Kerstman is óók een mensch r A. 6.0 Hl. GIQREIS Zn. Riddersir. 18#m Haarlem dasimaotiines op albetaiiny GELUK£££°' NIEUWJAAR Bij de Jaarwisseling Schoorsteenvegers TELEFOON 15310 Jan Geijlvoet Jr. Predikbeurten Een Kerstsprookje door H. G. CANNEGIETER. (Nadruk verboden! Voor de ruiten van een welbeklante banketbakkerij stond op den avond voor Kerstmis een wandelaar, geheel verdiept in de aanschouwing van al de lekkernijen die in de Kerst-etalage uitgestald lagen. Zijn eigenaardige figuur viel de voorbij gangers op. Menigeen hunner wierp on der het haastig winkelen een blik op het keurige oude heertje, dat met zoo'n kin derlijke belangstelling keek naar de snuisterijen, welke voor het groo'te pu bliek geen nieuw gezichtspunt meer op leverden. Wat kon deze kamergeleerde nog zien in al die eenvormige kransjes, klokken en spar-appels van suiker en chocola; wat ging er om in zijn werela- "vreemd hoofd, da,t het al deze roode -Vloeitjes en witte watjes de aandacht •waard keurde? Maar de grijsaard was van het venster niet weg te slaan. De winkeljuffrouw hao hem, toen ze voor een dientmeisje een kleurig opgekalkte suikeren herder uit de uitstalling vandaan haalde, in 't vizier gekregen. En, toen ze een oogenblik van klanten bevrijd was, gaapte ze den zon derlingen toeschouwer aan. Een vriende lijk gezicht had de oude man met zijn lange baard en zijn roode koontjes. Maar in een vroolüke bui scheen hij niet te zijn ondanks den feestelijken aanblik, dien hij genoot. Hoe kon iemand zóó zwaarmoedig naar Kerstlekkers kijken? Misschien tobde de oude heer over het geen hij zou meebrengen vanavond voor thuis, en kon hij zijn keus moeilijk doen. De komst van- een klant leidde haar aandacht af. De grijsaard, die niet had bemerkt, hoe hij bespied werd, zuchtte een diepen zucht. Rimpels groefden zijn nobel voorhoofd. En ondanks de kou had hij 't warm. Met een onrustig gebaar lichtte hij zijn hooge hoed op en veegde met zijn zakdoek het zweet af, dat onder den rand parelde. Dit was nu het droevige in Kerstman's bestaan, dat hij nooit eens zelf mee kon genieten van de gaven, welke hij ieder jaar aan de menchen bracht. Tien dagen lang zong men liederen te zijner eere tien dagen aaneen toog men naar de kers om hem te aanbidden; tien dagen was ha de held van den dag. Om hèm vierae iedereen feest; jong en oud ging zich om zijnentwille aan goede gedachten en aan lekkerbeetjes te buiten. Maar zélf had hij het toekijken. Hij was de kok, die oe maaltijd bereidde, maar zélf moest hij honger lijden. Hij zette den disch klaar en rangschikte de gasten, maar voor zich' zelf mocht hij geen stoel aanschuiven. O wat kon Kertman op deze heilige dagen hunkeren naar wat aanspraak, naar wat 'ükheid, wat echt menschlijk -p*1 mismoedig •stman op, doordat een welluidende tem hem aansprak. „Maar ik herken u!", aldus wendde zicli eensklaps tot hem een dame, die naasj hem was komen staan. „Nee, doet u maar- geen moeite om het te loochenen. Ook wil ik u niet dwingen uw naam te noe men, want ik weet, dat u zich alleen streng incognito onder de menschen durft •'agen. Maar een verzoek wil ik u doen. oet u mij en de mijnen de eer aan, her erstmaal met ons te gebruiken. Ik moet Bloelf even in dezen winkel zijn voor enkeie digheidjes bij het dessert. Stapt u ai- in mijn wagen". gaf den chauffeur een wenk en ipende met een hoffelijke buiging 't Bloemen 1 Voordat Kertman er op bedacht t hij weggezakt in de kussens van (auto, die hem naar het kasteel le X. brengen zou. "-1 tot besef van het gebeurde gc- Str,7erd Kerstman door een innige ir MVNivangen' Eindelük zou zijn har <s> L.U vervulling gaan: hij zou als 11 de gasten een ouderwetsch imee vieren. Aan tafel kreeg hij de eereplaats naast de gastvrouw. Het was een vroolijk ge- zelchan, in welks midden Kerstman was aangeland. De schittering van zilver en damast in het overvloedige kaarslicht, oe avondtoiletten, de bloemen en vooral ae feesteliik ongemaakte schotels prikkelden de verbeelding van den ambtshalve bui ten het leven gesloten grijsaard. En het waren vooral de geuren van het gebraaa en van de in het glas tintelende wijnen, welke hem dronken van geluk maakten. Juist zou hij zich bedienen van den schotel kalkoen, die de kellner, over zijn schouder gebogen, hem aanreikte. Hij watertandde; hoevaak had de klank van woorden als Kerstgans en kalkoen hem nieuwsgierig gemaakt, maar nu zou hij deze heerlijke hapjes met eigen mond in werkelijkheid proeven. Doch daar gaf de gastvrouw den be diende een wenk. Nog voordat Kerst man's bord aan beurt was gekomen, hief de bediende den zwaren zilveren schotel weer on en trok zich terug om het bevel van z'n meesteres in ontvangst te nemen. ..Karei, je mag ons niet storen vanmid dag. Deze heer gebruikt zulke dingen niet en ook ik zni de ganzen overslaan tot ik je roeo. 'k Heb met dezen heer gewichtige dingen te bespreken aan tafel". ..Neem u mii niet kwallik", wendde zij zi-h tot haar 'tafelbuur, „dat ik onze in teressante conversatie even moest onder breken om zulke banale dingen als het menu. Maar we zullen nu voorloooig wel niet w°er gestoord worden. U zou mii juist aniwoorden on miin vraag, hoe u ziob voorstelt, dat, onchristelijke ver- sehiinselen als oorlog en werkloosheid door den Kerstgeest kunnen worden te 'K niet gedaan In het vuur harer belangstelling voor geestelijke zaken bemerkte zij niet, hoe 'n gemelijke trek het gelaat van haar 'tafel buur eensklaps ontsierde. Noch lette zij op het toonlooze timbre van de woorden, waarmee hij zijn onderbroken betoog voortzette. Kerstman's gehemelte was door de ontgoocheling, waaraan het op het kri tieke moment blootgestaan had, plotse ling droog geworden. Hij laafde zijn dor- stigen mond met een slokje water. „Wijn gebruikt deze heer niét!", had de freule den bediende gewaarschuwd. Gelukkig was het de welgemeenende gastvrouw ontgaan,, dat bij het dessen haar tafelbuur zich door een onoplet tendheid van een nieuwen kellner van de Kerstpudding bediend had. Kerstman had deze gelegenheid te baat genomen en zich een flink stuk van het gebak laten opscheppen. Maar juist zou hij de eerste hap in den mond steken, of de gastvrouw hervatte haar interview. ,U zei daareven", vervolgde zij, „dat wijsbegeerte en Christendom in zooverre elkaar aanvullen, dat Haar weetgierige oogen drongen zoo diep in die van den hongerigen Kerstman door, dat hij, als door een wesp in de hp gestoken, zijn halverwege opgeheven vork me't het lekkers weer op zijn bord liet zakken. „Ja, ziet u, Mevrouw", doceerde hij schuchter, „dat zit eigenlijk zóó En zóó lang duurde de les, dat de be dienden inmiddels de vuile borden alweer door schoone hadden vervangen. Kerst man's pudding was onaangeroerd mee naar de keuken teruggegaan. o Hoffelijk ha de gastvrouw na afloop van het diner den grijsaard in haar wa gen laten terugrijden naar stad. Toen zij zijn adres vroeg had Kerstman, wiens humeur was bedorven, uit baloorigheid den naam genoemd van het chicste hotel waaraan tevens een modaine dancing verbonden was. Nu de kennismaking met de wereldsche Kerstvreugde hem op hef kasteel was ontgaan, voelde hij eensklaps den zotten lust", een kijkje bij het dansen te gaan nemen. Zijn mismoedigheid verdween onmid dellijk onder den vervroolijkenden indruk van de zaal, die met guirlandes van spar- regroen en hulstbessen versierd was en waarin een gezelschap in roode jasjes ge- kleede altisten jazz-muziek speelde. Er heerschte een genoeglijke stemming. De „oude heer", met welken naam men .■joviaalweg den nieuwen gast hadd glans- roode ^bontjes,"'guitij^iikkerden ziin oogjes, toen 'n lieftallige jonge dame die als liedjeszangster de zaal doorwan- dede. bij zijn tafeltje halt hield, en, al zingende, met ondeugende vingeren een vlecht trachtte te draaien in zijn. sta'tigen baard. Nauwelijks weerstond Kerstman den schalkschen blik harer oogen en juist voelde hij na het eerste glas champagne zich vrijmoedig genoeg om een vrouw, mooi als een engel, ten dans te vragen, toen plotseling een algemeene verkilling over de zaal scheen te komen. Een paar jongelui hadden met elkaar gefluisterd, terwijl zij op den nieuwen bezoeker wezen. Een hunner had het Kerstnummer van een tijdschrift van de leestafel gehaald en nu ging men de af beelding van den Kerstman met het ori gineel vergelijken. Men kreeg argwaan je gens den eerwaardieen gast. Van twijfel kwam men 'tot zekerheid. De muziek zweeg; de dansers drongen zich angstig tegen de wanden. De direc teur van het hotel verscheen in hoogst eigen persoon en bedisselde iets met den kapelmeester. De jazz-band zette een Kerthymme in. De gezichten der dansers verstrakten zich tót stroeven ernst. „Het is ons", aldus begon de directeur- zijn toespraak, „een buitengewone eer den heiligen en eerwaarden stichter van het feest hier in ons midden te hebben. Maar de Kerstman was de zaal uitge- slopen. Nurks en verdrietig slenterde hij langs de straat. Hij meed nu de Kert- vreugde en zocht zijn weg langs de duis tere, verlaten sigels aan de buitenkant van de stad. Moe en hongerig sleepte hij zich voort, als een verschoppeling, uitge worpen uit de wereld der menschen- Uit de roef van een turfschip steeg de scherpe geur van uien omhoog. Dit prik kelde zoodanig zijn leege maag, dat Kerstman zonder zich te beraden over ae loopplank stapte en resoluut aan de ka juitsdeur aaklopte. „Zoo laat op den avond nog een bede laar?!", voegde het tanige oude wijf hem toe, dat de deur opende. ..Een bedelaar! Ja, inderdaad, een bede laar, dat ben ik!", riep Kerstman grim mig uit. „Ik bedel om een beetje gewoon menscheliike Kerstvreugde, om een ordi nair hapje eten, om een klein aandeel in de algemeene gezelligheid van dezen avond". „Dat tref je, man!", zei de vrouw. „We zouden juist aan ons Kerstmaal beginnen. Fijn, jö! Gepofte aardappelen en een konijn. Ik heb het zeivers gestoofd, met uien en azijn. Er kan nog best zoo'n ar moedzaaier als jij bij. Kom binnen man, en schik aan". Noe nooit van- zijn leven had Kerstman zoo lekker gegeten. Men kan van brood alleen niet leven, het is waar. Maar van den geest alleen leven valt ook niet mee! schen zou, Vrije concurrentie voert z.i. tot redelij ke economische gelijkheid, tot een toe stand, Waarin 'het inkomen der werkende personen overeenstemt met de waarde van hun arbeidsproduct. O-m dezen toestand te bereiken is noo- dig het monopolistisch grondeigendom, dat de vereffende werking der concurren tie op de inkomens belet, op te heffen. Op de vraag, hoe dat moet gebeuren, antwoord hij als volgt: Daar de grond, niet wegens natuurlijke zeldzaamheid, door door kunstmatige (t.w. oorspronkelijke gewelddadige) af sluiting: van 'n overvloedigen voorraad tot een zeldzaam goed is geworden, is de binnenlandsche boerenkolonisatie d.i. het tot zelfstandige boeren maken dei- landarbeiders en boerenzoons het aan gewezen middel om de macht van het monopolie te breken, daar door haar Ce afhankelijke man ten platte lande aan den greep van dit monopolie wordt ont trokken en zijn inkomen geleidelijk stijgt tot dat van den zelfstandigen boer, die op eigen hoeve en met de krachten van zijn gezin, zijn land bewerkt. (Op magere gronden als de Veluw-e komt zoo iets al voor. Red.). Naarmate deze binnenlandsche koloni satie vordert, neemt de koopkracht dei- landelijke markt en daarmede die der stedelijke toe, daar de massa ten platte lande eigenaar blijft van haar product en 't loon van den industrie-arbeider stijgt, zoowel door het ophouden van de toe- strooming der landproletariërs naar de stad, als door de vermeerderde vraag naar de producten der industrie en de terugstrooming uit de stad naar het land van handwerkers, die door de tot bloei komende landelijke nederzettingen wor den aangetrokken. Door deze ontwikkeling wordt aan he't grondeigendom zijn monopolistisch, ka rakter 'meer en meer ontnomen, daar de onzelfstandige handarbeider in de moge lijkheid van aansluiting aan een bihhen- landsche kolonie zich den weg ziet ge opend tot zelfstandigheid en daarmede tot een inkomen, dat niet door een mo nopolie wordt gekort. Daaruit volgt, dat de marktwaarde van het land meer en meer daalt, immers, de ze waarde berust op de aanwezigheid van den afhankelijken landarbeider, en dat het land, bij den natuurlijken overvloed van den. grond, meer en meer zal worden aangeboden. Eindresultaat der geheele beweging moet een samenleving zijn. waarin de koopkrachtige vraag op de markt naar goederen en diensten steeds in o- reenstemming met het aanbod zal VA K K k B 5tN6MA©A«VW zfjn. Hoe zeer de productie ook zal toe nemen, steeds'- zal, daar ieder eigenaar van zijn arbeidsproduct blijft, resp. de vollt waarde daarvan zelf geniet, een gelijkelijk gestegen vraag er tegen-over staan. Hiermede- zal aan de sociale ge rechtigheid zijn voldaan. (Tegen een en ander is nog al wat aan te voeren, vooral voor ons land, maar het is interessant genoeg om er over na te denken. Red.) TENTOONSTELLING VAN DE WERKEN VAN ANTON PIECK De tentoonstelling van de werken van Anton Pieck, welkte gehouden wordt in één der zalen van het Kennemer Lyceum, op Donderdag, Vrijdag en Zaterdag j.l zal ook op Zondag van 1012 uur en van 25 uur toegankelijk zijn. EEN LEERGANG. Naar men ons mededeelt zal Prof Hes- sing in het Universiteitsgebouw aan de Oude Manhuispoort een leergang houden over: De Christelijke gees't in zijn zelfbij- zondering tot Roomsch en Protestaritsch Christendom Inlichtingen omtrent dezen leergang die gedurende 10 a 12 Dinsdagen, be ginnende 14 Januari 1936 zal worden ge houden, verstrekt Mr. N. Peereboom, N. Amstellaan 214, Amsterdam Z dam Z. houden blijven, dan moeten tot iederen prijs in het buitenland afzetmarkten wor den gezocht; 5e. van de oorlogen: -onze belangen moeten worden beschermd, wij hebben expansie noodig enz". Nada't de spreker op deze wijze zijn diagnose van de ziekte had gesteld, ging hij over tot het schetsen van een samen leving, waarin de vrije concurrentie heer- KERSTMÏDDAGEN OP DE HARTENLUSTSCHOOL. De goede gewoonte der laatste jaren ge trouw werd dezer daeen aan de openbare school voor uitgebreid lager onderwijs, genaamd Hartenlustschool, tot besluit van het lange werkkwartaal een tweetal Kerstmiddagen gehouden, voor de leer lingen der laagste klassen op 19 Decem ber, voor die der hoogste op 20 December. Een programma, dat aan een rustige Kerststemming de der jeugd eigene vrooliikheid paarde, droeg er niet weinig toe bij om van deze biieenkomsten hoog tepunten in het schoolleven te maken. Onder leiding van den leeraar P. de Nobel, zongen de leerlingen van t-e eerste klassen iederen, aanvangende met het al- tiid weer ontroerende „Stille Nacht", wel licht nimmer schooner klinkend dan urt kindermonden. Toen richtte 't Hoofd dei- school, Dr. T. Popma, zich in een aan dachtig gevolgde toespraak tot zijn leer lingen, daarbij een terugblik werpende op wat bereikt werd en met een enkel woord de beteekenis uiteenzettende van de Kerstviering en de Kerststemming, die ook op deze Bloemendaalsche rijpere jeugd haar invloed niet miste. Weer is een jaar verstreken Met al zijn lief en 1-eed, Het spoedt met rassche schreden Voorbij, eer men het weet, Nog resten weinig uren En 't oude jaar is heen, Het ruimt zijn plaats voor 't nieuwe, Dat reeds kom't aangetreên, En op den laatsten avond, Als 't jaar ten einde spoedt, Dan vragen wij onszelven: „Was 't ditmaal slecht of goed?" Gelukkig wie kan zeggen: ,,'k Bleef vrij van- werkloosheid, Van sterfgeval of ziekte Bleef mijn gezin bevrijd," Maar dikwijls is het anders, En viert men geen festijn, Soms kan de oud'jaarsavond Zoo vol van weemoed zijn, Als 't leed was overheerschend, 't Geluk te kort van duur. Dan geeft het jaar ten afscheid Een droef herinn'ringsuur! Dan niet den moed verloren, Maar voorwaarts blijven zien, Wie weet komt met het nieuwe Een beet're tijd misschien, Ik wil het gaarne hopen En wensch mijn lezersschaar Van harte; „Heil en zegen, Geluk in 't nieuwe jaar!" Nie't weinige droegen hiertoe bij de op beschaafde en boeiende wijze door Mevr. W. P. de LangeRelleke voorgedragen gedichten en proza-stukjes. Hoe goed wist deze litterair aangelegde Bloemen daalsche den toon van onze twaalf- to't achttienjarigen te treffen en welk 'n suc ces oogstte zij, ohi een enkel voorbeeld te noemen, met de grappige Giraffe van Johan Lugar, of het geestige Celibatairs w-ee van Charivarius. Mevrouw A. M. IJ. Popma—Tymstra, onze Bloemendaalsche soliste, zong daabij verdienstelijk begeleid door Mevr. J. E. van Kempenvan Leeuwen bij den aanvang der bijeenkomst Kerstliede ren en aan het slot: lm Abendrot, Die Forelle en Der Musensohn van Schubert. Met volle overgave klonken door -de met zoovele jeugdige 'toehoorders gevulde zaal de op zuiveren toon gezongen liederen, die niet nalieten Indruk te maken op het me't zichtbaar genot luisterend audito rium. Een snelteekenaar zorgde voor de har monie tusschen oor en oog: de met vaaT- dige hand geteekende schetsen en por tretten wekten beurtelings verbazing en getwijfeld me't 'n diepe zucht een nage- dachte aan dezen houtskoolkunstenaar wijden. Vermelden wij ten slotte, dat roode Kers'ttulpen voor die medewerkenden de gevoelens vertolkten van- de jonge toehoor ders, die op deze samenkomst, welke dooi den Inspecteur van het L.O., den heer H van d-e Weijer, en door de dames-leden der Oudercommissie werd- bijgewoond, blijk gaven niet alleen gevoelig te zijn voor de tonen eener Jazz-band, maar -ook ontvankelijk te ziin ovor de bezihnihg en bezieling van de Kerstgedachte. Goedkooper dan bij anderen. Contant met 5 jaar schriftelijke garantie. Re paratie aan alle merken met 1 j. garantie. Haarlem, Doelstr. 35. Opger. 1902. Tel. 13538 voor niet modere muziek (maar is Schu bert's kunst eigenlijk niet van alle tij den?); wanneer deze op schier volmaakts wijze tot de jeugd wordt gebracht besert deze ten volle de onvergankelijke waarde. Mejuffrouw Van- Eden begeleidde Qe zangeres op de haar bekende, uitstekende manier. Verschillende personen uit de muziek wereld woonden deze sluitingsplechtig heid bij en waren er getuige van hoe Jo Vincent mét haar groote gave aan een deel van de Kennemerjeugd een prach tige Kerstvacantie inleiding had ver schaft, AGENDA STADSSCHOUWBURG. Donderdag 2,30 uur „Hermas, Poppen- Zaterdag 28 Dec. 8.15 uur Ver, Ro'tt, Hof stad Tooneel „Do, Mi, Sol, Do" Zondag 29 Dec. 8.15 uur Tooneelgroep „Het Masker": „Jonkvrouwe de la Seiglièrë": Maandagmiddag 30 Dec. 2,30 uur Anna Kiaasen's Kindervoorstelling „De lavoni- turen van Bruintje Beer". JO VINCENT IN HET KENN. LYCEUM. De kleine Aula van het Kennemer Ly ceum was op twee achtereenvolgende ochtenden de verzamelplaats van een aandachtig, enthousiast, jong publiek. Terwijl op 19 December Dr. J. B. van Amerongen voor de lagere klassen van de- school „Chrismas Carol" van Dickens had voorgedragen, in hét Hollanseh, een voordracht, die door de kinderen in de grootste spanning werd gevolgd, was bij de sluitingsplechtigheid voor de oudere klassen niemand minder dan Jo Vihcent de gast van de school. De leeraar van het Kennemer Lyceum, Anton Pieck, heeft voor het Schubert-album van Lou van Strien (uitgeversmaatschappij Joost van den Vondel. Amsterdam) een 16-tal Schubert-prenten geteekend. Bij gelegenheid van de groote tentoon stelling in hét teekenlokaal in de school van de werken van Anton Pieck zijh hu 16 illustraties als lichtbeeld geprojecteerd bij de sluitingsplechtigheid voor de oudere klassen. Mevrouw J. BosVincent was zoo bereidwillig om daarbij de Schubert- liedsren ten gehoore te brengen. Nadat de Rector, Dr. A. de Vletter, de samenkomst, die door tal van ouders, bestuursleden en curatoren werd bijge woond, met een ernstig openingswoord had ingeleid, werden eerst vier platen vertoond zonder begeleidende zang, daar na heeft Jo Vincent, telkens bij de gepro jecteerde afbeelding van Pieck's illustra tie, twaalf Schubert-liederen gezongen. Zij begon met „An die Musik" en eindigde met „Standchen". Het was prachtig, zoo als bij deze uitvoering voor jongeren alles tot ziin recht kwam. Bij elke plaat, die geprojeceerd werd, klonk van de vleugel uit den mond der half in de duisternis staande kunstenares de wonderschoone zang. Het enthousiasme van oud en jong (maar het was vooral te doen om de geestdrift bij het jeugdige gedeelte van 't publiek) was enorm. De zangeres mocht na elk nummer dankbare ovaties in oht- vangst nemen. En toen aan het eihde van deze prachtige muziek-ochten-d d-e Rector van de school de groote Nederlandsche zangeres had bedankt voor haar zoo wel willende medewerking, daarbij enkese worden zeggende- over het persoonlijke en hét onpersoonlijke in de kust en de slot regel van het eerstgezongen lied (Du hol de Kunst, ich danke dir) citeerden kwa men aan de toejuichingen schier geen einde. Het mag niét gezegd worden, dat de moderne jeugd geen belangstelling heeft BLOEMENDAAL Nederl. Hervormde Kerk. ZONDAG 29 DECEMBER 10 uur voorm. Ds. van Dijk, OUDEJAARSAVOND 7 uur nam. Ds. van Dijk, NIEUWJAARSDAG 10,30 uur voorm. Ds. van Dijk, Gereformeerde Kerk. ZO'NDAG 29 DECEMBER 10 uur voorm. Ds; Brussaard, i, Bevestiging Ambtsdrager, OUDEJAARSAV?^"''""^*" -» 8 uur nam, Ds, Brussaard, I] P NIEUWJAARSDAG 10 uur voorm. Ds, Brussaard, Nederl, Protetantenbond OUDEJAARSAVOND 7 uur nam, Dr, K. F. Snarnaay, A'dam, De Vrije KathoLieke Kerk ZONDAG 29 DECEMBER 10,30 uur voorm, Gezongen H, Mis OUDEJAARSAVOND 7,30 uur nam, Ouderjaarsavonddiens't, Toespraak van Priester Ko Borsten OVERVEEN Nederl, Hervormde Kerk ZO'NDAG 29 DECEMBER 10 uur voorm. Prof. F. W. Korff, Leiden OUDEJAARSAVOND 7 uur nam. Ds. de Beus, NIEUWJAARSDAG 10,30 uur voorm, Ds. de Beus. AERDENHOUT Vereeniging Religieuze Kring OUDEJAARSAVOND 7,30 uur n am.Dr, C. B, Hylkema, Doopsgez, Pred, te Haarlem SANTPOORT Nederl, Hervormde Kerk, ZO'NDAG 29 DECEMBER 10 uur voorm. Prof, Dr. G, A, van den Bergh van Eysinea. „Vanwaar de ellende?"jJob 5 6-7 Maandag 30 chesfiml3er hoopt dezelfde 't huwelijK „-<• *e te zegenen van zijn dochter Woutera Hendrika met Dr. Sjoerd Hofstra. OUDEJAARSAVOND Dezelfde: Oudejaarsviering; Collecte voor Emeriti Predikanten en Weduwen. NIEUW JAARSDAG Geen dienst, Nederl, Herv^ Evangelisatie ZO'NDAG 29 DECEMBER 10 uur voorm, Ds, A, A, Wildschut IJmuiden-Oost 5 uur nam. Geen dienst. OUDEJAARSAVOND 7 uur nam, Ds, G. J. Waardenburg, Haarlem. NIEUWJAARSDAG Geen dienst. Donderdag a.s. nam. 8 uur: Bijbellezing, HAARLEM Gereformeerde Kerk (H.V.) Kerkzaal „Blauwe Kruis" Oude Groenmarkt 20 ZO'NDAG 29 DECEMBER 10 uur voorm. Ds. P, A, E, Sillevis Smitt 5 uur nam. Dezelfde. OUDEJAARSAVOND 7.30 uur Ds. P,A,E, Sillevis Smitt, NIEUWJAARSDAG Geen diens't, Eglise Réformée Wallonne Dimanche 29 Décembre 10 h 30: Service présid'é par mr. le pas teur E. Michelin-Moreau, de la Haye 3e Collecte pour l'Eglise. 20 h: Service: Pasteur Krafft. Mardi 31 Décembre St. Sylves'te. a 19 h 30: Service de fin d'année précidé par le pasteur Krafft. 3e Collecte pour les pasteurs Emérites, veuves, et orphelines Mercredi Ier Janvier a 10 h 30: Service précidé par le Pasteur Krafft,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1935 | | pagina 2