1 Ptr M 5 cent
ALBERT HEIJN
ALBERT-HE UN's
Uitzetje voor
Baby.
-s
Film Nieuws
Buiten de Grenzen
Losse Blaadjes.
Een ideaal vacantieoord
Maakt 11 két Seven $®edkoofte* tesm
meer moeten voorkomen. Waarom de
kranten ondanks deze conclusie eiken dag
weer kolommen moeten wijden aan haar
ongevallenrubriek? Daarvoor bestaan
meerdere oorzaken, maar die doen hier
niets terzake. Er is er echter één, die de
moeite loont om er de aandacht op te
vestigen en die bestaat uit het bedenke
lijke feit, dat het gros der menschheid
aan de schapenmentaliteit lijdende is.
Dit klinkt niet vroolijk. Sjftor die mensch
heid, die zich het uitverkoren gewrocht
van Moeder Natuur pleegt te noemen,
maar de waarheid ligt voor het grijpen.
Men denke eens even na. Waarom eet
men asperges op de meest onsmakelijke
manier, die een mensch maar mogelijker
wijs kan verzinnen? Omdat iedereen
een het- doet. Waarom draagt men een
boord en een das? Omdat iedereen ze
draagt. Waarom voelt men zich verplicht
fooien te geven? Omdat iedereen dat
doet. En waarom stapt men links op zijn
fiets en stapt men er links weer af? Om
de eenvoudige reden, dat men een kud
dedier is. Voila!
Iedere automobilist wordt dagelijks weer
gewaarschuwd, dat hij zijn linker portier
met de meeste zorg moet behandelen.
Maar even gevaarlijk is het links op- en
afstappen van een fiets, een gevaar dat
men zich wellicht nooit heeft gerealiseerd
Er zullen zonder twijfel menschen zijn,
die met de volste overtuiging beweren,
dat ze met geen mogelijkheid van rechts
op hun fiets kunnen klauteren en er
rechts weer afkomen ook. Het spreekt
vanzelf, dat een dergelijke bewering vol
komen mank gaat, want physiek bestaat
er tusschen de eene en de andere manier
hoegenaamd geen verschil. Het is hoog
stens een quaestie van een beetje routine
en een klein beetje goeden wil. Of anders
gezegd, even breken met de schapenmen
taliteit en danl'histoire se répète!
o
ALGEMEEN NEDERLANDSCH
VERBOND.
In het Julinummer van dezen bond la
zen we enkele mededeelingen, waarmede
wij gaarne ook onze lezers bekend maken.
Zoo schrijft men aangaande de Wereld
tentoonstelling te Brussel: „Nederlanders,
die de Wereldtentoonstelling te Brussel
bezoekt, houdt uw taal hoog! Het Neder-
landsch toch is de taal van de meerder
heid der bevolking van België; het is een
der twee bij de wet vastgestelde talen; 't
doet in rijkdom en innerlijke waarde ze
ker niet onder voor het Fransch; even
min behoeft de cultuur, waarvan onze
taal de draagster is, voor de Fransche
onder te doen, en tenslotte: onze taal is
de taal der Vlamingen, onze stamgenoo-
ten, die wij in hun (vooral in Brussel)
zoo'n moeilijken strijd voor het behoud
der Nederlandsche cultuur belemmeren,
door onze eigen taal te verwaarloozen.
En door dien strijd te bemoeilijken bena-
deelen wij de Nederlandsche beschaving.
Sprekende over „pénétration pacifi
que" en „annexation de l'esprit, wijst het
blad erop, dat het er niet om gaat een
gerechtvardigde poging te. doen om eigen
cultuur door anderen te doen waardeeren.
Neen, de woorden, door de Franscbgn en
Fransch gezinden gebezigd, houden ln
een doelbewuste politiek, op langen ter
mijn, om door verspreiding van kennis
van Fransche taal en letterkunde, vriend
schappen te kweeken, die ongemerkt en
na eeuwen soms, de begeerde vrachten
zullen afwerpen. Wat in België gebeurt
moet wel degelijk gesteld worden op
Fransche rekening, want het doel der
pénétration pacifique is het zoo ver te
brengen, dat in het buurland een kern
van gelijkdenkenden ontstaat, die de
cultureele doorboring om haar en zich-
zelfs wil ter hand neemt. De romanisee
ring is destijds ontstaan, doordat Fran
sche koningen, op behendige wijze, in het
hoofdgebied van Vlaanderen hun politiek
bedrijvend, in den strijd gesteund door de
kerk, gezorgd hadden voor een voldongen
cultureele penetratie, waardoor adel,
hooge geestelijkheid, ambtenaren en hoo-
ge burgerij verfranscht waren. Het is
ten slotte niet juist, dat het Fransch toen
reeds een cultuurtaal was, die het won
van het Dietsch, en daarom zelfs door
drong in hoven binnen het Duitsche rijk.
Dat de lanque de oil van Isle de France
het won van andere dialecten, lag aan de
omstandigheid dat de Fransche Konings
macht in handen was gekomen van de
Hertogen van Isle de France. En van Pa
rijs uit werd op behendige wijze de préné-
tration pacifique bevorderd. Ook de hevi
ge antipathie tegen de denkbeelden van
Duitschland, na den oorlog, gaf de
Fransche pénétration gelegenheid om
Frankrijk te verheffen op het schild als
beschermer der staatkundige en burger
lijke vrijheden.
De vraag is hoe kunnen en mogen wij
ons politiek en cultureel ooit blootstellen
aan zulk een doorboringspolitiek, zonder
te bedenken, dat daar in België de wran
ge feitelijkheid aanwezig is, dat het Diet-
sche erf verminkt, het Dietsche volk
verbasterd wordt door een duizend jaar
voortgezette politiek die den tijdgenoot
verblindde en bekoorde, zoo goed als nu
dezelfde politiek een groot deel van onze
leidende Nederlanders verblind heeft, Op
dit gevaar en zijn bestaanden omvang
mag wel eens gewezen worden, nu de
Fransche politiek meer dan ooit, ook in
Nederland een springplank zoekt, moet
zoeken voor zijn Europeesche politiek te
gelijk, dat men via de bekende Parijsche
„cité universitaire", naar inniger ken
nismaking met de Fransche wetenschap
zoekt. Hier geldt de spreuk: „weest op uw
hoede!"
FILMSTAD LEGT DE LAATSTE HAND.
Filmstad is bezig met haar allerlaat
ste toebereidselen voor de dingen die ko
men gaan.
Een koortsachtige stemming hangt
over de studio-stad en haar bewoners.
Alles staat in het teeken der volbren
ging. Het werk op het terrein is in vol
len gang, men „hoort" Filmstad groeien.
In den zonneschijn prijken de bloe-
menborders in stralende kleuren.
Onder de overoude linden wordt het
gras gemaaid, paden worden afgebakend,
nieuwe wegen gelegd. Filmstad maakt
toilet, om haar gasten naar behooren te
ontvangen.
Ook in de gebouwen nadert men lang
zamerhand het hoogtepunt der volein
ding. Overal valt wat nieuws te zien of
te hooren. Op die afdeeling Regie loopt
men af en aan. Jeugdige beauties in
kleurige, zomersche kleeding hebben nog
eenige laatste inlichtingen te vragen,
voor ze aan het werk zullen gaan. Tele
fonen ratelen. Er hleerscht de drukte
van een generale repetitie op het too-
neel.
Het oude Oosterbeek is tot een cen
trum van vroolijke, jeugdige activiteit
geworden. Voor het oogenblik is bij de
regie het brandpunt der algemeene be
langstelling.
De kopstukken van den regiestaf voor
„Het Mysterie van de Mondscheinsona-
te" (Cees Laseur, Hans Rust, Leo Meyer)
hebben zich met hun diverse assistenten
op een schaduwrijke plek verdekt opge
steld; een koele dronk en rijpe kersen
zijn zelfs niet in staat hun opgewonden
discussies over een en ander bij deze
temperatuur van 80 in de schaduw te be
koelen.
Op de afdeeling van Farkas, den ca
meraman, den vervaardiger van al het
moois in wording, staat vol met nieuw
lederen koffers, de omhulsels der prach
tige Debrie-camera's, die zoo juist in
ongerepte schoonheid uit Parijs gearri
veerd zijn. De vakman en zijn assistent
gnuiven om hun collectie lenzen en chas
sis, zij meten afstanden en beeldlengten,
en brengen hun toestellen, het eerst noo-
dige, in gereedheid.
De reusachtige opnamehallen staan in
hun majestueuze leegheid en serene rust
te wachten op hetgeen er gaat gebeuren.
In de naburige gangen en lokalen wordt
nog dapper gehamerd en getimmerd. De
cantine op de eerste etage, een groote
behagelijke ruimte met heerlijk uitzicht
over de buitenplaats, bezit op het oogen
blik nog als eenige meubileering één
piano plus één klein tafeltje.
Aan het tafeltje versterkt de bekende
muzikale leider Hugo de Groot den in-
wendigen mensch, terwijl hij ieder kwar
tier bezig is een musicus voor zijn te
vormen orkest te keuren.
Het orkest voor „Het Mysterie van de
Mondscheinsonate zal bestaan uit onge
veer dertig musici. Iedere gegadigde mag
een kwartier proefspelen. De Groot ac
compagneert zelf, en de maestro is niét
gemakkelijk in zijn keuez.
Ook aan het laboratorium wordt nu de
laatste hand gelegd. Dit is als het ware
een uitgebreide flatgebouw zonder ver
diepingen. Rechts van het gebouw be
vindt zich het ontwikkelingslokaal met
een ontwikkelingsmachine en een droog-
kamer. In de onmiddellijke nabijheid
daarvan is de ruimte, waarin de automa
tisch samengestlfiSF ontwikkelaar met
een pompinstallatjie naar genomde ma
chine leidt.
In het laboratorium bevinden zich ver
der plakkamers, snijvertrekken en copie-
eerkamers met copiëermachines.
De linkervleugel van het gebouw is
geheel voor still-foto's ingericht. Het zijn
vier lokalen voor ontwikkeling der naga-
tieven voor het afdrukken, vergrooten en
ganzen der foto's.
Men heeft gestreefd naar het beste en
allernieuwste op technisch gebied. Het
laboratorium met zijn bijgebouwen is als
het ware het technische centrum van
Filmstad.
In geen tak van kunst of kunstnijver
heid, is de artiest immers in zoo hooge
mate van techniek en fotomechanica af
hankelijk als juist bij de film.
Filmstad legt de laatste hand
HITLER EN DE JODEN.
Dat de Joden zich in Duitschland bij
zonder behagelijk voelen zal wel niemand
durven beweren. Toch blijkt er nog een
groot aantal Joden in dit land aanwezig
te zijn, trachtende op kalme en fatsoen-
Ondergeteekende wenscht zich tot wederopzegging te doen inschrijven als
abonné van „HET BLOEMENDAALSCH WEEKBLAD" voor de gemeen»
ten Bloemendaal, OverveenAerdenhout, BentveldVogelenzang, Heemstede,
Haarlem en Santpoort-Station, tegen per kalender-halfjaarbij voor
uitbetaling. De tot l Juni 1935 verschijnende nummers worden dan gratis
per post toegestuurd.
Naam
Woonplaats
A. 't u. b. duidelijk invullen)
AdministratieBloemendaalscheweg 42, Bloemendaal,
lijke wijze aan de kost te komen. Tim
meren ze evenwel aan den weg, dan wordt
zulks al spoedig aangezien voor „provo
catie", en dan zijn de poppen aan het
dansen! Dan krijgen we relletjes zooals
we die onlangs te Berlijn beleefd hebben
in de door Joden bezochtte café's. De be
kende propagandist Dr. Göbbels had 't er
nog over, toen hij op 4 Augustus te Essen
voor zijn menschen een rede hield. Wie is
er provoceerend opgetreden, zoo vroeg hij,
de Joden of de Nationaal Socialisten (ja
wat zouden ze daarop antwoorden?) De
Joden hebben zich te onderwerpen aan de
wetten van het volk waar zij „gastvrij
heid" genieten! Wanneer zij de hun ge
geven kans misbruiken, mogen zij niet
klagen over de gevolgen. De heer Göbbels
wijst nog eens op het gevaar van dit In
ternationale ras. Huwelijken tusschen Jo
den en Duitschers worden niet meer ge
sanctioneerd. Wij laten niet toe, dat ras-
bederving door de Joden zich voortzet in
toekomstige geslachten. En hier raakt hij
des poedels kern. In zijn boek „Mein
Kampf" heeft Adolf Hitler reeds als eer
ste voorwaarde voor het weer gezond
worden van de Duitsche Natie genoemd:
„Zuiverheid van het Germaansche ras, en
geen vermenging met vreemd bloed". Hit-
Ier spiegelde zich hierbij aan de Joden
zelf. Is er zoo zegt hij één volk op
de wereld, dat juist door het zuiver hou
den van het bloed, er zoo buitengewoon in
geslaagd is, taai en krachtig te blijven
als juist de Joden? Bijna 2000 jaren heeft
dit volk blootgestaan aan vervolging en
verdrukking, en ondanks dit hebben zij
zich weten te handhaven. Hitier heeft
waarschijnlijk daarbij gedacht, al zegt hij
't niet met evenveel Woorden, dat de Jo
den erin slaagden, op elk gebied hetzij in
de wetenschap in de kunst of den handel,
vooraanstaande plaatsen in te nemen.
Zouden wij dan dit voorbeeld niet vol
gen? zegt Hitier. Het Duitsche volk moet
óók krachtig worden evenals hun voor
vaderen de oude Germanen, en „van
vreemde smetten vrij", dusgeen
bloedvermenging.
Hitier verwijt den Joden, dat ze in den
na-oorlogstijd, vooraanstaande Regee-
ringsposities bekleedende, een verkeerde
(hij zegt het natuurlijk sterker) Regee-
ringspolitiek hebben bedreven, waardoor
het vaderland dreigde ten onder te gaan.
Daaromde Joen uit alle verant
woordelijke betrekkingen in staat en stad
Toen Hitier aan het bestuur kwam, be
stond de Duitsche bevolking nog voor ca.
1 uit Joden. De helft daarvan is
reeds, hetzij vrijwillig hetzij gedwongen,
gerepatrieerd, en de rest voelt zich min
der behaaglijk. Hitier dient te weten, dat
hij zich hiermede de haat van velen op
de hals gehaald heeft. De „haute finance"
in Nederland, Frankrijk, Engeland en
Amerika is voor een groot gedeelte juist
in handen van Joden, en als deze de
brandkast voor Duitschland gesloten
houden, beteekent zulks voor dit land een
ernstige belemmering. De pers in die lan
den neemt ten opzichte van Duitschland
natuurlijk geen blad voor den mond. Nu
kan Hitier dèrgelijke bladen wel in
Duitschland verbieden, en tegen hun uit
latingen doen vprotesteeren, men gaat
evenwel rustig door stemming te maken
tegen Duitschlartd.
Voegen wij hierbij den strijd, die Hit-
Ier te voeren heeft tegen de volgens hem
te veel politisee^ende en te weinig natio
nale Roomsch Katholieke Kerk, dan zal
men toegeven, dat de Duitsche Regeering
het niet gemakkelijk heeft. En niettegen
staande dit alles wordt door de Regeerin
gen der groote Mogendheden wel degelijk
met Duitschland rekening gehouen. Men
is zich bewust van de enorme kracht wel
ke dit groote Rijk kan ontwikkelen. Ging
Engeland niet, kort na de weder-instel-
ling van leger en vloot in Duitschland!,
ertoe over alleen met Duitschland, dus
met uitsluiting van de alliés, te onder
handelen over de sterkte der beide vlo
ten? Wordt niet demonstratief Duitsch-
land's zetel in den Volkenbond openge
houden voor dit voortvluchtig lid? Straks
zal het den Bond wellicht voorschrijven
op welke voorwaarden het bereid is weer
toe te treden. Al deze gestes dragen er
natuurlijk toe bij, Duitschland te stijven
in zijn overtuiging dat het op den goeden
weg is, zoodat we maar zeggen willen,
dat het moge onbillijk en onpolitiek
Deze week zag ik een vriend.
Het gesprek ging over reizen.
,,'k Weet niet, waar ik heen zal gaan"
Zei ik, „dat moet jij m' eens wijzen.
Straks heb 'k veertien dagen vrij;
Hoe moet ik die nu verdeelen?
'k Ben het met mezelf niet eens,
Wat zou jij me aanbevelen?"
„Ja, dat hangt er maar van af",
Sprak hij, „wat je wilt besteden,
D'een wil luxe om zich heen,
D'ander is al gauw tevreden.
Mijn vacantie was goedkoop,
Maar toch prettig voor ons allen.
Ik ben nergens ooit geweest
Waar 't mij zoo goed is bevallen.
'k Deed precies al wat ik wou,
Stoorde mij aan klok noch wekker;
Eten, drinken was prefect,
Alles smaakte even lekker.
En het bed als 'k daaraan denk
Dan begin ik nog te gapen.
Kerel, ik heb in geen jaar
Ooit zóó heerlijk vast geslapen!"
..Waarde vriend", zo riep ik uit,
„Noem mij vlug dat paradijsje!
Daarheen, da's mijn vast besluit
Maak ik mijn vacantiereisje!"
,,'t Zal niet gaan", sprak toen
mijn vriend,
En hij lachte zoo eens even,
„Maar je kimt wel doen als ik:
Ik ben rustig thuis gebleven!"
PR-
XANDER.
BIEIIEIESSEISIP
Alleen van Zaterdag 10 t.m. Vrijdag 16 Augustus
bij aankoop van een pondspak Javarijst a 16 cent
of 22 cent, of een half p. Amandelpudding a "I7lh ct.
allereerste kwaliteit bessensap kenmerkt zich boven
andere soorten, door het volle behoud van de fijne
Aroma der versche vruchten.
AZIJN
ZEEPPOEDER
GELE ZEEP
TRANSPARANT ZEEP
STIJFSEL
THEELICHTEN
PRIMA TARWEBLOEM
GROVE GORT
HAVERMOUT
HAVERMOUT Snellcokende
ROZIJNEN zonder pit
NIEUWE JAMS
APPELSTROOP
VOLVETTE GOUDSCHE KAAS
per flesch 5 cent
6 pakken voor 25 cent
per pond 6^ cent
per pond cent
per pond 10 cent
per doos 21 cent
per pond 7 cent
per pond 5 cent
3 pond voor 25 cent
per pondspak Yl\ cent
per pond Yl\ cent
per pondspot 24 cent
p, K.G. bus 24 cent
per pond 21 en 25 cent
I Alleen Vrijdag en Zaterdag Afgehaald uit de winkel
EXTRA GOEDKOOP
CHOCOLADE BLAADJES 2 ons voor 25 cent
CORNEDBEAF 1-pondsblikje 2 blik voor 43 cent
VCOR EEN HEERLIJKE VRUCHTENBOWL. Een flesch Vruchten- of
Meiwijn a 39 cent en 1 groot blik BET. MEIKERSEN zonder pit a 42 cent
Tezamen voor 70 cent
HAARLEM, Kleverparkweg 21c. Telefoon 16212.
OVERVEEN, Bloemendaalscheweg 226a, Telefoon 23616
BLOEMENDAAL, Bloemendaalscheweg 33, Telefoon 22594
- - - - .- ■- -
R. 521
zijn wat D'uitschand bezig is te doen
de weg der Joden in dat land voorloopig
niet over rozen zal loopen, en dat directe
hulp van buiten niet te verwachten is.
Met dit groote Rijk moet rekening wor
den gehouden.
DE KRUGER MILLIOENEN IN
NEDERLAND.
Telkens en telkens weer duiken berich
ten op aangaande fabelachtige schatten
gouds, die PresidenWKruger zou hebben
meegenomen naar Nederland, toen hij in
1900 Zuid-Afrika voor goed verliet.
Onze Zuid-Afrikaansche medewerker
heeft reeds bij een vorige gelegenheid
hierover geschreven. En het is wel merk
waardig, dat de door hem uitgesproken
meening volkomen gedekt wordt door
hetgeen de bekende autoriteit Dr. W. J.
Leyds dezer dagen dienaangaande op
merkte. In Zuid--Afrika wordt n.l. het
bericht rondgestrooid, dat de Kruger
schatten aldaar begraven zouden zijn. Er
kwamen zelfs enkele personen naar voren,
bereid om ze aan te wijzen. Nu heet het
weer, dat een kolonist van Duitsche af
komst genaamd Hens, heeft meegeholpen
het goud te laden in een Duitsche boot
met bestemming naar Nederland. Hens
kreeg aanvankelijk een reprimande, dat
hij de zaak zoo veel jaren verzwegen had
waarop hij antwoordde, reeds in 1923 de
regeering dienaangaande te hebben inge
licht. Volgens hem zou het tijdverspilling
zijn, nog lang in Zuid-Afrika naar de
millioenen te zoeken, omdat ze naar
Europa verscheept waren.
De hierop betrekking hebbende verkla
ring van Dr. Leyds, die trouwens ook in
diens gedenkschriften nauwkeurig is vast
gelegd, luidt, dat de mededeelingen van
Hens bezijden de waarheid zijn.
De Transvaalsche Republiek had een
grooten voorraad ongemunt goud, die zij
in 1900 onderbracht te Lorenco Marquez.
Dit goud wed daar verkocht tegen voed
sel, kleeren en gemunt goud (zoo drin
gend noodig voor de nog opereerende co-
mando's). Het ongemunt goud is daarop
naar Hamburg vervoerd naar den Koopsr.
In Zuid-Afrika behoeft men derhalve
volgens Dr. Leyds inderdaad niet naar
deze schatten te zoeken.
Men zal zich afvragen hoe de Trans
vaalsche Regeering in het bezit kwam
van zulk een groote hoeveelheid onge
munt goud. Hierop geeft onze Afrikaan-
sche correspondent het antwoord, dat in
het begin van den oorlog de Ranl Goud
mijnen gedwongen werden, de goudop
brengst van verschillende goudmijnen af
te dragen aan de Transvaalsche Regee
ring. Dit is geschied zoolang die Regee
ring in Pretoria nog in functie was.
Daarna hebben de mijnen natuurlijk
weer voor zich zelve gewerkt.
Met hoeveel lieve gedach
ten worden de eerste kleer
tjes voor het te verwachten
kindje gemaakt. Zachte weef
sels en teere Kleuren beelden
deze uit en geen moeite is
de a.s. moeder te groot, geen
arbeid te veel om alles keu
rig in orde te maken. Hand
borduursels en met uiterst
kleine steekjes aangebrachte
valengienne kanten versie
ren de onder- en bovenkleer-
tjes.
Het vierkant geknipte ba
.vetje is een aardige variatie
op de meer gangbare ronde
.of ovale vormen. Het wordt
.met een gekleurd picotje om-
gehaakt en met kleine moes-
jes bewerkt of met kleine
■sterretjes van waschzijde. Het aanlige vyel
!la of cachemire manteltje is zeer eenvou
dig van coupe, de raglanmouwtjes worden
met ajournaden ingezet, terwijl zachtge-
bloemde rijen in de steelsteek gewerkt als
'versiering dienen, de sluiting vormt een
groote strik.
De lange draagonderjurk, die bij de
doopjurk dienst doet, heeft eveneens een
gehaakt randje met picot en een garnee
ring van moesjes of sterretjes terwijl het
kleine flanellen jakje voorzien is van een
rond plat klaagje, dat is omgefestonneerd
of op dezelfde wijze afgewerkt wordt als
de onderjurk.