66 Zondagmorgen Rechtzetting van een zonderlinge Dagbladschrijverij. 29e Jaargang - No. 51 15 Mei 1936 Oplaag 5000 Ex. Algemeen Weekblad voor Bloemendaal, Overveen, Aerdenhout, Bentveld, Vogelenzang, Heemstede, Haarlem en Santpoort-Station AD VERTENTIEN ABONNEMENTEN DE SCHROOM DER LIEFDE. Boekhandel D. GORTER Bloemendaal, Tel. 22874 Romans en Kinderboeken UITZENDING VAN DINERS G. J. Gude - Cuisinier Xorte Xleoerlaan Tuinparasols HET BLOEMENDAALSCH WEEKBLAD Advertentiënper regel t 0.15. KRUIDNOTEN, kleine advertenties, 4 regels I 0.35, bij vooruitbetaling. Elke regel meer f 0.10 BIJ CONTRACT BELANGRIJKE KORTING Bureau voor Redactie en Administratie en Advertentiën: KORTE KLEVERLAAN 66, BLOEMENDAAL Telefoon 23453 Postgiro No. 191387 Abonnementsprijs bij vooruitbetaling 11.per half jaat Abonnementen kunnen steeds ingaan, maar zijn ver bindend voor het loopende halfjaar. Losse nummers f 0.05. Het gekrookte riet zal hij niet verbreken, en de rookende vlas wiek zal hij niet uit- blusschen. (Jesaja 42 3). Er zijn tallooze toestanden en handelwijzen in de wereld die onze rechtmatige verontwaardiging opwekken; en voorzoover deze toestanden en handelwijzen ongerechtigheid inhouden, is het ook heilzaam aan onzen toorn uiting te geven: misschien kan een woord of een lange keten van woorden, desnoods door de eeuwen heen, éénmaal verbeteringen scheppen. Dan zijn er bepaalde eigenschappen of ge dragingen van menschen die onze ergernis te voorschijn roepen. Het begrip „ongerechtigheid" komt hier al niet meer ter sprake, de reden tot ontstemming wortelt in veel onbelangrijker gron den: in domheid, leelijkheid of lastigheid. Over deze ontstemming kunnen we in bepaalde gevallen spreken, soms beter zwijgen. En tenslotte bestaan er de kleine dingen, die ons belachelijk of bekrompen voorkomen, of die ons uiterlijke aesthetische gevoel kwetsen, of die alleen maar heel anders zijn dan waar wij aan gewend waren. Hierover valt het ons meestal het moeilijkst te zwijgen; misschien soms nog moeilijker dan over de waarlijk ongereehtige dingen! Onmiddellijk staan wij hier (en speciaal de „intellectueelen" onder ons!) met een, vaak gcdachtcnloos uitgesproken, maar daarna* niet minder onbarmhartige critiek klaar, die ons de toch al niet geasplialteerde wegen tot elkaar soms, voor wij het zelf beseffen of bedoelen, voorgoed afsnijden. Voor zoover wij ons Christenen wagen te noemen, herinneren we ons misschien af en toe wel dat Iemand eens heeft gezegd: „Oordeelt niet". Maar, zoo zeggen we geruststellend tot onszelf, dat geldt immers voor de groote dingen, voor de zonden van onze medemenschen, welker diepte wij niet kunnen peilen, welker oorzaken buiten onzen gezichtskring vallen; dat geldt voor de overspelige vrouw, voor de tollenaren en zondaren, voor de uitgeworpenen uit de maatschappij; en die ver- oordeelen wij niet. Wij vragen altijd, als recht geaarde moderne menschen, eerst naar de om standigheden, de erfelijke belasting, het millieu; daarna, oordeelen wij pas, maar ver-oordeelen doen wij zelfs dan nog niet. Een tijdlang hebben we deze menschen zelfs min of meer verheerlijkt. Neen, dat is allemaal heel keurig volgens de Bergrede. Maar als dit „Oordeelt niet" nu eens niet alleen gold voor de overspelige vrouw, en voor den verloren zoon, maar ook voor de das van mijn buurman, en de stem van den dominee, en het behangsel van de wachtkamer van den tandarts? Als het Evangelie nu eens niet alleen voor de geweldige, ernstigste dingen was, maar net zoo goed voor huis-, tuin- en keukengebruik? En wie iets van dat Evangelie .kent, zal durven kunnen volhouden, dat Jezus zich uitsluitend bezighield met die allerernstigste en geweldigste dingen? Hij, die zich zoo bekommerde om een verloren penning, „om een kindeke in het midden van hen" om het brengen van een dankoffer voor een genezing en om een mosterdzaadje, en zonder den wil van wiens henelschen Vader niet alleen geen mensch stierf, maar zelfs geen muschje ter aarde viel. Hij was minstens evenzeer de man van het kleine als van het groote leven. Hij stierf niet alleen aan het Kruis Hij ging ook naar een bruiloft. Hij vastte niet alleen in de woestijn tenslotte kreeg Hij ook honger. Hij voer niet alleen ten hemel Hij voer ook in een scheepje. Het eene is niet te denken zonder het andere, het groote bestaat niet zonder het kleine. Maar het wezenlijke van alles is, dat het kleine voor Jezus slechts bestond krachtens het groote; in elk onderdeeltje van het alledaagsche leven ontdekte Hij reeds de bestemming voor het leven in Gods rijk. In de vreugde over de penning lag voor hem reeds de vreugde over den zoon in het „kindeke in het midden van hen" zag Hij reeds den zuiveren, kinderlijken menseli; in het simpele vervullen van een tempelplicht den trouw aan den dienst van God, en in het nietige mosterd zaadje reeds den schaduwgevenden boom. Als wij dezen Jezus dus hooren zeggen: „Oor deelt niet", zou Hij dit dan niet, om te beginnen, bedoelen voor het kleine leven? Niet dat het op zichzelf zoo erg belangrijk is, of in een gezelschap een of andere minder vleiende opmerking wordt gemaakt over het costuum van den heer A. of de terminologie van vereeniging B„ als het op geestige Wijze wordt gedaan, kan het zelfs on eindig amusant zijn, en gebeurt het in een vrien denkring, dan is er niemand die er aanstoot aan neemt, of er hatelijke conclusies uit zal gaan trekken. En Jezus, wien de waarde van het „onder j Hiermede is dan het „Oordeelt niet"! geworden j tot het meer positieve „Bluscht den Geest niet i uit!" Zorg, dat je niet onbevust schuldig wordt aan „bloemen, in den knop gebroken", spot niet, kwets niet noodeloos, maar houd U aan het woord van den, zelf door iedereen verguisden en becritiseerden Vincent van Gogh: „Vind maar mooi zooveel je kunt; de meesten vinden niet genoeg mooi!" elkander zijn" volstrekt niet onbekend was, zal de laatste zijn om in dergelijke kringen een braaf vermanend: „Oordeelt niet!" uit te spreken. Hij ging immers nooit star-dogmatisch overal naar dezelfde letterlijke maatstaf te werk: Hij, die den rijken dwaas, die zich een plezierigen ouden dag wilde verschaffen, verfoeide, Hij stelde den oneerlijken rentmeester ten voorbeeld aan zijn sehvarmende leerlingen. Maar als er, bij eenig nadenken, groote kans bestaat dat onze nicts-kwaad :bedcelende critiek in verkeerde aarde zal vallen^ als we er vrienden of familieleden of bewonderaars van den be, oordeelde noodeloos mee kwetsen, of als er men-! schen in de tuurt zijn die elke aanmerking (vooral op publieke personen) gretig als een sneeuw bal gebruiken, die steeds verder -wordt gerold; en steeds toeneemt, dan kan het gebeuren, dat we later plotseling voor een nooit-vermoedde, nooit-bedoelde kloof staan, dat we onbewust pijn hebben gedaan, dat de verdere weg voor onze liefde en vriendschap gebarricadeerd is. Als we dan van iemand hebben beweerd, dat hij nogal wat fantasie bezit, dan keeren onze woorden over een poos tot ons terug in den vorm ,,dat hij een onbetrouwbaar mensch is". En als we van een boek, wat iemand heel na aan het hart lag, hebben gezegd dat het wel aardig is, maar zoo hopeloos verouderd, dan merken we na verloop van tijd, dat we iemand iets mot.' ontnomen hebben. Nu kim dit laatste inderdaad vaak noodzakelijk zijnals we overtuigd zijn van de voosheid of de verblindheid of de sentimentaliteit van de be wondering. Hierin deed Jezus ook geen half werk: „Zoo Uw rechteroog U hindert, ruk het uit!" Wat we als onecht voelen, dat moeten we ver nietigen. Als we maar niet vergeten, dat wat voor óns onecht is, voor een ander vaak zeer wezenlijke waarde bezit; eenvoudig doordat die ander uit andere motieven bewondert dan wij. Een schilderij kan ons afstootelijk leelijk van uitvoering lijken, terwijl een ander het prachtig vindt om het onderwerp wat er op afgebeeld isdie ander denkt gewoon niet aan de uitvoering, hij denkt aan iets volkomen anders. En wat betreft hebbelijkheden van bepaalde menschen: dikwijls kunnen we ons daar als we 't even pro- beeren, zooveel makkelijker overheenzetten, dan we dachtenen het spijt ons, dat we aan onze eerste geërgerde opwelling uiting gaven, waardoor we anderen ook weer noodzaakten hun, misschien nog niet bewustgeworden, ergernis te overwinnen. Dit alles beteekent nu niet, dat we ons critiscli oordeel moeten uitschakelen: integendeel, in den goeden zin gebiuiken we dit altijd nog veel te weinig. Maar er is verschil tusschen onmiddellijke, critiseeTende reactie en uit inzicht geboren, op liefde berustend oordeel. Het uitgesproken oordeel mag zeker nooit de controle der liefde ontberen. Jezus, die alle recht, eigenlijk het eenige recht tot oordeelen had: heiligheid, Jezus oordeelde uitsluitend over ongerechtigheidin elke gedaclite- looze critiek zag Hij den kiem tot onheil, in elk waardeerend woord den kiem tot heil. Als Jesaja van Hem of van een ander, zegt, dat hij het gekrookte riet niet zal verbreken, dan is dat niet om dat gekrookte riet; en wij die zoo graag vragen: „is dat nu zoo erg?" krijgen geen kans om dat hier ook te doen, want we begrijpen heel goed, dat het niet om dat kleine stukje vertreden riet is begonnen, en die rookende vlaswiek is ook wel weer aan te steken als hij uitgebluscht is. Jesaja geeft er alleen maar mee aan: de voorzichtigheid, den eerbied, den schroom van zijn liefde. En diezelfde liefde die zoo schroomt, om te oordeelen, heeft ook den moed om te bewonderen en te gelooven in de belofte. Jezus noemde Simon „Petrus", Rotsman, toen hij het nog lang en lang niet was. Hij „riep de dingen die niet zijn, alsof ze waren". Hij geloofde, hij waardeerde, hij be wonderde zonder voorbehoud, hier zónder voor zichtige reserve. Bewonderen wij niet veel te weinig; als we eens evenveel bewonderden als we critiseerden welk een wereld zou dat wezen! Laten we toch niet bang zijn om te bewonderen, en ook niet om aan die bewondering uiting te gevenSchweit zer zegt het zoo treffend in zijn „Kindheit und Jugendzeit", hoeveel goeds en stimuleerends wij voor elkaar onthouden, door het verbergen van onze dankbaarheid, het verzwijgen van onze bewondering, wij onthouden elkaar de vonk die het vuur van den arbeid kan aansteken. Dit „uiten" hoeft natuurlijk nooit „prijzen", „op hemelen" te worden; het moet nooit in eikaars gezicht worden gezegd, liet moet alleen maar worden geleefd. En tegenover derden kunnen we soms door een enkel waardeerend woord een vooroordeel vernietigen, de kiem leggen tot begrijpen, misschien eenmaal tot liefhebben. Gevestigd sedert 1920 lordensstraat 74, Tel. 13132, Haarlem Op 18 Mei 1936 wordt het Kantoor van „Het Bloemendaalsch Week blad" verplaatst naar in diverse maten en kleuren vanaf f 5.50 Oranje Nassaulaan 116 Overveen. Zooals aan onze lezers bekend is, zijn in ons land .in de laatste 20 jaren tal van dagbladen ver schenen, die allen het woord „Nieuw" in hun titel voeren. What is in a name Die titels zijn alle zoo oud als de weg naar Rome, want al die bladen en een weekblad „De Nieuwe Eeuw'.' (excusez du pen!) orden alleen geschreven en zijn alleen bèstemd oi-.'jOT k'.?. ro-aroselw Nc.urrlan.deTS, die het. r.og altijd prettig en nuttig vinden een apart volk in ons volk te zijn, onder aparte leiding en met aparte bedoelingen. Daartegen op zich zelf behoeft niemand bezwaar te hebben. Waar echter de schrijvers en lezers dier bladen genoegen nemen met onjuisheden op 'n objectief gebied, b.v. op dat van het verkeer, kan 't nuttig zijn daarop te wijzen. Deze of gene zou toevallig aiüus verkeerd kunnen worden ingelicht. En dat is altijd jammer. Daarom verleenen wij, die ons overigens met partijpersbladen niet inlaten, ditmaal gastvrijheid aan een deskundige weerlegging van "allerlei on juiste mededeelingen omtrent het reizen naar het nabije Oosten over Napels en Athene, vervat in de z.g.n. „Nieuwe Haarlemsche Courant" van 24 April 1936. Deze gegevens worden ons door een le klas Reisbureau verstrekt, het reisbureau „Middellandsche Zee", Beursstraat 101, A'dam. „Op reis naar het Nabije Oosten via Napels en Athene". Hoewel wij geen geregelde lezers zijn van de Nieuwe Haarlemsche Courant" zooals de redactie wel denken kan is ons toch het artikel „Op reis naar het Nabije Oosten via Napels en Athene", in het nummer van 24 April toevallig onder oogen gekomen en wij willen niet nalaten daartegen stelling te nemen, daar wij door onze jarenlange praktijk eenigszins met de toestanden in Italië en in het nabije Oosten vertrouwd zijn. Het is stellig te betreuren, wanneer lieden, die niet ter zake deskundig zijn, zich oordeelen over vreemde landen en volken veroorloven die zij voor het eerst te zien krijgen, nog meer te betreuren is het, wanneer een dagblad zijn kolommen voor zulke lieden openstelt en deze op het publiek los laat, dat dan gelooft een objectief artikel te lezen en toch slechts een valsch beeld van geheel subjec tieve en wellicht kwaadwillige beschouwing voor gezet krijgt, dat met de werkelijkheid niets te maken heeft en de mentaliteit van de vreemde volken volkomen ignoreert. Dit vooropgesteld, willen wij ons nu met de zakelijke details van het artikel bezighouden. Om te beginnen getuigt het van groote laten wij zeggen „naiviteit" van den auteur, wanneer hij aanneemt dat er een dagelijksche verbinding tusschen Napels en Egypte moet bestaan. Met de zelfde logica zou men kunnen aannemen, dat er een dagelijksche scheepsverbinding tusschen Rot terdam en Lissabon moest bestaan. Een eenigszins bereisd man, die van Haarlem al eens verder dan Dordrecht en den Moerdijk gekomen is, zal van zelfsprekend voor het begin van een reis naar vreemde werelddeelen bij een reisbureau inlich tingen vragen over de mogelijke verbindingen, en zoo mogelijk de noodige plaats voor de scheepsreis laten reserveeren. Ook in Haarlem bestaan derge lijke reisbureaux, die aan belanghebbenden stellig gratis daarover inlichtingen geven, hoewel het in het geheel niet tot hun verplichtingen behoort. Wanneer iemand van een haven, die rond 2000 kilometer van zijn woonplaats verwijderd is, over een reis beschikken wil, zonder zich voor het begin van zijn reis over de verbindingen vanaf deze haven te laten inlichten, dan getuigt dit van een dilettantisme op reisgebied, dat niet te overtref fen is. Noch heden, noch vroeger is er een dagelijksche verbinding van Napels naar Egypte geweest, deze bestaat slechts in de verbeelding van den auteur. Wel was er vroeger en is er nog heden een zeer ge regelde verbinding van Zuid-Italië naar Egypte, zooals blijkt uit navolgende opsomming, en tot wij het bewijs van het tegendeel krijgen, houden wij het voor uitgesloten dat de auteur van het artikel een volle week in Napels zou hebben moeten ï'crb' .vrewriot pj; -rn verbinding rs'CT Egypte kon krijgen. Wij weten niet wanneer de auteur de reis gemaakt heeft, maar wanneer men ons de nauwkeurige datum opgeeft, zullen wij gaarne het bewijs brengen, dat de auteur van het artikel zeer slecht georiënteerd was, toen hij de zeereis boekte. Het zou wel een bijzonder tezamentreffen van ongunstige data moeten zijn, wanneer men binnen een week geen gelegenheid had, van Zuid- Italië naar Egypte te komen. Navolgend geven wij een opsomming van de in de maand Maart 1936 in aanmerking komende schepen, waaruit men kan zien, dat de auteur binnen een maand tijd minstens 20 maal gelegen heid had, om de reis van Zuid-Italië naar Egypte te maken: Lloyd Triestino: Het Luxe Express Schip „Esperia" vaart iedere 14 dagen Zondags van Napels direct naar Alexan- drië. Op de daartusselien liggende Zaterdagen vaart geregeld iedere 14 dagen een der moderne motor schepen „Egeo" en „Egitto" via Sicilië en Pirasus van Napels naar Egypte. Dit laatste heeft de auteur blijkbaar gebruikt. Verder gaat iedere 14 dagen regelmatig op Zaterdag het Palestina-Egypte Express Schi] „Palestina" van Brindisi via Palestina naai Egypte. Op de daartusselien liggende Maandagen gaai eveneens regelmatig iedere 14 dagen het zeei moderne hyperelegante luxe motorschip „Calitea' van Brindisi via Rhodos naar Egypte. Met dez< vier lijnen alleen is al twee keer per week een ge regelde verbinding van Zuid-Italië naar Egypte met de schepen van den Lloyd Triestino gemaakt. Bovendien varen eveneens van de Lloyd Triestinc geregeld iedere 14 dagen des Maandags var Brindisi de schepen „Diana" en „Vesta" via Syrii naar Egypte en op 28 Maart is het geweldige luxe motorschip „Victoria" van de Oost Azië Expres; het elegantste schip van de Middellandsche Zet van Napels direct in drie dagen naar Port Sai vertrokken. Rekent men de maand slechts met 4 weken, da; beteekent dit alleen met den Lloyd Triestino el gelegenheden in een maand om van Zuid-Itali- direct, dus zonder overstappen naar Egypte te komen Behalve de Lloyd Triestino zijn er nog de vol gende verbindingen met Italiaansche schepel tusschen Zuid-Italië en Egypte: 1. Maatschappij „Italia" in Genua met het s.s „Viminale" van de Australië-lijn op 20 Maart vai Napels over Sicilië naar Port Said. 2. Maatschappij „Tirrenia" in Napels met de groote en luxueuse snelle schepen „Francesco Crispi" en „Giuseppe Mazzini" iedere zesde van de maand direct van Napels naar Port Said. 3. Van dezelfde Maatschappij het snelle schij .Argentina" den I5den van iedere maand vai Napels naar Port Said en 4. eveneens van dezelfde Maatschappij vai, Palermo iedere 14 dagen de bijzonder interessante route „Langs de Palmenkust" via Tunis-Tripolis en Bengasi naar Alexandrië. 5. De Navigazione Libera Triestina in Triëst op den 25sten van iedere maand met een schip vaa

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1936 | | pagina 1