ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD
Vasthoudendheid
29e JAARGANG
3 APRIL;1936
OPLAAG 5000 EXEMPL. No. 45
TER VOORTZETTING VAN
VOOR BLOEMENDAAL - OVERVEEN - AERDENHOUT - BENTVELD - ZANDVOORT - VOGELENZANG - HEEMSTEDE - HAARLEM EN SANTPOORT-STATION
Bureau voor Redactie en Administratie: BLOEMEND.WEG 42, Bloemendaal
POSTREKENING 191387 - TELEF. 23453 1(9-6 UUR) B.G.G. 14864, 22177 OF 11512
Bureau voor AdvertentiënHANDELSDRUKKERIJ F. M. VAN DEUR SEN
ROZENNOBELSTR. 18 TELEF. 507 ZANDVOORT - Postgiro 129568
Brokjes levenswijsheid
De Corporatieve Staatsgedachte
in Nederland.
UIZENDING VAN DINERS
G. J. GUDE - Cuisinier
ADVERTENTIETARIEF:
Per regel15 cent
Contract speciaal tarief
Kruidnoten 4 regels 35 cent
Elke regel meer 10 cent
ABONNEMENT:
f 1.— per half jaar bij vooruitbetaling
5 cent
Losse
nummers
(Nadruk verboden)
Wanneer men in de wildernis een
aap wil vangen, maakt men hierbij
gebruik van de neiging tot vasthou
dendheid, welke dit dier kenmerkt.
Do jager zet ergens in het woud een
leege schaal van een kokosnoot neer,
waarin hij aan de bovenzijde een
gaatje heeft geboord, dat juist groot
genoeg is om de hand van het beest
door te laten. In die leege bast strooit
hij door dat gat dan wat rijst.
De aap betast en besnuffelt de ko
kosnoot, ontdekt de rijst en steekt
zijn poot door het gat. Maar zoodra
hij de .rijst te pakken heeft komt de
jager te voorschijn. De aap, die niet
van zins is, zijn prooi los te laten,
tracht zijn poot vrij te krijgen, maar
het lukt hem niet, want het gat is
er op berekend, dat er alleen een
hand met gestrekte vingers doorgaat,
maar geen vuist. De vuist vol rijst,
waaraan het beest zich vastklampt,
wordt zijn noodlot.
Een dergelijke vasthoudendheid is
ook meermalen het noodlot van men
schep geworden. Ook deze mensclien
kunnen zich er niet toe zetten, hun
lcvensbezit los te laten op het oogen-
blik, waarop dit voor lien noodzake
lijk is geworden. Liever gaan zij te
gronde aan iets op te geven, dat ze
eenmaal in handen hebben.
Er ligt in gehechtheid aan de le
vensgoederen een eerbiedwaardige
gezindheid ten gronde. Wie van iets
houdt, wil het ook vasthouden. Licht
zinnige naturen, die morgen verloo
chenen hetgeen hun gister nog boven
alles dierbaar was, kennen de liefde
en daarmee het leven niet. Ware
liefde hecht zich aan haar object en
de scheiding hiervan ervaart zij als
smart. Ware liefde kan den band
met het geliefde niet anders dan eeu
wig zien en neemt met het tijdelijke
geen genoegen.
Trouw is geen zedelijk beginsel al
leen, geen als dwang gevoelde ver
plichting. Trouw is de natuurlijke
uiting van de liefde; de gezindheid,
die innerlijk met haar tezamenhangt;
de behoefte om het hoogste geluk,
dat men in het oogenblik heeft lee-
ren kennen, voorgoed te bestendigen.
Wie op zedelijke voorschriften men
sclien, die door een wederzij dsche
neiging zich aan elkaar voelen ver
bonden, tot trouw aanspoort, doet
overbodig werk, want liefde zonder
trouw is ondenkbaar.
Maar zelfs het hoogste en hevigste,
dat tot het leven behoort, is aan de
wet der vergankelijkheid onderhevig.
Indien de - liefde sterft, sterft daar
mee werktuiglijk ook de trouw. Wie
iets wil vasthouden, dat niet meer
bestaat, forceert de werkelijkheid.
Weliswaar gaat niets ten onder,
ook de liefde niet, maar alles veran
dert van vorm. De dichter Tennyson
heeft twee bijna gelijkluidende verzen
geschreven, waarvan het ééne tot
refrein heeft: „alle dingen zijn gebo
ren en alle dingen moeten sterven",
en het andere: „niets is geboren,
niets zal sterven".
Wat eenmaal in ons leven als iets
van waarde bestaan heeft, laat na
zijn verscheiden een lichtende na
glans na, welke als droom of herin
nering het duister doordringt. Op
vaak onnaspeurlijke wijze doet het
schijnbaar gestorvene zich gelden.
Gelijk de dorre blaren den humus
vormen, waaruit jong groen voort
spruit, zoo voeden onze verouderde
opvattingen en overleefde gedachten
dé kiem van het geestelijk leven der
toekomst.
Doch in een bepaalden verschij
ningsvorm moeten wij hetgeen alleen
in beginsel eeuwig is, soms opgeven,
willen wij niet aan onze vasthou
dendheid te gronde gaan. Aangrijpend
is de gehechtheid, waarmee nabe
staanden aan hun dooden kunnen
hangen. liet gebeurt, dat een treuren
de weduwe haar overleden echtge
noot in het graf navolgen wil. Kramp
achtig klampt zij zich vast aan alles
wat met den gestorvene in betrek
king staat. Deze vasthoudendheid
wordt haar noodlot; zij is een ge
makkelijke prooi voor de vernietigen
de machten der wanhoop én moede
loosheid, die het op liet leven hebben
gemunt, en als geduldige jagers op
hun slachtoffers loeren.
Om aan vernietigende machten te
ontkomen, zijn wij soms gedwongen,
iets wat ons lief is, los te laten. Als
wij onze vingers niet strekken, blijft
onze vuist in de klem zitten en zijn
wij de prooi van den jager. Hoe vaak
wordt een dierbare illusie, een met
toewijding opgesteld plan, een lich
tend toekomstiüeaal de losprijs, waar
mee wij het leven moeten vnjkoopen.
„Indien uw rechteroog u ten valstrik
is, ruk het uit en werp het weg;
beter dat een uwer leden te loor
gaat dan dat uw geheele lichaam in
de fegl wordt geworpen".
Een kostbaar bezit loslaten op liet
oogenblik, waarin de noodzakelijkheid
dit vereischt, hoe weinigen kunnen
het! Het is niet alleen ten opzichte
van financieele belangen, dat men
tegen verlies nemen opziet en liever
goed geld naar kwaad geld gooit dan
met een schoone lei te beginnen. Vaak
zet men alles op één kaart en meent
met het verlies van die kaart- alle
verdere kansen te hebben verloren.
Alsof het leven niet telken dag weer
de kaarten van nieuws schudt en
een volgend spel inzet!
Eens had een klein meisje een
hartsvriendin, wier ouders naar een
andere stad gingen verhuizen. Het
kind was ontroostbaar en snikte bij
moeder haar verdriet uit.
„Zóó'n lieve niet", zei de moeder,
„maar misschien wel een lievere."
En inderdaad, spoedig daarop ont
moette het kind op school een nieuw
kameraadje, dat haar vriendin voor
het leven zou worden. Hoe vaak heeft
ze, volwassen geworden, nog, ook bij
andere gelegenheden, aan het woord
harer wijze moeder gedacht.
Mooi is de zonneschijn. Maar de
zon gaat onder. Aan den avondhemel
rijst dan de maan. Mooi is de mane
schijn. Maar voor het ochtendrood
verbleekt de godin van den nacht...
Wel hem, die van elk licht op zijn
beurt kan genieten!
H. G. CANNEGIETER
Rede van Prof. Josephus Jitta
Voor het Departement Haarlem
van de Ned, Maatschappij voor Nij
verheid en Handel heelt op 27 Maart
in Café Brinkmann Prof. Mr. A. C.
Josephus Jitta uit Den Haag gespro
ken over het onderwerp „De corpo
ratieve staatsgedachte in .Nederland",
voor welke lezing zeer groote belang
stelling bestond. De vergadering
stond onder leiding van Mr, A. J. En
schedé,
Prof. Josephus Jitta begon met er
op te wijzen, dat het niet alleen de
dameskleeding is, welke de mode be-
heerscht. De mode strekt haar wer
kingssfeer tot allerlei gebieden uit,
tot literatuur en wetenschap toe.
Een der modewoorden van den te-
genwoordigen tijd, welke aan oude
begrippen een nieuw aanzien plegen
te schenken, is ordening, waarover
men heftig discussieert, vaak zonder
zich te realiseeeren, dat men dit
vroeger Mercantilisme noemde.
Een tweede modewoord is corpo
ratieve staatsgedachte. Een corpora
tie is een vereeniging van personen,
die eenzelfde doei hebben en samen
werken om hun belangen in dit op
zicht te behartigen.
(Jok over het begrip der corpora
tieve staatsgedachte loopen de mee
ningen uiteen, wanneer men echter
zijn gedachten op dit punt gaat orde
nen, zal men als spr. hoe langer hoe
meer figuren in onze geschiedenis
vinden, die een toepassing van de
corporatieve gedachte zijn.
Corporatieve staatsgedachte in en-
geren en ruimeren zin.
Men kan spreken van de corpora
tieve staatsgedachte in engeren zin
en in ruimeren zin. In het eerste ge
val hebben de corporatieve organen
een beperkt aandeel in het staatsbe
stuur bij de voorbereiding van maat
regelen. Daarbij blijven dus de oude
staatsorganen intact.
Bij de toepassing van de corpora
tieve staatsgedachten in ruimeren zin,
dus in eigenlijken zin, wordt het
staatkundig beleid erteger-WDordigd
door groepen van burgers, gerang
schikt naar hun beroep, met dikwijls
dwangbepalingen inzake de aanslui
ting bij die groepen. Dit is het ideaal
van Italië, van het fascisme, een
ideaal, dat daar nog niet volkomen in
vervulling is gegaan.
Een voorbeeld der corporatieve
gedachte ziet men, wanneer de in
houd van het contract tusschen pa
troon en arbeider wordt bepaald door
corporaties: het collectief contract.
Gaat men verder, dan krijgt men be-
drijfsraden en bedrijfsvereenigingen,
het laatste stadium is de volksverte
genwoordiging gebouwd op de corpo
ratieve gedachte.
De dictatuur.
Het groote probleem is hoe te mid
den van de vele gespecialiseeerde
belangen het algemeen belang te
vinden. Prof. Bonger, de socialist,
heeft dit eens zeer opmerkelijk uit
gedrukt: „De botsing van belangen
bij toepassing van de corporatieve
staatsgedachte zal erger zijn dan de
klassenstrijd."
Daarom zal ook de corporatieve
staatsgedachte steeds gepaard gaan
met dictatuur, die de kracht moet
zijn om het algemeen belang door
te zetten.
Als voorbeeld haalde spr, aan een
historisch debat in den Corporatie
ven Raad van Italië over de handels
politiek. Men kon het niet eens wor
den, totdat Mussolini, die de bijeen
komst leidde, met zijn vuist op de ta
fel sloeg en zei: „Zoo gebeurt het."
Nederland kent de gedachte reeds
eeuwen lang.
Het begrip der corporatieve staats
gedachte is in ons land heel oud. De
eeuwenoude waterschappen zijn een
typisch voorbeeld: samenwerking in
den strijd tegen het water. Deze strijd
is wereldbekend, waarvan spr. een
karakteristiek staaltje aanhaalde. In
een internationaal congres in Enge
land werd de Iersche kwestie bespro
ken. Tenslotte stond een Engelsch-
man op met de woorden: Er is één
middel, om uit de Iersche kwestie te
geraken, We brengen alle Ieren naar
Nederland over en alle Nederlanders
naar Ierland. Binnen twintig jaar
zullen de Nederlanders van Ierland
een aardsch paradijs hebben gemaakt
en.alle Ieren zullen in Nederland
zijn verdronken.
Er zijn in ons land bijna 3000 wa
terschappen, die in het staatsbestuur
zijn ingeschakeld. De gilden, die van
de Middeleeuwen tot het einde der
Fransche Revolutie bestonden, zijn
eveneens een voorbeeld der corpo
ratieve gedachte. Zij werden tenslotte
verboden, omdat misbruiken waren
ontstaan. Zelfs werd als reactie een
coalitie-verbod uitgevaardigd, waar
bij werd bepaald, dat noch patroons,
noch arbeiders zich mochten veree
nigen. Men wilde de vrije macht be
houden. Dit verbod heeft tot 1872 ge
golden. In de daarop volgende libe
rale periode ontstonden de vakver-
eenigmgen, gevolgd door de organi
saties van patroons, en kwamen de
collectieve contracten.
Het ontwerp-Aalberse tot bindend
verklaring dezer contracten ligt
reeds eenige jaren gereed, In Den
Haag loopt het gerucht, dat de Re
geering een ontwerp zal indienen,
dat betrekking heeft op enkele on
derdeden van collectieve contrac
ten, b.v. ter bescherming van pen
sioenregelingen.
Het verder trekken van deze lijn
voert tot het instellen van organen,
die de bevoegdheid hebben feynrqn
de bepalingen voor een bedrijf vast
te leggen, hetgeen prof. Veraart
steeds heeft bepleit.
Op het gebied van de veiligheid en
van de Arbeidswet vindt men de cor
poratieve gedachte, zeer duidelijk
treft men die aan in de uitvoering
van de Ongevallen- en vooral de
Ziektewet. De mogelijkheid is immers
geopend, dat de uitvoering der Ziek
tewet niet geschiedt door de Raden
van Arbeid, maar door bedrijfsver
eenigingen onder controle van den
Staat, Dit is een groot succes gewor
den.
Op economisch gebied vindt men
de corporatieve gedachte bij de cri
sismaatregelen: Varkenscentrale en
toepassing Tarwewet. Wanneer men
één stap op dezen weg heeft gezet,
blijkt het onvermijdelijk verder te
gaan. Bij de landbouwcrisismaatrege
len kwam onmiddellijk de consequen
tie van hoogere loonen, waarbij de
Staat de verplichting van verplichte
arbitrage oplegde.
In de industrie zijn eveneens voor
beelden te vinden: organisatie der
Twentsche textielfabrikanten en zelfs
in de zuivere overheidsfuncties als
politie en rechtspraak: gecontroleer
de particuliere nachtveiligheidsdienst,
burgerwachten en arbitrage-institu
ten.
Spr. herinnerde verder aan de le
derconventie, de voorgestelde orde
ning in het winkelbedrijf en Mr.
Steenberghe's wet op de verbindend
en ontbindendverklaring van onder
nemersovereenkomsten. De laatste
wet heeft nog nimmer toepassing ge
vonden.
Na de pauze behandelde Prof. Jitta
het theoretisch gedeelte en wees op
het verschil van meening in de poli
tieke partijen aangaande de corpora
tieve gedachte.
Deze gedachte ligt niet al te zeer
in de lijn van de liberalen. De A. R.
en R.K., die zich tegen het liberale
individualisme en atomisme kanten,
toonen er echter veel belangstelling
voor. De anti-revolutionnairen streef
den steeds naar souvereiniteit in
eigen kring, de z.g. organische ge
dachte.
De S.D.A.P., die niet langer een
blinde voorstandster is van staats
exploitatie, gaat in de richting van
nieuwe organen, die eenigszins in de
lijn liggen van de corporatieve ge
dachte.
Gevestigd sedert 1 920
lordensstraat 74 - Telef. 13132
HAARLEM
De Grondwet en de corporatieve
gedachte.
De Grondwetsherziening in 1922
heeft ook aandacht aan de corpora
tieve gedachte geschonken in twee
nieuwe artikelen, in het eene waar
van is bepaald, dat vaste colleges van
advies en bijstand aan de Regeering
worden ingesteld bij de wet. Verder
geeft het nieuwe artikel 194 het recht
verordenende bevoegdheid te schen
ken aan andere colleges dan Provin
cies, Gemeenten en waterschappen.
De Regeering is bezig de Grondwet
te herzien. Daarbij zal de herzie
ning of aanvulling van dit artikel
194 ter sprake komen. Vast staat,
dat binnenkort de voorstellen tot
herziening bij de daarvoor ingestel
de commissie zullen worden inge
diend.
De grenzen der corporatieve
gedachte.
Concludeerende stelde spr. vast,
dat in dé sociale v'/ctgeving d'e cor
poratieve gedachte een zeer belang
rijke en vruchtdragende functie kan
vervullen.
Wat het economisch terrein be
treft, onder de tegenwoordige om
standigheden is toepassing van deze
gedachte daarop onvermijdelijk. Spr.
zou echter zeer bevreesd zijn haar
systematisch op economisch gebied
toe te passen. Hij gelooft niet in het
leiden van het bedrijfsleven door pa
ritaire colleges (samenwerking tus
schen een gelijk aantal werkgevers
en werknemers). De overheid zal in
ieder geval de samenwerking moeten
controleeren en vaak stimuleeren.
Voor een systematische ordening van
het geheele bedrijfsleven onder lei
ding van den Staat is hij zeer be
vreesd.
Tenslotte koesterde spr. zeer wei
nig verwachtingen van de mogelijk
heid van staatsbestuur op corpora
tieven grondslag, temeer waar dit
vrijwel steeds gepaard moet gaan aan
dictatuur, óf ingesteld, omdat de cor
poratieve gedachte is vastgeloopen,
óf omdat men is begonnen met dicta
tuur en deze wil camoufleeren achter
den corporatieven staat.
Verbeteringen in het parlementaire
stelsel.
Daarmee wil niet bewezen zijn, dat
aan ons huidige parlementaire stelsel
niets behoeft te veranderen. Er kun
nen hierin verbeteringen worden aan
gebracht: versterking van de uitvoe
rende macht en het losser maken der
volksvertegenwoordigers van hun kie
zers en daarmee de Regeering van de
Volksvertegenwoordiging,
Spr. had in zijn lezing nauwelijks
over het buitenland gesproken. Hij
heeft den indruk gekregen, dat de
voorstanders van den corporatieven
staat meer aandacht plegen te schen
ken aan de buitenlandsche literatuur
hierover dan wat daaraan in Neder
land aan traditie leeft. De Fransche
medicus en literator Duhamel, even
groot voorstander van Nederland als
wild tegenstander van Amerikaan-
sche cultuur, heeft in zijn werk „Dis
cours aux nuages" in het aan ons land
gewijde hoofdstuk „Eloge d'une petite
nation" gezegd, dat Nederland een
sterk individualisme kent en toch een
goede voedingsbodem voor de corpo
ratieve gedachte is.
De toepassing der corporatieve ge
dachte in beperkten zin zal, aldus