FIRMA A. VERNOUT
Sport en Spel.
3
MODEBLADEN
De groote Liefde.
B. V. C. Bloemendaal.
Van de Leestafel.
MEDAILLES - INSIGNES
Wijnands 0. IRensen
Korfbalclub „Sport Vereent"
Sport huis te Tluijl
WARMOESSTRAAT 10, Tel. 10547
BLOEMEND. WEG 53, Tel. 23039
BLOEMEND. WEG 255. Tel. 22292
„Het schijnt bij hem inderdaad de groote liefde
te zijn, helaas!", aldus liet zich iemand uit, toen
er gesproken werd over een geruchtmakende ver
bintenis in het stadje.
Dit „helaas" geeft te denken. Wat is er begee-
renswaardiger dan gegrepen te zijn door een mooi
en zuiver gevoel, dat heel het leven behéerseht,
dat eenheid brengt en een middelpunt vormt in
het overigens zoo verscheurde en versnipperde
leven, dat aan de gewoonste dingen den glans van
liet buitengewone verleent en de nuchtere alle
daagsheden tot wonderen verheft Moet men
iemand niet gelukwenschen, die bezield en betoo-
verd staat temidden van zooveel ironie en cynisme,
iemand voor wien het bestaan zin heeft ge
kregen, de aarde een paradijs is geworden en de
hemel niet langer leeg is? Waarom toch dit onbe
grijpelijke „helaas"?
Omdat de groote liefde haar moeilijkheden met
zich brengt. De tragedies, welke de rubrieken
ongevallen en misdaden van de dagbladen vullen,
zijn grootendeels door de liefde veroorzaakt. Haat,
leed en schuld volgen haar op den voet. Wat zou
er voor stof overblijven voor de drama's, welke in
romans, tooneelstukken en filmscenario's zijn
verwerkt, indien de groote liefde geen helden en
heldinnen meer inspireerde? Wat zijn de groote
dichters, een Goethe, een Shakespeare, zonder haar
Geen smart zoo groot en zoo veelvuldig als die op
rekening komt van een groote liefde; geen strijd
zoo fel als welke zij doet ontbranden, geen zonde
zoo diep als die waarin zij haar belijders doet
vallen.
Wanneer men bedenkt, hoe de liefde, gelijk een
dichter het zoo treffend heeft uitgedrukt, de
moeder is van alle smarten, van alle kwellingen des
levens, ja, dan kan men zich voorstellen, dat een
menschlievend man iemand beklaagt, die haar
slachtoffer geworden is.
Het is een bekend thema in de romanliteratuur,
dat menschen, die zich vermeien in erotische
avonturen, zich hoeden voor de groote liefde.
Ook in de werkelijkheid treft men dergelijke angst
vallige naturen herhaaldelijk aan. Zij beschouwen
het oprechte, zuivere, alles beheersciiende gevoel,
dat hun gewende, gemakkelijke sleurbestaan eens
klaps kan veranderen in een rusteloos voort
gedreven worden door een onweerstaanbaar ver
langen, als een ramp. Zij fladderen om het licht
heen, maar vermijden zorgvuldig de aanraking
met de vlam. Zij vinden het behaaglijk, zich te
koesteren voor den haard, maar wagen zich niet te
dicht bij het gevaarlijke vuur.
Wordt een hunner desondanks de prooi van
een groote liefde, dan zuchten de omstanders:
„helaas!" Want deze wereld schijnt niet berekend
op zuivere, krachtige, oprecht gemeende gevoelens,
waaraan men zich van ganscher harte, met ziel
en zinnen overgeeft. Tegen een dergelijke overgave
verzet zich de maatschappij, de moraal, maar
vooral: het gemak. De groote liefde is het groote
ongerief.
Wij doelen hier niet uitsluitend op de volledige
toewijding van persoon aan persoon. Men kan ook
een groote liefde opvatten voor bovenpersoonlijke
dingen. Men kan gegrepen worden door een maat
schappelijke taak, bezeten worden door de kunst
bezield door idealen. Ook in zulke gevallen mom
pelen de omstanders: „helaas!"
Want ook dergelijke slachtoffers van het alles
overheerschend gevoel zijn voor de wereld verloren.
Zij gaan geheel op in de idolen, waaraan zij hun
hart hebben verpand. „Er is niets meer aan hen",
zeggen de vrienden. Ze zijn niet gezellig meer; ze
onttrekken zich aan den kennissenkring; ze spreken
steeds over het ééne onderwerp, dat in 't midden
van hun belangstelling staat, ze maken er propa
ganda voor, ze willen heel de wereld er in be
trekken.
Hun omgeving noemt hen dweepers. En ook
deze dweepers trekken het lijden tot zich. Heel den
dag sloven zij zich uit voor hun ideaal en zelfs hun
nachtrust offeren zij er voor op. Inplaats van hun
vaak karige inkomsten aan ontspanning te be
steden, brengen zij hun laatste cent op aan contri
buties, collectes, steungelden. Zij riskeeren de ont
stemming van hun familie; zij raken van hun
vrienden vervreemd; zij worden betrokken in dis
cussies, debatten, twisten en vechtpartijen; zij
verliezen hun betrekking; ja, zelfs gaan zij niet
zelden de gevangenis in en er kunnen zich omstan
digheden voordoen, dat zij hun groote liefde moeten
bekoopen met het martelaarschap en den dood.
Is 't dan niet begrijpelijk, dat men iemand,
die zich gelukkig is gaan voelen, omdat hij een
levenstaak en een levensinhoud heeft meenen te
veroveren, beklaagt, en dat men zegt: „Het
schijnt bij hem inderdaad meenens te zijn, helaas!"
Is 't niet begrijpelijk, dat vele menschen instinctief
zich buiten bewegingen houden, waarvan zij de
aantrekkingskracht vermoeden, gelijk die bedacht
zame minnaars en minnaressen, die bij hun avon
turen angstvallig de groote liefde vermijden
Het kan onzegbaar triest stemmen, dat deze
wereld niet op dc waarachtige en krachtige ge
voelens is aangelegd, maar louter het halve, on
oprechte en onedele verdraagt. Dit onvermogen is
treffend getypeerd in den pessimistischen aanhef
van het Johannes-evapgelie-.,'dat spreekt van het
licht. dat. in de duisternis schijnt, maar de duister
nis neemt het niet in zich op.
Deze tegenstelling is het, welke het leven zoo
tragisch maakt. Ieder hunkert naar het volstrekte,
zuivere en mooie, waaraan hij zich onvoorwaarde
lijk met al zijn gevoelens kan overgeven. Maar
iéder ziet tevens op tegen de offers, welke deze
overgave aan het hoogste en beste onvermijdelijk
zal vergen. Daarom vergenoegt het meerendeel van
de menschen zich met te berusten in zijn onbe-
vredigden staat en verzucht, half medelijdend,
maar ook half naijverig, „helaas!" over de helden
en heldinnen die den prijs er voor over hebben, de
koogste wet van het leven te volgen.
II. G. Cannegieter.
De vorige week spraken wij het vermoeden uit.
dat Bloemendaal in Zandvoort tegen de Zee
meeuwen wel een warme ontvangst te wachter
zou staan; een oppervlakkige beschouwing van
den uitslag van dezen wedstrijd, n.l. 51 voé
Bloemendaal, geeft aanleiding tot de veronder
stelling, dat ons inzicht op dit punt niet juist was,
Toch was dat wel het geval: de ontvangst, die de
Zeemeeuwen den Bloemendalers bereidden was
zeer warm, naar onze smaak te warm, waarmede
wij bedoelen te zeggen, dat de badplaatsbewoners
hun spel al te vaak op laakbare wijze door veel te
forsch spel ontsierden. Wij meenen te wetenen
hopen zulks ook van harte dat het bestuur van
de Zeemeeuwen onze gevoelens hierover deelt, en
spreken dan ook het vertrouwen uit, dat het dc
weliswaar moeilijke, maar dankbare taak, welke
het op dit gebied te vervullen heeft, spoedig tot
een goed einde brengt.
Het wedstrijdverloop werd natuurlijk door
bovengenoemde omstandigheden beinvloèd, maar
gelukkig werd in dit geval de deugd, in casu dc
grooter technische vaardigheid van Bloemendaal.
beloond. Ondanks de lichaamskracht, welke zij
demonstreerden, konden de Zeemeeuwen n.l. niet
verhinderen, dat Bloemendaal na circa een half uur
een 30 voorsprong had. Het extra schepje, dat
de Z. er toen opgooiden, stichtte inderdaad eenige
verwarring in de Bloemendaal-gelederen en leverde
de Z. een tegenpunt op, zoodat de rust met 31
voor Bloemendaal inging.
Ook na de thee schenen de strandbewoners ons
op dien mooien najaarsdag te willen voorbereiden
op de komende Novemberstormen door een imitatie
van hun niets ontziende beukende kracht te de-
monstreeren. Wij zouden onze beeldspraak kunnen
voortzetten door onze jongens met de stoere
Bloemendaalsche duinen te vergelijken, die nog
voor geen enkelen Novemberstorm geweken zijn.
al zouden wij niet graag durven beweren, dat de
Bloemendaalsche jongens trachtten het onder die
omstandigheden schijnbaar onbewogen uiterlijk
van hun duinen na te bootsen. Toen de storm wat
afnam ontdekte de Bloemendaal-voorhoede weel'
een paar gaten in de achterhoede der tegenpartij,
wat tot 2 doelpunten leidde, zoodat het eind mét
een 51 overwinning r an Bloemendaal kwam;.
Over het begin van de competitie kan Bloemen
daal dus tevreden zijn: twee klinkende overwin
ningen en een elftal, dat ondanks zijn niet overal
even sterke bezetting, getoond heeft van zijn
misschien wat opportunistische speelwijze op be
hoorlijke wijze profijt te kunnen trekken. Indien
zich geen gedwongen mutaties voordoen, is het
elftal zeker in staat behoorlijk teamwork te gaan
leveren.
Nederlandsche Volkskarakters.
Ieder, die van Nederlandsclien stam is,
vindt hier zijn streekkarakter geteekend.
Naar ons wordt bericht, zal dit najaar bij den
Uitgever J. H. Kok N.V. te Kampen een pracht
werk verschijnen, dat voor iederen Nederlander
en voor allen, die van den Nederlandsclien stam
zijn, bijzonder belangwekkend is, omdat men er
het volkskarakter van zijn eigen streek of stad,
en dus zichzelf er in geteekend ziet.
Het werk wordt verlucht met ongeveer 00
prachtige foto's van Willem van Mal sen, die heel
Nederland en half België is doorgetrokken speciaal
voor het maken van opnamen voor dit werk. Elke
foto geeft een portret van een karakteristieken
vertegenwoordiger van een streek.
Het boek wordt samengesteld onder redactie
van den bekenden schrijver Anne de Vries en den
dialecten-kenner Drs. P. J. Meertensterwijl bij
dragen worden geleverd door K. ter Laan Gro
ningen); p. Wiersma (Friesland): Anne de
Vries (Drente); Mr. G. J. ter Kuile Sr. (Twente
en Oost-Salland); II. J. Moerman (Noord-West-
Overijsel); G. J. Klokman (Geldersche Achterhoek);
■Tdc. Gazenbeek (Veluwe en Oost-Utrecht); K
Lanlermans (Betuwe); J. Ypma (Z.-Holland en
West-Utrecht); Jan Rozelaar (N.-Holland); Prof.
Dr. P. II. van Moerkerken ('t Gooi); P. J. Meer
tens (Zeeland): C. Slootmans (Westcl. Noord-Bra
bant): Antoon Coolen (Oostel. Noord-Brabant);
Dr. 11' Roukerts (Limburg); Dr. II. Polak (Amster
dam); B. Stroman (Rotterdam); Mevr. Emmy
van Lokhorst (Den Haag): Dr. P. II. Ritter (Utrecht)
Mevr. Ali van Wijhe-Smeding (Zuiderzeevisschers)
A. Wapenaar (Noordzeevissehers)Dr. J. Leijdes-
dorff (Joden): Dr. W. Pee (Vlaanderen België);
Dr. J. Lindeman (Viaamscli-Brabant België);
Lamberts Swerts (Belgisch-Limburg); Prof Dr.
Paid de Kcijscr (Oost-Vlaanderen); Emm. de
Bom (Antwerpen); Cypriaan Verhavert (Brussel);
Prof. Dr. Paul dc Kcijser (Gent); Dr. Th. van
Schelven (Nederland).
Elke bijdrage is dus geschreven door een
auteur, die de bevolking van de beschreven
streek door en door kent.
Voor dit door-en-door Nederlandsche boek zal
zonder twijfel groote belangstelling zijn onder
alle lagen van dc Nederlandsche bevolking en bij
Nederlanders van de meest uiteenloopende rich
tingen. Het is dan ook inderdaad een nationaal
werk bij uitnemendheid.
„ONZE HONDEN".
voor ,elke soort
't Medaillehuis, Schoterw. 78 t/o kazerne, Tel. 17256
In afwijking van het oorspronkelijk gepubliceerde
programma gaat Bloemendaal a.s. Zondag weder
om naar Zandvoort om de club van dien naam te
ontmoeten. Zandvoort speelde voor de competitie
nog slechts één wedstrijd en wel 1.1. Zondag tegen
Kinheim met als resultaat een gelijk spel 33;
aan voorspellingen wagen wij ons dus nog maar
niet, al zouden de geruchten, dat Zandvoort sterker
moet zijn dan de Zeemeeuwen ons haast daartoe
verleiden.
Dc opstelling van het Bloemendaal-elftal voor
a.s. Zondag blijft ongewijzigd.
Het tweede elftal stelde na de kranige' over
winning op 19 dezer danig teleur door met 52
tegen Zandvoort 2 ten onder te gaan. Weliswaar
behoort Z. 2 tot de sterkste elftallen van den
Haarl. Bond, doch een dergelijk sprekende neder
laag was o.i. niet noodig geweest, getuige ook den
stand bij de rust (22). Het schijnt echter op het
critieke moment aan de noodige geestkracht ge
mangeld te hebben. A.s. Zondag kunnen de Bloe-
mendaal-reserves in den om 10 uur te spelen thuis,
wedstrijd tegen D.C.O. toonen, dat de eenigszins
gewijzigde opstelling het zelfvertrouwen heeft doen
wederkeeren en dat 'zij tot beduidend beters in
staat zijn.
Bloemendaal-Santpoort.
Secr.Bruno Klauwersstraat 5, Santpoort-St.
Gespeeld
Zaterdag 25 Sept.: S.V. aHaarlem a 09;
D.S.V.S.V. b uitgesteld.
Zondag 26 Sept.: S.V. 1-Blauw-Wit 3 31,
Haarlem 1SA'. 2 41, Oosterkwartier 4
S.V. 3 51, de ZwaluwenS.V. 4 92.
Te spelen:
Zaterdag 2 October: Oosterkwartier 1S.V. 1
2.30, S.V. 2Haarlem 3. 2.30 uur.
Zondag 3 October: S.V. 3Animo 1, 10 uur;
Oosterkwartier 5S.V. 4, 12 uur (voor H.K.B.)
Voor den N.K.B.: Westerkwartier 2S.V.l,
122 uur; SA'. 2Amsterdam Zuid 2, 2 uur.
De lezing van onzen trainer in „Rusthoek" is
goed geslaagd, alsook het verdere gedeelte van
den avond.
Aangenomen als ledende dames M. van Bakel-
Noordlaan 20 en M. Rikkcrink, Bosehlaan 10,
beiden te Bloemendaal.
Voorgesteld door de adspiranten-commissie
de meisjes D. en P. Siebellis, Bred.weg 88, Sant
poort (S.) en door het bestuur als lid: mej. B. ter
Kulve, YVieke voort Grommel instraat 8, te Haar
lem (N.).
Het goedkoopste adtes voor a'ie Sportartikelen
Schoterweg 27 Haarlem-N.
i
HUISVROUWEN
VAN ALLE RANGEN,
'TIS RADION-WIT
WAT ZIJ VERLANGEN
Keuze, Verzorging, Fokken, Opvoeding.
Met foto's en rasbeschrijving van 190 ras
sen, door P. M. C. Toepoel, officieel keur
meester en kynologiscli medewerker aan
verschillende dagbladen en tijdschriften.
Tweede herziene en vermeerderde druk.
Uitgegeven door N.V. Uitgevers Mij. „Kos
mos" te Amsterdam. Prijs gebonden f 4.90.
Mat dit boek voor ons boven alles zoo aan
trekkelijk maakt, is de innige liefde, die er uit
spreekt, voor wat de schrijver noemt: „het eenige
wezen, dat óns meer lief heeft dan zich zelf": de
honih
Hoe zijn hem de woorden van Burns uit het
hart gegrepen, als deze zegt: „dat de hond den
ménsch beschaamt in zijn devotie oor zijn God,
l)ie voor hem de mensch is"; en i oe treffend is
Tocpoels' bekentenis: ,,lk zelf, zoo vaak als ik
heb lief gehad en dan heel innig naar ik dacht,
wat klein is mijn liefde, want hoe veeleiscliend
hen ik voor mijne godinnen.En Max Ilavelaar,
wien het hinderde, dat Tine niesde!" Liefde ver
vult ook zijn hart, als hij zijn lezers wijst op het
werk tan Prof. Roland Holst: „Overpeinzingen
van een bramenzoeker" en verklaart, dat hier de
kunstenaar, gewend zijn onderwerp met liefde te
schouwen, door die liefde zijn hond doorvorscht.
Bovendien kent hij dit werk de verdienste toe,
dat in geen enkele vreemde taal de hond zoo juist
geteekend is, als in deze Nederlandsche. al heeft
hij ook groote bewondering voor 't mooie Engelsch
en de niet minder gelukkige vertaling van het
boek van William Long, die zoo onbevangen in
de beoordeeling van het karakter van den hond is.
Ook wijlen onze plaatsgenoot. Daan de Clerq,
herdenkt hij gaarne, als de onvergetelijke vriend
t an mensch cn dier en herinnert o.a. aan den uit
val, die deze deed. als hij, zooals vaak voorkomt,
dén beweeggragen hond aan de ketting of in een
rehnetje zag en de planten vrij: „Maar die planten
hebben daar niets aan, want zij kunnen zich niet
bewegen; laat den hond \Tij en plaats een hekje
niti de planten". „Het is maar een weet", merkt
Toepoel hierbij laconiek op. Met dankbaarheid
gewaagt hij ook van de waardeering, die vele
groote geleerden en geloovigen voor den hond
koesterden, zooals o.a. Franciscus van Assisi,
wiens geboorte-datum tot dierendag is gekozen.
Eveneens zijn hem Jack London en Curwood
sympathiek, al overdreven zij, wanneer zij den
hond bijna menschelijk laten denken. Waar de
gevoelens, die deze beroemde dierenvrienden
voor den hond bezaten algemeen bekend zijn,
verheugt het ons, hier met enkele onderstaande
aanhalingen, ook die van den schrijver te kunnen
weergeven
„Want elke hond draagt in zijn liefde voor den
mensch, een schat met zich, een schat, die hier
niet geldt, maar wellicht waarde heeft op een
gebied, waar goud niet telt."
Immers „Onze wereld is op andere waarden
ingesteld dan op liefde. Onze wereld van het geluk
zoo ver.
„Men vermoeit zich minder met lief spreken
dan met ranselen en opspelen."
„Ach het is weer liefde of geen liefde. Maar geen
liefde, geen hond, zoo moest het zijn. Men moest
zijn hond en de belastingpenning alleen kunnen
ontvangen op bewijs van liefde en nietvoorgeld".
„Onze hond vindt onder de dresseurs zijn groot
ste vijanden".
„Ik weet geen gevaarlijker land, dan het onze,
want sedert eenige jaren mag men den hond
straffeloos overrijden.
pok voor dc armen, die de liefde van hun
hond niet als bezit, doch als overgave kennen
„Het is goed de honden vroeger te bedienen,
dan de menschen; voedsel beteekent zoo veel
meer voor hen, dan voor ons ik hoop niemand
te overschatten en anders windt ons eten hen
zoo op".
„Lach nooit uw hond uit, dat is 't gemeenste
dat de mensch doen kan".
Van een man, zóó terzake kundig als Toepoel,
zal stellig niemand zijn schier wanhopige uitspraak
in twijfel trekken, dat in ons land minstens negen
van de tien honden niet voldoende gevoed en ge
oefend worden.
Begrijpbaar wordt het ons dan ook, als hij den
banvloek uitspreekt over Jan Krent, die zijn
hond geboren vleescheter, zooals honden nu
eenmaal van nature zijn - de „vermaarde" rijst
of de „beroemde" stokviscli-snippers voorzet.
Niet minder begrijpelijk ook, als hij fulmineert
op Piet Bluf, die een hond neemt, wiens onder
houd hij niet kan of wil betalen; of uitvaart tegen
Karei Zonderhart, die zijn hond voor kraam
kamer naar buiten op het koude erf verwijst,
onder den dooddoener: „Dat geeft geharde
nesten."
Toepoel heeft met zijn boek waarin de hond
vanaf zijn intrede in de kraamkamer tot zijn
laatste rustjilaats, op zoo voortreffelijke wijze
geteekend wordt en waarin een rasbeschrijving
met foto's van bijna tweehonderd rassen, is op
genomen, stormenderhand de harten van alle
hondenvrienden gestolen. Deze tweede en ver
meerderde druk van een zoo groote oplage en
zulks tegen boven aangegeven prijs, is hiervoor
het onomstootelijk bewijs. B.
Uitslag „Kosmos Eerstelingen Prijs".
De jury belast met het toekennen der „K.E.P."
heeft in haar eindvergadering met algemeene stem
men besloten den prijs van 1000 gulden dit jaar
niet toe te kennen. Hoewel er in eenige der 159
inzendingen talent te onderkennen viel. was er
geen enkele, die in toereikende mate voldeed aan
de eischen, welke de jury meende voor een be
krooning en dc daarin vervatte onderscheiding te
moeten stellen.
Als de meest voorkomende tekortkomingen in
deze inzendingen van jonge schrijvers, heeft de
jury geconstateerd: een slordig gebruik der Neder
landsche taal, soms gaande tot grove taalfouten
toe, een gemis aan compositie en smaak, aan wat
men in het algemeen letterkundige toewijding
kan noemen. Zeer velen der inzenders schijnen te
meenen, dat het slordige noteeren van de kleine
feiten des dagelijksclien levens, zonder daarbij
eenige keuze toe te passen, reeds voldoende is om
een roman te scheppen. In een overwegend aantal
werken werd voorts de jury getroffen door een
volkomen negatieve houding tegenover het leven,
een krachteloos zich laten gaan, een tekort aan
geestelijke spankracht. Moge dit eenerzijds een
crisisverschijnsel zijn en als zoodanig merk
waardig om te constateeren, het heeft de jury ver
baasd, dat de jonge schrijvers tegenover dezen
nood des tijds zoo weinig geestelijk verzet en
idealisme wisten te stellen.
Van de 159 inzenders zijn er, na schifting, een
twaalftal voor een nadere beoordeeling in aan
merking gekomen. Drie dezer werken, al kon de
commissie die niet de onderscheiding eener be
kroning verleenen, hadden toch haar waardeering
en verdienen volgens haar een eervolle vermelding.
Het zijn: „Het'Uilenhuis" door Willem Aron-
deus, „Vergeèfsche Bloei" door Leo Vandaele en
„Warenhuis" door Ed. Hoornweg. Van deze
werken werd het eerstgenoemde door de jury een
stemmig het beste der inzendingen geacht. He1
boek is suggestief geschreven en bevat gedeelten
van bepaalde litteraire schoonheid
„Warenhuis" van Ed. Hoornweg geeft een
levendige schildering van een groot winkelbedrijf
terwijl de humor in dit boek weldadig aandoe!
De Vlaamsche schrijver Leo Vandaele onder
scheidt zich door een kleurige stijl en een boeiend
verteltalent.
Tenslotte verdiende, volgens de jury, een af
zonderlijke vermelding: „De Cronen" van den
Vlaamsehen schrijver Bert Decorte. Hoewel in
dit werk enkele karakters te geforceerd en te
weinig levenswaar aandoen en de compositie van
het geheel zoo gebrekkig is, dat er van een roman
nauwelijks kan gesproken worden, veeleer van
onsamenhangende fragmenten, openbaarde ziel
in enkele dier fragmanten een merkwaardi;
schrijverstalent in aanleg.
De jury verheelt zich niet, dat wellicht do
korte termijn van inzending van invloed is ge
weest op de kwaliteit der werken. Zij hoopt op
beter resultaat in 1938. Gelegenheid tot inzending
voor de K.E.P. 1938 blijft open tot 1 April 1938,
aan het adres van de secretaresse der jury: Oud-
Delft 124, Delft, waar ook het programma kan
worden aangevraagd.
Gaspedalen zijn gewillig! Maar
als uw autosnelheid verdubbelt
wordt uw remweg (afstand, noodig
om te stoppen) 2X2=4
maal zoo groot!