Zondaginraori MIDZOMERNACHTDROOM Van de Leestafel. Ingezonden. Moederdag - Vredesgang. HAARLEMSCHE Coöperatieve Diner-vereen. ;»V - ■orr? - i.S Geestelijke Arbeid. Toen zeide Hij tot Zijne discipelen: „De oogst is viel groot, maar de arbeiders zijn weinige. Mattheus 9 vs. 37. Tracht het u eens in te denken dat de gewassen, die de menschheid voor verhongering moeten vrij waren, volgroeid op den akker staan en er te weinig zijn om den oogst binnen te halen, zoodat deze kostelijke gave Gods onbenut op het veld achterblijft, ten prooi aan verrotting en verwor ding! Zou dit dan niet zijn een nationale ramp? In den hangen tijd van den wereldoorlog, toen de bloem der natiën op de slagvelden van Europa verbloedde, is het gebeurd, dat de rijke koren velden onder ruwe soldatenvoet werden vertrapt en er op andere plaatsen geen werkkrachten be schikbaar waren om het Godsgeschenk te Ver zamelen om op te tasten in hooge bouwschuren. Een volle oogst en een tekort aan arbeiders! In derdaad, dit is verschrikkelijk! Jezus gebruikt ook dit beeld van den vollen oogst met de weinige arbeiders, als Hij sprak over de geestelijke toebrenging van het volk tot het Koningkrijk der hemelen. Geweldig groot was de schare menschen. die zich om Jezus verzamelde. Het was een dringen en öuwcn om maar zoo dicht mogelijk tot Hem te naderen. Zoo oppervlakkig bezien zou mén zeggen, dat Jezus bezig was om Zich een grooten aanhang te verwerven. Van allen kapt stroomden de men schen toe om Hem te zien en te hooren. Och, 't is niet zoo moeilijk om veel menschen bij elkaar te krijgen; toen niet en thans ook niet. Iemand, die in 't openbaar bijzondere dingen doet, ziet zich al spoedig omringd door een menigte menschen, die nieuwsgierig de halzen rekken om van dat ongewone schouwspel de primeur te mogen genieten. Wie met aandacht leest zal terstond de beweeg redenen ontdekken van het toestroomen van al die menschen tot Jezus. Het dochterken van den overste gaf Hij het leven terug; de zieke vrouw, die den zoom Zijns kleeds aanraakte, werd ter stond gezond; twee blinden werden opZijn machts woord de oogen geopend en een stomme waarin de demon huisde ontving de spraak terug en werd Verlost van de vreeselijke macht van dezen duivel. Dat waren dingen, die een geweldig opzien baarden onder het Joodsche volk. Ook thans zou men, om zoo iets mee te maken geen moeite of kosten ontzien en zouden duizenden samen- stroomen, om dien eenen Persoon in Zijn wonder werken gade te slaan. Stel dat er iemand was, die alle ziekte en ar moede, allen schaduw van ellende uit de samen leving kon bannen, men zou hem zetten op een zegewagen en zijn tocht zou daverende hosanna's der duizenden uit de kelen doen dringen. Maar het was Jezus niet te doen om eerbetoon. Hij streefde niet naar een goedkoope populariteit, dte zich gemakkelijk laat verwerven en even ge makkelijk weer veTloren gaat. De doelstelling van Jezus' arbeid was zuiver geestelijk en als Hij de mensehen genas van hun kwalen en ziekten, was dit slechts een bijkomstigheid, voortvloeiend uit Zijn liefderijk hart hetwelk zich ontfermde over allen, die leed en smart in zich omdroegen. Jezus is de groote hartènkenner. Daarom wist Hij ook wat deze schare bewoog om tot Hem te komen. Geen geestelijke nood dreef hen uit tot Jezus, maar slechts ijdele nieuwsgierigheid om iets te mogen zien van Zijn wonderen en teekenen. „En Hij de scharen ziende, werd innerlijk met ontferming bewogen over hen, omdat zij vermoeid en verstrooid waren, gelijk schapen die geenen herder hebben." (vs. 36). Als Jezus thans op aarde terugkwam, zou Hij hetzelfde zeggen. Ook thans is er een groote geestelijke nood en evenals in Jezus' dagen zijn er te weinig arbeiders om in dien nood te voorzien. Ach wat, zal iemand zeggen: er zijn toch kerken in overvloed en aan geestelijke leidslieden heeft ons volk toch geen gebrek? Wie Peest ('lijk wil worden voorgelicht, kan bij eiken predikant of pastoor terecht en wie het buiten de kerk wil zoeken, heeft een ruime keuze uit allerlei stroo mingen die de menschen met de hoogere dingen in aanraking wil brengen. Laten wij van deze dingen geen rekensommetje maken. Afgezien nog van de vele blinde leids lieden, die er thans even goed zijn als in Jezus' dagen, zouden wij toch schrikken van het ver- houdingscijfer tusschen geestelijken en leeken. Jezus bedoelde met deze scherpe en eerlijke uit spraak over de weinige arbeiders niet in de eerste plaats hen, die een bepaald geestelijk ambt in de Kerk hebben verkregen. Ieder Christen moet, zal het goed zijn, een arbeider zijn in het Koninkrijk Gods. Daar behoeft men niet voor gestudeerd te hebben en Zondag op Zondag op den kansel te staan preeken. Een man van de stadsreiniging kan een arbeider zijn volgens het woord van Jezus en een werklooze bij zijn stempellokaal kan een goede boodschapper zijn in den dienst van Zijn Goddelijken Meester. Een eenvoudig woord, op het goede moment gesproken, kan onder de leiding van Gods Geest meer uitwerken dan een geleerde preek van een predikant. God roept allen, die den sehoonen naam van Christen dragen, geestelijken zoowel als leeken, op om Zijn arbeiders te zijn. Doen wij wat voor de uitbreiding van Gods Vrederijk? Behooren wij tot de "productieve krachten, die 's morgens uitgaan tot den vollen oogst der wereld om iets in te zamelen voor de bouwschuur van den Allerhoogsten Koning? Of behooren wij tot hen, die het werk maar liever aan anderen overlaten en zoodoende de droeve klacht van Jezus over de weinige arbeiders ook voor onzen tijd geldig maken Velden, wit om te oogsten, maar spaarzaam de arbeiders om in te zamelen! Onder het jagen naar aardsche dingen, heeft de ziel van zoo menig menseh armoede geleden en dat wreekt zich nu. Er is bij velen geen inner lijke kracht, geen reserve, geen "rots waarop men heeft gebouwd. Het aardsche goed ging verloren, de ongunst der tijden hulde het leven in droeven schaduw en de onvastheid op maatschappelijk terrein werkte ook door op geestelijk gebied. En nu wenden velen het roer, zoeken weer vast heid, grijpen weer naar de concrete dingen van het geestelijk leven, die wellicht ten deele onbe wust in hun hart zijn blijven sluimeren. Er komt een verlangen naar geestelijken rijkdom, naar iets dat te midden van al wat valt staande blijft. Op allerlei wijze openbaren zich deze dingen voor hen, die opmerkzaam toezien. Velden wit om te oogsten, maar te weinig arbeiders! Niet alleen van de kerk als instituut zal meer kracht moeten uitgaan, maar voor ieder persoon lijk die den Christus beleidt als zijn Koning, ligt hier een sehoone, niet te verwaarlooze roeping. Wij moeten, God wil het! met onze klare belijdenis tegemoet komen aan dit verlangen naar het con crete. Met ons woord, zeker, maar meer nog met onze daden moeten wij predikers zijn van den rijk. dom van onze belijdenis, van ons vast gefundeerd geloof, van onze hoop en verwachting, geworteld in de onwankelbare beloften van onzen God. Dan zal dit de zegen Gods zijn, dien God schenkt in en buiten de kerk, dat er komt: vroomheid en beginselvastheid, een antwoord op de benauwende vragen van den tijd en een antwoord op de klem. mende vragen der eeuwigheid. Het vuur van den Pinkstergeest moet weer ver. nieuwend en bezielend onze geestelijke krachten doen opwaken, om elk persoonlijk naar de mate van zijn kunnen en kennen aan den arbeid te zetten. Daarom: het ideaal hoog en leven met heel ons hart in verwachting. Hetzelfde woord, dat Jezus tot Zijn discipelen sprak geldt ook voor de Christe nen van 1937: „Gij zult kracht ontvangen, wan neer de Heilige Geest over u is gekomen en gi' zult Mijne getuigen zijn." Dix, Bloementeelt in den liefhebbers- tuin; Radstake, Het kweeken van fruit in eigen tuin; Slager. Het kwee ken van groenten in eigen tuin; Prijs per deel gebonden f 1.75. Onvermoeid gaat de N.V. Uitgevers Maat schappij „Kosmos", Keizersgracht 133, Amster dam-C., voort, liefhebbers van bloemen en planten aan zich te verplichten. Steeds breidt zij het aantal werken te hunner voorlichting uit en het is ons daardoor een genoegen onze lezers er op te mogen wijzen, dat zoo juist weder een nieuwe reeks daar van uitgekomen is. Van de deskundige hand van J. F. Ch. Dix, hoofdredacteur van „Floralia", verscheen n.l.: „Bloementeelt in den liefliebberstuin" met 45 foto's en teekeningen. Hoe het voor elk, die het voorrecht heeft, een stukje grond te mogen bewerken, inderdaad mogelijk zal zijn, dit in een lusthof te veranderen, met een onuitputtelijke bloemenpracht, voort gebracht door zelfgekweekte één-jarige bloemge wassen, vaste planten- bol- en knolgewassen, rozen, heesters, ja, wat niet al, wordt door den competen- ten schrijver op zijn bekende aantrekkelijke wijze duidelijk gemaakt. Hij leert ons, welke bloemen elkaar moeten opvolgen, hoe- en wanneer ze ge zaaid, verspeend, gescheurd en verplant moeten worden. En hij doet dit, op een voor den niet- vakman zoo duidelijke wijze, dat, bij aandachtig lezen en opvolgen van zijn advies, mislukking uitgesloten en succes gewaarborgd is. Daartoe wijdt hij de lezers in, in alle geheimen van de ver schillende wijzen van voortteelenn.l. door zaad, stekken en scheuren, oculeeren en broeden. Mooie foto's en practische handsehetsen verduidelijken daarbij steeds de bedoeling, zoodat elk misverstand uitgesloten wordt. Daarna komt, alfabetisch ge rangschikt, een keur van éénjarige bloemen, waar aan schier geen enkele bekende bloem ontbreekt. Ze worden stuk voor stuk uitvoerig omschreven met behandelingswijze en gebruik, Ook de twee jarige bloemen zijn op deze wijze opgenomen, evenals de rotsplanten en vaste planten, terwijl ten slotte bol- en knolgewassen, conifeeren, water leliën en moerasplanten het werk besluiten. Het tweede boekwerk draagt tot titel: Het Kweeken van fruit in eigen tuin", met 75 foto's en teekeningen. Indien iemand wetenschappelijk bevoegd is, den liefhebbers tot gids te strekken bij de verzor ging zijner fruitgewassen, dan is het stellig de auteur van dit aantrekkelijk en met enthousias me geschreven werk. Want de lieer W. J. Radstake is niemand minder dan de chef bloemist der Konink lijke tuinen „Het Loo". Dat hij daarbij over een vlotte pen en een aantrekkelijke stijl beschikt, maakt, dat het bezit van dit boek een voortdurende bron van genot en leering is voor eiken tuinbezitter, Wat de heer Radstake tot het schrijven van dit werk deed besluiten Het was de overtuiging, dat de liefhebber niet weet, hoe hij zijn fruitgewassen moet verzorgen en dat er zoo weinig lectuur bestaat, met het gevolg, dat men in de tuinen zoo weinig fruitgewassen ziet, of m.a.w. dat de bezitter niet voldoende van de mogelijkheden op de hoogte is, die ook deze gewassen voor zijn tuin bieden. En toch, welke bijzondere bekoring heeft het niet, vruchten te eten uit eigen tuin en hoe gaat hieraan niet de schoonheid der natuur vooraf bij het zwel len der knoppen, de bloemen. En Guido Gezelle vond zelfs de poëzie van de bloemknoppen, grooter dan die der peren-zelf, want: ,,'k Ziegeren in de hoven Uw peren groot de zonne zitten stoven al rijpen rood. Maar 'k zie wel nog zoo geren Uw blommen staan de perels van de peren eer ze open gaan". Inderdaad, de bloei van peren, appels, perzik, pruim, kers, mispel, kwee, enz. is niet minder dan die der sierboomen en struiken, hun vruchten zijn niet minder schoon dan aangeplante bes heesters. Een gelukkig feit, vooral voor den lief- liebber-fruitteeler, is 't daarom, dat de fruitcultuur in de laatste jaren totaal is veranderd. Daardoor is het nu mogelijk, op een kleine ruimte verschil lende soorten te planten, die niet meer volgens de ingewikkelde „beredeneerde snoeiwijze" in toom gehouden moeten worden en waardoor tevens de vri shtbaarheid uitbleef, maar die met een een digen vorm en een gemakkelijke, practische sn< :i zijn te kweeken en te onderhouden. Men pil itst dus nu met veel succes een kers of een el op het gazon als solitairplant, een appel in border, een peer of kwee of een appel in den sterwand. De verkeerde verzorging van ooft- gewassen heeft bij menigeen de liefhebberij, om zelf fruit te kweeken, vernietigd. Een goede voor lichting kan dikwijls groote fouten voorkomen reeds bij den aanplant. Dit kloeke boek, met zijn schitterende foto's, zijn duidelijke teekeningen en bevattelijke voor lichtingen is ongetwijfeld geroepen, niet alleen de oude animo te doen herleven, maar ook om een wijden kring van nieuwe liefhebber-fruitkweekers te vormen In alfabetische volgorde der namen van de auteurs, sluit het werk van den heer J. K. Slager, leeraar aan de Tuinbouwschool voor Meisjes „Huis te Lande", Rijswijk (Z.H.) zich als derde in „Kos mos" 's Nieuwe Reeks aan. De titel „Het kweeken van Groenten in eigen tuin met 60 foto's en teeke ningen, duidt reeds aan, dat dit boek bedoelt aan wijzingen en voorlichting te geven aan den kring van liefhebbers, die zich gaan toeleggen op het kweeken van groenten. Dat die kring zich alom in den lande zienderoogen uitbreidt, behoeft geen verwondering te baren, als men bedenkt, d«4 dit werk buitengewoon veel genoegen veTsehaft en zoovelen profiteeren van de opbrengst, die zelfs van een bescheiden stukje grond reeds flink kan zijn. Ook de hierin opgenomen foto's zijn zeldzaam mooi. Een woord van lof voor Mej. J. M. Fermont, die deze kiekjes op het schoolterrein en onder wel willende medewerking van de directrice, Mej. J, Hingst, nam! Zonder deze opnamen en de zeer duidelijke handschetsjes zou het den deskundigen samensteller niet gelukt zijn, om, zooals thans voor den liefhebberkweeker een betrouwbare en begrijpelijke gids te zijn. Nu liggen de geheimen van grondbewerking, bemesting, zaaien, groente- kweek in vollen grond en onder glas en de teelt van specerijkruiden, in letterlijken zin voor den amateur-kweeker, als in een opengeslagen boek vóór hem. Spreken wij te boud, als wij de ver wachting uitspreken, dat ook dit boek, evenals de beide eerstgenoemden een gretigen aftrek zal vin den? Alle drie zijn zij van hetzelfde kloeke formaat, in fraai gekleurde stofomslag en tegen den prijs per deel van f 1.75 in elke goede boekhandel en bij de uitgeefster verkrijgbaar. B. Zeer Geachte Redactie, Vriendelijk zou ik willen verzoeken opname toe te staan in Uw blad voor het volgende: Ondergeteekende, wonende te Overveen (Bloe- mendaal) zou gaarne als Pacifiste het volgende onder Uwe lezers willen brengen: Bij mijn dagelij ksclie wandeling in onze schit terende omgeving, nu prijkend in vólle lentepracht, de tuinen overvol van bloeiende planten en geu- rendf., bloemen kwenkelende en kwinkelende vogris, kortom Bloemendaal op z'n mooist -treft het mij bij 't passeeren van verschillende tuinen in onze gemeente, als een schrille herinnering aan oorlogstijd, die dood en ellende over de mensch heid bracht, hoe er altijd nog menschen zijn, die hun tuinen trachten te vervolmaken door het plaatsen daarin van groote en kleine mijnen zelfs van kogels. Zij hebben na de moordende springstoffen er uit te hebben laten verwijderen, deze ruimte aangevuld met aarde, waaruit zij dan 't liefst „vergeet-mij-nietjes", anjelieren of viooltjes welig laten groeien! Er is zelfs een tuin, die grenst aan een zéér bekende Lagere School, die ook in de nabijheid is van een Middelbare School, waarvan de eigenaar deze versiering zóó opvallend heeft aangebracht, dat de jeugd (de Pacifisten der toekomst!) die hier 4 X per dag passeert, de opvoedkundige- opbouwende invloed hiervan, zéér zeker niet ont gaan zal Wij Moeders-Opvoedsters van het komende ge slacht, die zóó ons best doen de vredesgedachte bij onze kinderen aan te kweeken, wij achten het onze plicht dit onder Uwe aandacht te brengen. Hoe kunnen wij tegen onze kinderen zeggen: lijk, eens hoe beeldig al die bloemen en planten" Dit hier isdét daar ismaar dat op him vraag iseen mijn, die vroeger tot doel had br. brgvreeselijk Moet ik hen daarvan vertellen Er is een tuin hier vlak bij mij, vól bloemen en midden in die lenteprachteen mijn met een vuurtoren er boven op daarnaast een zandbak, waarin een schat van een kind placht te spelen gezien 't achteloos weggeworpen schepje en 't speel goed wat er omheen ligt Die combinatie is foutief en schreeuwt om her ziening. Ons motto: „Eerbied voor het Leven!" Weg met alle oorlogstuigen lieelemaal in de nabij heid van onze opgroeiende jeugd! Weg ermee! Ze behooren niet naast bloemenpracht en lentegeur en zonneschijn en ons spelend kind! Zij waren in 't leven geroepen anderen te dooden te vernielen. Denkt U er eens rustig over na neemt U ze weg ze geven de menschen ergenis en U ook, nu U dit weet Wij, wij danken V voor Uwe bereidwilligheid C. VAN 'T LAMTEEPE. Overveen, Hemelvaartsdag. Oranje Nassaulaan 121. 9 Mei 1937 Moederdag Dag der kinderen. Zie die kleuters daar gaan met stralende snuitjes en glanzende oogen vol blijde verwachting; met mondjes, die vroolijk snappen, in hun knuistjes stijf geklemd 't geldstukje om voor Moeder een kleine verrassing te koopeneen bloem, een vrucht, een kleine versnapering. De allerarmsten, zij die geen stuivertje kunnen missen, kunnen terecht in veld, wei en boseh, waar de natuur hen om niet helpt, om Moeder te verrassen. O, een moeder- Laat ons tijdens de Schoonmaak Uwe maaltijden bezorgen. Prijscourant op aanvrage. Bakenessergracht 27 - Tel. 14393 hand is gauw gevuld en de kinderen leeren, dat liet zaliger is te geven dan te ontvangen; en de moe ders knuffelen hun kleintjes; haar warme harten zijn zoo spoedig vervuld van een blijde dankbaar heid en de kinderen ervaren, dat Moeder de vaak moeilijke kunst van ontvangen verstaat. 18 Mei 1937 Moedersdag Dag der Moeders Vrouwen-Vredesgang. Zie, straks zullen zij daar weer gaan als vorige jaren, alleen in steeds langere rijen, de duizenden en nog eens duizenden vrouwen, moeders allen, ook zij, die geen kind hun eigen kunnen noemen, want elke vrouw is moeder in zooverre de drang in haar leeft om te koesteren, te behoeden, te verzorgen, te beschutten en te vertroetelen wat teer is en klein en hulpzoekend. Zie, daar schrijden zij zwijgend, rustig, waardig, ernstig, hoopvol en vertrouwend. Vertrouwend dat: „In het eind de zwakke krachten zeker zullen winnen!" In die tienduizenden harten dezelfde bede, honderdvoudig geformuleerd, maar toch dezelfde: „God, behoed mijn kinderen, alle kin deren dezer aarde; doe hen opgroeien tot edele, evenwichtige, bruikbare menschen, rijk en ge zegend, niet naar de Wereld, maar naar den geest. Rijk aan idealen gezegend met open blik voor al het sehoone en goede in uw heerlijke schepping; dankbaar hun zwakke krachten te mogen ge bruiken tot den opbouw van een betere wereld, van uw eeuwig Koninkrijk." De echo's, opgewekt door dat afgrijselijke, dat misdadige woord, dat ontsproten moet zijn aan een waanzinnigen geest: „Wat het moederschap is voor de vrouw, is de oorlog voor den man, zijn nog niet verklonken. Duivelsehe waanzin om in één adem te noemen moederschap: het wonder van Gods scheppende macht, het op aarde komen van een nieuw menschenleven; en oorlog: de vernietiging, verminking, verwoesting, de slachting van datzelfde leven. Neen, de echo's zijn nog niet verklonken van die woorden uit een „vadermond", uit machtswellust. God, ver geef het hem; hij wist niet wat hij deed. Maar die echo's zullen overstemd worden door het aanzwellende geruisch uit millioenen vrouwen monden over de gansche aarde, van Oost naar West, van Noord naar Zuid; het zal zijn als „het geruisch van vele wateren", door niets te keeren, het woord: Vrede Wereldvrede.1 Zoo zij het. A. V.d. C. Het Openluchtspel een gebeurtenis voor de Zaanstreek. De Zaansche Vereenïging voor Vreemdelingen- Verkeer deelt ons het volgende mede: Ter gelegenheid van het 10-jarig bestaan der V.V.V. ligt het in de bedoeling in de eerste helft van Juli a.s. een 6-tal openluchtuitvoeringen te geven van het meesterwerk „Midzomernachtdroom" van William Shakespeare in het daarvoor bij uit stek geschikte Wandelpark te Koog aan de Zaan, waarvoor de aanvrage bij het gemeentebestuur is ingediend. Aan dit omvangrijke werk zullen niet minder dan 120 executanten hun medewerking verleenen, welke alle uit de Tooneel-, Symphonie- en Zang verenigingen uit de Zaanstreek zijn aangezocht. De hoofdregie is in handen van Mevrouw Jacqueline Royaards-Sandberg te Amsterdam. Als koor- en orkestdirigent zal optreden de heer Jo van den Boogert te Zaandam. De leiding van het Ballet berust bij Mevr. L. Polak-Dreese te Amsterdam. Bereids hebben de tooneel- en dansrepetities een aanvang genomen, terwijl het orkest en het koor dezer dagen gevormd zullen worden. Wanneer men in aanmerking neemt, dat in totaal stellig een 40-tal repetities noodig zijn om op 3 Juli a.s. de Première te kunnen doen plaats vinden, dan mogen de verwachtingen Inderdaad hoog gespannen worden. Het geheel zal op sprookjesachtige wijze zijn belicht. De accomodatie voor het publiek wordt in de puntjes verzorgd. De V.V.V. durft dit openluchtspel aan in samenwerking met de Tooneelvcreenigingen „Von del", „Rhetorica", „Royaards", „Welsprekend heid", „Hierna Beter", „W.T.G.", „Thalia" en ,Dr. C. Laurillard" uit welke besturen technische en propagandistische commissies zijn gevormd. In verband met de komende vacantieperiode wordt nu reeds verzocht met de data 3, 6, 8, 10, 11 en 13 Juli rekening te willen houden, daar de be langstelling buitengewoon belooft te worden. Nu r-eds bereiken het bestuur aanvragen om plaatsen te reserveeren uit de Zaanstreek, Haarlem, Purmerend en Amsterdam, wel een bewijs hoezeer het publiek „Midzomernachtdroom" weet te waardeeren. Nadere berichten volgen van tijd tat tijd.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1937 | | pagina 9