„Wetenschap vernietigt Monopolies".
f f - Vi MrWSSSx
PfcfcpMOfcScT
Na eiken maaltijd.
■1
VAN DE LEESTAFEL
Een nieuw boek van Anton E. Zischka
Sedert de jonge schrijver Anton Zischka zijn
eerste suecesb'oek „Wereldverdwazing" in het
licht gaf, blijken zijn talent en zijn persoonlijkheid
in verrassende mate gerijpt. Verweet men hem
vroeger wel eens een zekere oppervlakkigheid,
een te groote voorliefde voor het aneedotisclie, in
de latere jaren wordt ieder nieuw boek serieuzer
cn meer doorwrocht. Na zijn reisreportages en zijn
politieke of politiek-economisclie werken brengt
hij ons thans een op hoog peil staande zuiver
economische studie. Dit wil echter niet zeggen
dat men hier te doen zou hebben met een dorre
taaie verhandeling vol cijfers en theorie; Zischka
is in den besten zin van het woord de. oude geble
ven; zijn schrijftrant heeft alle waardevolle karak
teristieken behouden en slechts enkele feilen afge
legd. Dit nieuwe hoek is even kleurig en levend als
de boeiendste beschrijvingen van landen en zeden
uit zijn vroegere werken. En tegelijk biedt het zulk
een schat van degelijke kennis, ten overvloede nog
getoetst door een vakman van den eersten rang
dat de lezer, die voorlichting zoekt, zich in volle
gerustheid aan hem kan overgeven.
Is er op economisch terrein wel een aetueeler
onderwerp denkbaar dan de synthetische fabricatie
van onontbeerlijke, doch moeilijk te verkrijgen
grondstoffen; het uitschakelen van belemmerende
monopolies door den onverpoosden arbeid der
geleerden in de laboratoria De schrijver behandelt
deze veelomvattende materie met de hem eigen
oorspronkelijkheid; overal valt het accent op wat
de Engelschen zoo juist „human interest" noemen;
op den samenhang tusschen wetenschappelijk
onderzoek en de oude angsten, verlangens en droo-
men der menschheid. De hoofdstukken over den
strijd tegen den honger, over het ontstaan der
monopolies, over de eerste pogingen om organische
stoffen synthetisch samen te stellen, zijn in hun
onopgesmukte realiteit sensationeeler dan een
avonturenroman.
„Welk een geestdriftige bewondering de schrij
ver ook heeft voor veel van wat hij hier schilderde",
zoo lezen wij in zijn inleiding, „hoezeer hij ook
overtuigd is, dat wetenschappelijk onderzoek en
techniek de aangewezen middelen zijn, niet slechts
tot matorieelen vooruitgang, doch ook tot de ver
wezenlijking van de meeste idealen der mensch
heid hij zag natuurlijk de gevaren van het koele
weten, de gewichtige taak van hart en ziel niet over
het hoofd. Hoe materialistisch dit boek op het
eerste gezicht ook mag lijken, bet verhaalt toch op
bijna elke bladzij van belden en waarachtige
idealisten, want de worsteling om wetensehappe-
lijken vooruitgang beteekent immers doorgaans
niets slechts een oogenblik, doch een geheel leven
van zelfverloochening en offers. En al schijnt dit
werk ook zuiver autarkisch georiënteerd, de schrij
ver ziet desondanks in wereldhandel, fn vrije uit
wisseling van ideeën en goederen, een groot en hoog
doel; hij beschouwt de wereld als een reusachtig
systeem van communiceerende vaten Hij ge
looft, dat alleen beveiliging tegen honger en blok
kade, dat alleen een rustig gevoel van kracht, een
bewustzijn van volkomen onafhankelijkheid, kun
nen leiden tot een samenwerking der volken; dat
zoowel wereldhandel als politieke staats-verdragen
gebaseerd moeten zijn op de vrije toestemming van
alle betrokkenen".
Het mooiste hoofdstuk is dan ook de slotbeschou
wing over: De belangrijkste aller synthesen: Waar
achtige gemeenschap. Toon, strekking en conclusies
van dit boek zijn, zooal niet optimistisch, dan toch
opwekkend en bemoedigend. Zischka gelooft
onwrikbaar aan de mogelijkheid om uit den chaos
te geraken; volgens hem ligt er méér dan één weg
open naar een nieuwe wereldorde. Het is een ver
kwikking, naast alle berichten over steeds geraffi
neerder bewapeningstechniek, te vernemen van
dit werk des vredes: het onvermoeid streven naar
steeds vollediger overwinningen op de natuur, naar
nieuwe welvaart door nieuwe kennis. Wie dit boek
niet las, vermag niet te beseffen, hoe rijk en veel
vuldig, ondanks alle sombere voorspellingen, nog
de kansen der menschheid zijn om langs lijnen van
vrede en redelijkheid uit de huidige benauwingen
weer te komen in ruimer, lichter verten.
Met de vroegere boeken van Zischka: „Wereld
verdwazing", Japan wereldveroveraar". „Oorlog
om Ethiopië" en „Arabië ontwaakt", heeft
Zischka reeds veel verheldering gebracht in de voor
velen onzer ondoordringbare geheimen van het
economisch leven. Men heefthet den socialist
Marx kwalijk genomen toen hij het denken van een
tijd afleidde uit zijn economische gesteldheid. Het
is hier niet de plaats daarop kritisch in te gaan.
Maar wel durven wij a's vaststaand aannemen, dat
beteekenis en invloed der economische verhou
dingen en omstandigheden eeuwen lang schro
melijk zijn onderschat. En wij leven thans wederom
in, een tijd, waarin economische nood en ecenomi-
sclie begeerten den wil tot oorlog of vrede der vol
keren blijken te bepalen. Hun invloed is veel
sterker, dat alle ethische, pacifistische en religieuse
stroomingen die Vrede willen op aarde.
Zischka beschrijft ons de economische nooden
en begeerten. Maar hij doet meer. Hij beschrijft
ons de wegen waarlangs het menschelijk vernuft
gedurende de laatste eeuw in die nooden heeft
trachten te voorzien, die begeerten heeft trachten
te stillen. Die wegen bleken te liggen op den weg
der natuurwetenschappen en der techniek. Aan
de beschrijving dier overstelpende massa feiten,
verzameld in dit bock, gaf Zischka den titel:
Wetenschap breekt Monopolie's. Hij drukte daar
mede uit. dat al die nooden en begeerten menseh-
heidsvijandige monopolie's in het leven hebben
geroepen, winstmogelijklieiden voor enkelen, bron
nen voor nieuwe nooden voor de anderen. Maarthij
toont aan de hand der geschiedenis van weten
schap en techniek aan, dat nieuwe kennis, nieuwe
uitvindingen, nieuwe toepassingen daarvan tel
kens den ban der monopolie's verbroken hebben
en nieuwe perspectieven voor de menschheid open
den. En zijn menscblievend einddoel is ons allen
de mogelijkheid bewust te maken, dat een wel
bewuste, op het belang van allen gerichte toepas
sing der nieuwe vindingen op natuurwetenschap
pelijk en industrieel gebied, de aarde wel niet
kunnen maken tot een paradijs, maar toch wel tot
een blijvende woonplaats voor'welvaart en vrede.
Zoo is dit boek een antipode van Spengler's
beroemde werk: Der t'ntevgang des Abendlandes.
Betere aanbeveling kan geen boek met zich bren
gen.
Dit werk behoort op dc boekenplank r an iederen
helderdenkenden jongen van 1820 jaar en zijn
inhoud behoort te worden verwerkt in het brein
van alle weldenkende landgenooten. Hot zal hun
daarbij duidelijk worden, hoeveel wij Nederlanders
aan buitenlanders, niet in de laatste plaats aan
Duitschers, verschuldigd zijn.
Een analyse of maar een opsomming van den
inhoud van dit werk zou minstens een of twee
pagina's van ons blad beslaan, wilden onze lezers
er iets aan hebben. Wij moeten dus volstaan met
hun aan te raden het boek te koopen.
Als specimina van den inhoud geven wij echter
twee uittreksels. Het eerste betreft de ontwikkeling
der rubberproductic in ons eigen Indië. Het tweede
de vernietiging van het. rubbermonopolie dei-
tropen door de vervaardiging van het synthetisch
product „Buna", dat als rubber uit kalk en kool
vervaardigd, het boomen-bloed-rubber komt ver
vangen. Vit deze aanhalingen hebben wij dc
technische formules weggelaten.
N.V. Het Nederlandsche Boekhuis te Tilburg,
24 fotopagina's, Ing. i 2.75, geb. f 3.75.
„Terwijl in Zy id Amerika oorlog om rubber was
gevoerd, aan de Congo de rubberslaven als vliegen
stierven en Henry Ford van een armen boeren
jongen tot den grootsten autofabrikant der wereld
werd, werkte Buitenzorg stil en ongemerkt aan een
vreedzame verovering van de rubber.
Buitenzorg is een kleine stad, twee uur sporen
van Batavia verwijderd, die rondom een botani-
schen tuin. den grootsten ter wereld, is ontstaan.
Toen de Nederlanders op Java kwamen, vonden
zij daar oorlog en honger; en om den honger te
bestrijden, richtten zij het proefstation op. waar
steeds beter cocospalmen, steeds rijker dragende
rijstplanten en quinquinastruiken vandaan kwamen.
Sedert 1818 waren er reeds botanici in Buitenzorg,
nu ontstonden er echter nieuwe proefvelden van
het „Centraal Rubber Station", nu werkten ge
leerden uit heel de wereld hier en daar aan de
verbetering van de door Wickliam ingevoerde
Hevea.
Men veredelt rozen en vruehtboomen door
enten van edele takjes, zeiden de Nederlanders tot
elkander. Waarom zou men dan ook rubberboomen
niet door enten kunnen veredelen Jarenlang wer
den de best gegroeide, sterkste, rijkst dragende
boomen uitgezocht. Terwijl een Japanner de leer
van Gregor Mendel toepaste, het zaad uitzoekt,
spoedig na een blik reeds, zeggen kon. iv
rubberkern dc hoogste waarde liad en \v/,l
minderwaardig was, nadat men uit de zaden der
beste boomen nieuwe planten kweekte, sneed men
takjes van beproefde latexproducten en veredelde
daarmee de zaailingen. Een Hevea-boom moet zes
jaar oud zijn, voor men hem voor het eerst kan
aftappen. De geleerden van Buitenzorg wachtten,
werden honderden keeren teleurgesteld, maar
gaven den strijd niet op. En langzamerhand ging
de productie der proefplantages omhoog. Evenals
de botanici Nederland door tuinbouw rijk haddeil
gemaakt, zoo schiepen zij nu op het honderddui
zend vierkante kilometer groote Java, levensmoge
lijkheden voor 30 millioen men,se.hen. En eyenalsf.
zij door kweeking de oliepalmen van den Conga
in de bergen van Sumatra hadden ingeburgerd;
van de rijstvelden drie oogsten in twee jaren won
nen, zoo cultiveerden de geleerden van Buitenzorg
nu rubberboomen. die minder vochtige hitte,
minder regen noodig hadden, wier stam een groo
teren weerstand had, wier latexbuisjes-systeem
uitgebreider was, dan dat van de wilde boomen.
De Engelschen hadden alleen bosschen neer-
gebrand en steeds nieuwe plantages aangelegd?'
de Maleiers hadden alleen hun rijstvelden verwoest,
hun tabaksvelden omgeploegd en waren zoo steeds
meer afhankelijk van de wereldkoersen der rubber
gewordende Engelschen vergrootten alleen de
met rubber beplante oppervlakten, de Nederlan
ders echter ook de opbrengst van hun plantages.
De achtjarige boomen van Buitenzorg leverden
650 kilo rubber per hectare, de boomen van Malaya
slechls 300. De chemici van Buitenzorg ontwik
kelden nieuwe methoden voor de bewerking wm
de latexmen vond dat men door toevoeging van
ammoniak het stollen kon verhinderen, rubbermelk
nu in tankauto's naar centrale fabrieken, in tank
schepen naar Amerika en in buisleidingen naar de
haven kon brengen.
De Amerikanen waren de eersten, die de groote
beteekenis van dezen stillen arbeid der geleerden
inzagen. Zij richtten een reuzenplantage op in het
Djambi-gebied van Sumatrie en beplantten 37.000
hectaren met kweekboomen. Inplaats van de
rubbermelk door zuren tot stollen te brengen, de
kaasachtige massa te walsen, te drogen en te roo-
ken, werd de melkachtige latex als koemelk behan
deld, door geweldige separatoren in damp en ten
slotte in poeder omgezet. Het rubberpoeder wérd
in blokken van honderd kilo geperst, in linnen
zakken genaaid, en reeds den dag na het aantappen
der boomen verscheept, inplaats van, zooals t ol
gens de oude methoden, vijf weken na het inzame
len van het sap. t'it de zaad-vergaarbakken van
Buitenzorg, die op letterkasten gelijken, en in hun
vele afdeelingen de beste Hevea-vruchten der
wereld bevatten, uit de proefvelden, waar aan
eiken boom zijn geschreven levensgeschiedenis
gehecht, als koortslijders aan ziekenhuis-bedden
was voor het Engelsclie monopolie een gevaarlijke
vijand opgestaan, voor het spook van liet rubber-
tekort een sterke bestrijder.
Terwijl de natuur echter slechts één soort latex
vervaardigt, konden de Duitsche scheikundigen
drie soorten rubbermelk vervaardigen, drie ver
schillende producten verkrijgen, die ook verschil
lende eigenschappen hebben. Men kan tegenwoor
dig „Buna" vervaardigen, die duurzamer is dan de
natuurlijke rubber, dat wil zeggen, bij invloed van
licht en zuurstof en mechanische bewerking langer
elastisch blijft dan natuurrubber.
Men kan bij Buna ook chemisch een sterker
weerstand bereiken dan bij het Hevea-product,
een zeer belangrijke eigenschap, want al vormt ook
de reeds in 1763 ontdekte oplosbaarheid van rubber
in aether en terpentijn den grondslag der banden
reparatie en al is dit van beteekenis voor het ver
vaardigen van waterdichte stoffen, zoo was de
oplosbaarheid van rubber in bepaalde organische
stoffen, in de eerste plaats in benzine en benzol
toch ook een groot nadeel.
Olieleidingen van gummi waren onmogelijk,
evenals het gebruik van rubber in bepaalde chemi
sche fabrieken. De automobielindustrie, die rubber
graag voor veering, als isolatiemateriaal en voor
pakking gebruikt zou hebben, trachtte vergeefs
de natuurrubber onoplosbaar te maken, Buna
is ongevoelig voor olie en de meeste andere orga
nisclie oplosmiddelen; men kan ze in machines
evengoed inbouwen als in oliekrar n en de leiding
gen van de chemische fabrieken. Door deze geheel
nieuwe eigenschappen behoeft de Buna niet nood
zakelijk meer goedkooper te zijn dan de natuur
rubber, kan zij althans gedeeltelijk met de tropen-
rubber concurreeren. Buna kost tegenwoordig
nog ongeveer het dubbele van de natuurrubber
maar evenals binnen acht jaar de synthetische
benzine zooveel goedkooper gemaakt kon worden,
dat zij den prijs van het natuurproduct bereikte,
zoo zal de fabricatie r an Buna voor speciale doel
einden resultaten opleveren, die tenslotte ook hier
het prijsverschil zullen opheffen.
liet gaat niet alleen om prijzen. Ook niet alleen
daarom, dat voor het geval van een afgesloten
zijn van de wereldmarkt door de nieuw-e bcrei
dingsprocédé's Europa's industrielanden verder
kunnen werken, dat een stopzetten van den rubber-
oevoer uit de tropen b.v. niet meer de ongeveer
0.000 menschen broodeloos kan maken, die in
Duitschlands rubberindustrie werkzaam zijn; dat
omwille van de tropenrubbeT, niet meer de 91.000
paardekrachten stopgezet moeten worden, die de
machines der Duitsche bandenindustrie drijven:
it de jaarlijksche omzet v an drie milliard mark,
te de rubber-industrie van Duitschland bereikt,
iet. meer kan vervallen. Bij synthetische rubber
gaat het om nog veel meer. Hier is het natuur-
monöpolie vernietigd, dat het moeilijkst te ver
nietigen scheen. Hier is een weg geopend, die uit
bloed en slavernij naar een beter, vreedzamer toe
komst leidt, Meer dan alle diplomaten, zekerder
dan alle pliilantropen en politici, hebben de schei
kundigen door de uitvinding van de synthetische
rubber oorlogen verhinderd, wereldconflicten voor
komen.
Zeker, de strijd is nog niet ten einde. De juiste
weg is echter ingeslagen.
Duizenden dorpen liggen immers nog in het
duister, bezitten nog geen electrisch licht. Er zijn
nog mdlioenen pompmotoren noodig, milliarden
gloeilampen en hun leidingen; alléén de autobus-
diensten van een land als Duitschland b.v. eisclien
honderdduizenden nieuwe auto's, millioenen
nieuwe banden. De wereld is niet te rijk. Er is
niet te veel rubber. De scheikundigen streven er
slechts naar, deze eerlijker over de wereld te ver-
deelen. Door Buna zal de natuurlijke rubber wor
den aangevuld. De natuurlijke rubber zal worden ge
bruikt als wegbedekking, die duurzaam en geluid
loos zal zijn en slijtage zal beperken. Voor tallooze
nieuwe doeleinden zal de natuurlijke rubber worden
aangewend. Buna, dat geen „ersatz" meer is, geen
surrogaat uit oorlogstijd, zal nieuwe industrieën
doen ontstaan, waarvoor natuurlijke rubber niet
goed genoeg wasmen vermengt Buna met tropen-
rubber, waardoor deze wint aan deugdelijkheid,
en opent zoo voor dit product nog onvermoede
mogelijkheden. Chemie en natuur vullen elkander
aan, de chemie begint immers pas de natuur te
veroveren. De spedulanten, die den rubberprijs
lieten stijgen en dalen, zullen arm worden. De
Chineezen die op tweehonderd meter lange parti
culiere autowegen met hun familie en vrienden in
luxe-auto's plezierritten maakten, zullen met een
Ford genoegen moeten nemen. Daarnaast zullen
echter ook langzamerhand lichte, luchtige fabrieken
reusachtige laboratoria de plaats innemen van de
vochtigwarme oerwouden, in wier verrottenden
bodem en borrelende moerasmodder de wortels
van den rubberboom met zijn gladde bast en lee-
ren bladeren het beste groeiden. Inplaats van
,n if im»1 ,1 'jy-
v mm*
-'v A
Een der geniale installaties
voor de labricatie van
„Buna", zooals de synthe
tische rubber heet. In dertig
jaren van arbeid ontstonden
deze reuzenfabrieken uit de
kleine laboratoriumapparaten
van professor Fritz Hofmann,
aan wien in 1909 de synthese
van het isopreen gelukte, de
eerste bouwsteen van de
kunstmatige rubber.
Uil Anion E.Zischka-.
Wetenschap vernietigt
Monopolies").
HE 18
bloedelooze, door de zon tot waanzin gedreven,
door koorts uitgeputte en door eenzaamheid wan
hopig geworden mannen, zullen langzamerhand
gezonde, in een vertrouwde omgeving levende
vakarbeiders rubber vervaardigen; schakelborden
en porceleinen kookreservoirs, voerwerken en
filtreerbatterijen zullen de koelielegers der plan
tages vervangen.
Rubber uit kalk en kool inplaats van rubber
uit bloed", dat is slechts één enkele bouwsteen in
den grooten tempel van de nieuwe Wereld. Maar
het is ook als een symbool. Vrede en vooruitgang
inplaats van oorlog en roof. De wetenschap zal
werkelijkheid maken, wat tot dusver een utopie
scheen. -p
Jean
Jean Giono: Weer een lente. Vertaald
door Antoon Coolen. Boucher, Den
Haag. Ing. f 1.25, Geb. f 1.90.
Giono werd 30 Maart 1895 geboren te
Manosque. Zijn vader was schoenmaker, zijn moeder
wasch vrouw. Op vijftienjarigen leeftijd ging hij
van school en kreeg een baantje op een bank.
Pas in 1929, na de verschijning van „Colline"
kon hij dit opgeven. Hij woont ook thans nog in
Manosque met zijn moeder, zijn vrouw en zijn beide
dochtertjes.
Als de postwagen, die van Manosque naar Baunon
rijdt, in Vachères komt, dan is het altijd precies
op het middaguur. Op drukke dagen kan het
wel eens gebeuren, dat hij te laat uit Manosque
vertrekt, maar ook dan komt hij toch nog precies
klokslag twaalf in Vachères aan. Dat is een eigen
aardigheid, waar nu eenmaal niets aan is te doen.
Dit is de aanhef van het boekje, dat de uitgever
heeft doen verschijnen voor het niet-Franseh-
lezend publiek in de uitmuntende vertaling van
Antoon Coolen. En in dezen toon is het simpele
boerenverhaal volgehouden tot het einde:
„Zij is weergekeerd, de geweldige lente. Het
zuiden is opengegaan als een mond. Die blies
krachtig, een langen ademtocht, vochtig en luw,
en de bloei rilde in de zaden. De groote, ronde
aarde ging rijpen als een vrucht".
Maar het culmineert in het vierde of laatste
hoofdstuk van het eerste deel, dat zoo prachtig
aansluit bij liet derde hoofdstuk. Wat toch is het,
dat ons boeit? Wat houdt ons gevangen? Het is
de eenvoud, de intense overgave: We voelen het
bruischende lenteleven, we zien de natuur ont
waken, we hooren de stem van de bronst, die roept.
En zoo worden twee menschen naar elkaar toe
gedreven, in wier nabijheid het aangenaam is, te
toeven. Men kan vreugde beleven onder het lezen
van dit mooie boekje, mede om de artistiek-
erzorgde vertaling. Esvéa.
Encyclopedisch Woordenboek voor
Groot-Nederland, door K. ter Laan.
G. B. van Goor Zonen's Uitgevers Mij.
N.V., 1937. Geb. f 2.90.
Deze voortreffelijke encyclopedie, waaraan ruim
vijf jaren werd gewerkt, is geen vertaling van een
of andere buitenlandsche encyclopedie, maar een
oorspronkelijk, geheel nieuw opgezet werk. Het is
een algemeen woordenboek, dat van meer dan
30.000 artikelen op duidelijke wijze de verklaring
geeft. (Economio, Geografie, Historie, Politiek,
Vreemde woorden en uitdrukkingen, enz.). „Het is
ontstaan uit den drang, om ons volk van dienst
te zijn", zegt de heer K. ter Laan in het voor
bericht. Wilt u een voorbeeld?
Antwerpenle. dc groote handelsstad aan dc
Schelde, 427.000 inw.grootste bloei bndcr Karei
V; in 1585 van zijn handel beroofd door sluiting
van de Schelde; 1830 gebombardeerd; 1832 be
legering der Citadel; 1914 door de Duitschers bezetj
2e. Belgische provincie; ruim 1 millioen inw.
De prijs kan voor niemand 'n beletsel zijn, ook
dit goedverzorgde boek in zijn boekenkast 'n
plaatsje in te ruimen. Esvéa.
Uitgaven Hollandia-Drukkerij.
Bij dc Hollandia-Drukkerij N.V. te Baarn zijn
ter perse om binnenkort te verschijnen
Kinderen die over zijn", roman door Anke
Servaes; „Wij staan niet alleen", roman door
James Hilton (schrijver van „DagMeneer Chips")
De Vaderlandsche Geschiedenis in een Notedop,
een boek voor de jeugd door N. Tj. Swiersbra, ge
ïllustreerd door mevr. E. Reitsma Valcnca; „Het
Leven en de Leer van de Meesters van het Verre
Oosten" door Baird T. Spalding.
Van onderstaande boeken zullen dit najaar her
drukken verschijnen:
„Kinderzaal", roman door Anke Servaes (7e
druk); „De Dierenwereld in een Notedop" door
E. G. Huey, bewerkt door A. F. J. Portielje (2e
druk); „Wat is dat?" de Encyclopedie voor Jon
geren, in 24 maandelijksche afeveringen of in drie
halfleeren banden (6e12e duizendtal).