Zondaginraori
MIDZOMERNACHTDROOM
Van de Leestafel.
Ingezonden.
Moederdag - Vredesgang.
HAARLEMSCHE
Coöperatieve Diner-vereen.
;»V
-
■orr?
- i.S
Geestelijke Arbeid.
Toen zeide Hij tot Zijne discipelen: „De
oogst is viel groot, maar de arbeiders zijn
weinige.
Mattheus 9 vs. 37.
Tracht het u eens in te denken dat de gewassen,
die de menschheid voor verhongering moeten vrij
waren, volgroeid op den akker staan en er te
weinig zijn om den oogst binnen te halen, zoodat
deze kostelijke gave Gods onbenut op het veld
achterblijft, ten prooi aan verrotting en verwor
ding! Zou dit dan niet zijn een nationale ramp?
In den hangen tijd van den wereldoorlog, toen
de bloem der natiën op de slagvelden van Europa
verbloedde, is het gebeurd, dat de rijke koren
velden onder ruwe soldatenvoet werden vertrapt
en er op andere plaatsen geen werkkrachten be
schikbaar waren om het Godsgeschenk te Ver
zamelen om op te tasten in hooge bouwschuren.
Een volle oogst en een tekort aan arbeiders! In
derdaad, dit is verschrikkelijk!
Jezus gebruikt ook dit beeld van den vollen
oogst met de weinige arbeiders, als Hij sprak
over de geestelijke toebrenging van het volk tot
het Koningkrijk der hemelen.
Geweldig groot was de schare menschen. die
zich om Jezus verzamelde. Het was een dringen
en öuwcn om maar zoo dicht mogelijk tot Hem te
naderen. Zoo oppervlakkig bezien zou mén zeggen,
dat Jezus bezig was om Zich een grooten aanhang
te verwerven. Van allen kapt stroomden de men
schen toe om Hem te zien en te hooren.
Och, 't is niet zoo moeilijk om veel menschen
bij elkaar te krijgen; toen niet en thans ook niet.
Iemand, die in 't openbaar bijzondere dingen
doet, ziet zich al spoedig omringd door een menigte
menschen, die nieuwsgierig de halzen rekken om
van dat ongewone schouwspel de primeur te
mogen genieten.
Wie met aandacht leest zal terstond de beweeg
redenen ontdekken van het toestroomen van al
die menschen tot Jezus. Het dochterken van den
overste gaf Hij het leven terug; de zieke vrouw,
die den zoom Zijns kleeds aanraakte, werd ter
stond gezond; twee blinden werden opZijn machts
woord de oogen geopend en een stomme waarin
de demon huisde ontving de spraak terug en werd
Verlost van de vreeselijke macht van dezen duivel.
Dat waren dingen, die een geweldig opzien
baarden onder het Joodsche volk. Ook thans zou
men, om zoo iets mee te maken geen moeite of
kosten ontzien en zouden duizenden samen-
stroomen, om dien eenen Persoon in Zijn wonder
werken gade te slaan.
Stel dat er iemand was, die alle ziekte en ar
moede, allen schaduw van ellende uit de samen
leving kon bannen, men zou hem zetten op een
zegewagen en zijn tocht zou daverende hosanna's
der duizenden uit de kelen doen dringen.
Maar het was Jezus niet te doen om eerbetoon.
Hij streefde niet naar een goedkoope populariteit,
dte zich gemakkelijk laat verwerven en even ge
makkelijk weer veTloren gaat. De doelstelling van
Jezus' arbeid was zuiver geestelijk en als Hij de
mensehen genas van hun kwalen en ziekten, was
dit slechts een bijkomstigheid, voortvloeiend uit
Zijn liefderijk hart hetwelk zich ontfermde over
allen, die leed en smart in zich omdroegen.
Jezus is de groote hartènkenner. Daarom wist
Hij ook wat deze schare bewoog om tot Hem te
komen. Geen geestelijke nood dreef hen uit tot
Jezus, maar slechts ijdele nieuwsgierigheid om
iets te mogen zien van Zijn wonderen en teekenen.
„En Hij de scharen ziende, werd innerlijk
met ontferming bewogen over hen, omdat
zij vermoeid en verstrooid waren, gelijk
schapen die geenen herder hebben." (vs. 36).
Als Jezus thans op aarde terugkwam, zou Hij
hetzelfde zeggen. Ook thans is er een groote
geestelijke nood en evenals in Jezus' dagen zijn
er te weinig arbeiders om in dien nood te voorzien.
Ach wat, zal iemand zeggen: er zijn toch kerken
in overvloed en aan geestelijke leidslieden heeft
ons volk toch geen gebrek? Wie Peest ('lijk wil
worden voorgelicht, kan bij eiken predikant of
pastoor terecht en wie het buiten de kerk wil
zoeken, heeft een ruime keuze uit allerlei stroo
mingen die de menschen met de hoogere dingen
in aanraking wil brengen.
Laten wij van deze dingen geen rekensommetje
maken. Afgezien nog van de vele blinde leids
lieden, die er thans even goed zijn als in Jezus'
dagen, zouden wij toch schrikken van het ver-
houdingscijfer tusschen geestelijken en leeken.
Jezus bedoelde met deze scherpe en eerlijke uit
spraak over de weinige arbeiders niet in de eerste
plaats hen, die een bepaald geestelijk ambt in de
Kerk hebben verkregen. Ieder Christen moet, zal
het goed zijn, een arbeider zijn in het Koninkrijk
Gods. Daar behoeft men niet voor gestudeerd te
hebben en Zondag op Zondag op den kansel te
staan preeken. Een man van de stadsreiniging
kan een arbeider zijn volgens het woord van Jezus
en een werklooze bij zijn stempellokaal kan een
goede boodschapper zijn in den dienst van Zijn
Goddelijken Meester. Een eenvoudig woord, op
het goede moment gesproken, kan onder de leiding
van Gods Geest meer uitwerken dan een geleerde
preek van een predikant. God roept allen, die den
sehoonen naam van Christen dragen, geestelijken
zoowel als leeken, op om Zijn arbeiders te zijn.
Doen wij wat voor de uitbreiding van Gods
Vrederijk? Behooren wij tot de "productieve
krachten, die 's morgens uitgaan tot den vollen
oogst der wereld om iets in te zamelen voor de
bouwschuur van den Allerhoogsten Koning? Of
behooren wij tot hen, die het werk maar liever aan
anderen overlaten en zoodoende de droeve klacht
van Jezus over de weinige arbeiders ook voor onzen
tijd geldig maken Velden, wit om te oogsten, maar
spaarzaam de arbeiders om in te zamelen!
Onder het jagen naar aardsche dingen, heeft
de ziel van zoo menig menseh armoede geleden
en dat wreekt zich nu. Er is bij velen geen inner
lijke kracht, geen reserve, geen "rots waarop men
heeft gebouwd. Het aardsche goed ging verloren, de
ongunst der tijden hulde het leven in droeven
schaduw en de onvastheid op maatschappelijk
terrein werkte ook door op geestelijk gebied.
En nu wenden velen het roer, zoeken weer vast
heid, grijpen weer naar de concrete dingen van
het geestelijk leven, die wellicht ten deele onbe
wust in hun hart zijn blijven sluimeren. Er komt
een verlangen naar geestelijken rijkdom, naar
iets dat te midden van al wat valt staande blijft.
Op allerlei wijze openbaren zich deze dingen voor
hen, die opmerkzaam toezien. Velden wit om te
oogsten, maar te weinig arbeiders!
Niet alleen van de kerk als instituut zal meer
kracht moeten uitgaan, maar voor ieder persoon
lijk die den Christus beleidt als zijn Koning, ligt
hier een sehoone, niet te verwaarlooze roeping.
Wij moeten, God wil het! met onze klare belijdenis
tegemoet komen aan dit verlangen naar het con
crete. Met ons woord, zeker, maar meer nog met
onze daden moeten wij predikers zijn van den rijk.
dom van onze belijdenis, van ons vast gefundeerd
geloof, van onze hoop en verwachting, geworteld
in de onwankelbare beloften van onzen God.
Dan zal dit de zegen Gods zijn, dien God schenkt
in en buiten de kerk, dat er komt: vroomheid en
beginselvastheid, een antwoord op de benauwende
vragen van den tijd en een antwoord op de klem.
mende vragen der eeuwigheid.
Het vuur van den Pinkstergeest moet weer ver.
nieuwend en bezielend onze geestelijke krachten
doen opwaken, om elk persoonlijk naar de mate
van zijn kunnen en kennen aan den arbeid te zetten.
Daarom: het ideaal hoog en leven met heel ons
hart in verwachting. Hetzelfde woord, dat Jezus
tot Zijn discipelen sprak geldt ook voor de Christe
nen van 1937: „Gij zult kracht ontvangen, wan
neer de Heilige Geest over u is gekomen en gi'
zult Mijne getuigen zijn."
Dix, Bloementeelt in den liefhebbers-
tuin; Radstake, Het kweeken van
fruit in eigen tuin; Slager. Het kwee
ken van groenten in eigen tuin;
Prijs per deel gebonden f 1.75.
Onvermoeid gaat de N.V. Uitgevers Maat
schappij „Kosmos", Keizersgracht 133, Amster
dam-C., voort, liefhebbers van bloemen en planten
aan zich te verplichten. Steeds breidt zij het aantal
werken te hunner voorlichting uit en het is ons
daardoor een genoegen onze lezers er op te mogen
wijzen, dat zoo juist weder een nieuwe reeks daar
van uitgekomen is. Van de deskundige hand van
J. F. Ch. Dix, hoofdredacteur van „Floralia",
verscheen n.l.: „Bloementeelt in den liefliebberstuin"
met 45 foto's en teekeningen.
Hoe het voor elk, die het voorrecht heeft, een
stukje grond te mogen bewerken, inderdaad
mogelijk zal zijn, dit in een lusthof te veranderen,
met een onuitputtelijke bloemenpracht, voort
gebracht door zelfgekweekte één-jarige bloemge
wassen, vaste planten- bol- en knolgewassen, rozen,
heesters, ja, wat niet al, wordt door den competen-
ten schrijver op zijn bekende aantrekkelijke wijze
duidelijk gemaakt. Hij leert ons, welke bloemen
elkaar moeten opvolgen, hoe- en wanneer ze ge
zaaid, verspeend, gescheurd en verplant moeten
worden. En hij doet dit, op een voor den niet-
vakman zoo duidelijke wijze, dat, bij aandachtig
lezen en opvolgen van zijn advies, mislukking
uitgesloten en succes gewaarborgd is. Daartoe
wijdt hij de lezers in, in alle geheimen van de ver
schillende wijzen van voortteelenn.l. door zaad,
stekken en scheuren, oculeeren en broeden. Mooie
foto's en practische handsehetsen verduidelijken
daarbij steeds de bedoeling, zoodat elk misverstand
uitgesloten wordt. Daarna komt, alfabetisch ge
rangschikt, een keur van éénjarige bloemen, waar
aan schier geen enkele bekende bloem ontbreekt.
Ze worden stuk voor stuk uitvoerig omschreven
met behandelingswijze en gebruik, Ook de twee
jarige bloemen zijn op deze wijze opgenomen,
evenals de rotsplanten en vaste planten, terwijl
ten slotte bol- en knolgewassen, conifeeren, water
leliën en moerasplanten het werk besluiten.
Het tweede boekwerk draagt tot titel: Het
Kweeken van fruit in eigen tuin", met 75 foto's en
teekeningen.
Indien iemand wetenschappelijk bevoegd is,
den liefhebbers tot gids te strekken bij de verzor
ging zijner fruitgewassen, dan is het stellig de
auteur van dit aantrekkelijk en met enthousias
me geschreven werk. Want de lieer W. J. Radstake
is niemand minder dan de chef bloemist der Konink
lijke tuinen „Het Loo". Dat hij daarbij over een
vlotte pen en een aantrekkelijke stijl beschikt,
maakt, dat het bezit van dit boek een voortdurende
bron van genot en leering is voor eiken tuinbezitter,
Wat de heer Radstake tot het schrijven van dit
werk deed besluiten Het was de overtuiging, dat
de liefhebber niet weet, hoe hij zijn fruitgewassen
moet verzorgen en dat er zoo weinig lectuur bestaat,
met het gevolg, dat men in de tuinen zoo weinig
fruitgewassen ziet, of m.a.w. dat de bezitter niet
voldoende van de mogelijkheden op de hoogte is,
die ook deze gewassen voor zijn tuin bieden. En
toch, welke bijzondere bekoring heeft het niet,
vruchten te eten uit eigen tuin en hoe gaat hieraan
niet de schoonheid der natuur vooraf bij het zwel
len der knoppen, de bloemen. En Guido Gezelle
vond zelfs de poëzie van de bloemknoppen, grooter
dan die der peren-zelf, want:
,,'k Ziegeren in de hoven
Uw peren groot
de zonne zitten stoven
al rijpen rood.
Maar 'k zie wel nog zoo geren
Uw blommen staan
de perels van de peren
eer ze open gaan".
Inderdaad, de bloei van peren, appels, perzik,
pruim, kers, mispel, kwee, enz. is niet minder dan
die der sierboomen en struiken, hun vruchten
zijn niet minder schoon dan aangeplante bes
heesters. Een gelukkig feit, vooral voor den lief-
liebber-fruitteeler, is 't daarom, dat de fruitcultuur
in de laatste jaren totaal is veranderd. Daardoor
is het nu mogelijk, op een kleine ruimte verschil
lende soorten te planten, die niet meer volgens de
ingewikkelde „beredeneerde snoeiwijze" in toom
gehouden moeten worden en waardoor tevens de
vri shtbaarheid uitbleef, maar die met een een
digen vorm en een gemakkelijke, practische
sn< :i zijn te kweeken en te onderhouden. Men
pil itst dus nu met veel succes een kers of een
el op het gazon als solitairplant, een appel in
border, een peer of kwee of een appel in den
sterwand. De verkeerde verzorging van ooft-
gewassen heeft bij menigeen de liefhebberij, om
zelf fruit te kweeken, vernietigd. Een goede voor
lichting kan dikwijls groote fouten voorkomen
reeds bij den aanplant.
Dit kloeke boek, met zijn schitterende foto's,
zijn duidelijke teekeningen en bevattelijke voor
lichtingen is ongetwijfeld geroepen, niet alleen de
oude animo te doen herleven, maar ook om een
wijden kring van nieuwe liefhebber-fruitkweekers
te vormen
In alfabetische volgorde der namen van de
auteurs, sluit het werk van den heer J. K. Slager,
leeraar aan de Tuinbouwschool voor Meisjes „Huis
te Lande", Rijswijk (Z.H.) zich als derde in „Kos
mos" 's Nieuwe Reeks aan. De titel „Het kweeken
van Groenten in eigen tuin met 60 foto's en teeke
ningen, duidt reeds aan, dat dit boek bedoelt aan
wijzingen en voorlichting te geven aan den kring
van liefhebbers, die zich gaan toeleggen op het
kweeken van groenten. Dat die kring zich alom in
den lande zienderoogen uitbreidt, behoeft geen
verwondering te baren, als men bedenkt, d«4 dit
werk buitengewoon veel genoegen veTsehaft en
zoovelen profiteeren van de opbrengst, die zelfs van
een bescheiden stukje grond reeds flink kan zijn.
Ook de hierin opgenomen foto's zijn zeldzaam
mooi. Een woord van lof voor Mej. J. M. Fermont,
die deze kiekjes op het schoolterrein en onder wel
willende medewerking van de directrice, Mej. J,
Hingst, nam! Zonder deze opnamen en de zeer
duidelijke handschetsjes zou het den deskundigen
samensteller niet gelukt zijn, om, zooals thans
voor den liefhebberkweeker een betrouwbare en
begrijpelijke gids te zijn. Nu liggen de geheimen
van grondbewerking, bemesting, zaaien, groente-
kweek in vollen grond en onder glas en de teelt
van specerijkruiden, in letterlijken zin voor den
amateur-kweeker, als in een opengeslagen boek
vóór hem. Spreken wij te boud, als wij de ver
wachting uitspreken, dat ook dit boek, evenals de
beide eerstgenoemden een gretigen aftrek zal vin
den?
Alle drie zijn zij van hetzelfde kloeke formaat,
in fraai gekleurde stofomslag en tegen den prijs
per deel van f 1.75 in elke goede boekhandel en
bij de uitgeefster verkrijgbaar. B.
Zeer Geachte Redactie,
Vriendelijk zou ik willen verzoeken opname toe
te staan in Uw blad voor het volgende:
Ondergeteekende, wonende te Overveen (Bloe-
mendaal) zou gaarne als Pacifiste het volgende
onder Uwe lezers willen brengen:
Bij mijn dagelij ksclie wandeling in onze schit
terende omgeving, nu prijkend in vólle lentepracht,
de tuinen overvol van bloeiende planten en geu-
rendf., bloemen kwenkelende en kwinkelende
vogris, kortom Bloemendaal op z'n mooist -treft
het mij bij 't passeeren van verschillende tuinen
in onze gemeente, als een schrille herinnering aan
oorlogstijd, die dood en ellende over de mensch
heid bracht, hoe er altijd nog menschen zijn, die
hun tuinen trachten te vervolmaken door het
plaatsen daarin van groote en kleine mijnen
zelfs van kogels. Zij hebben na de moordende
springstoffen er uit te hebben laten verwijderen,
deze ruimte aangevuld met aarde, waaruit zij
dan 't liefst „vergeet-mij-nietjes", anjelieren of
viooltjes welig laten groeien!
Er is zelfs een tuin, die grenst aan een zéér
bekende Lagere School, die ook in de nabijheid
is van een Middelbare School, waarvan de eigenaar
deze versiering zóó opvallend heeft aangebracht,
dat de jeugd (de Pacifisten der toekomst!) die
hier 4 X per dag passeert, de opvoedkundige-
opbouwende invloed hiervan, zéér zeker niet ont
gaan zal
Wij Moeders-Opvoedsters van het komende ge
slacht, die zóó ons best doen de vredesgedachte
bij onze kinderen aan te kweeken, wij achten het
onze plicht dit onder Uwe aandacht te brengen.
Hoe kunnen wij tegen onze kinderen zeggen:
lijk, eens hoe beeldig al die bloemen en planten"
Dit hier isdét daar ismaar dat
op him vraag iseen mijn, die vroeger tot doel
had br. brgvreeselijk
Moet ik hen daarvan vertellen
Er is een tuin hier vlak bij mij, vól bloemen en
midden in die lenteprachteen mijn met een
vuurtoren er boven op daarnaast een zandbak,
waarin een schat van een kind placht te spelen
gezien 't achteloos weggeworpen schepje en 't speel
goed wat er omheen ligt
Die combinatie is foutief en schreeuwt om her
ziening. Ons motto: „Eerbied voor het Leven!"
Weg met alle oorlogstuigen lieelemaal in de nabij
heid van onze opgroeiende jeugd! Weg ermee! Ze
behooren niet naast bloemenpracht en lentegeur
en zonneschijn en ons spelend kind!
Zij waren in 't leven geroepen anderen te dooden
te vernielen.
Denkt U er eens rustig over na neemt U ze
weg ze geven de menschen ergenis en U ook,
nu U dit weet
Wij, wij danken V voor Uwe bereidwilligheid
C. VAN 'T LAMTEEPE.
Overveen, Hemelvaartsdag.
Oranje Nassaulaan 121.
9 Mei 1937 Moederdag Dag der kinderen.
Zie die kleuters daar gaan met stralende snuitjes
en glanzende oogen vol blijde verwachting; met
mondjes, die vroolijk snappen, in hun knuistjes
stijf geklemd 't geldstukje om voor Moeder een
kleine verrassing te koopeneen bloem, een vrucht,
een kleine versnapering. De allerarmsten, zij die
geen stuivertje kunnen missen, kunnen terecht
in veld, wei en boseh, waar de natuur hen om
niet helpt, om Moeder te verrassen. O, een moeder-
Laat ons tijdens de Schoonmaak Uwe
maaltijden bezorgen.
Prijscourant op aanvrage.
Bakenessergracht 27 - Tel. 14393
hand is gauw gevuld en de kinderen leeren, dat liet
zaliger is te geven dan te ontvangen; en de moe
ders knuffelen hun kleintjes; haar warme harten
zijn zoo spoedig vervuld van een blijde dankbaar
heid en de kinderen ervaren, dat Moeder de vaak
moeilijke kunst van ontvangen verstaat.
18 Mei 1937 Moedersdag Dag der Moeders
Vrouwen-Vredesgang.
Zie, straks zullen zij daar weer gaan als vorige
jaren, alleen in steeds langere rijen, de duizenden
en nog eens duizenden vrouwen, moeders allen,
ook zij, die geen kind hun eigen kunnen noemen,
want elke vrouw is moeder in zooverre de drang
in haar leeft om te koesteren, te behoeden, te
verzorgen, te beschutten en te vertroetelen wat
teer is en klein en hulpzoekend.
Zie, daar schrijden zij zwijgend, rustig, waardig,
ernstig, hoopvol en vertrouwend. Vertrouwend
dat: „In het eind de zwakke krachten zeker zullen
winnen!" In die tienduizenden harten dezelfde
bede, honderdvoudig geformuleerd, maar toch
dezelfde: „God, behoed mijn kinderen, alle kin
deren dezer aarde; doe hen opgroeien tot edele,
evenwichtige, bruikbare menschen, rijk en ge
zegend, niet naar de Wereld, maar naar den geest.
Rijk aan idealen gezegend met open blik voor al
het sehoone en goede in uw heerlijke schepping;
dankbaar hun zwakke krachten te mogen ge
bruiken tot den opbouw van een betere wereld,
van uw eeuwig Koninkrijk."
De echo's, opgewekt door dat afgrijselijke, dat
misdadige woord, dat ontsproten moet zijn aan
een waanzinnigen geest: „Wat het moederschap
is voor de vrouw, is de oorlog voor den man,
zijn nog niet verklonken. Duivelsehe waanzin
om in één adem te noemen moederschap: het
wonder van Gods scheppende macht, het op aarde
komen van een nieuw menschenleven; en oorlog:
de vernietiging, verminking, verwoesting, de
slachting van datzelfde leven. Neen, de echo's
zijn nog niet verklonken van die woorden uit
een „vadermond", uit machtswellust. God, ver
geef het hem; hij wist niet wat hij deed.
Maar die echo's zullen overstemd worden door
het aanzwellende geruisch uit millioenen vrouwen
monden over de gansche aarde, van Oost naar
West, van Noord naar Zuid; het zal zijn als „het
geruisch van vele wateren", door niets te keeren,
het woord: Vrede Wereldvrede.1
Zoo zij het. A. V.d. C.
Het Openluchtspel
een gebeurtenis
voor de Zaanstreek.
De Zaansche Vereenïging voor Vreemdelingen-
Verkeer deelt ons het volgende mede:
Ter gelegenheid van het 10-jarig bestaan der
V.V.V. ligt het in de bedoeling in de eerste helft
van Juli a.s. een 6-tal openluchtuitvoeringen te
geven van het meesterwerk „Midzomernachtdroom"
van William Shakespeare in het daarvoor bij uit
stek geschikte Wandelpark te Koog aan de Zaan,
waarvoor de aanvrage bij het gemeentebestuur is
ingediend.
Aan dit omvangrijke werk zullen niet minder dan
120 executanten hun medewerking verleenen,
welke alle uit de Tooneel-, Symphonie- en Zang
verenigingen uit de Zaanstreek zijn aangezocht.
De hoofdregie is in handen van Mevrouw
Jacqueline Royaards-Sandberg te Amsterdam.
Als koor- en orkestdirigent zal optreden de heer
Jo van den Boogert te Zaandam. De leiding van
het Ballet berust bij Mevr. L. Polak-Dreese te
Amsterdam.
Bereids hebben de tooneel- en dansrepetities
een aanvang genomen, terwijl het orkest en het
koor dezer dagen gevormd zullen worden.
Wanneer men in aanmerking neemt, dat in
totaal stellig een 40-tal repetities noodig zijn om
op 3 Juli a.s. de Première te kunnen doen plaats
vinden, dan mogen de verwachtingen Inderdaad
hoog gespannen worden.
Het geheel zal op sprookjesachtige wijze zijn
belicht. De accomodatie voor het publiek wordt
in de puntjes verzorgd.
De V.V.V. durft dit openluchtspel aan in
samenwerking met de Tooneelvcreenigingen „Von
del", „Rhetorica", „Royaards", „Welsprekend
heid", „Hierna Beter", „W.T.G.", „Thalia" en
,Dr. C. Laurillard" uit welke besturen technische
en propagandistische commissies zijn gevormd.
In verband met de komende vacantieperiode
wordt nu reeds verzocht met de data 3, 6, 8, 10, 11
en 13 Juli rekening te willen houden, daar de be
langstelling buitengewoon belooft te worden. Nu
r-eds bereiken het bestuur aanvragen om plaatsen
te reserveeren uit de Zaanstreek, Haarlem,
Purmerend en Amsterdam, wel een bewijs hoezeer
het publiek „Midzomernachtdroom" weet te
waardeeren. Nadere berichten volgen van tijd tat
tijd.