TWEEDE BLAD
Losse Blaadjes.
Brokjes Levenswijsheid.
Het weer slaat om.
Dierendag en menschendag.
BIOSCOOP.
SPORT
De Haarlemsche
Coöperatieve Diner Verg.
SCHAAKRUBRIEK
Leergang.
BLOEMENDAALS WEEKBLAD VAN VRIJDAG
5 OCT. 1934.
DE NIEUWE SPELLING.
„We leven In een rsnre tijd", aldus sprak
tante Antje,
pas glst'ren hier gearriveerd zo kersvers uit
de klei.
„Ze vinden steeds wat anders uit in ons klein
kikkerlandje
Jtan er heus zo af en toe met mijn verstand
niet bij!
Da krant staat tegenwoordig vol met van die
malligheden
la dat de nieuwe spelling soms? Daar ben 'k
nog niet in thuis!
Et Iheb het wel gelezen, maar dat is een tijd
geleden;
NU heb 'k er heel geen notie van, en dat is
x toch niet pluis.
Jij schrijft ook nieuwe spelling, niet? Ik
zie het in het krantje.
It Veronderstel, dat jij die regels op je
duimpje weet.
Ik wil *t ook leren, waarde neef, dus help
me eens een handje".
„Wel tante", zei ik, „met plezier, ik sta
direct gereed.
IJ schrijft één e en ook één o op 't eind
van lettergrepen;
Uw poesje „strelen" doet U dus ook
voortaan met één e,
Maar op het einde van een woord schrijft
U twee e's, begrepen?
U drinkt dus net ais vroeger heel gewoon
Uw kopje „thee".
En verder schrijft U „vlees" en „vis"; c-h
mag dan niet blijven
Natuurlijk wel in „schapenvlees", dus aan
't begin van 't woord;
Maar „isch" schrijft U met s-c-h:
„onlogisch" moet U schrijven,
Hoewel je de c-h in zulke woorden ook
niet hoort
En dit is alles; ja, behalve onbelangrijk
heden
U ziet: het is leenvoudig, de verand'ring
is maar klein.
Als U die regels volgt, dan zal vanaf de
dag van heden
Uw waslijst of Uw huishoudboek een
spellingvoorbeeld zijn'"
„Ik blijf je dankbaar, maar daar durf ik
niet op te vertrouwen",
Zei tante Antje, en ze keek me glunder
lachend aan,
„Met honderdduizend fouten schreef ik
altijd in da ouwe,
En in de nieuwe, denk ik zo, zal 't wel
krek eender gaan".
herhaalt zich in ons bewustzijn. Ons persoonlijk
bestaan is een afschaduwing van het kosmisch
bestaan, dat in vergrooten vorm ons eigen lot
weerspiegelt.
Als het omslaan van 't weer is ook het om
slaan van 't menschenlot. Ook het menschen-
leven kent zijn seizoenen; de lente gaat over
in zomer, de zomer in herfst en de herfst in
winter. Ook deze overgangen voltrekken zich
uiterst geleidelijk. Wanneer wordt een kind tot
jongeling, een jongeling tot man, een man tot
grijsaard? Ongemerkt vloeit de ééne fase vap
t leven in de andere over.
En toch, ook hier is men zonder het te weten
plotseling soms een grens gepasseerd. Er is
op één dag, in een enkele beslissende seconde,
een nieuw type gevormd. En het oude type
keert nimmer terug. Deze vormverwisseling is
even radicaal en even definitief als die van
het ei, dat tot kuiken of de pop die tot vlin
der wordt. Gister was er nog niets en nu is
er alles.
Uw kind gaat voor 't eerst naar school.
Nog is het uw jongen of meisje, zooals het
altijd thuis in moeders nabijheid gespeeld
heeft. Nog is het uw eigen kind, dezelfde kleuter
van gister en eergister, zooals ze daar par
mantig aan uw hand voor het eerst naar de>
school stapt. Maar een ander kind keert terug,
een nieuw type: het schoolkind. En gij staat
met uw herinneringen aan een thans voorgoed
afgesloten levensperiode.
Stefan Zweig heeft in zijn ook als film be
werkte novelle Brandend geheim dit omslaan
in de geestesgesteldheid geschetst, zooals het
zich voordoet bij een dertien jarigen jongen,
die door een schokkende ontdekking plotseling
tot man is gerijpt. Als hij bij zijn vader terug
komt, kijkt deze hem met bevreemding aan en
mompelt verbasterd: de jongen is anders ge
worden.
Eind-examen: gister huiverde men nog voor
den leeraar, heden drinkt men met hem ge
moedelijk een glaasje. Een nieuw fype: de map
of de vrouw die in 't huwelijk treedt. Omge
slagen, volkomen vervormd; waar is het jong-
mensch of het jonge meisje van voorheen ge
bleven? Ze praten anders, doen anders, weder
om is er een grens gepasseerd.
Soms ziet men menschen in de kracht van
hun leven. Nu ja, een enkele grijze haar en een
enkele rimpel. Maar wat houden ze zich nog
kranig voor hun leeftijd. Volzomer nog in den
laten herfst. Maar op een goeden dag overvalt
hen een onschuldige ziekte, en na deze najaars
vlaag is het plotseling uit met den zomer.
Een ander type: de oude man of de oude
vrouw, staat vóór u. En ze begrijpen het zelf
niét, dat het nu eensklaps voor hen winter is
geworden, winter voor goed.
Wordt aldus de melancholie van het omslaan
van 't weer in September niet even verklaar
baar als de vreugde in 't voorjaar, wanneer
plotseling een mooie Aprildag de komst van
een nieuw tijdperk heeft aangekondigd?
H. G. CANNEGIETER
(Nadruk verboden)
Ofschoon wij er van jaar tot jaar aan ge
wend zijn, maakt het omslaan van het weer,
zooals wij dat in het herfstgetijde beleven, altijd
weer indruk.
Voortdurend is weliswaar het weer onbe
stendig, maar de verandering, welke om dezen
tjjd zich voltrekt, draagt een geheel ander
karakter dan grilligheid. Het Is een verande
ring in het type der weersgesteldheid. Van het
zomersche seizoen zijn wij plotseling in dep
herfst gekomen.
Zooals de reiziger aan den overkant van de
grens een ander land en een ander volk vindt,
vinden wij, alsof ook hier een grens over
schreden is, een ander klimaat. De menschten
aan weerszijden van de grens wonen op korten
afstand van elkaar en toch kan men onmid
dellijk bemerken, uit allerlei dingen, dat ze
twee sferen vertegenwoordigen. Wat het pre
cies is, valt moeilijk te omschrijven, maar het
verschil is principieel.
Zoo Is het ook aan weerszijden van de grens
tusschen zomer en winter, die omstreeks mid
den September valt. Eigenlijk is het vreemde,
dat dit omslaan zoo plotseling geschiedt. Want
het is toch dagen- en wekenlang voorbereid.
De zon gaat eiken dag een minuut later op en
een minuut eerder onder. Wie let er op? Het
gaat ongemerkt. Maar plotseling, daar komt
een buiige dag, we steken het licht ongewoon
vroeg aan en we nemen des nachts een extra
deken en den volgenden ochtend bemerken wij,
dat we de grens zijn gepasseerd. Het mooie
nazomerweer, eergister nog als een vanzelf
sprekend iets genoten, keert thans niet meer
terug. Deze guurte was geen onderbreking,
maar een definitief einde.
Dit zijn geen pleizierigeontdekkingen. Dit
definitieve omslaan van 't weer bij den over
gang van zomer op winter stemt tot triest
heid. Er bestaat wel geen mensch, die er niet
min of meer van onder den indruk komt
Overgevoelige naturen worden er droefgeestig
onder en kunnen deze verandering moeilijk ver
werken. Het is, of deze omwenteling in de
weersgesteldheid hen als een persoonlijke
ziekte treft.
En inderdaad is dit omslaan van 't weer ook
een persoonlijke aangelegenheid. Men smaalt
wel op „weerpraatjes", maar vergeet daarbU
dat het weer niet alleen een belangrijke factor
is in ons dagelijksch leven, maar bovendien een
symbolisch teeken is van buitengewoon indruk-
wekkenden aard. Als schepselen van de natuur
ondergaan wij allen haar wetten en het
rhythme, dat zich in de wisseling van de seizoe
nen doet gelden, openbaart zich ook in ons
bloed. Wat er in den dampkring geschied,
welddadigheid jegens medemenschen opleeft en in
oorlogstoerusting, verdrukking van minderheden,
dwang tegen politieke tegenstanders en inkrim
ping van overheidszorg jegens zieken, zwakzinni
gen, ouden van dagen, kinderen, werkloozen en
andere maatschappelijk weerloozen zich uit. dan
beseft men, dat de Dierendag het niet stellen kan
zonder zijn verlengstuk, de Menschendag, waarop
een nadrukkelijk pleit voor een humane behande
ling van medemenschen aan de orde gesteld wordt.
Wreedheid jegiens menschen is evenzeer een
erfenis van onze lagere natuur als wreedheid
jegens dieren. Onze voorouders in den oertijd wa
ren geenszins zachtzinnig jegens hun slaven, vrou
wen en kinderen, laat staan tegenover hun mede
dingers, de „vijanden!"
De maatschappij, die de wreedheid jegens de
dieren overwon, heeft door haar stelsel van con
currentie wreedheid jegens de menschen bevor
derd. En nu dit stelsel zich op zoo noodlottige
wijze wreekt, geven menschen aan menschen de
schuld. Een golf van haat stuwt op tegen per
sonen en groepen, waarin men, veelal ten onrechte,
de aanstichters ziet van zijn eigen ellende. Het
dier, het lieve, goede, trouwe dier, heeft daaraan
geen schuld. En hierom vertroetelt men het
thans te meer.
Ontstellend is, hoe menschen, die tegenover het
dier een en al zachtzinnigheid zijn, tegenover hun
naasten hardvochtig kunnen wezen zonder dat
zij dit zelf schijnen te beseffen. Terwijl zij hun
hond met lekkernijen verwennen, mopperen zij
over welstand in 't gezin van den arme. Voor hun
koe loopen zij eer naar den vefcarts dan voor hun
knecht naar den dokter. Zelfs misdadigers, die er
geen been in zien een mensch te vermoorden,
toonen zich vaak ziekelijk teer jegens hun huis
dieren. Een menschenhater wist tegen zijn kat,
toen deze iets slechts had gedaan, geen beter
scheldwoord te vinden dan: „Mensch!"
Zoo is dierenliefde soms niets anders dan een
veiligheidsklep voor de humane gevoelens, welker
uitweg naar de menschen om een of andere reden
verstopt is geraakt. Dezen uitweg weer vrij te
maken, zij de taak van den Menschendag die op
Dierendag volgt.
(Nadruk verboden)
Donderdag hebben wij den jaarlü'kschen Dieren
dag gevierd en wij hebben dit gedaan met het
besef dat wij iets goeds deden. Het is inderdaad
ook iets om voldoening over te hebben, dat wij
een stuk van onze lagere natuur overwonnen.
Want van nature zijn wij geen dierenvrienden.
Misschien kunnen wij het nooit heelemaal wor
den, omdat wij ten koste van de dieren Heven. Het
dier dient ons tot voedsel en verstrekt ons tot
kleeding; het dier is van ouds onze lastdrager en
onze trekkracht geweest. Al te groote sentimen
taliteit jegens de dieren zou ons het leven onmo
gelijk maken; ratten en muizen en schadelijke
insecten moeten wij eenvoudig uit zelfverdediging
verdelgen.
Toch kunnen wij ons bij dit alles leeren beper
ken. Het vegetarisme heiaft afdoende bewezen, dat
wij het buiten het dier als voedsel kunnen stellen
en mechanische voertuigen hebben het paard en
den os van hun diensten ontheven. Maar boven
dien: wij kunnen, voorzoover wij uit persoonlijke
noodzaak het dier moeten offeren, ons onthouden
van het toebrengen van noodeloos leed. Het schiet-
masker heeft aan het slagerswerk een deel van
zijn wreedheid ontnomen en het tuig voor paarden
en trekhonden is overeenkomstig de behoeften der
dragers verbeterd.
Onze voorouders, die in den oertijd uit jagen
en visschen gingen, bekommerden zich niet om
het leed, dat zij hun prooi veroorzaakten. Hun
primitieve werktuigen waren foltermachines en
hun primitieve geest zag in dat folteren geen
kwaad.
Zelfs moest hlet folteren dienen om een primi
tieve behoefte te bevredigen. Want de primitieve
mensch is wreed. Het kwellen verschaft hem ge
not en in dit genot ziet hij evenmin kwaad als in
de voor anderen onschadelijke genietingen. Ook
al deed de leeuw of het haas hem geen overlast
aan, dan zou hij tóch moeten jagen alleen om
den lust, dien wonden en dooden verschaffen.
In het kind leeft de primitieve mensch voort.
Wanneer in latere eeuwen de volwassenen in
dierenkwelling een ondeugd zijn gaan zien, blijft
het kind aan zijn wreedheid toegeven. Totdat al
lengs een gestadige en stelselmatige opvoeding ook
de wreedheid bij het kind door dierenliefde ver
vangt.
Nu wij met onze cultuur dit toppunt van huma
niteit hebben bereikt, kunnen wij met voldoening
Dierendag vieren. Het is het feest van de over
winning van onze lagere natuur door de hoogere.
Alleenlaat ons voorzichtig zijn met onze
vreugde! Ons feest zal eerst volmaakt kunnen
zijn, zoodra op den Dierendag de Menschendag is
gevolgd. Want, hoezeer de verzachting van onze
zeden jegens de dieren te -prijzen is, zij houdt een
bedenkelijk karakter zoolang zij niet met ver
zachting van zeden jegens de medemlcnschen ge
paard gaat. En helaas lijkt het wel eens, of de
ontwikkeling van het humane gevoel jegens de
dieren zich ten koste van de ontwikkeling van het
humane gevoel jegens de menschen voltrekt.
Toen ten vorigen jare de Duitsche regeering
.strenge bepalingen tegen allerlei vormen van die
renkwelling uitvaardigde en de vivisectie verbood,
heeft men daarin niet ten onrechte een tegen
strijdigheid gezien, zoodra men dacht aan de min
der humane maatregelen, welke zij op haar onwel
gevallige menschen toepaste. En wanneer men op-
merkt, hoe overal in de wereld een geest van ge
H. G. CANNEGIETER
MANNEN IN 'T WIT.
(Men in white.)
Regie: Richard Boieslavsky, regisseur van de
Raspoutin-film.
Hoog op het (lak van een in aanbouw zijn-
den wolkenkrabber valt een man naar beneden.
De nood-sirene loeit, de mannen leggen het
werk neer. Er wordt om een ziekenwagen ge
telefoneerd,. de vrouw van den ongelukkige
wordt gewaarschuwd. Een groote menigte
verdringt zich om den gewonde heen. Kalmer
en practischer gaat het in het reusachtige St.
George-Zieker.huis toe. Geen minuut na den
oproep spoedt zich de ziekenauto reeds naar
de plaats des onheils en binnen den kortst mo
gelijken tijdi wordt de man naar het ziekenhuis
vervoerd. Zijn vrouw, ontzet van schrik, wordt
toevertrouwd aan de vriendelijke zorgen van
verpleegsters en de microfoon zendt allerwege
een roep uit naar Dr. Ferguson, welk bericht
op elke étage door een loudspeaker wordt ver
menigvuldigd. Eind-elijk dringt het tot Dr.
Ferguson oor, die zich aan het ziekbed bevindt
van de kleine Dorothy Smith. Hij laat zijn
aanwijzingen achter voor d'e verdere behande
ling van het meisje en haast zich naar de
Operatie-zaal. Hoewel nog steeds inwonend
assistent, is de toekomst van den bekwamen
Dr. Ferguson reeds uitgestippeld. Hij is een
beschermeling van den wereldberoemden
chirurg Hochberg en zal spoedig een jaar in
Weenen gaan studeeren om daarna onder zijn
beschermer in diens laboratorium te gaan
werken. Hij is verloofd met Laura Hudson,
wier millioenen-rijke vader Hans in het St,
George-ziekenhuis een kuur ondergaat en de
bedoeling is dat de reis naar Weenen tevens
de huwelijksreis van George Ferguson en
Laura Hudson zal worden. Laura, zeer door
haar vader verwend, heeft haar verloofde
zielslief, doch zij heeft te sterke mondaine
neigingen om het goed te kunnen verdragen,
dat George meer en meer, onder Hochberg's
invloed, door zijn studies wordt in beslag ge
nomen. Zij krijgen oneenigheid. als op een
avond, voor de tweede keer in een week, Ge
orge niet in staat is zich aan een afspraak met
haar te houden en dien nacht vindt hij troost
in de armen van Barbara Dennin, een leerling
verpleegster, die hem reeds langen tijd aanbidt.
De twist met Laura wordt bijgelegd en de
repetitie voor de praalrijke huwelijksinzege
ning is reeds in vollen gang. In het ziekenhuis
vindt er een vergadering plaats van den Me-
dischen Raad, waar op de hopeloos slechten
staat der financiën wordt gewezen en de red
ding hieruit wordt gezocht in de hulp van den
schatrijken heer Hudson. Laura's vader. Om
dezen pas ontslagen patient te interesseeren.
wil men Dr. Ferguson, zijn aanstaande schoon
zoon, een vet baantje als geneesheer van het
ziekenhuis aanbieden. Laura weet haar aan
staande tot accepteeren over te halen, doch
Dr. Hochberg is zeer teleurgesteld, dat de
wetenschappelijken toekomst van zijn protégé
aldus verloren zal gaan. Het lot geeft Fergu
son dan een harde les. Barbara Dennin, dood
ziek tengevolge van een illegale behandeling,
wordt naar de operatie-zaal gebracht en Hoch
berg met Ferguson zullen de spoed-operatie
verrichten. Hochberg, die Laura een denkbeeld
wil geven van de belangrijkheid van Fergu
sons werk, haalt haar over van de operatie
getuige te zijn. Laura verneemt, dat Barbara
haar aanstaande liefheeft en begrijpt welk
drama er tusschen haar aanstaande en het
verpleegstertje heeft plaats gehad en wat de
oorzaak is van haar ellende. Ferguson biech,t
zijn geheim op aan Hochberg en i,s besloten
het meisje, mocht zij blijven leven, te huwen
Maar de arme Barbara sterft en haalt Laura
in haar laatste Ievensoogenblikken over Ge
orge te vergeven. Beiden zullen thans naar
Weenen vertrekken en het rijke, verwende
meisje heeft begrepen, dat het haar plicht is,
haar man in zijn prachtig en heilzaam werk
te steunen, in plaats van hem er van af te
houden.
VOETBAL.
De voor de 2e klas B gespeelde wedstrijden
hadden het volgende resultaat:
W. F. C.—West-Frisia 0—1
VeloxZeeburgia 21
Edo't Gooi 21
SpartaanZ. V. V0—
Bloemendaal—T. O. G62
W.F.C. heeft de in gebruik name van haar
nieuwe terrein niet met een overwinning in
kunnen zetten. De wedstrijd kenmerkte zich
door slap spel, vooral van W.F.C.-zrjde. In de
eerste helft veroverden de gasten de leiding
door hun linksbuiten en stonden die niet meer af.
Van veel beter gehalte was de ontmoeting
VeloxZeeburgia. Beide partijen gaven elkaar
niets toe. Zeeburgia doelpuntte het eerst,
maar direct was de gelijkmaker ter wereld.
Tot één minuut voor het einde golfde het spel
van doel tot doel, in het laatste ogenblik wist
de thuisclub de winnende goal te scoren.
Edo veroverde twee kostbare punten op
het bezoekende ,,'t Gooi', maar de verhouding
in het veld was eigenlijk door een gelijk spel
juister weergegeven. De Hilversummers zijn ge
regeld in de meerderheid geweest, doch uit
ten treure bleef de Gooi-voorhoede in haar
korte spel volharden, waardoor de bard wer
kende verdediging der rood-zwart-en steeds
bet terrein wist te zuiveren. Intussen kan nu
al wel geconstateerd worden, dat 't Gooi dit
jaar een harde dobber zal hebben, het pas
verloren eerste klasseschap te heroveren.
De Spartaan wacht nog op de eerste over
winning, Thans moest zij beide punten afstaan
aan het bezoekende Z. V. V., dat in de Spaarn-
dammerpolder een uitstekende partij voetbal
speelde. In de tweede helft Z.V.V. had in
middels een 20 voorsprong verkregen, kwam
de thuisclub hevig opzetten, maar toen bleek
dat de Zaandamsche defensie uit het goede
hout gesneden was. Elke aanval der roodbroe-
ken werd gekeerd, en toen de Zaankanters uit
een snelle aanval nog een derde goal fokten,
was 't pleit beslecht.
Bloemendaal deed wat algemeen verwacht
werd, en zond T.O.G. met een zware 6—2
nederlaag naar huis. We hebben ons echter
niet blind te staren op deze uitslag, want wat
deze Amsterdamse ploeg ons liet zien, was
wel van zeer middelmatig gehalte. Als T.O.G.
zich niet herstelt vrezen we het ergste voor
haar.
De Bloemendalers benaderden bij lange na
niet de vorm, waarin zij tegen West-Frisia en
W.F.C. speelden. De achterhoede toonde be
denkelijke gapingen; de twee tegenpunten
waren niet nodig geweest, maar met een
meer bekwame aanval ais die van T.O.G. zou
den er ernstiger dingen gebeurd- zijn. De mid
denlinie was uitstekend in het afnemen, daar
entegen zwak in het plaatsen. In de voorhoede
was de rechterwing bijzonder actief, waarvan
vijf doelpunten het gevolg waren. De Bock
nam er drie voor zijn rekening en Jules Kam-
mejjer twee. Kohier moet beter kunnen, even
als Van Gelder, die echter geëxcuseerd kan
worden door een blessure. Van Leuven muntte
uit door goede voorzetten.
Over T.O.G. kunnen wij kort zijn. Midden-
half, en bij vlagen de rechtsbuiten, bleken
begrip van voetbal te hebben; de rest was
zwakjes. Aangenaam deed het aan, dat de
gasten, niettegenstaande hun hopeloze positie
tot het einde dapper volhielden, en sportiex
speelden.
Voor a.s. Zondag luidt het programma:
T. O. G.—W. F. C.
't GooiVelox
Z. V. V.—Edo
West-Frisiade Spartaan
Zeeburgia—Bloemendaal.
W.F.C., dat nog puntloos is, krijgt Zondag
tegen T.O.G. kans, de nul te doen verdwijnen.
Naar wat wij van beide elftallen zagen, ge
loven wij dat W.F.C. zich de sterkste zal tonen.
In Hilversum zal het tussen 't Gooi en Velox
geweldig spannen. Het zou ons niets verwon
deren als de Utrechtenaren Zondag huneerste
nederlaag tegemoet gingen.
Edo heeft een zware uitwedstrijd voor de
boeg. Z.V.V. is thuis heel wat mans en daar
om staat het voor ons vast, dat de Haarlem
mers in Zaandam geen walk-over zullen heb
ben. Integendeel, het kon wel eens op punten
verlies uitlopen.
Ook de Spartaan kunnen wij in Enkhuizen
geen successen voorspellen. We nemen aan,
dat West-Frisia de volle buit binnenhaalt en
daardoor de mooie positie op de ranglijst zal
consolideren.
Bloemendaal moet Zondag bewijzen, dat het
niet alleen thuis sterk. De witten spelen voor
het eerst uit, en hebben een tegenpartij, waar
mede niet te spotten valt.
Toch behoeven de witten niet te verliezen,
indien zij alles op alles zetten en zich volkomen
geven, waarbij we aannemen, dat de verdedi
ging zich weet te herstellen van haar onzeker
heid, zoals ze die tegen T.O.G. demonstreerde.
Het elftal is ongewijzigd en speelt dus in de
opstelling, waarmede ze in drie achtereenvol
gende wedstrijden zo'n succes had.
Bloemendaal neemt een ongekend fraaie
positie op de ranglijst in. Laat het die behou
den, en daarom zullen alle spelers zich tot het
uiterste moeten geven.
Bakenessergracht 27. Telefoon 14393.
Opgericht in 1909
levert tegen kostprijs: a
Dinerprijs f 0.81; met soep of toespijs
f 0.15 meer.
Geen lidmaatschap.
Bezorging ook in de buitengemeenten.
Prospectus op aanvrage.
Oplossingen, bijdragen, enz. te richten aan den
Schaakredacteur, Bloemendr beweg 42, Bloe
mendaal.
HET SCHAAKSPEL VOOR DRIE EN VIER
PERSONEN.
(Vervolg van het D r i e-spel)
Het schaakbord ziet er als volgt uit:
ZWART
Uit bovenstaande afbeelding kan de heer A.
S., te Bloemendaal, duidelijk zien welke vel
den met strooken moeten worden belegd op
het in zijn bezit zijnde bord voor vier personen.
De volgorde der spelers, bij het doen van
zetten, gaat rechts om, zoo dat eerst de
Witten, daarna Zwarten en vervolgens
de R o o d e n spelen. Elke pion, welke de recht
tegenover zich liggende randzij bereikt, kan
Dame, of een ander stuk, naar verkiezing des
spelers, worden; doch komt een pion op een
randrij ter zijde, dan wordt hij krachteloos en
moet daar blijven staan, totdat een der andere
spelers goedvindt dien pion te nemen. Twee
stukken van onderscheidene kleuren kunnen
geen mat of pat zetten; wanneer bijv. de
W i t te schaak geeft met een stuk, dat ge
dekt wordt door een stuk van een andere
kleor, zoo mag toch de schaakstaande Koning
dat stuk niet nemen, omdat hij zich dan e n
prise zou zetten voor het dekkende stuk.
De stukken van hem, die het eerst mat of
pat gezet wordt, blijven onbewegelijk en wer
keloos staan; de andere stukken van de nog
spelende partijen kunnen zich met die stuk
ken dekken, door daarachter een schuil
plaats te zoeken, en mogen die stukken ook
wegnemen, met uitzondering van den
Koning, die niet genomen mag worden.
De stand der stukken is gelijk aan die bjj het
gewone schaakspel, derhalve de Witte Dame
altijd op een wit en de zwarte Daime op
een zwart veld. Men ziet alleen dit eigen
aardige, dat bij Zwart 0-0 geschiedt aan de rech
ter-, 000 aan de linkerzijde, hetgeen overi
gens van geen beteekenis is. Zwart heeft dus
feitelijk zijn stukken op dezelfde wjjze op
gesteld als Wit. (Wordt vervolgd).
I
OPLOSSING PROBLEEM No. 433.
(A. P. Gulajeff).
Stand der stukken:
Wit: Kd8, Dal, Th6, La2, Lf2, Pd4, Pe7, c3.
Zwart: Kc5, Dd3, Lb5, Fc8, a6.
1. Dalcl, enz.
Goede oplossing ontvangen van: H. W. van
Dort, te Haarlem.
OPLOSSING PROBLEEM No. 434.
B. J. M. Marx).
Stand der stukken:
Wit: Kc8, Dd2, Lgl, a4, d3, f5.
Zwart: Kc6, Pa3, a6, c4, d6, h7.
I. d3d4, enz.
Goede oplossing ontvangen van: H. W. van
Dort, te Haarlem,
De lagere elftallen spelen als volgt:
R.C.H. 3Bloemendaal 2 10.00 uur
Bloemendaal Vet.Stormvogels 5 10.00 uur
Beverwijk 3Bloemendaal 3 12.00 uur
Hellenen 4Bloemendaal 5 10.00 uur
Bloemendaal 6Vijfhuizen 2 10.00 uur
Junioren:
Zeemeeuwen aBloemendaal a 12.00 uur
Bloemendaal cEdo c 2.00 uur
Bloemendaal bHaarlem c 12.00 uur
Adspiranten (Zaterdag).
Edo aBloemendaal a 3.30 uur
Bloemendaal b—Kennemerland a 2.30 uur
Edo cBloemendaal c 2.30 uur
Bloemendaal dKennemerland b 2.30 uur
Men verzoekt ons mede te deelen, dat er
pogingen in het werk gesteld worden, een sup-
porters-vereeniging op te richten. Een aantal
leden -trad bereids toe.
Zij, die tot de oprichting mede wenschten te
werken, kunnen zich daartoe opgeven bij het
sigarenmagazijn J. v. Twisk. Bloemend
straatweg 80.
Het Comité van het Philosophisch Gezel
schap tot bevordering van leergangen in zui
vere rede bericht,, dat de beeren Dr. P. C. E.
Meerum Terwogt en G. M. de Gelder zich be
reid hebben verklaard gedurende de eerste maan
den van het winterhalfjaar 19341935 eenen
leergang te geven.
Dr. P. C. E. Meerum Terwogt zal op de
Woensdagavonden van 3 October t/m 7 No
vember 1934, in totaal 6 avonden, telkens te
8 uur, een leergang geven over: ,De persoon
lijkheid en haar begrip".
De kostenbijdrage per persoon is gesteld
op f 2.50.
De heer G. M. de Gelder zal op
de Woensdagavonden van 14 November
t/m 28 November en Vrijdagavond 7 Decem
ber 1934, in totaal 4 avonden, telkens te 8 uur,
eenen leergang geven over: „De waarheid van
den mensch en haar tragedie als West-Euro-
peesche Cultuur".
De kostenbijdrage is gesteld op f 1.75 per
persoon.
Alle voordrachten worden gehouden in het
Vossius-Gynimnasium Messchaertstraat 1 (ge
legen b. d. Noorder Amstellaan, Muzenplein,
Apollolaan en Bernard Zweerskade).
N-B. Belangstellenden hebben tot de eerste
voordracht van eiken spreker vrijen toegang.
Adres Secretaris-Penningmeester is H. van
van der Maden, Sarphatipark 89, Amsterdam-
Zuid. Postgiro 98917, Gem. Giro M 1760,