FIRMA A. VERNOUT Sport en Spel. 3 MODEBLADEN De groote Liefde. B. V. C. Bloemendaal. Van de Leestafel. MEDAILLES - INSIGNES Wijnands 0. IRensen Korfbalclub „Sport Vereent" Sport huis te Tluijl WARMOESSTRAAT 10, Tel. 10547 BLOEMEND. WEG 53, Tel. 23039 BLOEMEND. WEG 255. Tel. 22292 „Het schijnt bij hem inderdaad de groote liefde te zijn, helaas!", aldus liet zich iemand uit, toen er gesproken werd over een geruchtmakende ver bintenis in het stadje. Dit „helaas" geeft te denken. Wat is er begee- renswaardiger dan gegrepen te zijn door een mooi en zuiver gevoel, dat heel het leven behéerseht, dat eenheid brengt en een middelpunt vormt in het overigens zoo verscheurde en versnipperde leven, dat aan de gewoonste dingen den glans van liet buitengewone verleent en de nuchtere alle daagsheden tot wonderen verheft Moet men iemand niet gelukwenschen, die bezield en betoo- verd staat temidden van zooveel ironie en cynisme, iemand voor wien het bestaan zin heeft ge kregen, de aarde een paradijs is geworden en de hemel niet langer leeg is? Waarom toch dit onbe grijpelijke „helaas"? Omdat de groote liefde haar moeilijkheden met zich brengt. De tragedies, welke de rubrieken ongevallen en misdaden van de dagbladen vullen, zijn grootendeels door de liefde veroorzaakt. Haat, leed en schuld volgen haar op den voet. Wat zou er voor stof overblijven voor de drama's, welke in romans, tooneelstukken en filmscenario's zijn verwerkt, indien de groote liefde geen helden en heldinnen meer inspireerde? Wat zijn de groote dichters, een Goethe, een Shakespeare, zonder haar Geen smart zoo groot en zoo veelvuldig als die op rekening komt van een groote liefde; geen strijd zoo fel als welke zij doet ontbranden, geen zonde zoo diep als die waarin zij haar belijders doet vallen. Wanneer men bedenkt, hoe de liefde, gelijk een dichter het zoo treffend heeft uitgedrukt, de moeder is van alle smarten, van alle kwellingen des levens, ja, dan kan men zich voorstellen, dat een menschlievend man iemand beklaagt, die haar slachtoffer geworden is. Het is een bekend thema in de romanliteratuur, dat menschen, die zich vermeien in erotische avonturen, zich hoeden voor de groote liefde. Ook in de werkelijkheid treft men dergelijke angst vallige naturen herhaaldelijk aan. Zij beschouwen het oprechte, zuivere, alles beheersciiende gevoel, dat hun gewende, gemakkelijke sleurbestaan eens klaps kan veranderen in een rusteloos voort gedreven worden door een onweerstaanbaar ver langen, als een ramp. Zij fladderen om het licht heen, maar vermijden zorgvuldig de aanraking met de vlam. Zij vinden het behaaglijk, zich te koesteren voor den haard, maar wagen zich niet te dicht bij het gevaarlijke vuur. Wordt een hunner desondanks de prooi van een groote liefde, dan zuchten de omstanders: „helaas!" Want deze wereld schijnt niet berekend op zuivere, krachtige, oprecht gemeende gevoelens, waaraan men zich van ganscher harte, met ziel en zinnen overgeeft. Tegen een dergelijke overgave verzet zich de maatschappij, de moraal, maar vooral: het gemak. De groote liefde is het groote ongerief. Wij doelen hier niet uitsluitend op de volledige toewijding van persoon aan persoon. Men kan ook een groote liefde opvatten voor bovenpersoonlijke dingen. Men kan gegrepen worden door een maat schappelijke taak, bezeten worden door de kunst bezield door idealen. Ook in zulke gevallen mom pelen de omstanders: „helaas!" Want ook dergelijke slachtoffers van het alles overheerschend gevoel zijn voor de wereld verloren. Zij gaan geheel op in de idolen, waaraan zij hun hart hebben verpand. „Er is niets meer aan hen", zeggen de vrienden. Ze zijn niet gezellig meer; ze onttrekken zich aan den kennissenkring; ze spreken steeds over het ééne onderwerp, dat in 't midden van hun belangstelling staat, ze maken er propa ganda voor, ze willen heel de wereld er in be trekken. Hun omgeving noemt hen dweepers. En ook deze dweepers trekken het lijden tot zich. Heel den dag sloven zij zich uit voor hun ideaal en zelfs hun nachtrust offeren zij er voor op. Inplaats van hun vaak karige inkomsten aan ontspanning te be steden, brengen zij hun laatste cent op aan contri buties, collectes, steungelden. Zij riskeeren de ont stemming van hun familie; zij raken van hun vrienden vervreemd; zij worden betrokken in dis cussies, debatten, twisten en vechtpartijen; zij verliezen hun betrekking; ja, zelfs gaan zij niet zelden de gevangenis in en er kunnen zich omstan digheden voordoen, dat zij hun groote liefde moeten bekoopen met het martelaarschap en den dood. Is 't dan niet begrijpelijk, dat men iemand, die zich gelukkig is gaan voelen, omdat hij een levenstaak en een levensinhoud heeft meenen te veroveren, beklaagt, en dat men zegt: „Het schijnt bij hem inderdaad meenens te zijn, helaas!" Is 't niet begrijpelijk, dat vele menschen instinctief zich buiten bewegingen houden, waarvan zij de aantrekkingskracht vermoeden, gelijk die bedacht zame minnaars en minnaressen, die bij hun avon turen angstvallig de groote liefde vermijden Het kan onzegbaar triest stemmen, dat deze wereld niet op dc waarachtige en krachtige ge voelens is aangelegd, maar louter het halve, on oprechte en onedele verdraagt. Dit onvermogen is treffend getypeerd in den pessimistischen aanhef van het Johannes-evapgelie-.,'dat spreekt van het licht. dat. in de duisternis schijnt, maar de duister nis neemt het niet in zich op. Deze tegenstelling is het, welke het leven zoo tragisch maakt. Ieder hunkert naar het volstrekte, zuivere en mooie, waaraan hij zich onvoorwaarde lijk met al zijn gevoelens kan overgeven. Maar iéder ziet tevens op tegen de offers, welke deze overgave aan het hoogste en beste onvermijdelijk zal vergen. Daarom vergenoegt het meerendeel van de menschen zich met te berusten in zijn onbe- vredigden staat en verzucht, half medelijdend, maar ook half naijverig, „helaas!" over de helden en heldinnen die den prijs er voor over hebben, de koogste wet van het leven te volgen. II. G. Cannegieter. De vorige week spraken wij het vermoeden uit. dat Bloemendaal in Zandvoort tegen de Zee meeuwen wel een warme ontvangst te wachter zou staan; een oppervlakkige beschouwing van den uitslag van dezen wedstrijd, n.l. 51 voé Bloemendaal, geeft aanleiding tot de veronder stelling, dat ons inzicht op dit punt niet juist was, Toch was dat wel het geval: de ontvangst, die de Zeemeeuwen den Bloemendalers bereidden was zeer warm, naar onze smaak te warm, waarmede wij bedoelen te zeggen, dat de badplaatsbewoners hun spel al te vaak op laakbare wijze door veel te forsch spel ontsierden. Wij meenen te wetenen hopen zulks ook van harte dat het bestuur van de Zeemeeuwen onze gevoelens hierover deelt, en spreken dan ook het vertrouwen uit, dat het dc weliswaar moeilijke, maar dankbare taak, welke het op dit gebied te vervullen heeft, spoedig tot een goed einde brengt. Het wedstrijdverloop werd natuurlijk door bovengenoemde omstandigheden beinvloèd, maar gelukkig werd in dit geval de deugd, in casu dc grooter technische vaardigheid van Bloemendaal. beloond. Ondanks de lichaamskracht, welke zij demonstreerden, konden de Zeemeeuwen n.l. niet verhinderen, dat Bloemendaal na circa een half uur een 30 voorsprong had. Het extra schepje, dat de Z. er toen opgooiden, stichtte inderdaad eenige verwarring in de Bloemendaal-gelederen en leverde de Z. een tegenpunt op, zoodat de rust met 31 voor Bloemendaal inging. Ook na de thee schenen de strandbewoners ons op dien mooien najaarsdag te willen voorbereiden op de komende Novemberstormen door een imitatie van hun niets ontziende beukende kracht te de- monstreeren. Wij zouden onze beeldspraak kunnen voortzetten door onze jongens met de stoere Bloemendaalsche duinen te vergelijken, die nog voor geen enkelen Novemberstorm geweken zijn. al zouden wij niet graag durven beweren, dat de Bloemendaalsche jongens trachtten het onder die omstandigheden schijnbaar onbewogen uiterlijk van hun duinen na te bootsen. Toen de storm wat afnam ontdekte de Bloemendaal-voorhoede weel' een paar gaten in de achterhoede der tegenpartij, wat tot 2 doelpunten leidde, zoodat het eind mét een 51 overwinning r an Bloemendaal kwam;. Over het begin van de competitie kan Bloemen daal dus tevreden zijn: twee klinkende overwin ningen en een elftal, dat ondanks zijn niet overal even sterke bezetting, getoond heeft van zijn misschien wat opportunistische speelwijze op be hoorlijke wijze profijt te kunnen trekken. Indien zich geen gedwongen mutaties voordoen, is het elftal zeker in staat behoorlijk teamwork te gaan leveren. Nederlandsche Volkskarakters. Ieder, die van Nederlandsclien stam is, vindt hier zijn streekkarakter geteekend. Naar ons wordt bericht, zal dit najaar bij den Uitgever J. H. Kok N.V. te Kampen een pracht werk verschijnen, dat voor iederen Nederlander en voor allen, die van den Nederlandsclien stam zijn, bijzonder belangwekkend is, omdat men er het volkskarakter van zijn eigen streek of stad, en dus zichzelf er in geteekend ziet. Het werk wordt verlucht met ongeveer 00 prachtige foto's van Willem van Mal sen, die heel Nederland en half België is doorgetrokken speciaal voor het maken van opnamen voor dit werk. Elke foto geeft een portret van een karakteristieken vertegenwoordiger van een streek. Het boek wordt samengesteld onder redactie van den bekenden schrijver Anne de Vries en den dialecten-kenner Drs. P. J. Meertensterwijl bij dragen worden geleverd door K. ter Laan Gro ningen); p. Wiersma (Friesland): Anne de Vries (Drente); Mr. G. J. ter Kuile Sr. (Twente en Oost-Salland); II. J. Moerman (Noord-West- Overijsel); G. J. Klokman (Geldersche Achterhoek); ■Tdc. Gazenbeek (Veluwe en Oost-Utrecht); K Lanlermans (Betuwe); J. Ypma (Z.-Holland en West-Utrecht); Jan Rozelaar (N.-Holland); Prof. Dr. P. II. van Moerkerken ('t Gooi); P. J. Meer tens (Zeeland): C. Slootmans (Westcl. Noord-Bra bant): Antoon Coolen (Oostel. Noord-Brabant); Dr. 11' Roukerts (Limburg); Dr. II. Polak (Amster dam); B. Stroman (Rotterdam); Mevr. Emmy van Lokhorst (Den Haag): Dr. P. II. Ritter (Utrecht) Mevr. Ali van Wijhe-Smeding (Zuiderzeevisschers) A. Wapenaar (Noordzeevissehers)Dr. J. Leijdes- dorff (Joden): Dr. W. Pee (Vlaanderen België); Dr. J. Lindeman (Viaamscli-Brabant België); Lamberts Swerts (Belgisch-Limburg); Prof Dr. Paid de Kcijscr (Oost-Vlaanderen); Emm. de Bom (Antwerpen); Cypriaan Verhavert (Brussel); Prof. Dr. Paul dc Kcijser (Gent); Dr. Th. van Schelven (Nederland). Elke bijdrage is dus geschreven door een auteur, die de bevolking van de beschreven streek door en door kent. Voor dit door-en-door Nederlandsche boek zal zonder twijfel groote belangstelling zijn onder alle lagen van dc Nederlandsche bevolking en bij Nederlanders van de meest uiteenloopende rich tingen. Het is dan ook inderdaad een nationaal werk bij uitnemendheid. „ONZE HONDEN". voor ,elke soort 't Medaillehuis, Schoterw. 78 t/o kazerne, Tel. 17256 In afwijking van het oorspronkelijk gepubliceerde programma gaat Bloemendaal a.s. Zondag weder om naar Zandvoort om de club van dien naam te ontmoeten. Zandvoort speelde voor de competitie nog slechts één wedstrijd en wel 1.1. Zondag tegen Kinheim met als resultaat een gelijk spel 33; aan voorspellingen wagen wij ons dus nog maar niet, al zouden de geruchten, dat Zandvoort sterker moet zijn dan de Zeemeeuwen ons haast daartoe verleiden. Dc opstelling van het Bloemendaal-elftal voor a.s. Zondag blijft ongewijzigd. Het tweede elftal stelde na de kranige' over winning op 19 dezer danig teleur door met 52 tegen Zandvoort 2 ten onder te gaan. Weliswaar behoort Z. 2 tot de sterkste elftallen van den Haarl. Bond, doch een dergelijk sprekende neder laag was o.i. niet noodig geweest, getuige ook den stand bij de rust (22). Het schijnt echter op het critieke moment aan de noodige geestkracht ge mangeld te hebben. A.s. Zondag kunnen de Bloe- mendaal-reserves in den om 10 uur te spelen thuis, wedstrijd tegen D.C.O. toonen, dat de eenigszins gewijzigde opstelling het zelfvertrouwen heeft doen wederkeeren en dat 'zij tot beduidend beters in staat zijn. Bloemendaal-Santpoort. Secr.Bruno Klauwersstraat 5, Santpoort-St. Gespeeld Zaterdag 25 Sept.: S.V. aHaarlem a 09; D.S.V.S.V. b uitgesteld. Zondag 26 Sept.: S.V. 1-Blauw-Wit 3 31, Haarlem 1SA'. 2 41, Oosterkwartier 4 S.V. 3 51, de ZwaluwenS.V. 4 92. Te spelen: Zaterdag 2 October: Oosterkwartier 1S.V. 1 2.30, S.V. 2Haarlem 3. 2.30 uur. Zondag 3 October: S.V. 3Animo 1, 10 uur; Oosterkwartier 5S.V. 4, 12 uur (voor H.K.B.) Voor den N.K.B.: Westerkwartier 2S.V.l, 122 uur; SA'. 2Amsterdam Zuid 2, 2 uur. De lezing van onzen trainer in „Rusthoek" is goed geslaagd, alsook het verdere gedeelte van den avond. Aangenomen als ledende dames M. van Bakel- Noordlaan 20 en M. Rikkcrink, Bosehlaan 10, beiden te Bloemendaal. Voorgesteld door de adspiranten-commissie de meisjes D. en P. Siebellis, Bred.weg 88, Sant poort (S.) en door het bestuur als lid: mej. B. ter Kulve, YVieke voort Grommel instraat 8, te Haar lem (N.). Het goedkoopste adtes voor a'ie Sportartikelen Schoterweg 27 Haarlem-N. i HUISVROUWEN VAN ALLE RANGEN, 'TIS RADION-WIT WAT ZIJ VERLANGEN Keuze, Verzorging, Fokken, Opvoeding. Met foto's en rasbeschrijving van 190 ras sen, door P. M. C. Toepoel, officieel keur meester en kynologiscli medewerker aan verschillende dagbladen en tijdschriften. Tweede herziene en vermeerderde druk. Uitgegeven door N.V. Uitgevers Mij. „Kos mos" te Amsterdam. Prijs gebonden f 4.90. Mat dit boek voor ons boven alles zoo aan trekkelijk maakt, is de innige liefde, die er uit spreekt, voor wat de schrijver noemt: „het eenige wezen, dat óns meer lief heeft dan zich zelf": de honih Hoe zijn hem de woorden van Burns uit het hart gegrepen, als deze zegt: „dat de hond den ménsch beschaamt in zijn devotie oor zijn God, l)ie voor hem de mensch is"; en i oe treffend is Tocpoels' bekentenis: ,,lk zelf, zoo vaak als ik heb lief gehad en dan heel innig naar ik dacht, wat klein is mijn liefde, want hoe veeleiscliend hen ik voor mijne godinnen.En Max Ilavelaar, wien het hinderde, dat Tine niesde!" Liefde ver vult ook zijn hart, als hij zijn lezers wijst op het werk tan Prof. Roland Holst: „Overpeinzingen van een bramenzoeker" en verklaart, dat hier de kunstenaar, gewend zijn onderwerp met liefde te schouwen, door die liefde zijn hond doorvorscht. Bovendien kent hij dit werk de verdienste toe, dat in geen enkele vreemde taal de hond zoo juist geteekend is, als in deze Nederlandsche. al heeft hij ook groote bewondering voor 't mooie Engelsch en de niet minder gelukkige vertaling van het boek van William Long, die zoo onbevangen in de beoordeeling van het karakter van den hond is. Ook wijlen onze plaatsgenoot. Daan de Clerq, herdenkt hij gaarne, als de onvergetelijke vriend t an mensch cn dier en herinnert o.a. aan den uit val, die deze deed. als hij, zooals vaak voorkomt, dén beweeggragen hond aan de ketting of in een rehnetje zag en de planten vrij: „Maar die planten hebben daar niets aan, want zij kunnen zich niet bewegen; laat den hond \Tij en plaats een hekje niti de planten". „Het is maar een weet", merkt Toepoel hierbij laconiek op. Met dankbaarheid gewaagt hij ook van de waardeering, die vele groote geleerden en geloovigen voor den hond koesterden, zooals o.a. Franciscus van Assisi, wiens geboorte-datum tot dierendag is gekozen. Eveneens zijn hem Jack London en Curwood sympathiek, al overdreven zij, wanneer zij den hond bijna menschelijk laten denken. Waar de gevoelens, die deze beroemde dierenvrienden voor den hond bezaten algemeen bekend zijn, verheugt het ons, hier met enkele onderstaande aanhalingen, ook die van den schrijver te kunnen weergeven „Want elke hond draagt in zijn liefde voor den mensch, een schat met zich, een schat, die hier niet geldt, maar wellicht waarde heeft op een gebied, waar goud niet telt." Immers „Onze wereld is op andere waarden ingesteld dan op liefde. Onze wereld van het geluk zoo ver. „Men vermoeit zich minder met lief spreken dan met ranselen en opspelen." „Ach het is weer liefde of geen liefde. Maar geen liefde, geen hond, zoo moest het zijn. Men moest zijn hond en de belastingpenning alleen kunnen ontvangen op bewijs van liefde en nietvoorgeld". „Onze hond vindt onder de dresseurs zijn groot ste vijanden". „Ik weet geen gevaarlijker land, dan het onze, want sedert eenige jaren mag men den hond straffeloos overrijden. pok voor dc armen, die de liefde van hun hond niet als bezit, doch als overgave kennen „Het is goed de honden vroeger te bedienen, dan de menschen; voedsel beteekent zoo veel meer voor hen, dan voor ons ik hoop niemand te overschatten en anders windt ons eten hen zoo op". „Lach nooit uw hond uit, dat is 't gemeenste dat de mensch doen kan". Van een man, zóó terzake kundig als Toepoel, zal stellig niemand zijn schier wanhopige uitspraak in twijfel trekken, dat in ons land minstens negen van de tien honden niet voldoende gevoed en ge oefend worden. Begrijpbaar wordt het ons dan ook, als hij den banvloek uitspreekt over Jan Krent, die zijn hond geboren vleescheter, zooals honden nu eenmaal van nature zijn - de „vermaarde" rijst of de „beroemde" stokviscli-snippers voorzet. Niet minder begrijpelijk ook, als hij fulmineert op Piet Bluf, die een hond neemt, wiens onder houd hij niet kan of wil betalen; of uitvaart tegen Karei Zonderhart, die zijn hond voor kraam kamer naar buiten op het koude erf verwijst, onder den dooddoener: „Dat geeft geharde nesten." Toepoel heeft met zijn boek waarin de hond vanaf zijn intrede in de kraamkamer tot zijn laatste rustjilaats, op zoo voortreffelijke wijze geteekend wordt en waarin een rasbeschrijving met foto's van bijna tweehonderd rassen, is op genomen, stormenderhand de harten van alle hondenvrienden gestolen. Deze tweede en ver meerderde druk van een zoo groote oplage en zulks tegen boven aangegeven prijs, is hiervoor het onomstootelijk bewijs. B. Uitslag „Kosmos Eerstelingen Prijs". De jury belast met het toekennen der „K.E.P." heeft in haar eindvergadering met algemeene stem men besloten den prijs van 1000 gulden dit jaar niet toe te kennen. Hoewel er in eenige der 159 inzendingen talent te onderkennen viel. was er geen enkele, die in toereikende mate voldeed aan de eischen, welke de jury meende voor een be krooning en dc daarin vervatte onderscheiding te moeten stellen. Als de meest voorkomende tekortkomingen in deze inzendingen van jonge schrijvers, heeft de jury geconstateerd: een slordig gebruik der Neder landsche taal, soms gaande tot grove taalfouten toe, een gemis aan compositie en smaak, aan wat men in het algemeen letterkundige toewijding kan noemen. Zeer velen der inzenders schijnen te meenen, dat het slordige noteeren van de kleine feiten des dagelijksclien levens, zonder daarbij eenige keuze toe te passen, reeds voldoende is om een roman te scheppen. In een overwegend aantal werken werd voorts de jury getroffen door een volkomen negatieve houding tegenover het leven, een krachteloos zich laten gaan, een tekort aan geestelijke spankracht. Moge dit eenerzijds een crisisverschijnsel zijn en als zoodanig merk waardig om te constateeren, het heeft de jury ver baasd, dat de jonge schrijvers tegenover dezen nood des tijds zoo weinig geestelijk verzet en idealisme wisten te stellen. Van de 159 inzenders zijn er, na schifting, een twaalftal voor een nadere beoordeeling in aan merking gekomen. Drie dezer werken, al kon de commissie die niet de onderscheiding eener be kroning verleenen, hadden toch haar waardeering en verdienen volgens haar een eervolle vermelding. Het zijn: „Het'Uilenhuis" door Willem Aron- deus, „Vergeèfsche Bloei" door Leo Vandaele en „Warenhuis" door Ed. Hoornweg. Van deze werken werd het eerstgenoemde door de jury een stemmig het beste der inzendingen geacht. He1 boek is suggestief geschreven en bevat gedeelten van bepaalde litteraire schoonheid „Warenhuis" van Ed. Hoornweg geeft een levendige schildering van een groot winkelbedrijf terwijl de humor in dit boek weldadig aandoe! De Vlaamsche schrijver Leo Vandaele onder scheidt zich door een kleurige stijl en een boeiend verteltalent. Tenslotte verdiende, volgens de jury, een af zonderlijke vermelding: „De Cronen" van den Vlaamsehen schrijver Bert Decorte. Hoewel in dit werk enkele karakters te geforceerd en te weinig levenswaar aandoen en de compositie van het geheel zoo gebrekkig is, dat er van een roman nauwelijks kan gesproken worden, veeleer van onsamenhangende fragmenten, openbaarde ziel in enkele dier fragmanten een merkwaardi; schrijverstalent in aanleg. De jury verheelt zich niet, dat wellicht do korte termijn van inzending van invloed is ge weest op de kwaliteit der werken. Zij hoopt op beter resultaat in 1938. Gelegenheid tot inzending voor de K.E.P. 1938 blijft open tot 1 April 1938, aan het adres van de secretaresse der jury: Oud- Delft 124, Delft, waar ook het programma kan worden aangevraagd. Gaspedalen zijn gewillig! Maar als uw autosnelheid verdubbelt wordt uw remweg (afstand, noodig om te stoppen) 2X2=4 maal zoo groot!

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1937 | | pagina 3