z x r i/i Mien Lebberton spreekt over „Kind en Godsdienst." oc III UI O UI LU I UI 06 O O ui O D ui 2 CL O O o ui O O DEDR'JF BLOEM EN DAAL Tooneel. Dr. J. D. Bierens de Haan 70 jaar. Gevonden voorwerpen. bl. In het kerkgebouw der afdeeling Bloe- mendaal van den Ned. Protestantenbond hield mej. Mien Labberton Vrijdagavond j.l. de eerste van een serie lezingen, uitgaande van boven genoemde afdeeling. Door mej. Labberton werd dezen avond voor een vrij talrijk gehoor be handeld het onderwerp: „Kind en Godsdienst". De godsdienstige opvoeding van het kind, aldus spreekster, is een sterkmaking van de kinderziel voor den tijd, die moet komen. Als we de begrippen kind en godsdienst verbinden willen, moeten we bezien wat het kind is; zien we het als een bezit, of als een gave van God, waarvoor wij verantwoordelijk zijn. Is godsdienst voor ons iets wat bij 't leven hoort, of is 't ons een onmiddellijk verbonden weten, altijd, bij leed en vreugde, in licht en schaduw, aan datgene, wat wij menschen niet grijpen of begrijpen kunnen, en waaraan wij ons verbonden weten. Het is goed, als wij gevoelen, dat godsdienst niet iets is, dat bij het leven hoort, maar het centrMe van het leven is. Dan hebben we ook onmiddellijk een sterken drang in ons, hiervan ook iets mee te deelen aan onze kinderen. Als spr. de vraag moet beantwoorden: „Wat is eigenlijk godsdienstige opvoeding?" dan gaf h.i. Ziller een zeer juiste omschrijving: het is den jongen mensch helpen den weg te banen tot aan passing aan den enkeling, de gemeenschap en de oneindigheid. Bij dit laatste is de religie noodig. Opvoeding is inderdaad niet zoo heel eenvoudig; vooral in onze dagen niet. Verschillende vast staande normen zijn omgevallen. De verhouding tusschen kinderen en ouders is zoo veel gewijzigd; volwassenen vanonze dagen klagen over onze jeugd, die naar zij zeggen, zoo wild haar eigen banen gaat. Doch zóó is het niet. De jeugd wil gehoorzaamheid geven en liefde gevoelen voor hen, die leiding moeten geven, maar zij moet die begrippen zelf kunnen uitdeelen; niet als recht hebbend mogen zij van haar worden geëischt. De religieuse opvoeding moet alleen dit zijn: den weg te helpen tot God en dan zelf ter zijde te treden en niet tusschen God en kind in te gaan staan om denkbeelden aan te praten. Het kind wordt veel te veel opgetrokken naar de volwassen sfeer toe. Wie het kind wil leiden, heeft zelf eerst kind te worden; kinderlijk te leeren voelen, te begrijpen, te willen verstaan, en dan het kind aan de hand te nemen en er mee verder te gaan. Wij moeten ook vooral niet denken, dat reli gieuze opvoeding bestaat in het zenden der kin deren naar Zondagsschool, naar catechisatie enz., dus de opvoeding overlaten aan anderen. Ook is het niet voldoende een kinderbijbel te laten lezen en te vertellen; dit kan een hulpmiddel zijn, doch de kern is het niet. De religieuze gestëldheid van den volwassene is een eerste vereischte voor de religieuze op voeding. Het is een groote vraag, hoe de sfeer van het 'gezinsleven is waarin, het kind ademt. Voor volwassenen, die met kinderen hebben om te gaan, is het de allereerste taak ook aan onszelf op dit gebied de grootste eischen te stellen en ons de verantwoordelijkheid diep bewust te zijn, dat er geen scheiding is tusschen theorie en practijk. Het contact zal ieder oogenblik verbroken worden als de opvoeding geschiedt vanuit ge- zagsoogpunt. Dan komt de opstandigheid, wordt het kind lastig genoemd, terwijl bij de ouderen niet erkend wordt, dat het kind het betere, het zuivere heeft ingenomen. Ongelijk bekennen is dan geen gezag inboeten, maar zet ons voor het kind onmiddellijk op hooger standpunt, omdat zij voelen, dat er eerlijkheid en groote moed voor noodig is. De kindergodsdienst, aldus vervolgt spr., wordt gevormd door de traditie van het voorgeslacht, de suggestie en de imitatie van de omgeving; doch daar mogen we het niet bij laten; het ele mentair religieus besef is er, dat er achter dit leven zijn de dingen, die wij niet begrijpen. De religieuze opvoeding moet dit besef levend houden, zuiver houden, versterken, doen toenemen en doen groeien. Spr. staat dan stil bij de practijk van de reli gieuze opvoeding en vraagt: welk godsbegrip zullen we het kind het eerst geven? Spr. meent de God-Vader-gedachte; daarmee zijn we er niet; er moet ook komen als het ware de heer- sehersgedaehte, van den grooten leider van het heelal. Daaruit groeit menigmaal vanzelf het eeuwigheidsbegrip. Tenslotte moet alles zich laten overkoepelen door deze gedachte: God is geest. We moeten God niet te gemeenzaam, te fami liaar voor de kinderen maken, alsof Hij niet groot genoeg is. Daartegenover mag God niet machtig zijn in overeenstemming met het be gripsvermogen van liet kind. Alles moet door diepe liefde geleid worden; niet de volwassene moet bevredigd, maar de kinderziel moet geleid worden. Leiden en versterken wat in het kind groeit en ontbloeit, dat is een eerste vereischte. Hebben we daar den Bijbel bij noodig Ja zeker, doch we moeten goed overwegen wat we zullen vertellen en ryat bewaard moet worden voor later. We leven in een kloof, tusschen ideaal en werkelijkheid. Het gansche menschheidsleven smakt te gruizel. In die tragiek moeten wij leven en menigeen gaat te gronde. Doch niet hij, die noch optimist noch pessimist, noch realist noch droo- mer is, maar als practisch idealist weet te bouwen aan de brug, die over de kloof tusschen ideaal en werkelijkheid geslagen is en weet te vervullen de levensopdracht, die hem is gegeven, waardoor wij als Samuel hooren den roepstem in den nacht, waaraan wij gehoor moeten geven. Dat kan door zuivere en eerlijke religieuze opvoeding, ook in onze kinderen worden gebouwd zoodat de toe komst lichter, blijer moge worden, dan de tijd waarin wij staan; dit zou het gevolg zijn van de werkelijk ernstige, religieuze, blijde opvoeding. Mevr. Immink dankte de spreekster namens het aandachtige gehoor voor haar boeiende rede. ff. De tweede lezing in deze serie wordt Vrijdag 23 October a.s. gehouden, eveneens in het kerk gebouw aan den Potgieterweg. Spr. zal zijn Ds. S. LI. Spanjaard te Vlaardingen over het nieuwste boek van Arthur van Scliendcl: „Een Hollandsch Drama". z r „Family affairs" door Gertrude Jennings bi] „Het de Boer- van Rijk-Ensemble" (regie Nico de Jong). Een stuk, dat onze kranige oude, eeuwig-jonge actrice Mevrouw de Boer-van Rijk op het lijf zou kunnen geschreven zijn. Zij, in deze comedie lady Madehurst geheeten, is eene pittige, alles ziende en alles begrijpende, oude dame, die allerlei lastige familiezaken en het zijn er talrijke in het reine weet te brengen. Daar heb je haar zoon Harvey (Ludzer Eringa), die eene pijnlijke liefdeshistorie heeft met 'n getrouwde vrouw (Corry Corevaa'r) en zij zorgt, dat hij met haar breekt. Daar heb je verder den rijken zoon Herbert (Willem v. d. Veer), die een gierigaard is, maar toch afschuift aan zijne moeder, die al haar kinderen zachtzinnig onder den duim heeft en daar heb je Sidney (Ferd. Steme- berg) den oudsten zoon, dood gewaand, maar die terug komt en heel wat op zijn kerfstok heeft en de moeder offert alles op, zal haar huis, haar heiligdom verkoopen om hem te redden en haar kleinzoon Nevil (Wim Pauw) zit in de ellende omdat zijn vrouwtje op het punt staat hem te verlaten en zij weet haar weer in het rechte spoor te brengen. Dat is de intrige met daaromheen de bovengenoemde sterk gepronoceerde karakters. Ten slotte draait alles om mevrouw de Boer-van Rijk, die prachtig speelde, terwijl de anderen door mij genoemden haar dapper ter zijde stonden. Dat een paar bij figuren minder voldeden o ja ik moet nog Hes Rijken-van Rijk memoreeren, die eene zeurige, ietwat achterlijke zuster van lady Madehurst fijn typeerde is jammer, maar niets is volmaakt op deze wereld. „Charlotte", door Zoë Akins, bij „Het Nieuwe Schouwtooneel" (regie Cor Hermus). Het stuk speelt van 1833 tot 1854. In het jaar 1936 zou de intrige eene geheel andere zijn. Men is thans minder schroomvallig en dat heeft zijne voordeelen ook. Want „Charlotte" is hier een navrant geval. Zij heeft een onecht kind, een kind van de liefde. Zij verbergt haar geheim, vertelt het later aan hare nicht met wier zwager zij verloofd is. De nicht vertelt, dat Charlotte eene bloedspuwing heeft gehad, weshalve de verloving afgaat. Zij neemt het kind en de moeder in huis, verwent het kind danig, waartegen Charlotte de echte moeder, die voor eene nicht van het kind door moet gaan, reageert door juist bits en hard te doen, waardoor het kind de moeder, de oude vrijster, naar het waant, gaat haten, vooral als zij om haar bestwil hare verloving iets in den weg legt, terwijl de pseudo-moeder bet in orde weet te brengen en haar ten slotte op het hart drukt wat vriendelijk tegen „nicht Charlotte" te zijn. Zóó ging het in 1853. Nu zou eene moeder zeggen ja dat hangt van de moeder af, maar zóó zou zij het niet doen. Van dit geval maakte het Nieuwe Schouwtooneel eene mooie vertooning. Dogi Rugani was de veel ge plaagde moeder en maakte in haar bitsheid vooral er eene mooie creatie van. Dat Sophie Stein, de pseudo-moeder daar goed op reageerde, kan ik niet zeggen. Er was letterlijk niets, vooral in het begin, op haar gezicht te lezen. Maar eene verrassing bracht Nina Bergsma die in dit stuk als het ver wende dochtertje debuteerde en jong frisch spel gaf. Verder goed gespeelde bijrollen o.a. door Ko van Dijk, I.cna Kley en in een klein rolletje Jenny Maerlandt, die oolc krachtens een grootere ro', die ik verleden jaar van haar zag, m.i. veel belooft, Zeer smaakvolle décors van Jacques Snoek! „Niemands Baby" door Wasslll Schwarkin bij „Het Hollandsch Tooneel", (regie Louis Saalborn) Eene alleraardigste, zeer vermakelijke parodie op Russische toestanden van dezen tijd, welke echter ook op andere tijden en in andere landen van toepassing zou kunnen zijn. Het gaat om een overdrevene actrice, die een rol opzegt van eene wanhopige ongehuwde moeder, die een baby verwacht. Deze monoloog wordt afgeluisterd door een vriendin, die het voor werkelijkheid houdt en liet jonge actricetje wil nu doen alsof om ervaring op te doen. Dat daar rare ontwikkelingen uit voortkomen, spreekt van zelf. De ouders zijn wanhopig, aanbidders verdwijnen en andere, ridderlijken, verschijnen, zoodat zij ten slotte den man harer keuze krijgt en het mysterie van „niemands baby" wordt opgelost. De schrijver heeft alleraardigste types geschapen en 3 October, den dag dat de première van dit stuk ging, zal in gulden letters geschreven staan in het levensboek van Bob van Leersum, een jongen, tot dien dag nog niet opmerkelijken acteur, die een prachtig type van een onbeholpen vrijer, van een hark van een man heeft gegeven, die onvergetelijk zal blijven. Verder waren er een Russische, oude musicus, met idealistisch oogen- spel en heelemaal goed gespeeld van Louis de Vries (dat was de vader van het jonge meisje), de moeder uitstekend in haar verschillende gemoedstoestanden van diep geschokte tot hemelhoog juichende als er een nieuwe vrijer op komst was van Julia Cuy- pers, terwijl Annie Follender een verrassend goede creatie gaf van het jonge meisje, Wim v. d. Brink en Alex Faassen, twee los gespeelde vrijers waren, Arnold Smit een goede verraaier, Louis Saalborn een geestige Joodsche vader van een vriendinnetje van het meisje, dat werkelijk een baby moest krijgen van den verrader, maar nu een beteren man vindt en er waren nog andere, kleinere goede creaties. Edmond Visser. Jaarvergadering Afd. Bloemendaal Volkszang. De afdeeling Bloemendaal der Nederlandsche Vcreeniging voor den Volkszang kwam in het Jeugdhuis in jaarvergadering bijeen. Na opening, bracht de secretaris, de heer A, Kranenburg, het jaarverslag uit. Het ledental kon zich handhaven, in tegenstelling met het aantal donateurs, dat wederom achteruit ging. Dit wordt ten zeerste betreurd. De secretaris herinnert voorts aan de goed geslaagde Kerst- en Lenteavonden, en besloot met den wensch dat alle hun beste krachten zullen inspannnen tot behoud der ver- eeniging. Mevr. M. Cassee-Visser, penningmeesteresse, vermeldde in haar verslag hierna het verloop de financiën; de nieuwe rekening begint met een nadeelig saldo van circa veertig gulden. Het ver slag werd goedgekeurd. Tot leden van de kascommissie werden aange wezen Mevr. Donkervoort en den heer Schipper. Enkele plannen om te komen tot dekking van het tekort werden besproken. De aftredende bestuursleden, de heeren D. van Baak en D. Kuiper (voorzitter), werden bij accla matie herkozen. Benoemd tot Ridder in de Orde van den Nederlandschen Leeuw. blOnder vele blijken van belangstelling, doch vooral van vriendschap en waardeering, heeft de Nederlandsche wijsgeer Dr. J. D. Bierens de Haan, gister te zijnen huize zijn TOsten verjaar dag herdacht. Het waren vooral zijn vrienden, die dezen dag niet onopgemerkt voorbij wilden laten gaan en hoewel hem in den loop van de week nog een huldiging tijdens een officieel diner te Den Haag en een huldigingsbijeenkomst te Amster dam wacht, waren toch vandaag reeds verscheidene vrienden en bekenden naar Aerdenhout gekomen om den sympathieken geleerde in huiselijken kring geluk te wenschen met zijn 70en verjaardag. Tegen half vier arriveerden de voorzitter en de secretaris van het gevormde holdigingscomité, Prof. R. Josseling de Jongh en de heer D. Munniks met den minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, Prof. Dr. R. J. Slotemaker de Bruine. Op hartelijke wijze sprak de minister den jubilaris toe. Hij verklaarde dankbaar te zijn voor het feit, dat hij hier mocht spreken als een goede kennis en oude studiemakker van Dr. Bierens de Haan. 50 jaar geleden was de tegen woordige minister door den jubilaris als student te Utrecht „doorgezaagd", zooals men toen in studentenkringen het ontgroenen noemde. Nog andere jeugdherinneringen haalde minister Slote maker de Bruine op, doeh over examens en pro moties wilde hij het niet verder hebben, hoewel hij als bewijs van de verdiensten van den jubilaris er toch nog aan wilde herinneren, dat deze, na in zijn jeugd op normale wijze in de theologie tot doctor te zijn gepromoveerd, kortgeleden door de Amsterdamsche Universiteit werd onderscheiden met een doctoraat honores causa in de letteren en wijsbegeerte. „Het is u gelukt", aldus de minister, „een eigen kring om u heen te vormen, een kring, die dankbaar tegen u op ziet. Nu ben ik persoonlijk gekomen om u mede te deelen, dat het H.M. de Koningin heeft behaagd, u te benoemen tot ridder in de orde van den Nederlandschen leeuw". De minister wenschte Dr. Bierens de Haan met deze onderscheiding geluk, waarmee de andere aanwezigen van harte instemden. Het was langzamerhand vol geworden in de ruime kamers van het huis aan den Slingerweg te Bentveld. Tot de velen, die in den loop van den middag kwamen felieiteeren behoorden o.a. de burgemeester van Bloemendaal Jhr. Mr. C. J. A. den Tex, de oud-griffier der Provinciale Staten van Noord-Holland, Mr. S. H. Vening Meinesz, de oud-directeur van het Rijksmuseum Jhr. van Riemsdijk, een vertegenwoordiger van het Leid- sche studenten-corps en vele anderen, terwijl tal van telegrammen waren binnengekomen van personen, die de komende dagen van de meer officieele gelegenheden tot huldiging van Dr. Bierens de Haan gebruik zullen maken om liem van hun sympathie te doen blijken. Tal van bloemstukken en geschenken sierden de woning, die de meeste bezoekers pas tegen zes uur des avonds verlieten. blGevonden en terug te bekomen bij: B. Bousema, Oranje Nassaulaan 28, Overveen, een kleine portefeuille met inhoud; Visse, Bloemen- daalscheweg 2X6, Overveen, een blauwe angorakat; Ingenhuis, Bakkerlaan 9, Bloemendaal, een auto sleuteltje F. B. 329; Arends, Zijlweg 275, Haarlem, een ruigharige fox-terrier; B. Boxem, Lambrecht van Dalelaan 4, Haarlem, een hockeystick; J. v. d. Linden, van Twiskplein 10, Haarlem, een verm. gouden ring met steenJ. ter Maat, Stoels Hofje 3 Bloemendaal, een belastingmerk in étui; J. Meijer, Teding van Berkhoutlaan 15, Aerdenhout, een langharige zwarte hond; Kloos, Hospeslaan 6, Haarlem, een dameshandschoen; A. Zaalberg, Vogelenzangscheweg 370, Vogelenzang, een dames handschoen; Breukink, Ard. Stoopplein 12, Over veen, een damesportemonnaie met inhoud; Kennel Haariem, een fox-terrier; v. Putte, Tramweg 9, Aerdenhout, een abonnement op Stadsschouwburg; B. van Leeuwen, Bosch en Duinlaan 8, Bloemendaal een kinderportemonnaie met inhoud; Semplonius, Noorder Stationsweg 19, Bloemendaal, een cein tuur van kindermantel; Hoogendoorn, Croese- straat 24, Haarlem, een zwarte kinderportemon naie; C. van Duin, Stolberglaan 9, b. Aerdenhout, een zilveren haarspeld; aan den politiepost te Aerdenhout, een haarkam, een beursje met in houd; aan het bureau van politie Overveen, een nikkelen heerenhorloge, een kerkboekje, een pet, een paar handschoenen, een paar dameshand schoenen, een pahr nappa dameshandschoenen een wollen handschoen; Politiepost Aerdenhout. een Wilka sleutel. Nederl. Protestantenbond. blDe Afdeeling Bloemendaal van den Nederl. Protestantenbond houdt Dinsdag 20 October een ledenvergadering in het Kerkgebouw. Behalve de jaarverslagen, komt aan de orde de aanvulling van het bestuur wegens periodieke aftTeding van de heeren Schieferdecker en Teitsma, die herkiesbaar zijn, terwijl moet worden voorzien in dc vacature ontstaan wegens het bedanken van Mevr. Wilson- Krijn. Voorts zullen twee afgevaardigden naar de algemeene vergadering van den Bond te Utrecht worden aangewezen,waarbij tevens de beschrijving s brief voor die bijeenkomst zal worden behandeld. o Uitstapje Vereeniging „Haerlem". blDe Vereeniging „Haerlem" organisec- Zaterdag 17 October een uitstapje naar Edam De heer M. van Dijk, secretaris van de Vereeni ging tot bevordering van het Vreemdelingen verkeer te Edam, heeft zich bereid verklaard he gezelschap rond te leiden. Men vertrekt 12 uur van de Groote Markt le Haarlem, per autobus. Het gezelschap zal ongeveer 6 uur weer in Haarlem terug zijn. Een bezoek wordt gebracht o.a. aan het stadhuis, het Museum, de Groote Kerk en den O.L. Vrouwe Toren.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1936 | | pagina 9