A. G. G. M. GIORGIS Zn. TOONEEL. „KLEVERPARK" Het Jazz-Feest te Scheveningen. Scheveningen op een Zomerschen dag. (Koopman van Venetië" voor het gerecht. „Heilige Sammetje". f 1.25 ONTVLEKKEN EN OPPERSEN f 0.75 ALLÉÉN PERSEN Wandelsport. SCHOORSTEENVEGERS RIDDERSTRAAT 18A ZWART HAARLEM - TELEFOON 13310 Ook Scheveningen voelt de crisis erg, dat werd ons tenminste al bij voorbaat verteld, dus verwacht ten wij geen volle zaal bij het Jazz-feest, dat een der evenementen van het seizoen beloofde te wor den, en dat ook geworden is. Het is anders geloopen, want de zaal was bijna totaal uitverkocht! Het begon eigenlijk met een teleurstelling, want de Belgische band was nog steeds niet gearriveerd, en dit nummer beloofde een der hoogtepunten van den avond te worden. Gelukkig kwam alles na de pauze nog op z'n pootjes terecht. Het programma, dat om bovenstaande reden een half uur over tijd begon, werd mede hierdoor geopend met een gig-combinatie van The Red Hot .Peppers uit Apeldoorn, die zich van hun beste zijde deden kennen. Zij oogstten veel succes. De kern van dat succes ligt voornamelijk bij Felix Kwast, de leider, die een veelzijdig instrumentalist is; hij speelt guitaar, trompet, sax en clarinet en vooral niet te vergeten piano. Natuurlijk kan dit alles niet even best gebeuren, maar aan zijn sex- trompet en piano-spel hebben wij vooral mooie herinneringen behouden. Ook de andere leden, zijn zuster Tony aan de piano, waren vooral teeh msch zeer vaardig. Dan traden opThe Harmony Sisters, twee meisjes aari een vleugel, met zang. Het spijt ons, maar we vonden dit het minste nummer van dit festijn, dat toch op jazz ingesteld was; bij dit num mer merkte men er echter niet veel vande revue, waarin deze dames kortelings nog optraden, zal wel schuld hebben aah het geacteer en het kenne lijk speculeeren op publiek succes. Het eerste num mer voldeed nog het beste, n.l. Smg before break feast. ITet meisje aan den vleugel heeft van beiden de mooiste; stem,, mooi getimbreerd, met het z.g iblues genre. Vervolgens gaven grooté artisten blijk van hun kunnen op he t linnen venster en zagen wij een filmpje van Leon Abbey en' de maestro Duke JEUingtoh; vooral het laatste Paramount filmpje was bqitengewoon suggestief geillustreerd. Na de pauze dan' kwam de Belgische band The Cotton Club orchestra o.l.v. Raoul Goetseels. We kunnen liier wat het spel betreft moeilijk een maat staf aanleggen, want de leden hadden een groote reis achter den rug, die hun physiek volkomen narfen speelde, Vooral de eerste nummers ja™ nnmTcft muurrx.aTcr vretn Iir, nrri-i, ric^rkoper herstelde zich, de saxen raakten hun schrale toon kwijt en weldra genoot men van een fraaie Solitude van Ellington. Jammer was het dat een vervelende en slechte zanger medewerkte, die zeer veel bedierf. Toeli hebben we van deze kampioenen 1934 een zeer behoorlijken dunk gekregen; menige Neder- landsche band kan hier nog wat van leeren. Hierna traden Felix en Toni Kwast nog solis tisch op aan twee vleugels, ze waren ,,in vorm", en vormden een der beste nummers van den gehee- Ien avond. Eemge jaren geleden vergeleken we ze eens met het zoo beruchte piano-duo van Harry Roy; thans trekken we die woorden, die geen com pliment beteekenden, geheel m. Het was thans magnifiek, zelden gaan twee menschen zoo in elkaar op als deze broer en zuster. Hun Casa Koma stomp was subliem, èn wat opvatting èn wat uit voering betreft. Tot slot nog films met bekende „keien" uit de Jazz-wereTd en nog een succesvol optreden van de band van Kwast. Hierna volgde .de run naar de diverse Balzalen, waar tot 3 uur in den nacht werd gedanst. Een groot compliment voor den heer Bob Schrij ver, die de heele zaak in handen had; menig uurtje heeft hij in benauwdheid doorgebracht, maar het resultaat zal hem wel een groote voldoenmg. gege- ven hebben, eh niet ten onrechte. Met spanning zien we het volgende feest tegemoet. E. G. Louis Davids zong jaren geleden eens: „Ik breng mijn weekend door in Scheveningen", en hij had gelijk. Wij hebben België doorkruist, we hebben Duitsche badplaatsen gezien, maar toch blijft Scheveningen voor ons de kroon spannen. In Scheveningen werkt men hard en met een onge looflijk tempo. Men heeft een pier met gemakkelijke banken, men kan er zich vermeien in een groot Luna-l'ark. Des Zondags begint er een concert op de rotonde, en 's middags kan men gaan dansen in ettelijke gelegenheden, men eet zoo uit de vuist een broodje bij de onvolprezen Bak, men amuseert zich er in één woord heerlijk. Er wordt inj Scheveningen niet geklaagd, men zit niet bij do pakken neer, aanvaardt de tijden zooals ze zijn, en dat is verstandig. Eén devies heeft men er: „de gast is koning". Is het wonder dat er nog tallooze vreemdelingen van Scheveningen genieten Wat zit men niet heer lijk aan de eindelooze boulevard, genietend van zijn kopje koffie bij de klassieke Houtmeier, terwijl toute la Haye of tout le province aan het oog voor bijtrekt. Wat een attracties biedt het typische dorp, onder Haagsch bestuur, maar met nog pre cies zijn zelfde gewoonten als van jaren her. In dit oord wordt de pessimist optimist. Scheveningen wordt een groote concurrent van Zandvoort, is dit eigenlijk al. Beide houden hun dagjesmenschen, Zandvoort die van Haarlem en Amsterdam, Scheveningen die van Den Haag en omliggende gemeenten. Maar de blatende gasten (en daar gaat het om) die brengen geld in het laadje; niet de dagjes- mensch, die zijn eigen kuchie meeneemt. Scheveningen is goed verhuurd, ondanks de crisis, terwijl Zandvoort met een dicht hotel en meerdere onverhuurde gemeubileerde kamers zit. Aan de verbindingen ligt het niet, want in dit op zicht heeft Zandvoort thans veel meer voor. Maar de gemeenteraad van Zandvoort is de dood voor het dorp. Als men met kleinsteedsche begrippen precies recht tegenover elkaar blijft staan, ja, dan komt eens de dag dat men Zandvoort voorgoed kan sluiten. De burgemeester doet zijn best, aan hem ligt het niet in het minst; voor de wijze waarop hij, evenals de nieuwe commissaris van politie, nog weet te schikken, komt hem een woord van hulde toe. Men komt er niet met te denken: Er is geen geld. Want er is nog wèl geld, zij het dan veel minder dan vroeger. Maar toch wil ieder mensch er eens uit, alleen hij eischt meer, en ziedaar, dat vergeet men in Zandvoort. Krijgt het publiek dit, dan geeft het geld, maar niet aan dingen die half aangepakt zijn, zooals een schiettent en een autoskooter, terwijl een kwartier verder een draaimolen staat Weer is bijna een seizoen om, weer nadert de winter, somber voor Zandvoort, in veel mindere mate somber voor Scheveningen. Wij zouden een impressie geven van Schevenin gen op een zomnigen dag, maar onze gedachten dwaalden af naar Zandvoort, dat daar ligt te kwij nen, terwijl Scheveningen fit en onvermoeid door zwoegt en ook resultaat verkrijgt. Het afschaffen van het straperlo gaf Zandvoort een gevoelige klap, maar of men er nu over huilt, dat helpt niet. Dat zag men in Scheveningen in. Nog kan Zandvoort er weer bovenop komen. Dit jaar natuurlijk niet meer, maar wel een volgend jaar. Nu reeds de tanden op elkaar, dan kan men weer als vanouds concurreeren. Laat de verdeeld heid wegvallen, weest geen kniesoor, maar zie verder. Zie tot Scheveningen, en het geld zal weer vloeien. Zandvoort, vooruit!! E. G. „Ons Weekblad" van 8 Augustus ontleent aan de „Jüdische Rundschau" de beschrijving van een eigenaardig proces, dat in de jongste groote stad in Palestina (Tel Aviv) gevoerd is alleen om de daarbij betrokken geestelijken mhoud, niet omdat er door de bevoegde overheid werkelijk iets te berechten was. Een gelegenheidsrechtbank, samengesteld uit bekende in Palestina wonende Hebreeuwsche schrijvers, hield zitting om te vonnissen over de in het openbaar uitgesproken aanklacht tegen het tooneelgezelschap Habima, omdat het in Palestina had durven opvoeren Shakespeare's „Koopman van Venetië", welk stuk in de centrale figuur van Shylock ten tooneele zou brengen een onzedelijke anti-semietische figuur, zoodat Shake speare bij verstek, en na doode, en de spelers, zoomede de regisseur Prof. Jessner, in levende lijve bij vonnis veroordeeld zouden moeten worden. 2000 belangstellenden volgden met aandacht de zitting. Als president dezer zoogenaamde rechtbank deed dienst de heer Harkavi, in zijn dagelijksch leven werkelijk rechter in genoemde stad. Een joodseh journalist vervulde de rol van Officier van Justitie. De ten laste legging luidde tegen Shakespeare: dat hij lichtvaardig, zonder met de behandelde stof en de maatschappelijke vraagstukken die er uit voortvloeiden voldoende vertrouwd te met Vo5r'beaiiclï\en rncic.-Jib1""vWcsri (wij zouden zeggen nalatig en onvoorziel althans onbehoorlijk) ceii tooneelstuk van anï< semietische strekking gemaakt had, rohdom een onwerkelijke aan zijn fantasie ontsproten anti- semietische gestalte (Shylock). Het tooneelgezel- scliap werd beschuldigd, door de opvoering van dit stuk den indruk te hebben gewekt, dat het Jodendom het noodig had zich in deze zaak te verdedigen. Ten slotte werd den regisseur, prof. Leopold Jessner, ten laste gelegd, dat de figuur van den koopman van Venetië Shylock onjuist zou hebben begrepen en doen uitbeelden. De zoogenaamde rechtbank hoorde als des kundige den man, die het stuk uit het Engelsch in het Hebreeuwseli had vertaald. Volgens dezen woonden er, toen Shakespeare leefde, in Engeland nog geen Joden en moesten dus Engelsehe geld woekeraars Shakespeare tot model voor Shylock gediend hebben. Z.i. had Shakespeare geenszins een anti-semietische strekking in dit tooneelstuk gelegd al had die er door de een of andere regie wel in kunnen gelegd zijn. In de opvoering van Habima was dit evenwel volgens deskundigen niet het geval. Wat de overname van de fabel van „het pond vleesch" betreft, merkte Halkin op, dat Shake speare vaak van anderen afkomstige gegevens gebruikte, als dat hem te pas kwam. De vraag of het stuk als een komedie beschouwd diende te worden, beantwoordde deskundige met: ja. Het was een concessie aan de smaak van het publiek uit Shakespeares tijd. Het publiek had oorspronkelijk wellicht de Shylockfiguur niet als een komische en stellig niet als een tragische figuur gezien. De toeschouwes hadden zich wellicht lichtvaardig getoond bij de beoordeeling van de Shylockfiguur, de auteur echter niet bij de schep ping ervan. In een op hartstochtelijke wijze uitgesproken requisitoir wees de „Officier van Justitie" er op, dat de fabel van het pond vleesch, dat door den scliuldeischer, op grond van een eigenaardige schuldbekentenis, geëischt wordt, reeds voor Shakespeare ook in de literatuur van andere volken voorkomt, doch nooit zijn Joden erbij be trokken. Lichtvaardig, aldus deze spreker, heeft de auteur haar voor den Jood Shylock overgenomen. Uitvoerig ging hij in op de volgens hem verkeerde interpretatie van den regisseur en op den indruk, die het stuk, volgens prof. Jessner's opvatting ten tooneele gebracht, juist in dezen tijd van licht geraaktheid in verband met den toestand in Palestina, op het publiek moet hebben. Tenslotte verzocht hij de rechtbank als haar oordeel uit te spreken, dat de Shylock een anti- semietische figuur is, dat het Hebreeuwsche theater geen plaats heeft voor dit stuk van Shakes peare, ook niet in de interpretatie van prof. Jessner en dat derhalve het schuldig diende uitgesproken te worden over alle verdachten. Als verdediger van de verdachten kreeg daarna prof. Jessner het woord. Hij zeide, dat het de taak van het tooneel nooit is problemen uit den weg te gaan. Ons was het zelfe noodzakelijk, dat Habima dit stuk bracht. De taak van het tooneel is niet het leven te fotografeeren, doch het door den dichter geschapene in het licht van den tijd, in welken men leeft, te brengen. In verband hiermee heeft de regisseur de plicht, te schrappen wat hem noodig voorkomt. Jessner hield een pleidooi voor constructieve critiek op het tooneel en constateerde met vol doening de krachtige weerklank, die het deel was geworden van de opvoeringen door Habima van de „Koopman", een weerklank, welke op zich zelf reeds een volkomen rechtvaardiging was voor het door Habima ten tooneele gebrachte. Na replieken trok de rechtbank zich in raad kamer terug, waarna, nadat het geheele proces drie uur had geduurd, het vonnis werd voorge lezen. Het vonnis luidde: Shakespeare kan niet beschuldigd worden de Shylockfiguur in zijn komedie „De koopman van Venetië" lichtvaardig geschapen te hebben. Al was hij ook niet in bijzonderheden met den Jood- sehen aard vertrouwd, toch is in zijn Shylock figuur geen spoor van anti-semietisme te ont dekken. Integendeel is het hem gelukt binnen het kader der komedie een tragische figuur van groot formaat te scheppen en tevens medegevoel op te wekken voor een door onrecht vervolgde en voortgejaagde mensch. Habima kon derhalve ook niet veroordeeld worden. Integendeel moest dit gezelschap ge prezen worden, dat het juist in dezen tijd een werk heeft durven brengen, dat toch eenige ge varen voor het Joodsche tooneel in zich borg. Jessner, aldus liet vonnis verder, had het stuk in het licht van dezen tijd gezien en met groot Tsehan het ziinev xedaan om aan te Uien Trp 'I rJI-!, boogie «Shylock slaat eh hoe oppervlakkig en lichtzinnig zijn vijanden zijn. Het is hem gelukt een tragische figuur, die eën zëfer sterken indruk maakt, te scheppeii en daarnevens een verband te leggen tusschen deze figuur en wat men in dezen tijd ziet De rechtbank had derhalve eenparig besloten, de aanklacht af te wijzen en alle verdachten vrij te spreken. Het vonnis werd door het publiek met groot enthousiasme en langdurig applaus ontvangen. „Heilige Sammetje", blijspel in 3 bedrijven door J. H. Darnley, door Vereenigde leden van het Rotterdamsche Hofstadtooneël, Stadschouw- burg, Zaterdag en Zondag. Haarlem heeft, wordt er iets goeds gegeven, zijn vaste schare schouwburgbezoekers, die geen stuk van beteekenis overslaan of zij moeten dien avond een bruiloft hebben of tegen 8 uur moet juist iemand voor him deur zijn overreden. Dit is wel geen wet van Meden en Perzen (trou wens Haarlem is wel antiek, maar zóó erg antiek toch niet), maar enkel door gemaakte reclame trekt men ons publiek niet. Bij de reclame voor deze opvoering was ook de naam van Cor van der Lugt Melsert gebruikt. Maar zoo gaat het vertrouwen in onze tooneelgezelschappen te niet. Wie affiche en programma van deze opvoering vluchtig las, dacht: dit gaat onder zijne directie, het moet dus goed zijn. Maar de praktijk was daarmede niet in overeenstemming. De nauwkeurige lezer had 't trouwens al gezien: „Vereenigde leden van de Naamlooze vennootschap Vereenigd Rotter- damsch-Hofstadtooneel", wat is daarbij te denken? Wie niet thuis bleef, kwam te weten, dat het stuk een 25 jaar en meer oud was (op zichzelf geen bezwaar, de Vrek van Molière is nog veel ouder) en eigenlijk te-pas heette: In de mist. Hij bemerkte ook dat de heele opzet een beetje kermisopzet was, zoo van: we nemen het vandaag niet zoo nauw. Is dit eigenlijk wel in den haak, speciaal in dezen tijd? Wij waren in waarlijk heilige onnoo- zelheid naar de schouwburg gegaan, verwachtende een schijnheilige of zoo iets achter het voetlicht vroolijk te zien afgemaakt. Allemaal schijn, niets van heiligheid, zelfs niet van schijnheilig heid. Een waarschijnlijke en aangename huishoudster opende met een onwaarschijnlijke maar hoogst amusante als ouderwetsche Engelsehe dominee vermomde hapsnurker het eerste bedrijf. Maar allengs bleek, dat daarmee reeds dadelijk de climax van het geheele blijspel, een ingewikkeld samenstel van zich ophoopende kunstmatige vergissingen, wias bereikt. Aan Anton Roemer en zijn grime daarvoor alle hulde; maar daar gaat het niet om. En waarom: Sammetje? En waarin school nu eigenlijk de heiligheid of schijn-heiligheid des mans? Deze onnoozele nog meer op zich zelf en zijn tractaatjes dan op zijn jonge vrouw verliefde hals is door den auteur gebruikt als een soort ver gissingen-centrale, van waar uit in verband met een juist dien avond in Londen heersehende hevige mist, het eene misverstand op het andere volgde, welke misverstanden zich dan samen verwarren VAN C0STUUM, JAS OF MANTEL KLEERMAKERIJ EN PERS-INRICHTING MR. CORNELISSTRAAT 100, TEL. 11061 REPAREEREN - VERMAKEN - KEEREN. in een derde en een vierde, enzoovoort, en zulks in zoo groot getal, dat men het haast moest op schrijven om 't allemaal bij te houden. Daar tusschen door allerlei verzuchtingen, flauwval- lerijen, gevlieg in deurtjes en uit deurtjes (er waren er niet minder dan vier) met als eenige rustig daardoor heen schietende draad het even stom-verwaande als onbeschaafde en onwaar schijnlijke optreden van den politieman Duffell (door Bob Oosthoek grof, maar met echte vis comiea gespeeld). De auteur Darnley zal misschien destijds een persiflage hebben willen schrijven op onhandige politiemannen. Maar dat is uit den tijd Alles bij elkaar was erg gekunsteld. Maar wij gaan toch naar den Kunsttempel om enz. enz. Enfin, we hebben ons best gedaan ons te amu seeren en te applaudisseeren, omdat de Vereenig- den er toch voor waren overgekomen uit Den Haag. Het gaat er niet om, dat Anton Roemer natuurlijk best, Eduard Palmers voortreffelijk en Piet Rienks leuk en vlot waren. Dat weet ons publiek al lang. Maar de Vereenigden moeten begrijpen, dat zulk Haarlemsch applaus alleen beleefdlieidsapplaus is. Wordt Haarlem misschien wel eens als proefkonijn beschouwd? Maar dat gaat niet. De Haarlemmer is niet zoo tam als hij er uit ziet en spontaan reageerende konijnen vindt men alleen in onze duinen. Was het de zoogenaamde kermisweek? De zomerkermis is afgeschaft. Baden-, beenen- en bussen-werk is er voor in de plaats gekomen. Zou een openluchtschouwburg niet een goede aanvulling kunnen zijn in 't vol gend jaar? In Valkenburg gaat 't, en in Bergen, waarom zou 't hier niet gaan? Een denkbeeld van den heer Deinum. Dit jaar met nieuwen moed in September een echt deugdelijk toonèelseizoen openen. Daar moeten we 't van hebben. Slecht weer komt er genoeg. De Schouwburg is goed. Het goede publiek wil wel. Maar geef ons kunst! Eenvoud, waarheid, gevoel, diepte, geest, intelli-, gentie desnoods, maar in ieder geval kunst, geen kunstvaardigheid zonder meer. T. blDe Sport- en OntspanninzsVereeniging J „Vjrihric ruiters" tg Santport organiseert Zondag j 13 September a.s. een marsdi vaojjpfcm. 30 k.m. Zij hoopt door middel vanpkze marseh iets te laten zien van de mooie oyt reken van Bloemen- daal-Santpoort, het van iwids bekende deel van Kennemerland, maar tevens wat er aan nieuwe bezienswaardigheden in deze streek is te aan schouwen. Van de directie van het Prov. Ziekenhuis is de toezegging ontvangen, dat de marseh door het park van de inrichting mag gaan, waardoor ook menigen daarvan kan genieten. Voor dezen marseh gelden de volgende be palingen 1. De afstand bedraagt pl.m. 30 km. en moet worden afgelegd in 6% uur. 2. De deelneming staat open voor leden, zoowel als niet-leden der N.U.W., minimum leeftijd 14 jaar. 3. Het inschrijfgeld bedraagt 65 cent. Leden der N.U.W. op vertoon van N.U.W.-kaart 10 cent reductie aan den start. Inschrijvingen zonder betaling worden terzijde gelegd. 4. Voor een groepsprijs komen corpsen of ver eenigingen in aanmerking, die met minstens 12 man en een leider(ster) deelnemen en gezamen lijk den tocht volbrengen. 5. Inschrijvingen te richten aan: mej. J. G. Janse, Prov. Ziekenhuis nabij Santpoort en den heer J. West, Brederbdelaan 19, Santpoort- Station. 6. De inschrijving sluit op 6 September. In schrijvers na dien betalen 15 cent meer en zijn niet verzekerd van het direct ontvangen der her innering aan dezen marseh. 7. De individueele herinnering zal bestaan uit een medaille met een speciaal daarop gebracht Bloemendaalseh gedenkteeken. 8. Voor eerste hulp zal gezorgd worden, evenals voor een auto voor uitvallers. 9. Tempo. Een peleton van V.U. zal ongeveer 9.45 uur afmarcheeren en mag tot nadere bekend making niet gepasseerd worden. Snelwandelen is verboden. 10. Vlaggen mogen meegevoerd worden, indien zij vereenigingsvlaggen zijn. Andere zijn ver boden, evenals speldjes en insignes van politieke strekking. Ook mogen niet meer dan 2 door sport verkregen herinneringen worden gedragen. 11. Startkaarten en uitvoerige parcoursen worden aan het startbureau, dat om 8.30 uur geopend is, uitgereikt. 12. De start heeft plaats om 10 uur precies van af hotel „De Weijman" te Santpoort-Dorp. Van Station-Santpoort ongeveer 15 min. loopen (aan 't station zullen gidsen aanwezig zijn). Ook van uit Haarlem en Vclsen per bus te bereiken. 13. De marseh staat onder de bepalingen der N.U.W. 14. De marschleider is kenbaar aan blauwen band om den arm. De rust is in hotel Vreeburg te Bloemendaal. Prijzen zullen nog beschikbaar worden gesteld, voor de verstkomende groep, voor de grootste gemengde groep, voor de verstkomende heer of dame, en voor de grootste damesgroep. Verdere inlichtingen worden verstrekt door de heeren J. Schut, Prov. Ziekenhuis nabij Santpoort en H. Niesten Sr., Schroder van der Kolkweg 16 te Santpoort-Station.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1936 | | pagina 2