ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
Ooedkoope
Reismarken
Gemeenteraad.
29E JAARGANG
22 NOVEMBER 1935
OPLAAG 5000 EXEMPL. N°#5
VOOR BLOEMENDAAL, OVERVEEN, AERDENHOUT, BENTVELD, VOGELENZANG,
1 HEEMSTEDE, HAARLEM, EN SANTPOORT-STATION
POSTREKENING 191387
BUREAU VOOR REDACTIE - ADMINISTRATIE EN ADVERTENTIËN
BLOEMENDAALSCHEWEG 42 - BLOEMENDAAL
DE TWENTSCHE
BANK N.V.
BLOEMENDAAL
i
Brokjes Levenswijhseid
De ies van Koning Lear.
Plaatselijk Nieuws
TER VOORTZETTING VAN
HET BLOEMENDAALSCH WEEKBLAD
ADVERTENTIETARIEF:
PER REGEL15 CENT
CONTRACT SPECIAAL TARIEF
KRUIDNOTEN 4 REGELS 35 CENT
ELKE REGEL MEER 10 CENT
TELEFOON 23453 (9 TOT 6 UUR)
B.G.G. 11862, 22177 OF 22576
ABONNEMENT:
F 1.00 PER HALF JAAR BIJ VOORUIT-
BETALING.
LOSSE NUMMERS5 CENT
BLOEMENDAALSCHEWEG 147
(Nadruk verboden).
Een moeilijke tijd als de onze brengt
de verleiding met zich, dat men zich op
sluit met eigen leed. Wie zonder zorg
voor het dageljjksoh. brood voortleeft en
eiken dag de bevrediging van zijn -werk
lust kan smaken, wie bovendien niet ge
plaagd wordt door het probleem van een
verwilderde menschheid en een uit haar
voegen gerukte maatschappij, - hij houdt
kracht over om ook aan anderen te den
ken. Maar de van geld en goed beroofde,
werklooze, door d-e gedachte aan een
waanzinnige wereld gepijnigde mensch
heeft genoeg aan zichzelf. Overladen met
zorg, moet hij zich, om niet volledig ten
onder te gaan, aan andermans zorgen
onttrekken.
De met den dood worstelende drenke
ling kan geen ander slachtoffer hulp ver-
leenen; de zieke, die op het uiterste ligt,
kan niet voor zijn buurman den dokter
gaan halen; de bankroetier kan niet als
weldoener jegens armlastigen optreden.
Het is een kwade 'tijd voor allen, die
hulp en troost noodig hebben. Ze zijn op
zichzelf aangewezen, nu de algemeene
nood den mensch tot stelregel noopt:
leaer voor zich en God voor ons allen.
Hoevaak gebeurt het, dat wij iemand
aantreffen, dien wij toch hebben leeren
kennen als een hulpvaardig, hartelijn
wezen, en die nu niet anders doet dan
klagen over eigen ellende. Het is uan ooit
wel verschrikkelijk met 'hem gesteld, nu
de 'tijdsomstandigheden den vroeger door
't lot verwende tot slachtoffer hebben ge
maakt. Inderdaad is zijn leven zwaar en
zijn egocentrisch tobben valt te veront
schuldigen.
"loch is ook juist voor dergelijke door
"t noodlot getroffen tobbers een. ande.e
levenshouding mogelijk. Shakespeare
verhaalt de jammerlijke geschiedenis van
Koning Lear, die als grijsaard door zijn
kinaeren vervolgd en verdreven worat,
totdat hij tot waanzin vervalt. De dichter
beschrijft, hoe de oude balling tijdens
stormweer over de heide zwerft, alleen
vergezeld door zijn trouwen knecht en
zijn nar.
Vreeselijker dan het lot van dezen
grijsaard kan niemands toestand wel zijn-
Begrijpelijk en vergeeflijk is, dat de oude
koning' zich in niets kan verdiepen dan
in 't onrecht, hem aangedaan en dat de
teleurstelling in wat hem 't liefste was,
zijn geest volmaakt in beslag neemt.
Maar nu, terwijl de storm hem in den
nacht voorzweep't, staakt de verstootene
eensklaps zijn klachten. Andere gedach
ten dan die aan eigen leed doemen in
zijn verbijsterd brein op. Hij denkt er aan
hoe, toen hij nog rustig als koning Sn
zijn paleis zat, door gerief en gemak om
geven, er ook arme stumpers, zooals hij
nu, eenzaam in storm en onweer des
nachts over de heide hebben gedwaald.
En met deze armen ,aan wie hij in zijn
goeden 'tijd nooit een oogenblik heeft be
steed, krijgt hij eensklaps te doen.
„Gij arme, naakte stumpers, waar ge
ook zijt", roept hij uit»
„Door dezen storm meedoogenloos ge-
gebeukt,
Hoe zal uw dakloos hoofd, uw vleesch-
loos rif,
Door lompen glurend, puilend, weerstand
bieden
Aan zulk een weder? O, 'k heb veel
te weinig
Dit ooit bedacht!"
Hier zijn wij dus getuige van het om
gekeerde proces. Men kan, door eigen
leed overmand, de kracht kwijtraken om
ook ov'er andermans leed te tobben. Maar
ae persoonlijke aanraking met ae ellenae
kan ook het besef wekken aan hetgeen
aoor anaere menschen geieaen worat. in
het laatste geval zou men Kunnen spre
ken van een bevruchtende werking van
het leed. De zelfzuchtige koning leert als
zwerver het meelijden kennen.
Ongetwijfeld zal ook in aezen tijd een
dergelijk proces bij menig crisis-slach'tof-
ler zijn op te merken. Zoolang men zelf
veilig en onbezorgd in eigen huis heeft
gezeten, heeft men zich nooit in de ar
moe verdiept. Zoolang men de hardheid
van den strijd om het dagelijksch brood
niet aan den lijve ondervond, achtte men
ae eischen van de arbeiders overdreven.
Maar nu men zelf met een pover week
geld moet rondkomen, begrijpt men wat
ae begrippen loonsverhoogmg en loons
verlaging 'oeteeKenen. Nu men zichzelf
een onbegrensaen werktijd moet laten
welgevallen, ontaekt men, dat de gs-
aacnte aan verkorting van arbeidsduur
toch niet zoo dwaas is geweest als men
vroeger meende.
Hoevele door de crisis gedeclasseerde
rijken begrijpen nu eerst, dat zij vroeger
hun ondergeschikten te kort hebben ge
daan. Als zij tenminste uit hun ellende
aenzeifden zegen deelachtig worden, die
de verbittering van Koning Lear deed
wijken voor meelij.
Maar niet alleen maatschappelijk lij
den wij. Wij kunnen in welstand leven en
ons toch doodongelukig gevoelen door
ons aangedane 'teleurstellingen' of door
innerlijke conflicten, welke ons den
waanZli nabij brengen.' Da;a -hebben t.sJ
oog noch oor meer voor iets anders dan
voor ons eigen noodlot. Wie kan in een
jammerlijker toestand verkeeren dan wij?
Mag men ons kwalijk nemen, dat wij
klagen, tobben, zuchten en bitter zijn?
Maar zoo ellendig als de door eigen
kinderen uitgestooten en vervolgde waan"
zinnige grijsaard zullen wij het met al
onze plagen toch wel niet hebben. En
toch, Koning Lear overwon in de een
zaamheid van de nachtelijke heide, waar
de storm hem tegen den grond sloeg, zijn
egocentrisch zelfbeklag en begon aan het
leed van anderen te denken. Zouden wij
dit dan niet kunnen?
Waneer het leed ons leert van ons af
te denken en ons te verdiepen in het lij
den van onze medemenschen, dan krfj'-
gen wü er vrede mee ornaat het aan ons
leven niet meer verarmt maar verrijkt.
H. G. CANNEGIETER.
o
BLOEMENDAAL AAN ZEE.
In de gemeenteraadszitting van 14 No
vember j.l. is met op één 'na algemeene
stemmen, ter zake van Bloemendaal aan
Zee het navolgende besluit genomen:
Na 15 December a.s. zal aan den heer
K. C. van Nes, landschapa-architect te
Apeldoorn, worden opgedragen het aan
geven van de hoofdlijnen voor een uit
breidingsplan voor Bloemendaal aan Zee.
Het vastleggen van den datum van
15 December is geschied met het oog op
loopende onderhandelingen, met een ge
gadigde, waarmede B. en W. sinds Augus
tus j.l. in correspondentie bleken te zijn,
en heeft de bedoeling om dien gegadigde
alsnog in de gelegenheid te Stellen, om,
alvorens de heer van Nes zijn opdracht
zal ontvangen, te bewijzen dat zijn voor
stellen finantieel uitvoerbaar zijn.
Aagezien ik bevreesd ben, dat het ver
loop van deze zaak niet tot een voor
Bloemendaal bevredigend resultaat zal
leiden, roep ik de gastvrijheid van het
„Blcemendaalsch Weekblad" in, tenein
de langs dezen weg te trachten aan mijn
denkbeelden 'ter zake, in ruimeren kring
bekendheid te geven.
Onder een voor Bloemendaal bevredi-
digend resultaat, kan toch immers slechts
worden verstaan, hét geraken tot een be
bouwing die niet alleen de gewenschte
finantieele resultaten voor de gemeente
kas zal afwerpen, maar die daarnaast en
daarboven aan het prchtige duiniterrein
aan het einde van onze nationaal be
roemde Zeeweg zoo min mogelijk schade
zal berokkenen.
Men vergete niét, dait de gelegenheid,
die Bloemendaal hier heeft, vrijwel een
unicum in ons land is, en dat het derhal
ve een eerste plicht van ons gemeentebe
stuur is, om er voor te waken, dat wat er
ook kome moge, geen natuurschoon, op
onkiesche wijze worde aangerand.
Laten wij de vraag thans aiaus formu
leeren
Waarom is het doen opmaken van een
uitbreidingsplan, door een erkend des
kundige, en het daaraan aa haerenl zijn
de afwachten tot er zien gegadigden voor
een of meer gedeelten van een zoodamg
plan voordoen, in cut geval niet de juiste
weg?
Dit, zoo redeneert men, is 'toch de al
gemeen gebruikelijke gang van zaken, dus
waarom aan thans anaers gehanaeid?
Een uitbreidingsplan is niet anaers dan
een gevolg van menschelijke benoelte, en
in normale gevallen worat die behoelte
uitgedrukt in een zekere bebouwing. Men
wil b.v. op een bepaald terrein een tuin
dorp stichten met landhuizen, kerk en
school of wei, men wenscm een industrie
wijk met arbeiaerswon.ngen, ontspan
ningscentrum en dergelijke. Met anaere
wooraen: ae behoelte is vastgelegd in 'n
mm oi meer scherpe begrinzing van den
aard der toekomstige btoouwingi, wegen
en dergelijke, terwijl men het aan aen
stedebouwKunaige overlaat, om deze be
hoelte in een narmoniscn en expioiteer-
Daar uitbreidingsplan, geordend, neer te
leggen.
in u is echter in ons speciale geval van
Bloemendaal aan Zee, aeze behoelte aan
een uitbreidingsplan met aanwezig en
een aanwijsbaren oi bepaalden vorm van
bebouwing, doch is de eeruge wensch die
aen stoot tot het doen opmaken van een
zoodanig plan gegeven heeft, het zoo goed
mogelijk rendabel maken van de in aen
Zeeweg geïnvesteerde gele-
iieij VCiStilil -O"'.-.!1---," is
dus kort gezegd ait:
De behoeite aan -een zekere bebouwjus
is hier van zuiver monetaireiï aard, waar
bij niemand precies weet, welk vercand
gelegd moet worden tusschen aeze gelde
lijke benoef te en de toekomstige bebou
wing.
Wordt nu, ondanks het uitzonderlijke
van dit geval, toch, zooals B. en W. wen-
schen, de normale weg bewandeld, dan
zal het resultaat niet anders kunnen zijn,
aan -een wellicht fraai plan, aat, naaat
het door alle instance's zal zijn goedge
keurd, daar ligt ais een mooi bouwpian,
zooals een. architect, zich dal gaarne ver
wezenlijkt zag, doch waaraan zoowel de
financien ais ae toekomstige bewoners
ontbreken.
De kans is zeer groot, dat op dat plan
voorkomende wegen reeas zullen worden
aangelegd, waaraoor eventueele latere af
wijkingen niet of slechts met groote
linanueele oliers uitvoerbaar zuilen zijn.
Het wachten is aan op gegadigden.
Veronderstellen B. en W. en ae meer
derheid der raadsleden, die contenu
door, op een uitbreidingsplan „ter be
spoediging" aandrongen, nu werkelijk,
dat er ook maar éen gegadigde te vin
den zal zijn, die een zoodanig plan, hetzij
geheel, hetzij in gedeelten, zonaer belang
rijke wijzigingen, op voor de gemeente
aanmerkelijke linanueele basis zal aan
vaarden en doen uitvoeren?
Zooals iedere ingewijde weet, ligt de
piactijk van een zoodanig geval andeis.
Na het „goedgekeurde uitbreidingsplan'
komen er welbent enkele gegauigaen
voor de, uit commercieel oogpunt, best
gesitueerde gedeelten van het pian opda
gen en na eenig loven en bieaen, zal er
bij brokjes en beetjes inderdaad een ze
kere bebouwing kunnen komen. Wellicht
zelfs een bebouwing die eenig geld in de
gemeentekas zal doen vloeien, maar, en
dit het cardinale punt, een bebouwing,
die zoodanig van de oorspronkelijke °P-^
van het geheel zal afwijken dat ook dit
stuk natuurschoon, zooals reeds zoovele
in ons land,, aan vermeende geldelijke
belangen zal ten prooi vallen. Immers
primair is de geldelijke opbrengst en se
cundair als het overige.
Is de werkzaamheid van de Commissie
voor Publieke Werken, niet in hoofdzaak
het immer opnieuw zoeken naar een
compromis tusschen individueele belan
gen en eenmaal vastgestelde uitbrei
dingsplannen?
Wat zal er van dit prachtige en teere
Stuk natuurschoon overblijven, als het
ook hier dien kant uit moet?
Naar mijn vaste overtuiging moeit hier
deze „normale" weg dan ook verlaten
worden. Om geld is het plan Bloemen
daal aan Zee ge-entameera, welnu is het
dan niet veel eenvoudiger en logischer
om den vakman op dit gebied, dat in ca-
su de toekomstige exploitant, of combi
natie van gegadigden niet hunne finan
ciers, en den stedebouwkundige van meet
af aan rond de tafel te doen plaats ne
men, teneinde met elkaar, in een synthe
tische studie, de mogelijke behoeften
aan ontspanningsgelegenheden te peilen
en de finantieele gevolgen daaraan ver
bonden, onaer cijfers te brengen.
Bovendien zal dit uitemaenjK de snel
ste weg buiken te zijn, want alleen het
plan aat van die intensieve samenwer
king het resultaat zal zijn, zal uit nnan-
tieel oogpunt beschouwd levensvatbaar -
heid heooen. En maien een zoouamg
plan door de versoniuenae instanties
zoude zun goedgekeurd, staat immers
mets meer aan ae directe verwezenlijking
hetzij als geheel, hetzij in geaeetten, in
aen weg.
Waar nu het contact zoeken met ge
gadigden bezwaarlijk van een gemeente
bestuur zal kunnen uitgaan, doch een
kleine werk-commissie mijns inziens ae
aangewezen instantie is, om ter zake de
trait-d'umon te vormen tusschen ge
meentebestuur en eventueele toeKomstige
exploitanten, meen ik aat de insiemng
van een zoodanige, niet te groote, com
missie de eenig juiste en tevens snelste
weg zal zijn, om tot een plan te geraken
dat met deskundigheid ingrijpend in het
teere aumianascnap, nochmans de door
Bloemendaal zoo gewenschte iinantLeele
baten zal alwerpen.
Mogen deze regelen er toe bijdragen, dit
denkbeeld in wij aeren kring bekendheid
te geven, opaat ae kruisen aangeiegae
moderne mensch ook in ae toekomst zun
schreaen naar Bloemendaal zal blijven
richten, teneinde in Bloemendaal aan
Zee inderdaad een waardig culminatie
punt te vinden van onzen onvolprezen
zeeweg.
C. B. POSTHUMUS MEYJES,
Aov4p»l»«iaiU 1« TSnv 1035, B.N.A.
O
BLOEMENDAAL AAN ZEE.
DE PLANNEN VAN DEN HEER
VAN DER MEER.
In H. Dagbl. lezen wij:
Zooals in ons verslag van de jongste
zitting van den Gemeenteraad van Bloe
mendaal te lezen was, koestert de heer
van aer Meer, gérant van „Astoria" te
Amsterdam, het denkbeeld over te gaan
tot uitvoering van het plan voor de uit
breiding van „Bloemendaal aan Zee" van
de Amsteraamsehen achitect A. Komter,
m samenwerking met aezen architect en
Ir. A. Boeken, eveneens te Amsterdam
gevestigd.
Voor 15 December a.s. zal de heer Van
der Meer, zooals wij melden het gemeen
tebestuur van Bloemendaal moeten heb
ben overtuigd, dat zijn plan op financieel
veiligen grondslag berust, anaers zal ae
heer K. C. van Nes, landschap- en stede
bouwkundig architect te Apeldoorn wor
den ultgenoodigd ,de hoofdlijnen voor 'n
uitbreidingsplan voor Bloemendaal aan
Zee uit te werken. De heer Van der Meer
hoopt aan den eisch van het Bloemen-
daalsche gemeentebestuur 'te kunnen vol
doen.
Het plan in quaestie (waarvan de uit
voering ongeveer f 800.000 zal kosten)
omva't: een strandbad met pierpromena-
de over de duinen, een casino met thea
ter- en congreszalen, een openluchtthea
ter, een café-restaurant en een groot
binnenstrandbad. Verder is ook aan de
sport gedacht; in het plan is de aanleg
leg van tennisbanen en golflinks begre
pen.
Tijdens hét seizoen zal men weekend
huisjes kunnen huren.
Hotels acht men in voldoende mate in
Zandvoort aanwezig.
WERK VOOR DE INDUSTRIE.
Gelukkig voor de Nederlandsche en
meer speciaal voor de Haarlemsche in
dustrie komt er weer werk los.
De werf Conrad alhier heeft opdracht
gekregen een goudbaggermolen te bou
wen ten behoeve van de Bengkalis goud
mijnen. Deze baggermolen, die op de
Bengkalis goudconcessies op Sumatra in
bedrijf zal worden gesteld, zal een ver
mogen krijgen van 2 millioen kub. meter
grond per jaar. Ondanks sterke concur
rentie van Amerikaansche en Engelsche
zijde, is dit werk gelukkig in ons land ge
bleven.
o
VOLKSUNIVERSITEIT
Op Woensdagavond 20 dezer hield de
bekende Himalaya onderzoeker Dr. Visser
in het Gebouw van den Protestanten
bond een lezing met lichtbeelden voor de
leden der Volksuniversiteit met genoo-
digden, die in grooten getale zün opgeko-
Met het oog op St. Ni-
colaas zal het nummer
van 6 Dec. 4 Dec. a.s.
verschijnen.
De Administratie.
men, om uit den mond van Dr. Visser
zijn verhaal te beimsteren, waarop wij
nader hopen terug te komen.
j
November brengt ons twee raadsver
gaderingen. De eerste werd Donaeraag
genouaen. De tweede staat voor aen zuen
op 't program. De eerste was een doodge
wone zitting, ae tweede zal aan ae be
grooting voor 't voigena jaar gewijd zun.
Dat wordt dus een vergadering van een
aag; intusschen was ae zitting verieaen
week er ook een met 'n staartje, hetgeen
gezien ae agenaa, wel te verwaenten viel.
Vooral ais men bedenkt, dat In deze
vergadering reeas een stuk begrooting
was verwerkt. Zooais men weet ligt het in
benoeung het-volgen-s ».»*<*-
jes aan eikaar te Knoopen, aoor wijziging
van ae busiagveroruemng voor het Mid
delbaar en voorbereidend Hooger Onder
wijs en door verlaging van net salaris
van 't gemeencepersoneel, twee zaken,
waarover in normaie omstandigheden Dij
een begrooting nogal gediscussieerd zou
worden. Het Dagenjkscn Jt.esc.uur had
thans echter de voorstellen, die tot net
Dcoogde aoel moesten leiuen, op de agen
da geplaatst en ae Kaaü toonde een
zeldzame meegaandheid door zonaer ge-
aacnienwisseung van belang de voorstel
len te aanvaarden, waarmede 't lot oer
oegrootmg ten gunste van B. en W. is
beslist.
Wat de BijslagregeMng betreft, B. en
W. hadden in nun voorstei ue onaerwijs-
mrientrngen, oie bijslag gemeten, in
tweeen veroeeld, n.l. aie, welke wei en
aie welke met aoor het Kijk woraen ge"
subsiaieerd, en stelden voor, aen bfjsiag
voor eeistgenoemae catagorie te bepaien
op f 40.tot i 27o.en voor ae tweede
op f 40.tot f 3o0.Zooais men weet
is ae bijslagregeling progressief.
In hun toeiicncing naaaen B. en W.
medegedeeld, aat aeze regeling hun vol-
aoenue voorkwam. Het was de heer En
schedé, die informeerde, of deze veron
derstelling berustte op gegevens, ontleend
aan door ae schooioesturen overgelegde
cijfers en uit het antwoord van wethou
der Hogenbirk bleek, aat het Kennemer
Lyceum met bepaald scheutig was ge
weest met het verstrekken van inlichtin
gen omtrent de exploitatierekening. Wat
met het oog op een voorbeeldige samen
werking tusschen gemeente- en school
bestuur natuurlijk te betreuren valt. De
heer Quaries misprees dan ook de hou
ding van het Kennemer Lyceum en gaf
in overweging, het volgend jaar den bij
slag voor deze onderwijsinrichting maar
eens op f 200.te brengen, zoo men
daar niet soepeler wordt en de heer
Schulz mocht terecht er op wijzen,
dat de hard-tegen-hardmethode over het
algemeen weinig aanbeveling verdient.
Uit de woorden van den voorzitter viel p
te maken, dat B. en W. weinig gesticht
zijn over de wijze, waarop men aan het
Adr. Stoopplein het oudl-vaderlandsche:
„Handen uit de kas en oogen uit de boe
ken" in praetijk brengt.
Intusschen werd het voorstel aangeno
men en kwam de salarisherziening aan
de orde. Uit den aard der zaak klonk er
een sombere toon in de woorden, waar
mede de voorzitter dit agendapunt in
leidde. Vooral de nieuwe salarisregeling
voor de politie bleek den burgemeester
ter harte te gaan. Hij wees op de zwaar
dere eischen ,die heden ten dage aan de
politie, niet het minst aan de politie van
een gemeente als Bloemendaal. worden
gesteld. Het tijdperk van den diender
ligt achter ons. Thans kan het voorko
men, dat men een politieman naar een
stad in het buitenland moet sturen en
dus zekere ontwikkeling van hem moet
eischen. Wanneer evenwel de arbeids
voorwaarden zoo achteruitloopen, vreesde
spreker een niet te vermijden verlaging
van het peil van het corps, en illustreer
de dit met een wijziging naar dé tijden,