MET LIEDJE VAM IEDER JAAft
Koopt bij onze Adverteerders
DE ST. NICOLAAS
MET EEN COMPLEX
Ingezonden.
5
SINT-NICOLAAS!
Bloemendaalsche Schaakclub.
door
WILLY CORSARI
Alex verwenschte z'n tante Ella uit den
grond van zijn hart, toen ze hem, als een
soort alles-meesleurende wervelwind, uit
zijn eenzaamheid wegdwong naar deze
bel-verliehte, feestelijke zaal, vol vroo-
lijke menschen. Maar hij kon het haar
niet weigeren. Ze had zich, levenslust!?:
als ze was, zoo verheugd op haar Sint
Nicolaasfeest en op de clou, als Sinter
klaas in persoon zou verschijnen, om ge
schenken uit te deelen en nu had haar
Binterklaas, de oude dr. Lindgraaf, zijn
voet verstuikt.
„Alex, je moet me helpen, je wilt toch
niet, dat ik zoo'n gehuurden Sint Nico-
laas neem, die dronken wordt of rare
fingen zegt en als hij het goed doet, is
hij toch niet zoo op de hoogte van allerlei
dingen en juist als er géén buitenstaan
ders zijn, is zoo'n feestje pas aardig, ie
kon vroeger leuk tooneelspelen, wees nu
één keer geen kluizenaar en als je abso
luut weg wilt vóór het souper, in
's hemelsnaam, maar kom nu in elk geval
tnee, de kapper wacht om je te grimeeren
„Tante", stamelde Alex.
„Laat me éven aan het woord komen
jongen, neem je smoking in elk gevai mee,
er zijn ongeveer twintig menschen en er
komt, geloof ik, een nieuw kennisje van
Puck, ze heet Fanny en moet erg verlegen
zijn, wees niet te norsch tegen het arme
kind
Zoo kwam het, dat Alex, de verlegene
zijn stille jonggezellen woning verliet en
naar het feest ging
Als kind was hij op school gesard en
verzweeg het thuis uit trotsch. Nu een
knappe jongeman geworden, welgesteld,
begaafd was hij maatschappelijk on
mogelijk.
Maar toen hij dezen avond binnentrad
gebeurde er iets wonderlijks met hem.
Zijn gelaat droeg weliswaar de stugge
uitdrukking van anders, maar die ging
ditmaal volkomen verloren in den prach-
tigen, witten golf-baard! Een spiegel
wierp hem zijn beeltenis toe en het werd
hem vreemd te moede, toen hij zich zoo
zag, als juichend begroete Sint Nicolaas.
Ei' ontdooide iets in hem, want nü voelde
hij zich algemeen welkom en bemind!
Er was een verlegen joggie, dat
zich door de anderen opzij liet duwen.
Alex hield wat voor hem apart en toen
de uitdeelerij ten einde was en de radio
dansmuziek inzette, gaf hij den kleinen
jongen het geschenk en vermaande:
„Niet zoo verlegen zijn, jongen, anders
word je later nooit een flinken kerel.
GUUS BETLEM jr.
Zoo is de Sint-Nic'Iaastijd dan weer gekomen,
De tijd van surprises, van vreugde en pret,
De tijd dat we weer in een grappig gedichtje
Es fijn in het zonnetje worden gezet!
Nil zitten we weer om het hardste te zwoegen,
Wat rijmt er opimarsepijn, steenkool of visch
Nu zijn we weer allen als jolige kind'ren
Omdat het... Sint-Nicolaasavond weer is!
Nu wordt er weer heel geheimzinnig gefluisterd
En zijn er de deuren weer stevig op slot,
Nu wordt er ja, zelfs door de grootste verkwisters,
Al weken en weken tevoren ge-pot
Nil maken we pakken, die massa's beloven,
En pakjes, bescheiden, eenvoudig en klein,
Waarbij dan de éérste dat hoort nu zoo eenmaal
De meest onbeduidende blijken te zijn!
Nil zijn weer de straten vol kijkende menschen,
Nu zijn weer de winkels tot berstens toe vol,
Nu zijn er de hoofden van grooten en kleinen
Al dagen, al wéken tevoren op hol
Nu's ookde malaise heel even vergeten,
Althans voor een tijdje de deur uitgezet,
Want't gakt niet om kostbare, dure geschenken,
Maat 't gaat toch in hoofdzaak alleen om de prèt!
„Neen, schat, sinds vanmorgen heb ',k
me voorgenomen een beetje zuiniger te
worden en nu wilde ik, omdat het vandaag
St Nicolaas is, je daar echt eens mee
verrasen."
„Hè?"
„Luister maar! Ik heb niet dien mantel
van f 145 gekocht, maar een van f 120,
dus f25 goedkooper. Eerlijk gezegd, vond
lik dien ook wel een beetje mooier. Maar
het voornaamste is, dat ik voor die f 25,
'meteen een aardig hoedje heb gekocht,
zoodat ik die voorlooplg niet noodig
hebNu Frans, zeg eens wat! Vind je
het geen verrassing?"
Frans had zich omgedraaid, om maar
Inlet te laten zien wélk 'n verrasing het
was.
BUSY.
Beloof je me, dat je probeeren zult om
niet meer zoo verlegen te zijn?"
„Jjameener Sinterklaas,",
stotterde de kleine en trok zielsgelukkig
af met zijn cadeau.
Er klonk een zachte lach, Alex keek in
een paar aardige meisjesoogen. Ze zei:
„Het klonk zoo grappigmaar u nebt
gelijk, verlegen menschen worden nooit
gelukkig."
Alex keek haar getroffen aan. Hij ver
moedde even, dat voor het éérst iemand
geraden had wat verborgen was onder
zijn stugheid en onvriendelijkheid, maar
tcfen begreep hij, dat ze doelde op zichzelf
„Ik ben Fanny," zei ze, „u hebt me
laatst al ontmoet, maar zeker weer ver
geten. Mag ik wat bij u komen zitten?1.
Ze wierp een wat angstigen blik rond.
Wat een aardig feest, niet?"
Toen begreep hij, dat ze het meisje
was, van wie zijn tante gesproken had
Hij sloeg haar gade. Ze zag er lief uit,
maar ze bewoog zich onzeker en daar
door onbevallig, ze wist haar aardig
costuumpje niet te dragen, haar hoofd
was gebogen, men voelde, dat ze zichzelf
niet aantrekkelijk vond.
„Danst u niet?" vroeg ze, na een tijdje
„O, ehHij was op het punt om te
weigeren, maar er sprak zooveel verlan
gen uit haar blik
„Mag ik Sinterklaas vragen?" Er kwa
men kuiltjes in haar wangen als ze
glimlachte.
Even later dansten ze, door tante Ella's
werkelijk van verbazing uitpuilende
oogen nagestaard.
„U danst heerlijk", zei het meisje, „en
u bent een schat van een Sint. Ik heb een
tijdje staan kijken en luisteren, toen a
met de kinderen bezig was. U gaat na
tuur ijk veel om met kinderen in uw
beroi p."
Al x begreep haar niet, maar het werd
hem duidelijk, toen ze vroeg: „Mag ik aan
het ;ouper naast u zitten, dokter?"
Ze hield hem voor den ouden dokter.
Dat'amuseerde hem.
„Wilt u dan met zoo'n ouden Sint
soupeeren?" vroeg hij.
„O ja, graag!" Ze kleurde en voegde
er bij: „Misschien vindt u het vreemd,
maar ik voel me met iemand als u op m"n
gemak en met jonge mannen niet. Die
maken me schuw. Ik ben altijd bij m'n
moeder geweest, die ziekelijk was en na
haar dood bij een oude tante, dat heeft
me zoo verlegen gemaakt. Het is ellendig,
ik zou zoo graag óók meedoen, gekheid
maken en bijdehand en yroolijk zijn,
maar ik kan niet opschieten met jonge
menschen, ik ben teveel aan oude ge
wend." Ze keek hem lachend aan. „17
neemt het toch niet kwalijk, dat ik
dat zeg?"
Heelemaal niet! Het iseheen
voorrecht om een oude Sint te zijn op die
manier!"
Hij had een meisje 'n compliment ge
maakt en het huis stortte niet in.
Zij was nu niet verlegen. Ze babbelde
ongedwongen en met stralende oogen,
de vroolijkheid maakte haar mooi
en het was met een spijtig gevoel, dat
Alex zich ging verkleeden. Hij kon toch
niet Sint Nicolaas blijven! Maar hoe zou
ze het opnemen, dat hij niet de oude, ge
moedelijke dokter was9
Toen hij terugkwam in smoking, zonder
tóüwiv bad hij een sensatie, alsof hij
vrijwel naakt binnentrad. Daar stond ze
en keek hem met groote oogen aan,
vragend, zoekend, weifelend. Het was er
weer, dat ellendige gevoel. Waarom was
hij zoo dwaas geweest, voor het souper
te blijven? Nu zag hij, in den spiegel,
weer den gewonen Alex, met zijn strak
gelaat en norschen mond. En zij had
hem alleen aardig gevonden, omdat ze
hem voor den ouden dokter hield.
Daar stevende tante Ella op haar af.
„Met wie soupeer je, kindlief?"
„Met.met den dokter." zei Fanny
weifelend.
„Met wien?" Tante Eiia volgde haar
blik en barstte in lachen uit. „Nu begrijp
ik, waarom zoo'n schuwe muis als jij zoo
opgewekt was. Je hield Alex voor een
ouden heer! Nu, ik kan je verzekeren,
dat hij jong is en dat ik hem nog nooit
zoo beminnelijk en opgewekt heb gezien
als daarstraks met jou!"
Fanny leek verstard van schrik. „U...,
u was het?" vroeg ze angstig. „Ik dacht,
u kwam me al bekend voor, maar zonder
baard eno, u zult me wel een ges,
opdringerig schepsel hebben gevonden...."
„Integendeel, ik zou bijna wenschen
altijd een Sinterklaas te kunnen blijven
om altijd zoo welkom te zijn...."
„Ik ben minstens zoo verlegen als u,"
bekende hij.
„U!" riep ze, „waarom in 'shemels
naam?"
„En u dan? Hebt u reden? Zoo'n lief,
aardig meisje
Toen lachten ze allebei.
Aan het dessert zei ze plagend: „U bent
wel een echt moderne Sint Nicolaas,
eentje met een complex!"
„En u? Wat voor een minderwaardig
heidscomplex moet een meisje als u wel
hebben, om zich voortdurend met een
ouden Sint bezig te houden, als iedere
jongeman blij zou zijn met haar ge
zelschap?"
Hij kon zich niet herinneren, ooit zoo'n
jolig Sint Nicolaas te hebben gevierd.
„Ik zou wel altijd Sint Nicolaas willen
zijn", verzekerde hij.
Ze kleurde en lachte. „Dat liever niet',
zei ze: „ikhoud niet van mannen
met baarden!"
„ALLEN CREATUREN".
Een Inter-raciale Kring.
Misschien mogen wij voor liet volgende een
oogenblik de aandacht vragen.
Men herinnert zieli waarschijnlijk nog wel, dat
eenige weken geleden in het gebouw van den
Protestantenbond te Haarlem een bijeenkomst
werd gehouden ten bate van het Salatiga-Comité,
waar tevens door sprekers van verschillenden
landaard een geloofsgetuigenis werd afgelegd
men denke slechts aan dien jeugdigen Chinees.
Welnu, deze samenkomst was mede uitgegaan
van de vereeniging „Allen Creaturen".
En nu was het typisch te bemerken, dat ver-
scheidenen dien avond de vraag stelden: „Allen
Creaturen", wat is dat voor een organisatie
Niemals gehort!
Hierop even in het kort te antwoorden is het
doel van dit stukje. De ,,A. C."-kring is een lande
lijke organisatie, die behalve te Amsterdam, waar
een afdeeling gevestigd is, haar leden verspreid
heeft over het geheele rijk (hier en in Indië) en die
daarnaast een menigte belangstellenden heeft
Zij wil de gedachte van de onderlinge toenadering
der rassen bevorderen en zich keeren tegen alle
stroomingen, die zich aan overschatting van eigen
ras of natie te buiten gaan.
Zij staat daarbij op den grondslag van het
Evangelie.
Dat hier in Onze dagen een ruim arbeidsveld
ligt, laat zich licht denken. Onophoudelijk ga ons
getuigenis uit ten opzichte van de gelijkwaardigheid,
van alle rassen en volken, zoowel in schuld tegen
over God, als in het deelen van den zegen van zijn
Evangelie.
Voor God zijn wij allen gelijk, of wij Europeaan
zijn of Aziaat en, wilt u het nog verderof wij zijn
Rus of Batakker of Mongool, Jood, Bedouin,
Nederlander, Papoea: „Bij Hem en bij Zijn Heilig
Kruis, vindt men elkander weer".
En nu is het zoo merkwaardig, dat men dit
theoretisch meestal wel toestemt, maar toch telkens
weer gehoor geeft aan het duiveltje van den rassen
waan, dat fluistert, dat al die anderen, bij ons
vergeleken, toch eigenlijk maar stiefkinderen zijn.
Tegen al zuiken superioriteitswaan richt zich
nu ons streven. Het is heerlijk en zeer actueel zich
hiervoor open te stellen; prachtig is het hiervoor
bij elkaar te komen en deze vraagstukken te be-
studeeren, want niemand denke, dat dit alles nu
ook weer zoo eenvoudig is maar nog schooner
is het, wanneer wij onze verbondenheid met onze
broeders en zusters van andere huidskleur ook
toonen, door met hen samen een kring te vormen,
waar men elkander tot steun kan zijn.
Het zijn er niet zoo heel velen in ons land, maar
hun getal is toch niet onaanzienlijk. Deze samen
werking en nog veel meer bedoelt de Inter-Raciale
Kring „Allen Creaturen".
Voorzitter van het hoofdbestuur is Dr. W. ten
Boom, te Hilversum, den Haarlemschen vrienden
geen onbekende. Penningmeester de heer F. v. Kol
te Doorn. Secretaris de tweede ondergeteekende.
Allen die hiervoor belangstelling hebben, melden
dit even aan hem. Wij hebben hier in Haarlem
zelfs groote plannen!
Laat ons dit goed vasthouden, dat God uit eenen
bloede het gansche menschelijke geslacht heeft
gemaaktdat wij hebben één Meester, n.l. Christus,
en Das Jesus siegt, bleibt ewig ausgemacht,
Sein wird die ganze Welt.
H. LASSCHUIT,
Oud-zend.-leeraar
NIC. DIXON,
Velserstraat 81, Haarlem.
ALGEHEELE LUCHTBESCHERMING.
In Haarlem, de stad der Pacifisten, is op 16
November een „School voor Luchtbescherming"
opgericht. Ik weet niet, hoe u over oorlogsvoor
bereiding en luchtbescherming denkt, maar wij,
die met hart en ziel werken voor de vredesidee,
wij voelen ons verplicht, een waarschuwend woord
te laten hooren, daar door de oprichting dezer
school, de schijn gewekt wordt, dat er absolute
luchtbescherming mogelijk is.
Het tegendeel is waar.
Er is grondig bewezen, dat er van werkelijke,
algeheele luchtbescherming geen sprake kan zijn.
Hoorde of las u nooit iets van autoriteiten op
dit gebied, met name: Drs. J. Ruttink te Delft;
Ir. R. J. Hondius te Rotterdam; A. Viruly, onze
bekende pacifist-vlieger? Zoo niet, doe het dan!
Hebt ge er wel eens over nagedacht, dat het
uitgesloten is, dat ouden van dagen, zieken en
kleine kinderen gasmaskers kunnen dragen.
En gelooft ge, dat er een moeder te vinden is,
die zich zelf zal besehermen, terwijl ze haar
kindje onbeschermd weet? Neen, duizendmaal
neen!
Welnu, sla de handen eendrachtig inéén, hecht
geen geloof aan beschermingsvoorspellingen.
Blijft wakker, waakt! Werkt voor vrede voor
alle volkeren!
A.N.V. Vredebond,
Afd. Haarlem en Boemendaal.
In het Jeugdhuis aan de Donkere Laan had
Woensdag j.l. een vriendschappelijke ontmoe
ting plaats tussehen de Bloemendaalsche Schaak
club en de Haarlemsche Schaakclub. De Haar
lemmers waren met 20 man opgekomen. Bloemen-
daal won met 128.
Omtrent den lien November j.l. gespeelden
competitiewedstrijd, ZanaVoort 2Bloemendaal
2, kunnen wij berichten, dat Zandvoort de afge
broken partij gewonnen heeft gegeven. Bloemen
daal wint derhalve dezen wedstrijd met 64.