serie aanrij dingen veroorzaakt, waarvan een vijfjarig knaapje uit Leiden het slachtoffer is gewor den Het bericht geeft dan verder een gedetail leerde beschrijving van „de dolle rit", de ver ontwaardiging der ooggetuigen, waardoor de politie zich genoodzaakt zag, teneinde mole statie te voorkomen, den dokter per auto naar Nieuwveen te brengen, enz. Nadat er van de zijde van „Vox Medicorum" o.a. opgewezen wordt, dat het perscommuniqué nadere toelichting vereischt en dat „iemand die zoo roekeloos rijdt, dit toch zeker niet zal doen, wanneer zijn eigen kinderen zich ook in den auto bevinden", laat zjj een uitvoerig ver wee van den betreffenden automobilist, Dr. J. R. Post-TJiterweer volgen. Daarin zet deze uiteen, dat alleen „Vox Medicorum" hem de gelegenheid gegeven heeft de situatie van het geval uiteen te zetten, ter wijl de diverse dagbladen slechts krenkende en onjuiste berichten gaven, welke éénzijdige be richtgeving hem onbegrijpelijk voorkomt. Ver der verzekert hij dat, naar zijn schatting met een snelheid van ruim 70 K.M. op de betref fende 5 a 6 Meter breede weg gereden was, dat een groote herdershond plotseling voor zijn wagen verscheen en dat hij door diens overrijding, naar den betonnen wegrand werd geslingerd. „Ik kreeg het gevoel, schrijft deze verder, of ik een lekke hand had gekregen. Eer ik de macht over mijn stuur meende terug te hebben, slingerde de wagen een 100 meter door en terzelfder tQd bemerkte ik, dat een der twee wielrijders, n.l. een jongetje van vier en 'n half jaar op een tweewielig fietsje, dat ik eerst geheel rechts had gezien, zonder teeken te geven, plotseling overstak naar links. Ik had enkele meters voor me en hoe wel ik remde, was een overriding niet te ver mijden helaas. Door dit laatste kwam ik over een te voren genoemde betonnen rand heen op een smalle berm en, om niet geheel met auto en inzittenden om te slaan, moest ik vol gas gaven, om weer uit die berm te komen en daarbij mijn stuur naar rechts draaien. Tegen- liggend verkeer was er niet. Mijn wagen slin gerde echter zoo, dat ik links eenige uitste kende latten eener brug raakte en een tele foonpaal, die mijn wagen precies in het midden der twee portieren raakte. Ik stapte uit en mijn linker achterband stond geheel leeg Ik had drie kinderen in mijn wagen en wist goed, wat ik rijden kon. Ik heb niet onver antwoordelijk gereden". „Vox Medicorum" antwoord hierop, bij mon de van Dr. G. Prins, vooizitter van de Ver. van Artsen-Automobilisten" als volgt: „Of-, schoon de rechter hier wel een uitspraak zal moeten doen, komt het ons toch voor, dat er te hard gereden is. Een snelheid van 70 K.M. (geschat) op een 5 a 6 meter breede weg, waar blijkbaar verschillende boerderijen op uitloopen, (getuige, de hond), en waar toch wei verkeer is (de beide fietsers) komt ons te hoog voor, wat eveneens wel blijkt uit het 100 M. doorglijden! Er moge dan geen wette lijke snelheidsbeperking bestaan, een geringere snelheid was hier zeker door de plaatselijke omstandigheden aangewezen. Al geven wij onmiddellijk toe, dat er meerdere factoren (de losloopende hond, het jonge fietsende kind) zijn, die tot de catastrophe geleid hebben". DROSTE'S CACAO- EN CHOCOLADE FABRIEKEN VOORAAN. Nadat de Zaansche firma Verkade's fabrie ken haar. plaatjesalbums tot eene wij kunnen zeggen heschavingsinstelling hier te lande ge maakt had, zijn andere verlichte zaken haar op dien weg gevolgd. Last not least: Droste's cacao- en chocolade-fabrieken. Zij begon met een Bali-a!bum, dat gunstig ontvangen werd. Het 1 September j.l. verschenen plaatjes album Java I verschilt van de Verkade-albums door een prettiger leesbare letterdruk, welke hoe kon 't anders Joh. Enschedé en Zonen alle eer aandoet. De plaatjes, evenals de teekeningen in den tekst, allen geteeken'd door den heer G. S. Fernhout, wijzen op gedegen kennis van land en volk en hij rustige be schouwing werken ze ook wel onderrichtend. Men moet echter even wennen aan de op vatting, die bij de uitvoering der gekleurde plaatjes blijkbaar heeft voorgezeten (of is toe gelaten) om zooveel mogelijk licht-effeot te verkrijgen. Wij hebben ons het indische groen altijd donker en de steen-tint der tempeltjes en andere oude gebouwen donkergrijs bij bruin-af voorgesteld. Het voornaamste is 0.1. echter, dat aan den tekst uitnemend veel zorg is besteed. De heer J. C. Lamster, de goedonderlegde auteur, heeft er alle eer van. Deze schrijver weet grooten rijkdom aan gegevens, zoowel van fei telijken als van legeudarischen en romanti- schen aard, in gemakkelijk leesbaren vorm zóó samen te vatten, dat de lectuur voor jong en oud een genot moet zijn. Alles is als 't ware aanschouwelijk voorgesteld, zelfs veel van wat enkel uit de geschiedenis kon worden opge haald. De heer Lamsten is wel de aangewezen man voor dit soort werk. De aliengs over de geheele aarde hare eigen nederzettingen hebbende beroemde Haarlem sche zaak Droste's cacao- en chocolade fabrieken legt met dit album alle eer in. Wij hopen nog meermalen aanleiding te hebben er op terug te komen. BLOEMENDAAL. Terug te bekemen bij: v. d. Beeg, Verbindings weg 59 Bloemendaal, een zilveren vulpotlood; J. Roozen, Middentuindorplaan 9 Haarlem, een R.K. kerkboekje; Vondellaan 22 Aerdenhout twee zwarte katten; Balk, le Vooruitgangstraat 118 Haarlem, een netje met tennisballen; O. de Vries, Noordlaan 21 Bloemendaal, een jonge poes; J. P. Exel, Verbindingsweg 6 Bloemen daal, een autoped; Zs. Elsnig, Zomerzorgerlaan 22 Bloemendaal, een rijwielbelastingmerk; D. H. v. Meurs, Dr. Bakkerlaan 46 Bloemendaal, een beenen halsketting; Versontaine, Prins Hen driklaan 107 Overveen, een zakétui met foto's; C. Wals, Schoterweg 114 rd Haarlem, een dou blé schakelarmband; van Essen, Iepenlaan 8 Bloemendaal, 6 witte boorden; A. Driessen, Ber kenlaan 14 Bloemendaal, een ceintuur; J. H. de Wilde, Rijperweg 4 Bloemendaal, een paar da meshandschoenen; Kennel Haerlem, een herders hond; T. de Klerk, Duinlustparkweg 60 Sant poort, een rijwielbelastingmerk; R. Verhelst, Dompvloedslaan 15 Overveen, een barnsteenen sigarenpijpje; J. Verbiest, Bloemendaalscheweg 153 Bloemendaal, een schakelarmband; Tulle- naar, Zijlweg 10 Overveen, een autoped; aan de politiepost Aerdenhout een sleutel aan riempje; een waschmand, een sleuteltje; aan het bureau van politie Overveen: een deken, een kinder- portemonnaie, een broche. GEMEENTE BLOEMENDAAL. INGEKOMEN PERSONEN. 6—13 Sept. 1934. H. J. M. Lammers, Oranje Nassaulaan 140 Overveen; C. G. van Bezuije, Iepenlaan 45 Bloe mendaal; K. F. C. Hopster, Berkenlaan 8 Bloe mendaal; Mevr. Wed. E. A. v. Polanen Petel, geb. Britt, Zandvoorterweg 10, Aerdenhout; D. Mons, Hartenlustlaan 3, Bloemendaal; J. C. Stuart, Houtvaartkade 50, Aerdenhout; J. A. Pesman, Rijnegomlaan 55, Aerdenhout; Mevr. Wed. C. C. E. BungeEggeling, Westerlaan 45 Aerdenhout; A. Biemond, Clematislaan 8, Aer denhout. AMSTERDAMSCH TOONEEL-OVERZICHT. Verkade redevivus! Dit heeft eene beteekenis voor ons vadexlandr.ph toooeel, welke niet te onderschatten valt. Verkade Is de man van „de vergeestelijking". Wat wil dat zeggen? Elke kunst is onmiddellijk geestelijk. De kunst van Verkade nog op eene bepaalde wijze: Materieele gebeurte nissen hebben voor hem niet die waarde, welke die voor naturalistische kunstenaars hebben. Het gaat om het geestelijke element bij hem of wil men om wat zich „afspeelt" in de ziel. Een voorbeeld: Een deur waait open, omdat de wind giert of het licht laait op door de een of andere uiterlijke gebeurlijkheid. Dat is natura lisme. Maar laait het licht op, omdat er een zekere spheer moet worden aangeduid, dan is dat „de vergeestelijking", die Verkade bedoelt. Zóó betee- kent dit oplaaien meer dan het feit zelf, d.w.z. het symboliseert iets van hoogere geldigheid. Zoo zou men Verkade's vergeestelijking symboliek kunnen noemen. De verdere beteekenis voor ons Plahkeniand is dat Verkade vorming geeft aan levend mate riaal: dat der tooneelspelers, die veel of weinig inhoud hebben. Het practische nut is dat hij talenten ontdekt en die in goede banen leidt. Vele bekende tooneelspelers en -speelsters hebben hunne bekendheid aan hem te danken. Wij spraken van veel of wenig inhoud. Verkade stelt ongeroutineerde spelers terecht boven verroutineerden. Maar daar tusschen staan toch de geroutineerden. Dit vergeet Verkade, natuur lijk bewust. Hij heeftt de voorkeur voor wat men dilettanten (die liefde, dus enthousiasme hebben) noemt en het is niet alleen toevallig of eigenlijk heelemaal niet toevallig, dat hij eene school heeft opgericht, die spelers uit zijne „school" zullen worden. Prachtig! Maar is het geheel te verantwoorden om nog niet gevormde „krach ten" nu reeds voor het voetlicht te brengen? Dit is „experiment" met een goede, maar ook met eene kwade zijde. En dan nog wel in een stuk van Molière, al is er dan in zijne bewerking van „Liefde-lessen" niet veel overgebleven van diens geest. Wil men goed-willig zijn, dan zou men die vertooning wat de individueele praestaties be treft ,lief" kunnen noemen, het uiterlijke prijzen en het ensemble-spel waardeeren. Dan is men zeer goed-willig. Met een beetje meer scherpte zou men het woordje lief voor dat van zwak kunnen vervangen. Verkade zelf gaf wel scherp den tyrannieken Sganarelle en er waren nog wel anderen, die gave creaties gaven. Na dit alles gezegd te hebben ik wil „principieel" blijven mag detailcritiek over „Liefde-lessen" mij worden bespaard. Geheel uit Verkade's lijn is de opvoering van „De dubbele deur", door Elisabeth Mc. Fadden. Wat hem daartoe bewogen kan hebben? Mooi kan hij dit draakje, welks beteekenis die van de „Twee Weezen" of erger, niet te boven gaat, be zwaarlijk vinden. Misschien een concessie aan Rika Hopper, die hij een goede speel-rol gunde. Het stuk is van eene allerslechtste qualiteit en Rika Hopper hulde voor haar sterk spel in tusschen speelde er eene moderne vrouw Frochard in. Eene geschiedenis van eene heerschzuchtige vrouw, eene onderworpene zus ter, die door haar wordt gebiologeerd en een zwakkeling van een broer, die eene vrouw van mindere kom-af heeft getrouwd, die zij haat. weshalve zij haar een paarlen-coilier. een ge schenk van haar bruidegom, afkaapt, later ik sla eenige schakels over de schoonzuster in een donker hol achter een dubbele deur werpt, maar de onderworpen zuster verraadt gelukkig de booze daad, had zelve haar in den donkerenkel- der moeten verdwijnen, maar 't kwam allemaal uit en de snoodaarde werd krankzinnig, bijna even zoo zeer als het stuk. Maar Rika Hopper gaf 'em van katoen" en haar spel was sttrak en fel. En we kregen eene werkelijk heel mooie haast zou ik zeggen meesterlijke creatie van Louis Borel van den slappen broer. Ook het Centraal Theater heeft zijne poorten weer geopend en wij zagen „5 millioen losprijs" van Louis Vermecil. En spel van ontvoering var, eene echtgenoote door een pseudo-dokter, die een boef blijkt te zijn o een heel edele boef op wien zij verliefd wordt en door wien zij zich later nog eens gewillig laat ontvoeren nu voor tijd en eeuwigheid en hij belooft een beter mensch te worden. Wel amusant met voortref felijk getypeerd spel van Cees Laseur als dokter en lekker vlot spel als boef. Een uitstekende creatie van het pittige vrouwtje door Tilly Perin- Bouwmeester, die veel aan hare tante; mevrouw Man—Bouwmeester doet denken (graag zou ik haar eens in eene tragedie willen zien). De echt- genoot-millionair, niet zoo'n heel fijn heer, wel goedig, maar gierig, werd goed door Ludzer Eringa gespeeld. Dan nog bij dit gezelschap „De man, die beslag legt', een vroolijk spel van een ondeugenden jongen man, die het toch nog brengt tot adjunct- deurwaarder, doodelijk verliefd wordt op 't aar dige vroüwttje, dat hij in zijne qualiteit niet uit het oog mag verliezen, voor huisknecht speelt als zij bezoek krijgt van haar as. echtgenoot, der adjunct-deurwaarders broer, die haar om haar geld wil trouwen, dat zij niet heeft en welke stap de held van ons stuk weet te verijdelen, alsook andere minder gepaste stappen van het vrouwtje op wie hij dan beslag legt. Cees Laseur was de charmeur, Joan Remmelts zijn harde vader, (alles wat deze knappe acteur geeft is „af"), Frits van Dongen de gemeene broer, goed, dor en koud. Rie Gilhuys als het vrouwtje leek mij minder goed gedisponeerd zij gaf wat te weinig. Het ensemble-Bouber munt uit in het spelen van Jordaan-stukken en wij verheugen ons daar telkens in. Nu bracht hij een Joodsche comedie en later een matrozen-stuk. Beiden zijn niet be langrijk. Het eerste gaat om een Jood, die zich laat doopen, maar later uit Duitschland wordt verjaagd, waar hij met een Arisch meisje was verloofd, dat hem laat loopen, zoodat hij zich opnieuw verloofd met zijn voormalig joodsch bruidje. Wel aardig het joodsche milieu met Aaf Bouber als éen groote traan en Herman Bouber als de driftige, doch goedmoedige vader. Andre van Dijk wel gevoelig spel als de zoon en de an deren ook goed ensemble-spel. Het matrozenstuk was wat rommelig en on samenhangend, maar met mooie, kleurige regie. Vondsten hier en daar (van Bouber). Het heet „Rooie Milly", die eene gemeene ronselaarster is, echter met een amoureus hart, zoodat zij, ofschoon pas getrouwd met den boozen ronselaar Slimmy (een goede „sjap" was Bouber) hare passie wil schenken aan een knappen matroos. Dat was de acteur Piet de Nuyl, die knap was in twee beteekenissen van het woord. Maar hij wil haar niet, omdat zij zooals gezegd een ronselaarster was en zijn besten vriend Johny, voor wien Antoon Burgdorfer geestig speelde, ook geronseld had en hij kiest weer de vrije zee. Gemeen en lief speelde Aaf Bouber, die kra nige volks-actrice voor Milly. Maar nu toch nog maar weer eens een Jordaan-stuk! EDMON VISSER. LE CHANT DU MARIN. Albert Préjean is een prettige verschijning op het witte doek, die wij, na zijn groote suc ces in „Sous le toits de Paris", hier nog niet vergeten hebben. Deze vlotte, vroolijke Franschman, met zijn charmeerende glimlach, zijn ruwe, doch goedhartige manieren, neemt ons allen onwillekeurig voor zich in. Préjean werd in 1898 te Parijs geboren, en kwam eigenlijk bij toeval in de film-branche terecht. De leiding van Renê Clair, onder wien hij verschillende films gemaakt heeft, kwam zijn natuurlijk talent zeer ten goede, zoodat wij Préjean nu gerust als een der beste Fran- sche filmacteurs kunnen beschouwen. Wij zullen hem dit seizoen nog kunnen zien in „Parlez-moi d'Amour", een film naar het bekende schlager-lied, die een groot succes be looft te worden! Préjean toont ons in „Het lied van de zee" het leven der matrozen, het harde, nuchtere leven, in één woord: de realiteit. Het scenario, geschreven door Henri Decoin, is werkelijk uitstekend geschikt voor ons waterlandje, waar zich in matrozen-kringen waarschijnlijk ook wel dergelijke tragi-comedies zullen afspelen. MarseilleIn de haven gillen de sirenes van de stoomschepen. Georget en Marius, beiden matrozen van de koopvaardij, nemen afscheid van hun Marie en Catherine.Het zal voor langen tijd zijn. En ofschoon onze matrozen nu eenmaal wel ge wend zijn heel lang van hun vrouwen geschei den te zitten, zoo blijft het vertrek toch altijd een treurig oogenblik. In hun kooien hebben Georget en Marius de portretten van hun wederhelften opgehangen. Het zijn foto's gemaakt op de laatste kermis: Marie en Catherine hadden hun mooiste klee- ren aangetrokken. Niettemin maken beiden een onwezenlijken, houterigen indruk Na het vertrek zijn vele dagen en nachten voorbijgegaan. De vrachtboot nadert hoe lan ger hoe meer de eerste havenplaats. Onze matrozen verheugen zich reeds op het weer zien van alle mogelijke vriendinnen van vroe gere reizen, die hen in 't oor zullen fluisteren: „ik hou van je". Gedurende de lange reis is de herinnering aan eigen vrouwen hoe langer hoe meer ver bleekt. De foto's worden niet zoo mooi meer gevonden ais bij het vertrek, want ja, Mar seille is wei niet uit het hart, doch reeds ge- ruimen* tijd uit het oog! Intusschen vervelen de twee vrouwen zich thu's. Er verschijnen twee marinematrozen op het tooneel, die hun het hof beginnen te maken. Er wordt geflirt en gedanst. De man nen schijnen heel ver wegen wat moeten twee vrouwen, die zich vervelen alleen begin nen? Zij doen hier toch geen kwaad mee? Steeds gaan de dagen en nachten voorbij. ZONDAG 16 SEPTEMBER. Ned. Herv, Kerk Bloemendaal. V.m. 10 uur Ds. J. C. van Dijk. Jeugddienst in Maranatha. V.m. 10 uur de heer Tj. K. Roosjen. Overveen. V.m. Dr. M. M. den Hertog. Predt. te Den Haag. De Vrije Katholieke Kerk. Po-pellaan Kinheimpark. Zondag 16 September, 10.30 v.m., Gezongen H. Mis, met toespraak van den heer Dr. Riemens over de Problemen van dezen tijd. Woensdag 19 September, 8 uur n.m., Com pleten en Lof. Donderdag 20 September, 7.25 vvm, Gesproken H. Mis. NED. HERV. GEM. SANTPOORT. Zondag 16 Sept. '34 v.m. 10 uur Prof. Dr. G. A. van den Bergh van Eysinga. „De wasdom van den geest". (Hand. 12 :24). Ned. Hervormde Evangelisatie te Santpoort. V.m. 10 uur Ds. J. W. Swaan, IJmuiden. EVANG. LUTH. GEM. HAARLEM. Zondag 16 Sept. v.m. 10.30 Ds. D. Drijver. Vereenigde Doopsgezinde Gemeente te Haarlem V.m. 10.30 uur Ds. J. G. Frerichs. De vrachtboot is reeds vele havens binnen- geloopen. Georget en Marius hebben volop ge noten van het passagieren. Natuurlijk houden zij nog wel van hun eigen vrouwen, maar de afstand is wel heel erg groot! Het leven van den matroos zou ook al te somber zijn, nietwaar, indien aan den wal niet wat pret werd gemaakt. Ja, er is heel wat gedronken en gelachen. Mooie vrouwen heb ben ze ontmoet, als b.v. Carmen en Maxe. Ook vechtpartijen zijn niet uitgebleven, hetgeen niet te verwonderen is, als vrouwen tusschen vrienden komen. Maar dank zij de tegemoet komendheid van Georget is de vriendschap tusschen hem en Marius hecht gebleven. De foto's van thuis zijn echter wel wat in het gedrang gekomen, want op de eene hangt thans een pet, en op de andere een trui. Ook aan boord is de stemming vroolijk ge worden. Er wordt flink gelachen, ze zijn in een jolige bui. Een neger houdt zijn kame raden na gedanen arbeid bezig met het be spelen van een Ukelele, terwijl Marius van ztfn dolle avonturen in Marseille vertelt Eindelijk is de vrachtboot weer op weg naar huis. De haven van Marseille nadert hoe lan ger hoe meer. Georget en Marius beginnen als vanzelf weer aan hun echtgenooten te denken. De foto's worden glad gestreken en schoon gemaakt. Het komende weerzien maakt hen uitgelaten vroolijk. Alle andere vrouwen zijn vergeten, want Marseille nadert! Eindelijk komt de haven in zicht. De boot is 17 uren vroeger binnengeloopen, dan ver wacht werd. De thuiskomst wordt daardoor een verrassing. Georget en Marius haasten zich van boord. Daar is weer de bekende straat. Op tun teenen loopen zij de trap op Wat zullen de vrouwen kijkenVoorzich tig worden de deuren opengemaakt, maar hoe jammer, geen van beiden zijn ze thuis. Waar kunnen ze toch zijn? Doch wat is datop het nachtkastje staat het portret van een vreemden matroos! Moedeloos gaan Georget en Marius de trap weer af. Op straat lokt een café. Hier wordt de zaak besproken. Met het vele bier keert ook de goede stemming terug. „Waarom zullen wij eigenlijk treurig zijn", vraagt Georget. „Wie zegt je, dat ik het ben?" antwoordt Marius, „van een verkeerde foto behoeven wij nog geen drama te maken". Naarmate zij meer in hun humeur -komen, vinden zij duizend excuses voor hun vrouwen. Eigenlijk hebben zij geen schuld, want het is inderdaad niet eerlijk, na zoo'n langen reis nog onverwachts thuis te komen ook! Tenslotte wordt besloten Marie en Cathe rine weer in genade aan te nemen. Zij zullen hun best doen alles weer in orde te maken. Voor den tweeden maal worden de deuren opengemaakt en ziet, wat een vgrrassing de beiden liggen rustig te slapen en op het nachtkastje staan weer hun eigen portretten. Gelukkig en opgelucht vallen zij in de armen van hun vrouwen. Een grappig incident deed zich voor toen het stoomschip Catherine gereed lag om te vertrekken en de equipage druk bezig was de boel in te laden. Préjean en Gerald liepen rookend op de brug met elkaar te praten. Op dit moment werd de boot gepasseerd door e^n schip van de Paketvaart. De kapitein van deze schuit, ziende hoe de heele bemanning aan 't zwoegen was en notabene twee ma trozen op de brug stonden te lanterfanten! riep woedend: „Zeg, jullie daar, heb je niets anders te doen? Vooruit, aan je werk!" Albert Préjean vond dit het beste compli ment wat hem voor deze film gemaakt kon worden n.l. dat een werkelijke kapitein hen voor echte zeelui gehouden had. Het was voor de acteur-matrozen in het be gin wel wat moeilijk gewend te raken aan den slingerenden gang van het schip, zonder het ernstig te kwaad te krijgen! Jim Gérald ech ter, die uit Marseille komt en dus met de zee vertrouwd is, hield de goede stemming srin door zijn doodsbleeke kameraden vroolijke liedjes op de mondharmonica voor te spelen. Jim Gérald, de ras-komiek, geeft uitste kend spel te zien als de goedige lobbes Marius, Ginette Gaubert, die het bar-meisje Maxe voor haar rekening neemt, is een buitenge woon knappe, jonge actrice, die eenige malen prijzen behaalde bij Parijsche schoonheids- wedstrijden. Ook de andere zijn meerendeels veelbelovende jonge krachten, die op het too neel reeds zeer de aandacht trokken en waar nog veel van verwacht kan worden. Meer willen wij U over de spelers niet ver tellen; het beste is zelf kennis met het te. gaan maken! Het Lumière theater te Rotterdam brengt op Vrijdag 3 November de première voor Ne derland uit van dit Fransche filmwerk.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1934 | | pagina 3