5 Personalia. 1 I De heer P. van Eskert op 1 Me! a.s. 25 Jaar Portier van het Haarlemsche Raadhuis. Kunst te Haarlem. Predikbeurten. Voor onze betalende abonné's. Kruidnootjes Kunstagenda. Motorraces te Alkmaar, T rrSr- - antgaai ommctt&chenlgvns? Architect Berlage en de Beeldhouwkunst Job Steijnen 60 jaar. Op 18 April a.s. bereikt de in onze streek zoo bekende letterkundige Job Steijnen den leeftijd van 00 jaar. Altijd een mijlpaal. Job Steijnen groei de voorspoedig op in Gouda. Heeds als jongeman onderscheidde hij zich door een eigenaardig dich terlijk talent, dat zich uitte in een gepassioneerd proza, waarvan men in „De Jonge Gids", onder redactie van Herman Heijermans specimina vin den kan. Later ging hij meer naar het humo ristisch en 't sarcastisch genre over. In Bloemcndaal werd hij bekend door de voor treffelijke verslagen welke hij voor ons weekblad maakte van de lezingen van Dr. J. 1). Hierens de Haan, onzen Aerdcnhoutschen filosoof. Job Steijnen had zich nooit met wijsbegeerte bezig gehouden, maar de glasheldere stijl van den lezer en de nieuw heid voor Steijnen van die gedachten brachten hem van zelf op het gewensclite niveau. Onze oude jaargangen bevatten die verslagen, welke op zich zelf stukjes literatuur zijn. In de eigenlijke literatuur is Job Steijnen bekend als redacteur van een tijdschrift met Alb. Plasschaert, daarna schreef hij veel in dr. Fischer's Maandblad, tegenwoordig met name in Dirk Coster's „De Stem". Van zijne boeken noemen wij: „Proletariërs", „Maagdelijkheid", „In en om de nachtkroeg". „Sentimenteele geschiedenissen", „Vroolijke verhalen", „Van het inenschenspel" en „(—Pd en Kwaad". In „De Stem" verschenen van hem novellen en schetsen. Steijnen heeft ook meer malen Fransclie letterkunde beoordeeld. Theo van Rijn, een zijner vele vrienden, heeft van den sprekenden kop van dezen geestigen en ook als persoon zeer beminde mensch een mooi beeld houwwerk gemaakt. Job Steijnen woont te Haarlem aan de Ael- bertsbergstraat no. 88. Hoewel hij gekweld wordt door rheumatiek, een pijnlijke kwaal, waaraan hij in de „Notenkraker" een door George van Raemsdonck geestig geïllustreerde beschouwing •wijdde, is te verwachten, dat hij de dagen van 18 en 19 April a.s. genoegelijk zal doorbrengen. Men moet in de afgeloopen 25 jaar veel met Haarlem's Stadhuis in verbinding hebben gestaan om te weten, welk een aardige en eigenaardige functie daar straks gedurende een kwart eeuw door den heer P. van Eskert is vervuld. Portier is eigenlijk drenipelwachter. De heer Van Eskert gevoelt zijne bescheiden in de portiersloge uit geoefende functie als die van een tempelwachter, liet mooie oude Haarlemsche Raadhuis is hem niet alleen een eerbiedwaardig geheel, waar de Ileercn dezer thans zoo belangrijke gemeente dag in dag uit liet welzijn hunner medeburgers bepein zen en bespreken, maar tegenover de groote 13t. Bavo waarvan v. E. ook een groot bewonderaar is, gevoelt hij zich als autoriteit met de autoriteiten, als zuil onder zuilen, als mededrager van de belan gen dezer groote gemeenschap. En deze heeft aan hem een goede bewaker. Plichtsgetrouw, geloovig en sterk als een eik is deze nederig geplaatste en toeli een terecht zich gewichtig gevoelende beambte, een man uit één stuk van wie veel uitgaat. Wanneer de armoede lijdende Belgische predikanten, wanneer de Evan gelische Maatschappij, wanneer de Remonstrantsch Gereformeerde Gemeente liooren van dit niet gezochte maar door Vader Tijd ons allen voor gezette jubileum, dan zal er van gelukwensclien en bewijzen van sympathie met dezen onzelf- zuohtigen dienaar der gemeenschap heel wat blijken. Dat zijne superieuren over hem tevreden zijn, mogen wij veronderstellen, anders houdt men het in onzen tijd zoolang niet uit. Wij, die zoo vaak door hem zijn terechtgewezen en telefonisch geholpen, wensclien hem en zijn gemeentebestuur met hem, van harte geluk. De altijd nog voorname Kunsthandel van den heer I. H. de Bois te Haarlem, noodigt onze lezers uit ter expositie aan den Kruisweg G8 van een honderdtal bladen bijzondere prentkunst, waar onder Witsen's, Weissenbach's, Jessurun de Mesquita's, een Millet. Men vindt er ook twee gesigneerden van Jhr. Mr. C. N. Storm van 's-Gravesande, een „Weg door de duinen" en „Elswout". Van onzen plaatsgenoot Prof. Roland Holst twee litho's. Op ons kantoor BI.weg 42 liggen ter inzage: Jong Bloemendaal" Neerlandia Volkswelvaart Elsioout-NieuwsOrgaan van de Welpen, Verkenners en Voortrekkers der Elswout-groep. „Het Woord", Orgaan van de Mij. tot Bevorde ring van Woordkunst. Alle van April 1936. MEVR. VAN PELT—-LUCAS, Planeetk., Zijlweg 25 b. d. Zijl- brug. Dag. van 1010 uur. Ook schriftelijk of op foto. Alleen voor dames. TEEKEN- EN SCHILDERLES door Henk de Vries. Bloemen- daalSohestraat 8, „Sinncvcld", Santpoort-St. EEN TUINPARASOL. 1.80 M. diameter. Zes Gulden. Oranje NasMutaan 116, Overveen. Te bezichtigenZaterdag. VRIJDAG 10 APRIL (GOEDE VRIJDAG). ZONDAG 12 EN MAANDAG 13 APRIL. (Ie EN 2e PAASCHDAG). SANTPOORT. Ned. Herv. Evangelisatie. Ie Paasclidag, v.m. 10 uur Dr. P. A. Klap, cm. pred. te Haarlem. Geref. Kerk in Hersteld Verband. Goede Vrijdag n.m. 8 uur de heer K. v. d. Berg. Ie Paaschdag v.m. 10 en n.m. 5 uur de heer K. van der Berg. 2e Paaschdag, geen dienst. BLOEMENDAAL. Geref. Kerk. Goede Vrijdag n.m. 8 uur Ds. T. Ringnalda van Weesp. Ie Paaschdag v.m. 10 en n.m. 5 uur Ds. J. C. Brussaard. 2e Paaschdag v.m. 10 uur Ds. Dondorp van Heemstede. Ned. Herv. Gem. Ie Paaschdag v.m. 10 uur Ds. Chr. de Beus. Extra collecte voor de zending. 2e Paaschdag v.m. 10 uur Ds. G. A. Barger van Heemstede.Extra collecte voor de zending. Religieuze kring Aerdenhout. Ie Paaschdag Ds. P. D. Tjalsma, Rem. pred. van Rotterdam. Vrije Kath. Kerk (Popellaan Kinheimpark). Ie Paaschdag v.m. 10.30 uur Hoogmis met predi katie van Priester Ko Bortsen. Woensdag n.m. 8 uur Completen en Lof. Donderdag v.m. 7.25 uur Gesproken H. Mis. Eglise Réformée Wallonne. Dimanclie 12 Avril: Paques 10 h. 30: .Service, sermon et communion. Collecte pour l'Eglise. 20 h.Service d'actions de graces. Vendredi 17 Avril a 20 lx.: Service Pasteur Krafft. Ned. Protestantenbond. (Wijziging in de predikbeurten wegens ziekte van Ds. Dijkema). Ie Paaschdag v.m. 10.30 uur Ds. J. N. Drost van Heemstede. OVERVEEN. Ned. Herv. Gem. Ie Paaschdag v.m. 10 uur Ds. J. C. van Dijk. Extra collecte voor de zending. 2e Paaschdag v.m. 10 uur Ds. Clx. de Beus. Extra collecte voor de zending. ZANDV00RT. Geref. Kerk in Hersteld Verband. Ie Paaschdag v.m. 10 en n.m. 5 uur, Ds. P. van de Vloed. 2e Paaschdag geen dienst. „Rembrandt-theater": „Moderne Tijden" met Charley Chaplin. „Luxor": „Schots en Scheef". „Cinema": „Zooals de ouden zongen".... met Martha Eggert. Wedstrijden Een zeer Interessant programma. in manches. Op den Tweeden Paaschdag zal het grasbaan- seizoen weer geopend worden en als zoo dikwijls zal ook thans weer Alkmaar de gelukkige zijn, die de openingswedstrijden mag organiseeren. De belangstelling voor deze motorraces is van de zijde der renners zeer groot, want wij mogen het iiier wel verklappen: alle seniorrijders, die Nederland thans kent, zijn ingeschreven, terwijl ook alle juniores aan den start zullen verschijnen 1 Dat belooft dus wat! Daarnaast heeft men dezen winter uitgepuzzeld, hoe het programma zoo aantrekkelijk mogelijk te maken was. En men is daarbij tot twee zeer ge lukkige gedachten gekomen. In de eerste plaats zullen de verschillende renners tot en met de seniores in de 350 c.c. klasse niet alleen series, maar ook lierkansingsritten rijden. Een beetje pech in de serie beteekent dus niet direct een geheele uitschakeling, maar een tweede kans op een plaatsje in de finale. In de tweede plaats heeft men o.a. den strijd in de 500 e.c.-klasse voor seniores in mancMs verdeeld. Dat beteekent dus: 3 X 10 seniores tegelijk aan den start! Een ieder weet, dat zoo'n massa-start zeer aan trekkelijk is en dat juist daardoor de langebaan- wedstrijden zoo attract ief waren. Nu krijgen wij deze massa-start dus reeds vóór de pauze en na de pauze. Met de twee langebaan-wedstrijden mee gerekend, zullen wij dus 5 keer een massastart beleven! En in die manches is een tweede en een derde plaats ook van het grootste belang, zoodat er gestreden zal worden door het geheele veld. Er is nog iets. Ecnige senior-renners san het, vorige seizoen zijn gedegradeerd tot een junior klasse. O.a. Jan Rijk en Wcsterop. Zij zullen willen toonen, dat ze te sterk zijn voor de juniores en dus zal de strijd in de junior-klasse minstens even groot zijn als die in de senior-klasse. Men ziet, dat alles er zeer aantrekkelijk uitziet. Mogen wij een paar inschri jvers noemen 1 Daar zijn ze: Iloutop, Bosman, Van Dijk, Jao. Al. Hamers, Hartman, Jan Rijk, Westerop, Moeke, v. d. Berg Jr., Iesbert, enz. Op het sportpark is ook een verbetering gekomen. Aan de Zandersloot zijn n.l. twee tribunes gebouwd, hoog en ruim, waar ongeveer 500 menschen een zitplaats kunnen krijgen. Zij zullen een zeer fraai overzicht hebben op de races. Verder is alles als vanouds: luidsprekers, nummerborden, e. d. En de baan zelf is keurig in orde en geeft ge legenheid tot liooge snelheden. Ons dunkt, dat alles wijst op een praclitigen sportmiddag! v" .„SpelendW^^g^r „vn auto- ee" «root door Theo van Reijn. II. In de verloren gegane vastheid der principen, te midden der versplintering van een groote gedachte, stond de geestesgesteldheid van een Berlage en de zijnen, en deze geestesgesteldheid was niet als een krachtig opstuwend vuurwerk, ontstoken door één enkel individu als een andere Colbert van Lodewijk den XlVdcn, een kunst gelijk een lichtend schouwspel in korte schittering den omtrek in gloed zettend, pralend en over bluffend, neen, deze geestesgesteldheid was een stilte, een „Bezonnenheid", een in zich zelf gekeerd zijn, door een ordenende groep gedacht, uit de samenleving voortgekomen. Een gezamenlijke aandacht van wijze mannen om in eenheid den vorm te kneden naar hunne denkbeelden. Tusschen de rumoerige, chaotische lawaaierige periode van stijlverwildering der 19e eeuw en de luidruchtige soldateske bevelen en holle frasen van tegenwoordig, leek er een stilte te zijn rond den arbeid aan de Beurs, een stille aandacht alsof nu werkelijk de tijd was aangebroken voor ge zamenlijk eenswillend werken, wat een sehoone toekomst zou mogen voorspellen. Eerst in een chaotisclien tijd kan het doorvoelen der oude kunsten als basis dienen om een nieuwe kunst te gaan opbouwen. Zoo was de Beurs-tijd er een van met juist inzicht teruggrijpen op oude kunsten van Egypte, I'erzië cn Babvlonië en niet een dor nabootsen van het Klassieke en de Re naissance, die overal welig tierde. Berlage, Mendes da Costa, Zijl, e. a., wisten uit de lang uitgebloeide kunstperioden hun klare visie op te diepen, die bezieling gaf aan eigen werk, waaruit krachten konden ontkiemen die de kunst kon bevrijden uit een kunstlooze slavernij. „Nicht das Wissen gibt dem Kunst-Erbe seine Wirklichkeit, sondern die Wertung, das heiszt die Liebe". Het diepe besef van de oude schoonheid, filo sofisch en religieus doordacht, leerde deze mannen wat noodig was om, aanvangend, wederom kunst te scheppen. Wij moeten de oorsprong van hun kunst niet willen zoeken bij het apollinisclxe pathos der Grieksche sculptuur, die bij Phidias door inner- lijken drang zijn volle plastiek heeft gevonden en die in het naturalisme van een vleeschelijken Antinous uit het Vatikaan en een vleesehelijke Venus van Milo uit het Louvre is ontspand, even min bij de onstuimigheid, zwaar van tragiek, van een Michel Angelo, maar eer richten wij ons naar de Egyptische en Romaansche kunst, naar de Dom van Chartres of naar een kansel te Pistoya, waarin de aanvang en de eenheid der kunsten zoo roerend-schoon ontbloeide. Sprak ik zoo even van een vrijmaking der Grieksche kunst die in een optisch en acoustisch genieten een brug vormde naar de ziel, deze oogen- lust, deze plastische sensualiteit, uit de zinnen geboren en niet uit de mathematiek, werd evenmin door Berlage aanvaard en dus verworpen, als de hevig brandende, zwaar dramatische en worstelen de beelden van een Michel Angelo. In deze negatie schuilt het remmen van een plastische beelding, mede door de systematische en mathematische ordening, die echter wel ten goede kwam aan de zoogenaamde bouwbeeldhouw. kunst. Naast zijn groot Egyptiseh-Romaansch experi ment, om het zoo eens uit te drukken, de eenheids gedachte, werd de vrije plastiek elders in Europa door de groote experimentators ook tot nieuw leven gebracht. Wij zien dit gebeuren bij den kubis- tiseh-bouwenden Rus Jacq. Lipschitz; bij dien anderen Rus, den ijzer-constructeur Gabo, met zijn „Loch-plastiek"; bij de ijzer-constructies van den Spanjaard Pablo Gargallo met zijn amorpliis- tisclien arbeid, die den vorm alleen maar sugge reert; bij de Russische expressionisten met de „.erde-zware plastieken van Zadlcine en Ernst Barlach; bij de abstracties van Rudolf Belling, Hermann Obrist, Karl Hermann, William Wauer en Oswald Herzog; bij de „riehtingskunst" van Herbert Garbe; bij de sferiseh-zwellende en stati sche beelden van Archipenko; bij den klassieken Aristide Maillol; bij den intuitieven of instinctieven Brancusi en bij de exotisch-Afrikaansche plastieken van Pechstein en Sehmidt-Rottenss. Niet alleen geven deze plastiekers een nieuwen vorm, maar ook een inhoudsvolle plastiek, een spanning door i nli oud. Het is goed dat de beeldhouwkunst zich ook vrij vormt door zelfontwikkeling, omdat de ver overde plastische waarde ten goede kan komen aan de architectuur, maar omgekeerd is het ook noodig dat het architectonische overgaat in de sculptuur, omdat beide kunst-soorten, zoo'n na verwant, zoo'n schoon geheel kunnen vormen. Want in de menschelijke beelden aan het gebouw wordt toegespitst de gedachte, die in het wezen van het gebouw is opgesloten, de bouw-idee versterkt door de „gestalte", wat beeldhouw kunst wil zijn. III. De beeldhouwkunst die meer en meer afdwaalde van haar eigenlijk doel en die we hebben zien geboren worden uit de zoogenaamde ruimtelooze kunst van vóór Phidias' tijd, werd onder hem en de zijnen een plastiek voor de ruimte, totdat ten leste, door de tijden evolutioneerend, de vorm steeds immateriëeler wordt om zich ten slotte nagenoeg in de ruimte op te lossen. Zoo eindigen we in het impressionisme als ruimtelooze kunst door het beeld zelf gesuggereerd. De Italiaansclie im pressionistische beeldhouwer Metardo Rosso sprak liet woord uit dat door Troubetzkoi, Rodin, Meunier, Minne, Bistolfi, Kolbe e. a. min of meer werd onderstreept: „Rien n'est materiel dans l'espace", in de ruimte heeft niets substantie. Nemen wij nu de beide polenOudheid en Heden, dan zien we tegenovergesteld aan de Grieksche gespannen en begrensde gevormdheid, de lichaam- looze oneindigheid of anders gezegd: tegenover het plastisch-gevormde staat liet muzikaal-ab- stracte. Tegenover de atmosferische suggestie der im pressionisten, die zich van de spraak der plastiek wisten te ontdoen, stelden de „bouwbeeldhouwers" met Berlage zelf, als Mendes da Costa, Zijl. Franz Metzner, Celine Lepage, Ledërer, Gaul, Tuaillon e. a. weer de zoogenaamde ruimtelooze kunst, dat wil zeggen een ingetogen kunst die niet de ruimte volumineus indringt of zich daarin verliest, maar die in de architectuur overgaat, in liet architecto nisch vlak. Voorloopig lieert deze architectonische sculptuur het groote gevaar in zich, n.l.: „Der Wille zum System ist der Wille, lebendiges zu toten" (Nietzsche). Maar ook de nieuwe vrije ex- perimenteele plastiek kent een gevaar, n.l. zich in liet sensueele te verliezen bij afwezigheid van bouw en constructie. Individueele stemmingslyriek; snelle, dooreen- woelendé indrukken der uiterlijke verschijningen, optisch waargenomen; een impressionisme van kleur, licht en schaduw inplaats van den vasten levenden vorm; een gemoedsgesteldheid, aan gedaan door een bepaalde levensversehijning, zij allen geven geen voldoenden steun en verzwakken eerder een nieuwe kunst. Sociale denkbeelden; kosmische begrippen; filosofische denkbeelden, algemeen menschelijke en natuurkundige waarden als levensbegrip en statische wettenhet weten der gesteldheid of de structuur der materialen; aanvoelen der ruimten, maten en verhoudingen geven meer zekerheden en mogelijkheden aan het gemeenschapsbeèld. Men zou kunnen zeggenhet luxieuse komt tegen over het noodzakelijke te staan. Gezien het Voortdrijven van verschillende culturen, te midden van den grooten Ievéns- stroom, is de tijd van Berlage nog maar een drup pel in de eindelooze wereldzee. En al moge men deze draagkracht in het tijdsverband gezien, nog te zwak vinden, de geestelijke spanning niet krachtig genoeg, de kunstdaad te zeer door ver standelijke materialistische oorzaken overvleugeld om een voldragen kunst te zijn, vergeet niet, dat de koel verstandelijke overwegingen, als nood zakelijkheid een omkeer moesten bewerkstellingen zonder welke een vereenvoudiging en een zuive ring van het verwarde kunstbegrip van die dagen niet te verwezenlijken zou zijn. Deze stylistisehe zuivering vindt'men terug in alle geledingen der samenleving, n.l. in de geestesgesteldheid der mensehen; in het geloof wéér in zichzelf en aan het bovennatuurlijke; in hun hernieuwde gods dienstige of atheïstische levensbeschouwingen; in hun sociale opvattingen cn in hygiënische be hoeften. We zien het in het ontstaan van liet vegetarisme, socialisme, communisme, anarchisme, nieuwe vrijere kleeding en toepasselijker ge bruiksvoorwerpen; in ethische en religieuse ver- eenigingen en in zooveel meer. Een veranderde levenshouding is noodig tegenover de omringende wereld, n.l.: een prijsgeven van een subjectieve opvatting voor een gemeenschapszin. We hebben de poging van Berlage en de zijnen met eerbied gade te slaan, omdat zij in een ver wilderden tijd wezen naar de beste voorbeelden in de oudheid geschapen. En al mogen de sluit- stecnen boven de Beurs-ingangen aan Egyptisch en -creux bewerkte steenen herinneren en d( overlioeksclie figuren van Oldebarneveld, Gij> breelit van Amstel en de gevelsteenen een ge dachte-associatie opwekken met de middeleeuwen in het bijzonder met Chartres, copieën zijn zij allerminst, maar wel een zuiver aanvoelen van wat eens zoo schoon in de eeuwen beloftevol ge schenen heeft als een baken in de wereldzee voo komende geslachten. De Berlagiaansche periode was een lichtflikkering in deze duistere eeuw, een licht, dat door de nieuwere kunstenaars wordt verder gedragen. „Kleine vonk doet groote vlam volgen" (Dante). Want het gaat er mede als met den „Man Gods", Eliah, die de vonk be hield, terwijl Elisa de vlam naar de toekomsi draagt. „Dat toch twee deelen van uwen gees, op mij zijn", zeide Elisa. Laten we hopen, dat ook de jongeren een voldoend aantal deelen van Berlage's geest mede zullen dragen naar de komende verten. De verbazingwekkende, haast ongeloofwaardig' profetie, of moeten we zeggen de Goddelijke Boodschap, die in de groote pyramide van Cheops is opgesloten, n.l. deze: dat onze tijd staat aan den ingang der groote Koningsruimte, mag be moedigend lieetcn, maar deze ruimte, onze toe komst, is zoo indrukwekkend en grootsch, de we slechts aarzelend voorwaarts schrijden. THEO VAN REIJN 1) H(et standaardwerk van Davidson „The Gréat Pyramidë. its divine mensage", dat popu- lair-wetenschappelijk bewerkt zal worden cUaj. C. v. d. Vecht. A

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1936 | | pagina 5