Moment-Opnamen. Burgemeester Den Tex Zondagmorgen. mstenl ►AN EVEN I NES ^Mensen Op de Wereld-Jamboree. De beteekenis van de Jamboree. Predikbeurten. iiiriiiiiiiiiHiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiuHinimë KETBAKKERIJ o. 11070 llllllllllllllllllllllllllllillllllllliiiilillii voor elke sport kazerne, Tel. 17256 rwerpen. bekomen bij: W. H. gelenzang, een dek- endaalscheweg 206, W. Smelt, Pr. Hen- ïnaie; Van der Valk, collierHeerkens een portemonnaie ter Tuindorplaan 3, lerpolshorlogeJan rveen, een zilveren een: een dameshand- sje met inh., heeren- m. inh., Politiepost ymuts, grijze heeren ortefeuille, ceintuur, p van een auto, ring hrik. ed de automobilist, en plotseling boven rgelegde, schaar naar neus van den heer chrik verloor hij de >te tegen een boom. ernstig beschadigd, goed af. boree getippeld. mboree werd door de Ffen, die daar zonder liep. Bij onderzoek jn naar Vogelenzang -Jamboree-gebeuren left er voor gezorgd is naar zijn Heimat :nop hem per zelfde is, terug te brengen, eis rijdende maakte. dei-gebied. len handel gekomen, elling van het viel- Het is een „Adler" ïgsbak in de trapas De importeur, de ,cht 9, te Haarlem, i met dit allernieuw- maken. Nadat wij ijwiel, dat buitengc- een gedemonteerde den, en kunnen niet een mooie, solide i ijzersterk. Met zulk tegen op te zien om .en. het gaat zonder Ldler'" is zeer goed is bij den importeur r verplichting deze or verdere gegevens voorkomend ir> dit imy-gedachU. itionale Vereeniging secretariaat Zocher- :t ons te willen op ging: i.s. om 4.104.30. r. Dr. I'. IJssel de ationale Vereeniging i: „Bellamy en de er op uit. i dit nummer wordt H.T.M. dagabonne- nducteurs a. f 1.25, genheid geven tot nen van deze Maat- iaf Scheveningen of n naar Haarlem en ■r naar Amsterdam, en den tocht maken direct naar Marken •Iders in dit nummer i luxe wijze gemaakt de kanalen vanaf oclit over het IJsel- eeuwarden, Gronin- in dit nummer. ;er aan de Juliana or het te Den Haa| i I..O. i s verkeers u óók nog de snoorzaken (roe drankmisbruik!) Voortrekkers bij hun tenten. De Kampliedjes worden aangeheven. spreekt bij Lunch aan Padvinders autoriteiten BIJ DE LUNCH OP 'T KOPJE. Maandagmiddag heeft het gemeentebestuur van Bloemendaal aan de leiding van de Wereldjam boree een lunch aangeboden in „De Uitkijk" aan den Hooge Duin en Daalsche weg. De Chief Scout, Lord Baden Powell zat aan. De burgemeester, jlir. mr. C. ,J. A. den Tex, hield daarbij een toespraak: Wanneer het gemeentebestuur de heeren liier uïtnoodigt op bijna het hoogste punt der gemeente een maaltijd te gebruiken, dan is dat niet omdat het de gewoonte der Bloemendalers is hun gasten op het dak te laten dineeren, aldus zeide Jhr. den Tex. Maar de grootste eer die een gastheer zijn gasten kan bewijzen is om hen aan zijn huis te ontvangen. En voor ons is deze heuvelrug en alles wat die heuvelrug bestrijkt, ons tehuis, meer dan de vier muren van een gemeentehuis. Dat huis, dat is ons huis door de zelfopoffering van hen, die daarvoor in den slag hun leven hebben gelaten. Door de inspanning van de eene hardwerkende generatie na de andere en tenslotte doordat onze schilders de ziel er van vastlegden in hunne doeken. In de luwte van dezen heuvelrug liggen drie steden en ieder van hen heeft zijn heldhaftige en tragische rol in onzen strijd voor vrijheid gespeeld. Haarlem, onversaagd, zelfs in het uur van onder gang, Alkmaar, waar de nederlaag eindigde en de overwinning begon. Leiden, in puin geschoten door een Spaansch kanon, geteisterd door hongersnood en pest én ten slotte gered, omdat onze voorvaderen de zee binnenlieten om het land te bevrijden. En zeewaarts is er geen mijl van onze kust van Ter Heide tot Kijkduin, waar de vloed niet onze dooden aan land bracht, na een hardnekkigen strijd ter zee. Bedenk, wat deze duinen hebben gezien van onze zeevaart. Primitieve schuiten beladen met zakken wijn, overstekende naar Engeland onder het wakend oog van de Romeinsche wacht. Witte wolkjes aan de kim, uitgroeiende tot torens van blinkende zeilen, als een retourvloot van zwaar beladen Oost-Indiëvaarders met alle schatten van het Oosten. En vandaag het drukke bedrijf der mailbooten, vrachtstoomers, tankers en tramps, IJmuiden verlatende om hun brood te zoeken op de wateren. Hierheen komende zaagt gij den heuvel waar Ruysdael zijn gezicht op Haarlem schilderde. Een ander voorbeeld hoe onze Hollandsche kunst samenhing met het dagelijksehe leven van deze streek; de geschiedenis van een weddenschap tusschen Jan Six, burgemeester van Amsterdam, maecenas en magnifico op zijn lustplaats „Els- broek" ten Zuiden van Hillegom en een schilder, die met hem at. Er was niet voldoende mosterd voor de sclielvisch en Six stuurde den knecht naar het dorp, maar de schilder meende, dat hij voordat de knecht terug was, nog wel een ets kon maken en hij bewees het. De teelcening is de beroemde ets „Het Bruggetje van Six" geworden, de naam van den schilder nas Rembrandt. Zoo nauw is onze Hollandsche kunst met deze streek, met ons leven, met ons verweven, en van neer wij u hier op dezen duintop ontvangen dan kunnen wij met recht zeggen: hier zijt gij bij ons thuis, hier zijt gij in het hart van Holland. Maar er is nog een andere reden om u hierboven te ontvangen en dat is het levendig besef, dat men onze eeregast niet binnen de vier steenen muren mag opsluiten, hij die de regels van het Chant Pagan mag aanhalen: „Me that 'ave watched arf a world eave up all shiny with dew Kopje on kop to the sun". Wij meenden, dat wij hem moesten geven, wat wij hadden aan wijde verten, aan ruimte en aan zon. Want in den Chief Scout meenen wij de Scout Movement te eeren en u allen de volgelingen van den Chief Scout die heden onze gasten zijt. En als ik dan van volgelingen spreek, dan denk ik aan een verhaal hoe op een Septemberdag in Lueknow 00 jaar geleden een jonge en slanke luitenant van liet 13de regiment huzaren een mondharmonica uit zijn bagage haalde, aile Euro- ptesche kinderen om zich heen verzamelde en met hen door de straten van het eantonnement trok. De overlevering zegt, dat zijn temperament volle wedergave van „The Girl l'left Behind Me" eenigszins leed onder een breede glimlach. Het is misschien een vergeten incident, maar toch niet een dat ontsnapt aan de aandacht van een burge meester. Want sinds liet betreurenswaardige ge val niet den rattenvanger van Hameln staan burgemeesters altijd min of meer wantrouwend tegenover dolende fluitspelers, vooral wanneer-zij aanleiding' geven tot ongeauthoriseerde optochten i an minderjarigen. Maar bier moet toch wel het essentieele verschil tusschen Zwarte en Witte Toovenarij zijn rol gespeeld hebben, neemt men liet verschil tusschen de gevolgen in oogenschouw. Toovenarij is er zeker bij, want die vroolijke mu ziek is niet verklonken, het blijde geleide van kinderen niet verdwenen. Na dertig jaar is de vlotte huzaar veranderd in een generaal-majoor inspecteur der cavalerie, de gestrenge mentor van trotsche regimenten ruiterij, maar de jeugd blijft hem aanhangen. De melodie is veranderd „a Song of Scouting" üu'ëëïï lied van avontuur en van list, van moed en van ridderlijkheid. En het gehoor is gegroeid, liet om vat, nu naast de jonge ruiters van den koning een steeds grdeiend aantal jongensclubs, duizen den van de Boys Brigade. En nu wederom meer dan dertig .jaar later is bet gehoor uitgegroeid tot millioeBen, komen van alle landen en alle luchten de duizenden, vanuit het veld en de backwoods, uit de prairies en de metropool, van de kusten der zeven Oceanen, uit de woonsteden der vijf werelddeelen. Waarlijk deze speelman heeft gekregen: The world for a stage Princes to act, and monarchs to applaud the swelling theme. Wij kunnen deze White Magician niet huldigen naar zijn verdienste, maar wij willen hem toe wenschen, dat het motto van zijn regiment ook moge gelden voor zijn levenswerk: „Viret in aeternum" „It blooms for ever" Gentlemen, the Chief Scout. Slechts hij, die den inhoud van de padvinders- wet kent, volgens welke de boy-scouts van de gelieele wereld leven, of toch minstens genomen trachten te leven, kan de Jamboree naar haar werkelijke waarde schatten. Stelt U voor, hier zijn 28.000 jongens uit wel haast alle deelen van de wereld bijeen, die zich hebben voorgenomen, eiken dag hun goede daad te doen, rein te leven in woord, gedachte en daad, een broeder voor al hun mede-padvinders, of deze nu op IJsland of in Japan, in Duitschland of in Spanje wonen, te zijn en tegenover een ieder hulpvaardigheid te betrachten. En deze 28.000 jonge mannen vormen nog slechts een klein deel van het zeer groote padvindefsleger, dat de wereld op het oogenblik rijk is. Want natuurlijk hebben b.v. van China uit slechts een klein aantal boy scouts, zooals de geniale stichter van deze jeugd beweging, Sir Baden Powell, hen noemde, de reis naar het verre Nederland kunnen maken. De padvinders zijn nu naar ons land gekomen om hier tezamen van hun wil tot broederschap te getuigen en dat in een tijd, waarin deze broeder schap onder de volwassenen helaas verre te zoeken schijnt en vele jeugdbewegingen de hun toever trouwde jongens tot chauvinistische staatsburgers meenen te moeten opvoeden. Ook aan den jongen padvinder wordt geen abstract pacifisme bijge bracht; integendeel, men leert hem, dat liet in tijd van nood zijn allereerste plicht is, liet vader land te verdedigen. Maar tevens leert men hem liefde voor en hulpvaardigheid tegenover den medemenscli te betoonen; men leert hem de natuur en het dier lief te hebben; kortom, men brengt hem een praktisch Christendom bij en wijst hem er op, dat hij als een kranige kerel het fundament van onze beschaving moet handhaven en zoo noodig beschermen. Natuurlijk zijn ook niet alle padvinders engelen. Wijzen en Dwazen. En vijj van haar waren wijs en vijf waren dwaas. Die dwaas waren, hare lampen nemende, namen geen olie met zich, maar de wijzen namen olie in hare vaten met hare lampen. Malt hens 25 vs. 24. De gelijkenis van de tien meisjes, die den bruide gom tegemoet gaan, bekoort steeds meer door haar schoonheid, maar treft niet minder door haar diepen ernst. Het is een tafereel van licht en van vreugde. Een bruidegom op weg. naar de woning van zijn bruid om daar bruiloft te vieren en tien bruids meisjes, die in opgewekte stemming hem af wachten en inhalen om het groote festi jn te vieren. Voor het oog onzer verbeelding zien wij die meisjes daar, de teere gestalten gehuld in witte feestkleederen, waarvan de glans hunner inner lijke vreugde afstraalt; met aangezichten die de blijde spanning over hetgeen te gebeuren staat, uitdrukken, straks als de bruidegom komt en zij met hem zullen optrekken in vroolijken stoet, huppelend en zingend naar de feestzaal, waar allerlei genieting hun wacht. De eentonige levenslijn der dagelijks wcerkee- rende plichten is hier verbroken, door een gebeur tenis, die zij, zij het in verren schemer, ook voor ziclizelven eens hopen mee te maken. Haar plicht als bruidsmeisjes, zal hen zetten midden in de glorie van liet feest van de verbindtenis tusschen twee liefhebbende harten en in de bruiloftszaal zullen zij mee mogen smaken de zoetheid der ver wachting, van onvergankelijke liefde, die liét leven zoo rijk en schoon maakt. Is het wonder, dat deze vroolijke kinderen van het Oosten, die de poëzie als een geboortegift heb ben meegekregen zich verheugen, nu ook zij ge nood zijn om dit blijde gebeuren als bruidsmeisjes op te luisterenWel, is waar hebben zij een die nende, maar toch ook een sehoone taak. Van zeer nabij zullen zij de liefelijke bruid mogen om ringen, haar al hare zorgen wijden. En liet oog van den bruidegom zal in deze dienende taak met welgevallen op lien rusten. Op de komst van den bruidegom wachten zij, vol ongeduld. Maar het duurt zoo langZij korten den tijd door gekout, zij zingen Oostersclie bruilofts liederen, vol gloed en kleur. Dat hij nu toch einde lijk komen mocht! Zij verdiepen zich in allerlei gissingen omtrent de oorzaak van zijn toeven. Totdat door het late uur de een na de ander, door Jaap bevangen, het hoofd buigt en het stil wordt in den vroolijken kring. Zij sluimeren allen, moe van liet lange wachten op den bruidegom. Daar nadert in de stilte van den nacht een gerucht van voetstappen, 't Wordt sterker, zoodat de Wapenden worden gewekt, zieli de oogen uit- wrjfén, boos pp ziclizelven, dat zij zicli door den mïfmpr hebben' laten verrassen. En een geroep klinkf hun in de ooren: „Zie de bruidegom komt, «aai Uit, hem tegemoet!" Haastig' veren de tien meisjes overeind en in verwarring door het nachtelijk duister, zoeken i j naar hare lampen om die aan te steken. Lampen hebben zij allen wel mede genomen, maar dat zij deze noodig zouden hebben, neen, daar hebben vijf van de tien niet ernstig aan gedacht. Wie kon ook denken, dat het zoo laat zou worden, dat het zoo lang zou duren. Deze vijf hadden dwaas gehandeld, door wel een lamp mede te nemen, maar verzuimd na te kijken of die van de noodige brandstof was voorzien. Alle tien bereidden hare lampen toen de bruidegom in aahtocht was. Maar van de vijf onhedaehtza- nien gingen de lampen spoedig uit, zoodat zij zich wendden tot de vijf wijze zusters, die wel vooraf gezorgd hadden. Deze hadden gerekend met de mogelijkheid van een late komst des bruidegoms en nu hij kwam, waren zij ook gereed om hem op het donkere pad naar de bruiloftszaal voor te gaan en alzoo met hem naar binnen te gaan. Ach, nu werd de blijdschap wreed verstoord door de weigering van de wijzen om hunne dwaze zusters van hunne olie af te staan. Zorgeloosheid moet soms duur worden betaald. Van de wijzen kan niet altijd worden gevergd, dat zij de dwazen met raad en daad terzijde staan. Er is een per soonlijke verantwoordelijkheid, die door ieder gevoeld en aanvaard moet worden. En wanneer het om ernstige dingen gaat, mogen wij niet in dwaze luchthartigheid eigen plichten verwaar- loozm om, als dan moeilijkheden komen, meteen een beroep te doen op de Hulp van lien, die wel met alle factoren gerekend hebben. Alle tien meisjes jiadden gesluimerd. Dat was fout. In zulke gewichtige stonden moeten wij den slaap verre van ons houden. Maar de vijf wijzen waren bij liet eerste gerucht terstond ge reed voor haar taak en zij werden in hunne blijde verwachting niet teleurgesteld. Doch de vijf dwazen werden boos over de wei gering barer zusters, om van haar olie aan lien af te staan en hadden daarin ongelijk. Want als de olie uit de vijf lampen verdeeld was geworden over tien lampen zou deze ontoereikend zijn ge weest, met gevolg, dat geen van de tien bruids meisjes haar plicht hadden kunnen vervullen. Een raad gaven de wijzen aan de dwazengaat naar de verkoopers en koopt voor uzelven. En zij gingen heen om te koopen. Maar toen zij op weg waren om het verzuim te herstellen, kwam daar al de bruidegomen die gereed waren gingen met hem in tot de bruiloft, en de deur werd ge sloten. Tragisch is dit sombere slot van deze gelijkenis van Jezus. Wel gingen vijf met den bruidegom in tot de bruiloft, maar ook vijf bleven staan in den donkeren nacht voor de gesloten deur. Deze gelijkenis heeft een diepen zin. Jezus waarschuwt hier in diepen ernst om bedacht zaam te zijn. En dwaas was het van vijf der meis jes, om den bruidegom tegemoet te gaan niet umpen zouder olie. Ook geloof is een hemelsche gave, die uitgereikt wordt aan ernstige zoekers, aan de worstelaars, die zich geven tot aan het uiterste van hun krach ten. Zooals een Paulus lie]) in de loopbaan om den goddelijken prijs te mogen verwervenElk mensch als schepsel Gods kan een lichtdrager zijn, een wijze volgens deze gelijkenis, die zijn lamp, mot olie gevuld, helder schijnen doet. En ieder mensch is geschapen om een bruilofts- ganger te kunnen worden in het Koninkrijk der hemelen. „Want alzoo lief heeft God de wereld chad, dat Hij zijn eengeboren Zoon gegeven heeft, opdat een iegelijk, die in Hem gelooft niet verderve, maar het eeuwige leven hebbe." Dat is duidelijke taal, die niet kan worden mis verstaan. Maar intusschen, wij zien het met huivering, verdiept zich de stroom van liet ongeloof, men schept zich een modern heidendom, een religie van ras, bloed en bodem; men wapent zich tot aan de tanden, gereed om elk oogenblik te kunnen toeslaan, om te verderven en men laat stroomen broederbloed vloeien als uiting van de meest zinnc- looze haat. Altemaal dwazen, die, als God het niet ver hoedt, eenmaal de deur der bmiloftszaal gesloten zullen vinden. En de Christenen? Zijn die allen wijs volgens onze gelijkenis? O, ja, Godlof, ze zijn de licht dragers, die hunne lampen brandende houden en die niet in slaap vallen als de bruidegom op weg is; de bruiloftsgangers die een eeuwig feest tegeiuocl gaan in de ruime hemelzalen van Gods heiligdom; de wegwijzers naar het smalle pad, dat voert naar den grooten Bruidegom, naar Jezus, die voor allen, die Hem hier geëerd en gevreesd hebben, een plaats zal bereiden aan den bruiloftsdiscli in den hemel. Maar er zijn ook lauwe Christenen, die wel een lamp hebben, maar geen olie daarin. Zij trekken wel mee op, den Bruidegom tegemoet; zij willen wel gaarne deelnemen aan bet feest, doeb zonder dat zij weten van hun geloof in Jezus, zonder dat zij denken aan ware liefde tot den Zaligmaker der- wereld. Dat zijn de dwazen, die voor een gesloten deur zullen komen te staan. De wijze gaat in geloof en liefde den Bruidegom tegemoet en gaat met Hem in tot de Bruiloft. Waarschijnlijk halen zij dezelfde kwajongensstreken uit als de voetballende of hockeyende jeugd. Maar tocli. de padvinder streeft naar een hooger doel, want anders zou hij nimmer de behoefte gevoeld hebben, padvinder te worden. En dat is het belangrijke, want padvinders beliooren tot de generatie die na de huidige de wereld zal moeten besturen. De padvinders be weging bereidt de jongens op deze moeilijke taak voor en geeft bun de hooge zedelijke richtlijnen, welke zij daarbij zullen hebben te volgen. Daarom komt aan deze Jamboree een hee! wat grooter beteekenis toe, dan aan een gewone internationale kanipeerpartij en verdient zij ook onze algeheele belangstelling en steun. Zondag 8 Augustus 1937. BLOEMENDAAL. Ned. Herv. Gem., v.m. 10 uur Ds. J. C. van Dijk. Geref. Kerk, v.m. 10 en n.ni. 5 uur Ds. J. C. Hout zager, Voorschoten. Ned. Prot. Bond, geen dienst. Vrije Kath. Kerk (Popellaan. Kinlieimpark), v.m. 10.30 uur Gezongen II. Mis. Uitstelling van het H. Sacrament van 2.30 5.30 n.ni. Gelegenheid tot meditatie. Woensdag n.m. 8 uur Completen en Lof. Donderdag v.m. 7.25 Gesproken H. Mis. 0VERVEEN. Ned. Herv. Gem., v.m. 10 uur Ds. C. L. Tuinstra te Terwisselen. AERDENH0UT. Vereen. Belig. Kring, geen dienst. SANTPOORT. Ned. Herv. Gem., v.m. 10 uur Ds. Roelofsen te Watergang. Ned. Herv. Evang., v.m. 10 uur Ds. W. Th. Bois- sevain te Leiden. HAARLEM. Evang. Luth. Gem., v.m. 10.30 uur Mej. Da. B. Dufour, Luth. Pred. te Winschoten. Eglise Wallonne a 20h. Service présidé par Mr. Ie pasteur E. Mahren de la Haye. 3e Collecte pour l'Eglise. Geref. Kerk (H.V.), v.m. 10 uur de heer C. J. S. Sluyk, Oud-zendeling te Zeist. N.m. 5 uur Ds. E. L. Smelik te Hilversum. ZANDV00RT. Geref. Kerk H.V., v.m. 10 uur Ds. P. van der Vloed. N.m. 5 uur geen dienst. ZEEVERKENNERS NAAR ZEE. VOGELENZANG, 5 Aug. Honderd zeever kenners van de Jamboree, grootendeels Neder landers en Engelschen, voorts enkele Hongaren, Oostenrijders en Polen, maakten Donderdag onder leiding van den lieer G. Mante, hoofdkwartier- commissaris voor de zeeverkenners, een trip naar IJmuiden. De sea scouts hebben een praclitigen dag gehad. Ze werden eerst door den heer C. Oud, directeur van het Staatsvissehershavenbedrijf, door de hallen rondgeleid en werden daarna in de koffie kamer in hal C onthaald op gebakken visch, wel willend beschikbaar gesteld door de firma Glastra, en op koffie en koek. Tijdens dit welkome opont houd heeft de lieer Oud het een en ander over het bedrijf verteld. Hierna werd de groep in tweëen gesplitst. Een deel ging aan boord van de loods boot, een ander deel aan boord van den stoom trawler „Caroline IJM. 26", voor liet maken van een zeereisje. Tegen het middaguur voeren beide vaartuigen geëscorteerd door de „Neeltje Jaeoba", de'haven uit. Om ongeveer drie uur was iedereen zeer voldaan over het prachtige uitstapje weer veilig aan wal. Daarna bezichtigden de zeeverkenners de groote sluizen te IJmuiden. De terugkomst te Vogelenzang was zeer opgewekt.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1937 | | pagina 3