cot o albums FILMS (Agfa Isichrom e.a. Firma A. VERNOUT Longkanker en Wegenstof. Leerplicht voor Filmartisten. F I \J j HOEKJES Tentoonstelling Werkstukken. FEUILLETON. De Boeren-Deputatle. De boeken mee op reis. Lllllput-sterren In „Peter Ibbetson". Filmkindcren vormen een probleem op zichzelf. Jcugdsuccessen houden lang niet altijd succes als-volwassene in. Enkele jonge sterretjes hebben een grooten naam, en alles gaat ze voor den wind, zoo lang hun jeugdige charme bewaard blijft. Doch wreed als de wereld is. laat zij een veelbewonderd, verwend persoont je, soms binnen enkele jaren van het toppunt der roem tot in de diepste vergetelheid zinken. Afgescheiden daarvan zijn er vele weldenkende menschen, die het verschijnsel „filmkind" lieele- maal uit den booze achten. Zij zijn van meening, dat het werken onder de studiolampen op kinderen geestdoodend moet werken, en in ieder geval met hun jeugd en kinderlijkheid korte metten zal maken. Daar staat tegenover, dat het overgroote deel van het publiek dol blijkt te zijn op kinder- sterren en zoodoende de filmproducers aanmoedigt kinderen in hun films te laten optreden. Terwijl bovendien niet vergeten moet worden, dat het in de het meest de aandacht trekkende gevallen gaat om Amerikaansche kinderen, die niet met de onze vergeleken mogen worden ze zijp veel eerder rijp. Tegen kinder-exploiiatie. In ieder geval moet men niet denken, dat de Amerikaansche studio's zich aan ongelimiteerde kinder-exploitatie te buiten gaan of kunnen te buiten gaan. Er zijn in Amerika diverse wettelijke bepalingen gemaakt om den kinder-arbeid, met name ook die in de studio's te regelen. Behalve een regeling der werktijden, bevat de Amerikaansche wet ook artikelen, die voorkomen dat de opleiding der filmkinderen verwaarloosd wordt. In het algemeen zullen de jonge acteurs en actrices niet ~in ue gelegenheid zijn" dc gewone sêhdlën Te 'be zoeken, en zij ontvangen derhalve les van een speciale gouverneur of gouvernante, doorgaans door hun studio aangesteld, die hen onderricht in alle gewone zaken, die ieder kind moet leeren om later een bruikbaar menseh in de maatschappij te worden, met een behoorlijke algemeene ont wikkeling. Ook als de kinderen meegaan „on location", d.w.z. met hun filmgroep op reis gaan om ergens buiten opnamen te maken, waarbij dikwijls weken lang in barakken en tenten wordt gekampeerd, volgt hun de onderwijzer. En zoo werd het mogelijk, dat een der l'ara- mount-fotografen het hierbij afgedrukte tafe reeltje op de plaat kon vastleggen: temidden van een prachtig, woest landschap in Californië, twee kinderen in antieke kleeren aan een tafel vol schoolboeken, met het gebruikelijke booze gezicht aan het leeren. Het zijn in dit geval Virginia Weidler en Dickie Mooie. Dit tweetal werd geëngageerd voor belang rijke rollen in de eigenaardige film „Liefde, sterker dan Dood" (Peter Ibbetson). Dit werk is een verfilming van de, grootendeels in droomsfeer gehouden, roman „Peter Ibbetson" van George du Maurier, die speelt in het midden der vorige eeuw. Vandaar de grappige pakjes van de jongelui. Vele scènes van deze film moeten buiten worden opgenomen, en zoo trokken Virginia Weidler en Dickie Moore met regisseur Henry Hathaway de heuvels in. Waar zij het buitengewoon amusant vonden. Zoolang tenminste meester met zijn dikke boeken uit de buurt bleef. Ontkomen aan zijn greep konden zij echter niet, en zoo kreeg de fotograaf gelegenheid bijgaand plaatje te maken. Hen begaafd duo. Hun werk voor de camera deed hel tweetal met vrij wat meer animo, dan zij op deze foto ten toonspreiden, en hun spel-prestaties zijn werkelijk zeer knap. In de eerste acten van „Liefde, sterker dan Dood" kwamen de figuren, die op lateren leeftijd (in de latere acten) worden uitgebeeld door Gary Cooper en Ann Harding, voor rekening A an Dickie Moore en Virginia Weidler, en de jeugdige sterretjes hebben zich met zulk een vaardigheid van hun taak gekweten, dat zij bijvoorbeeld den reeensent der „Nieuwe Rottcrdamschc Courant" de volgende opmerking ontlokten: Daar is al dadelijk de inleiding als Gogo en Mary nog kinderen zijn en hun rollen ongemeen fraai vertolkt worden door de kleine Dickie Moore en Virginia Weidler". en ook in andere persbesprekingen met groote lof werden genoemd. Ervaren achtjarige. Het was overigens ook niet de eerste keer, dat deze jongelui voor de lens stonden. Virginia kwam reeds op haar tweede jaar bij de film, en nu ze bijna acht is, heeft ze al allerlei rollen vervuld. Meest echter in films, die niet naar Holland kwamen („Mrs. Wiggs of the Cabbage Patch" bijvoorbeeld) en zoodoende maken wij in „Liefde, sterker dan Dood" eigenlijk voor het eerst kennis met haar. Intusschen speelde Virginia ook reeds vele malen mee in tooneelstukken, en bovendien is zij de dochter van een vroeger welbekende Duitsclie operazangeres, terwijl zij nog in de verte verwant is aan de'beroemde muzikale familie Seydel. Een en ander maakt dus wel plausibel, dat Virginia zulke groote artistieke gaven vertoont, en ten volle in staat bleek haar moeilijke taak in „Liefde, sterker dan Dood" tot een goed einde te brengen. Pittige Dickie! Dickie Moore is al een even begaafde knaap en hij is ook in Holland reeds vrij beroemd. Wij kennén hem namelijk uit de Dietrich-film „Blonde Venus", san kleine rollen in „Meisjes in Nonnen kleed", „Bloedende Rozen", enz. Dickie speelde ook reeds in zijn prilste jeugd tooncel. Nu is hij elf en in staat een film te dragen niet door zich van zijn snoezigste zijde te laten zien, doch door spél, wérkelijk spel van groote dramatische kracht. Ontwikkelen, Afdrukken en Vergrooten. Bloemendaalscheweg 53 (bij het Postkantoor). Tel. 23039. Verontreiniging van de lucht gevaarlijker geacht 's-GRAVENHAGE, 18 Mei. De K.N.A.C. schrijft ons: Herhaaldelijk wordt den laatsten tijd de vraag gesteld in hoeverre de toepassing van asfalt en teerproducten bij den wegenbouw invloed kan uitoefenen op het optreden van kanker. Zoowel door lecken-automobilisten als door medici wordt verhand gelegd tussehen de kanker- sterfte en de inwerking van asfaltstof op het mensehclijk lichaam. Een en ander gaf de K.N.A.C. aanleiding een onderzoek in te stellen. Hiertoe werd dit vraag stuk voorgelegd aan den lieer Dr. Ir. M. J. W. Roegholt, directeur van het Centraal Bureau van de Vereeniging voor toepassing van bitumineuze wegconstructies en voorts aan de Vereeniging „Het Nederlandsch Kankerinstituut". De lieer Roegholt schreef in zijn rapport o.m. Wanneer men bedenkt, dat in de drukste verkeersstraten van Amsterdam de asfaltvcr- harding fi m.m. per jaar afslijt, hetgeen bij 15 asfalt overeenkomt met nog geen 0.0002 m.m. per dag, dan beteekent dit een hoeveel heid, die inderdaad onmeetbaar is en door regen en wind terstond wordt opgeruimd. Noch in werkplaatsen, waar asfalt wordt ver werkt, (dakpapier, buizen enz. enz.), noch in fabrieken, waar asfalt wordt bereid, is een enkele aanwijzing te vinden, welke verband legt tus sehen asfalt cn kanker. De toeneming van het aantal kankergevallen in Engeland is in een rapport nader toegelicht. Aan dit rapport ontleenen wij liet volgende Om verschillende redenen wordt gedacht aan de mogelijkheid, dat inademing van wegenstof het ontstaan van kanker in de long in de hand zou werken. Ten zeerste zou de longkankersterfte in de laatste tientallen van jaren toenemen, ter wijl ten tweede blijkt, dat langdurige inwerking van prikkelende stoffen aan liet ontstaan van kanker kunnen voorafgaan, terwijl voorts kanker zou kunnen worden verwekt door teerproducten, welke ook hij den wegenbouw worden gebruikt. Inderdaad vertoont de sterfte-statistiek van longkanker de laatste 10 jaar een stijgende lijn. Volgens de meening van liet Nederlandsch kanker- nstiluut berust deze toeneming niet op schijn, (verbetering van diagnostiek en dergelijke) althans voor een deel moet van een reëele toename voor grootcre bevolkingscentra worden gesproken. Een der beste kankerverwekkende middelen is de teer, die bij wegenbouw wordt gebruikt. Ook de z.g. sproeiteer, die meer voor stofbinding wordt gebruikt, blijkt kankerverwekkende eigen schappen te bezitten. Nu wordt in de laatste jaren steeds minder voor wegverbetering gebruik gemaakt van teer en zijn pekachtige producten, terwijl het gebruik van natuurlijke asphaltproducten steeds toe neemt. Een speciaal onderzoek van Dr. Korteweg in het laboratorium van het Antonie van Leeuwen- hoekhuis te Amsterdam, leerde, dat deze laatste producten althans bij de proefdieren niet kanker verwekkend zijn. De waarschijnlijkheid, dat aan de teerproducten voor den wegenbouw voor liet ontstaan van long kanker bij den mensch een belangrijke beteekenis zou toekomen zou zeer veel worden vergroot, in dien bewezen was, dat ten eerste de teer- en pek achtige producten evenals bij het proefdier ook hij den mensch sterk kankerverwekkende eigen schappen ontvouwen en ten tweede, dat onder invloed van deze stoffen zich bij het proefdier vaak een longkanker ontwikkelt. Inderdaad moet worden vastgesteld, dat teer en zijn producten een kankerverwekkenden in vloed op de huid hebben. Deze stoffen zijn voor den menseh echter niet zoo gevaarlijk als voor het proefdier. Kwaadaardige gezwellen plegen bij den mensch slechts bij uitzondering op te treden. Over het tweede ter sprake gebrachte punt is op dit oogenblik geen zekere uitspraak te doen. In elk geval verliepen proefnemingen om onder invloed van tecrdceltjes op de long kanker te verwekken zonder resultaat. Resumeerende kan worden gezegd, dat de verschillende in den aanvang genoemde redenen, die aan de mogelijkheid van een verband tussehen inademing van bepaalde, voor verbetering van een wegdek gebruikte stoffen en het ontstaan van longkanker deden denken, alle juist zijn. Anderzijds moet worden toegegeven, dat riog zeer veel schakels ontbreken. Er gaan dan ook stemmen op, die de toeneming van het aantal gevallen van longkanker op een geheel andere wijze willen verklaren. Zoo is er b.v. van verschillende zijden de aandacht op gevestigd, dat de toenemende verontreiniging van de lucht met roet (roet bestaat in hoofd zaak uit teerachtige stoffen) de oorzaak van de toeneming van longkanker zou kunnen zijn. Daardoor zou verklaard kunnen worden, waar om de longkanker het veelvuldigst in industrie centra schijnt voor te komen. Van andere zijde wordt de meening verkon digd, dat de verbrandingsproducten van benzine, of van de daarin aanwezige verontreinigingen of bijmengingen, het schadelijke agens van den longkanker zouden vormen. Bij den huidigen stand van onze kennis acht liet Nederlandsch kankerinstituut het niet ge motiveerd, thans reeds uitgebreide maatregelen te nemen, welke wellicht binnenkorten tijd geheel onnoodig zullen blijken. Op dus in hoofdzaak theoretische gronden lijkt het waarschijnlijk, dat de toenemende vervanging van teerproducten door natuurlijke asphaltpro ducten niet anders dan als gunstig kan worden beschouwd. In het gebouw der Sehoolverceniging Aerden- hout-Bentveld (directeur de heer B. de Boer) is een tentoonstelling van werkstukken der leerlin gen gehouden. Bij afwezigheid van den directeur, stelde de heer G. A. de Bock ons in de gelegenheid de werkstuk ken in oogenschouw te nemen. Bij liet betreden van de zolderverdieping, waai de werkplaatsen gevestigd zijn, viel ons reeds direct op de regelmaat waarin alles is gerangschikt. Hier bezagen we de prestaties van de 2e klasse, kinderen van 7 jaar. Veel pleizier hebben deze in het papierwerk, zooals portretlijstjes, kalendertjes, enz., alles keurig beplakt. De leerlingen der 3e klasse maakten cart on versieringen met scherp uitgesneden figuren, b.v. een vloeiboek, omslagen voor radiogidscn, portefeuilles met lintverbandcn. De 4e klasse leerlingen maken flgliurzaagwerk dat door hen zelf beschilderd w ordt, ze kiezen ook de kleuren naar eigen idee, bijv. kerstmannetjes, dienstmeisjes, zwarte pieten, sinterklazen, keurig gezaagd, dienende voor huis- en kinderkamer- versiering; ook lioutscliaafwerk, alles behoorlijk afgeteekend en op maat, waarbij niet alleen de handen, maar ook de hersenen gebruikt moeten worden. Ook zagen wij boekenstandaards, voet bankjes, eierrekjes, spijkerbakjes, vogelnetics, nestkastjes en vooral doozen voor het edele schaakspel, zeer vernuftig gevonden schemerlamp jes compleet met fitting door de leden gemonteerd. Tenslotte bekeken we de afdeeling Handwerken der meisjes, waar keurige werkstukjes, voor zoover als wij mannen dit kunnen beoordeèlen, bij waren. Een wandeling naar deze tentoonstelling loont zeer zeker de moeite. Op de terugreis naar Nederland blijven deheereneen «lag in Berlijn, maar nocli de keizer noch rijks- kanseher v. Biilow was te naderen. Telkens stootten zij het hoofd. Het was voor dr. Leyds niet makkelijk, om de Deputaten over te brengen wat men aan de kanselarijen over liet nut van liun taak dacht. Maar hij is tot bet eind een goed vriend van lien gebleven, ondanks de intriges van enkelen, wier namen hij weglaat. Nog op andere wijze was de Deputatie werk zaam. Kon zij al geen bemiddeling óf tüsschenkonist van de mogendheden verkrijgen, dan hoopte zij toch, dat de mogendheden zouden ophouden met schending van de onzijdigheid waaraan zij zich tot groote schade van de Boeren schuldig maakten. We spraken reeds van Portugal, dat allicht niet anders kon, maar de groote overtreders waren Duitschland en Oostenrijk-Hongarije. Dit laatste le\ erde Engeland geschut en munitie, paarden en zadels. (Aan dit laatste had het Engelsche leger groot gebrek).Lit Duitschland betrok Enge land een groot niassa allerlei schiettuig en munitie, levensmiddelen en andere oorlogsbenoodigdhëden. Staatssecretaris v. Riehtlioten kwam er in den Rijksdag rond voor uit en verdedigde bet zelfs tegen liet, welsprekende protest u n den nationaal- libercrlen afgevaardigde dr. Ilasse. Dr. Leyds teekende er tevergeefs protest togen aan. de Depu tatie herbaalde liet. Het gaf niets. De Oöstenrijk- sche regeering bad de gewoonte maar niet te antwoorden. Het protest der Deputatie tegen de met alle oorlogsconventies strijdige oorlogvoering van het Engelsche leger haatte evenmin. De Vrijstaatsche burgers die te velde bleven werden als rebellen behandeld hun land was immers bij het Britsche Rijk ingelijfd! en hun bezittingen verbeurd verklaard. Te Pretoria werden vrouwen en kinderen van Boeren die den oorlog voortzetten uit de stad gedreven, liet veld in. Bij een aanslag van Boeren op den spoorweg een volkomen ge wettigde oorlogsdaad werden boerderijen in den omtrek platgebrand; en de treinen reden voortaan met burgers op de locomotief; werd een aanval op een trein gedaan, dan werden die mede liet slachtoffer. Burgers, die. de wapenen hadden ingeleverd en naar hun plaats waren terug gekeerd, op de geproclameerde belofte, dat zij cn hun bezittingen dan ongedeerd zouden blijven, werden gevangen genomen en over zee in balling schap weggevoerd en hun huizen werden in brand gestoken. De Engelschen schoten met dumdum- kogels. En zoo voorts. Moest de oorlog al voort duren, hij worde dan althans overeenkomstig het beschaafde oorlogsgebruik gevoerd. Zoo kon 't toch niet langer. Het kon natuurlijk wel, en de mogendheden roerden zich niet. Overal klopte de Deputatie aan doovemansdeur. Een rede van Wessels op het congres van de Interparle mentaire Unie voor Scheidsrecht, en Vrede werd toegejuicht, en daar bleef het bij. Dr. Leyds besloot zich niet meer met vredescongressen, manifesten aan naties en regeeringen en dergelijke op te houden. Het werkte toch niets uit. Wij stippen uit den belangrijken inhoud van liet werk nog slechts een paar kwesties aan: de jirocessen over den Selatiespoorwcg te Brussel, eindigde in flinke gevangenisstraffen voor de directeuren die de Z.-A. Republiek door allerlei geknoei groote verliezen hadden berokkend cn te Hamburg over de positie van Lippert in de dynamietskwestie van Transvaal, in beide welke processen de gezant als getuige moest optreden dc kwestie van de gevreesde vernieling van de goudmijnen in Johannesburg, die Rcitz wou doorzetten om ze niet de Engelschen in banden te laten vallen de terugzending naar Neder land van 1400 man personeel van de Zuid-Afri- kaaftsclie Spoorwegmaatschappij, die hadden ge weigerd dc hand te leenen voor Engelsche oorlogs transporten; de iéwestie van het Boerenmuseum in Dordrecht, waaruit dr. Leyds na den oorlog slechts met de grootste moeite de eigendommen van de Z.-A. Republiek heeft kunnen loskrijgen; de pogingen van de Boeren in Humpata (Angola) om hun benarde broeders in den oorlog bij te staan: vij vernemen terloops, dat die Boeren, naar 't vroegere Duitseh Ziudwest-Afrika getrok ken, nu naar hun door de Unie van Zuid-Afrika, mandataris van het Angola terug willen, aangezien zij het op de dorre lelden, voorheen Duitsclie gebied, toegewezen, nog slechter hebben dan in de Portugeesclie kolonie; het beroep op de internationale universiteitswereld om haar af keuring over den aan de Boeren opgedrongen oorlog uit te spreken, welk beroep van den Leid- selien Senaat zou Uitgaan, maar dat strandde op allerlei bezwaren en bedenkingen van de hoogge leerden, zoodat ten slotte alleen zes professoren 't onderteekenden; maar men kan er zicli mee troosten, dat liet ook niets liad gegeven, als de lieele Senaat er achter was gaan staan. En zoo is er meer. Maar we willen besluiten met alleen nog iets over de reis van president Kruger te zeggen. De President was oud geworden en bad te lijden van het gure klimaat op het Hoogeveld, waarheen de regeering der Z.A. Republiek zich had teruggetrokken. Bovendien gaf het zorg, voor zijn veiligheid te waken, wanneer de Engelschen nog verder zouden opdringen. Daar kwam bij, dat de President, met het zeld zame prestige dat hij in de wereld genoot, misschien nog de tüsschenkonist dér mogendheden zou weten te verkrijgen, al nas dat aan den gezant en de Deputatie mislukt. Het was de laatste troef kaart die werd uitgespeeld, schrijft dr. Leyds. Misschien dat hiermede het spel zou worden ge wonnen. Maar dan moest de ontvangst ook klinken als een klokDat een Nederlandsch oorlogsschip den president vervoerde, was al een mooie inzet. Een landing op Fransclien bodem was 't best. Dan ontvangst bij den president van Frankrijk, en niet als particulier persoon, zooals men te Parijs ver langde, hem moest als president de eer worden bewezen die hem toekwam, Groote inspanning 'heeft het gekost om dit gedaan te krijgen, maar 't is den gezant gehikt. En dan naar Berlijn! Dit was nog altijd de groote kans. Een onbekend gebleven buitenlandscli diplomaat had het in een brief aan dr. Kuyper ook sterk aanbevolen, en dr. Kuyper had de aanbeveling aan dr. Leyds doorgezonden. Een Fransch comité had schikkingen getroffen voor een grootsclie ontvangst te Marseille, waar men eerst hoopte, dat de Gelderland den 20en November om 10 uur zou binnenvallen. Maar 't werd de 22e om lt uur voor het schip in de haven verscheen. Een oogenblik scheen alles nog in duigen te zullen vallen. Het scliip bleef uit, de vele corres pondenten die te Marseille waren gekomen, de saamgestroomde menigte werden ongeduldig. Nu maakte dr. II. P. N. Muller, de concul-generaal van den Vrijstaat, den correspondenten wijs, dat hij wel had geweten, dat het schip niet op den door dr. Leyds c.s. genoemden dag en uur zou aan komen. en dat dr. Leyds alsmede de heer Roels, die veel voor de ontvangst had gedaan, dat ook wisten. De correspondenten waren daardoor ontstemd cn wilden en liloc vertrekken. Met. groote moeite kon hun het dwaze en hatelijke van die voorstelling aan het verstand worden gebracht, en werden ze overreed om te blijven. De zaak was dat de Gelderland door stormweer in haar torli al niet vluggen gang was vertraagd. Maar eindelijk was het schip er dan. ..De schitterende, hartstochtelijke ontvangst aan President Kruger bereid", zoo eindigt dr. Leyds zijn voorrede, „is een manifestatie geweest, gróotscher dan wij hadden duinen hopen on dan wij hadden tegemoet gezien. Het is oen zege tocht geworden door Frankrijk tot in Parijs. „Daarmede kwam qpn einde aan de periode van de Deputatie en 's die van President Kruger aangevangen. Wellicht zal het mij gegeven zijn die in de volgende verzameling te behandelen." Men mag ik hot bolang van de geschiedenis van den episelien strijd der Boeren hopen, dat dr. J.evds de gezondheid zal behouden die hij r.oodig heeft om zijn belangrijke uitgave te voltooien. 0-=:

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1936 | | pagina 5