FIRMA A. VERNOUT /ereeniging Tooneel. n „Het Weekblad" >n 0(unsi- edwetk Helkega e- r. i>6 Nieuwe Aansluitingen Rijkstelefoon. JONGENSBOEKEN Predikbeurten. Agenda. :ht 27, Haarlem 1 f 0.90 f 1.05 v>. f 1.20 oon inbegrepen) sns 3 menu's. 3 roomboter. Scheveningen tocb Zij werden aan de 'erd aan de Haag- leidde hieruit af. Holland in omloop en waren. De uit lokten hierop een !e luidde in eerste istootelijk, maar in wèl aanstootelijk, n van wat daarover geweest, laat spr. rk hoe moeilijk het aar men een mate- ng van het beginsel ren materie als de te vinden en te bij het publiek ge antwoord, dankt de er-Vereeniging hem mgrijke lezing. rk orve n i Haarden 9 - Buitenlampen en - Hekwerken naar eigen ontwerp onzer cliënten racht 19, Tel 14811 N „HARMONIA" SMEDESTRAAT 5 W. H.C. TENHAEFF psychologie aan de )E NIJVERHEID nsstraat 85, Haarlem S. P. R." (Vereen, erzoek). Entrée 50 cent. uidbergerweg 51 SANTPOORT Telefoon van 8 5 uur 22387 Garage Lansdorp 1 Telefoon na 5 uur 22198 DEMENDAAL GEZELSCHAP JAN MUSCH. „Nathan de Wijze" van Lessing, j.I. Zaterdag in den Stadsschouwburg. Albert Verweij zegt m een zijner proza-studies „Tedere^ idee kan op tal van wijzen worden voor gesteld Zoo kan ook op verschillende wijzen het probleem worden gezien, o'at Lessing in dit zijn meest bekende tooneelstuk, op humanisti sche wijze oplost, het vraagstuk van den boom en de vruchten, van den godsdienst en de daarvan uitvloeiende daad. De idee van Nathan de Wijze is die eener alle mensehen, misschien alle levende wezens aangeboren of ingeschapen religie. Religie vat Lessing op als het besef van af hankelijkheid, van dankbaarheid jegens en eer bied en liefde voor het hoogste, diepste, meest waardevolle Beginsel, dat alle leven schiep en draagt en dan geuit in Menschenliefde. God, zegt de Kerk, de Idee der ideeën zegt de Wijsbegeerte, de Natuur zegt de natuurfilosoof, Menschenliefde zegt Lessing. Hij moet de intrigue voor zijn tekst ontleend hebben aan een verhaal, dat in den renaissance tijd de ronde deed. Saladin, muzelman, vorst te Jeruzalem, begenadigt een christen-tempelridder, d'e zich bekend en bemind heeft gemaakt door de dochter van een rijken Jood Nythan, bij diens af wezigheid te redden uit een brandend huis. Het meisje is eigenlijk een door den Jood aangenomen kind van Christenouders, maar de jonge tem pelier weet dit niet, zij zelf weet het ook niet. De redder wil haar niet meer zien, hij mag haar (de Jodin) niet meer zien, vindt hij, want zijn Christen dom is fanatiek. Van bekeering is immers geen sprake bij een meisje van ander ras! ('t Is of we in 't Berlijn van de 20e eeuw zijn in plaats van in 't Jeruzalem van v ijf honderd jaar geleden). Nathan komt van de reis terug. Uitgeleend geld, koopprijzen van verhandelde waren heeft hij geind. Zijn schrik, zijn dankbaarheid, zijn behoefte om den redder van zijn kind een weldaad te bewijzen, Jan Musch beeldt ze alle duidelijk uit. De on stuimige jonge man wil echter aanvankelijk ook van Nathan niets weten. Met Saladin komt Nathan eveneens in aanraking. Hun eerste ontmoeting is als een gelijk wij ons die kunnen voorstellen, nu, in Jeruzalem tusschen een muzelmanseh poten taat en een vooraanstaand Jood, concurrenten om het bezit van het land. Ook tusschen hen was het toen de eigen vorm van liet geloof van elk hunner, dat een kloof stelt tusschen hun beider persoonlijkheden. Het is dan de menschelijkheid van den Jood, die over die kloof een brug slaat. Zij worden vrienden. Ook in Saladin is de liefde tot den even naaste, ongeacht diens godsdienstige gezindte, ontwaakt. Nathan, de exponent van het oude volk, dat der wereld voorgegaan is in meerder zuiverheid van religie, en dat misscliien juist daar om zoo veel heeft moeten lijden, Nathan had reeds eerder den jongen tempelier eerbied afgedwongen voor zijn nobel, duldzaam en voorzichtig |hart.-| Ook zij zijn daardoor innerlijk bevriend geworden. Maar gansch anders staat de kerkelijke patri arch van Jeruzalem tegenover deze twee. Saladin de muzelmansehe drager van het machtszwaard in Jeruzalem, de bij uitnemendheid voor de Christelijke kerk bestemde stad, wil den patriarch met listen en langs sluipwegen uit den weg ge ruimd hebben, en de jonge onbedwongen harts tochtelijke tempelridder kan en moet hem, denkt hij, daartoe dienen. Een kloosterbroeder, vroeger rijknecht van den echten vader van Nathans „dochter", de man, die destijds het kleine Christen kind aan Nathan toevertrouwde, moet den tem pelier daartoe overreden, deze voert daarbij den patriarch telkens sprekende in en doet steeds uit komen, dat hij alleen maar als gehoorzaam volge ling spreekt, niet uit eigen wil. De jonge tempelridder, door Saladin met het leven begenadigd, is echter niet bereid op de ver lokkingen van den patriarch in te gaan en als hij nader van dezen zelf in het klooster den despo- tischen invloed ondervindt, waarover een kerke lijk machthebber somtijds denkt te beschikken, en de patriarch ook den Jood wil doen bloeden voor de „misdaad" een Christenkind te hebben opgevoed (want de patriarch is inmiddels door de Christen-voedster van het meisje op de hoogte gebracht), dan rukt de tempelier zich van den hartstochtelijken kerkvoogd, die den Jood ver brand wil hebben, onstuimig los. De jonge man heeft liefde voor het meisje, dat op haar beurt hem teeder aanhangt, opgevat en psychologisch juist gezien, laat Lessing ook die menschelijke liefde in dit stuk meespelen in het orkest der krachten, dat den ridder van den naar Wij hebben ons wel eens afgevraagd of het in besprekingen van opvoeringen van volksopvoe- dende stukken, als „Natlian der Weise", een stuk in de 19e eeuw herhaaldelijk in Haarlem's Sehouv- burg-Jansweg die dan altijd stampvol was door Ernst Possart gegeven, aanbeveling ver dient het spel der acteurs en actrices en daar mede hun persoon op den voorgrond te plaatsen. Een volk is, zoo ongeveer zegt wijlen de lt.-K. Prof. v. d. Grinten het, een eenheid van in onver breekbaar verband tezamen opgegroeide staat, poëzie, taal, godsdienst en maatschappelijke instellingen. Wij zouden daaraan willen toe voegen: als eenheid van zielsgesteldheid. Want ook de collectiviteit heeft een persoonlijke ziel, als levende eenheid van eigenaardig denken, ge voelen en willen. Al wat die ziel kan aanspreken en opvoeren naar hooger peil is van meer belang dan de vraag of de wijze waarop dit geschiedt aan de hoogste eisehen van techniek voldoet. Voor'dit „volk" dan is de inhoud van een too neelstuk van overwegend belang. En naar onze meening is de malaise op tooneelgebied hier te lande niet veroorzaakt door onvolkomenheden van onze acteurs en actrices, maar door de misera bele keuze van stukken, die door de tooneel- directie's veel te veel bepaald werd door wat in het buitenland bij een oppervlakkige menigte succes had, teweinig door de ideeën-inhouddie het leeuwenmerg is van het ware tooneel. De jonge Griek uit den klassieken tijd ging met zijn vader naar den schouwburg en zat daar niet als steen op steen, maar naast zijn levensoor sprong, als deelgenoot in het zoeken naar den grond van alle zijn en leven, denken, willen en gevoelen. Aan wat het klassieke tooneel hem omtrent den grond der dingen openbaarde, wik kelde de jonge man zijn groeiende persoonlijkheid los uit de windselen van het uiterlijke leven van alle dag naar het klare rijk van begrip, ruim en nauwlettend gevoelen en edel willen. De Kerk heeft voor een deel dat werk van den klassieken schouwburg overgenomen. In onzen tijd kunnen Kerk en tooneel tot dit einde elkander aanvullen. De film gaat ook in die richting. En de Kerk, die zich tegen aldus goede hoor- en kijkspelen zou verzetten, zou haar eigen zaak schaden. En Kerk, èn schouwburg, èn film, dat is het beeld der toekomst. Dat in den klassieken schouwburg der toekomst ook wel eens iets zal worden gehoord wat indruischt tegen kerkelijk standpunt of vermaan, doet niets ter zake. Ook in „Nathan, der Weise" komt een natuur lijke godsdienst, eene uitlating voor, die kritiek toelaat en verklaring behoeft. Maar het doet niets ter zake, omdat wij als denkende menschen in den schouwburg zitten en de betrekkelijkheid van de inzichten der auteurs zelf kunnen be- oordeelen en ze e.v. als historisch begrijpelijk kunnen aanvaarden, zonder ze over te nemen. Zou het zóó mogelijk zijn, dat we over het tijd perk der technische ontwikkeling van het tooneel in ons land heen waren, en weer aanlanden in een tijdperk van wezenlijk tooneel De tijd zal 't leeren T. de wereld gesproken, zooveel machtiger kerk vorst innerlijk bevrijdt. De kloosterbroeder treedt dan in een ander tooneel even in zijn per soonlijke rol van den vroegeren rijknecht terug, door Nathan te waarschuwen voor het feit, dat de patriarch nu het geheim kent van de herkomst van het meisje. Nathan gaat rechtstreeks op Sala din af, zijn „dochter" komt daar ook, ook de tem pelier en in het laatste bedrijf ontpopt zich de liefde, die de jongelieden elkaar toedragen als een broederlijke en zusterlijke genegenheid. Saladin, die daarvan reeds een vermoeden had, herkent den tempelier als de zoon van zijn broer, Saladin's geldzorgen, waarin Nathan had willen voorzien, zijn voorbij omdat zijn karavaan uit Egypte is aangekomen. De patriarch en zijn kloosterbroeder hebben afgedaan en alles eindigt zooal niet gelukkig dan toch bevredigd. De wijze, waarop Jan Musch den Nathan speelde, de regie, de dictie der spelers, vooral die van Jeanne van Rijn, de intelligent veranderlijk ge maakte décors, de vlotheid der opvoering, dit alles is boven onzen lof verheven. Jan Musch, die zich uitnemend gegrimeerd had, speelde met een ernst en een lustige wijding, welke overeenstemt met de voor hel Jodendom zoo smartelijke dagen van het heden. Alleen, wie niet thuis is in de gedachte van een Christendom boven geloofsverdeeldheid, juister is misschien te zegge n van een religie boven ver deeldheid en gezindten, kan zich het gerust ont zeggen naar het Wilsonsplein te gaan als Musch met dit stuk wederom daar komt. Dat dit het geval zal zijn, lijkt ons vanzelfsprekend. Het goed opgekomen ubliek heeft alle spelers en ten slotte Jan Museli zelf in deze voorstelling •en ware ovatie gebracht. Daarvoor was alle reden. Marathon-Dans. Marathondans, is het relaas van een danswerk strijd, verteld door een der deelnemers, Robert, die zijn partner, Gloria, heeft doodgeschoten omdat ze er om vroeg nadat ze een maand lang hadden gedanst, dag en nacht zich hadden voort gesleept op het rythme der muziek, met als eenige onderbreking, elke twee uur tien minuten rust. Dit is het thema van de novelle, die door Char lotte Kohier wordt voorgedragen op haar jubileum tournee en waarnaar Vrijdagavond in de Haar- lemsche schouwburg een volle zaal met aandacht en met beklemming heeft geluisterd. In de oorspronkelijke roman van Me. Coy „They shoot horses don 't they?" trekken, tijdens het voorlezen van zijn doodvonnis, de gebeurtenissen als visioenen aan Robert voorbij. Telkens weer wordt het visioen daar onderbroken door een stuk van het vonnis, dat wordt voorgelezen. In de door Charlotte Kohier voorgedragen bewerking werd het vonnis weggelaten. Het visioen werd daar een aaneengesloten verhaal, een verklaring door Robert van zijn daad. Het belangrijkste in dit ver haal is de schildering van de dans-Marathon. Wij zagen ze in deze dramatische voordracht voor ons, de wanhopigen, die aan de marathon deelnemen moesten om te blijven leven. Wij zagen ze dansen, zich voortslepen met hun laatste krachten, tot ze niet meer konden. De heele hel van die marathon in een bedorven lucht, de eeuwig durende muziek, de onbeschaamde brallende mana gers, het gillend en joelend publiek, en daartus- schen de zich moeizaam voortslepende paren, dat alles werd een ontstellende realiteit. De vertolking door Charlotte Kohier, speciaal van dit deel, was subliem. Na afloop der voordracht is Charlotte Köliler op sympathieke wijze gehuldigd en door het publiek langdurig toegejuicht. P. Gisteren, 14 October, gaf Charlotte Kohier haar meesterwerk opnieuw voor een eivolle zaal van den Stads-Schouwburg. Wij komen hierop in het volgend nummer terug. bouwde kerel, doch nu gewapend met schild en speer. Hij beroept er zich op zijn broer Abel te hebben verslagen, na van hem te hebben geleerd, hoe men zich door de jacht dierlijk voedsel kan verschaffen. De sport is in hem levendig geworden, en hij toont zich zeer geestdriftig, terwijl hij den ouden landbouwenden vader, en zijn spinnende moeder belachelijk tracht te maken. Een oogen- blik brengt hij zijn ouders in de verlegenheid door hun te vragen, wie eigenlijk de „dood" uitgevon den heeft. Slechts schoorvoetend wordt het ant woord op deze vraag gegeven. Dit ter inleiding van het tweede bedrijf, dat in 1920 speelt. Franklin Barnabas (Philippe la Chapelle) en diens broeder Conrad, dokter in de biologie (Frits van Dijk) hebben een Evangelie geschreven, waarin wordt verkondigd, dat de mensch, een voudig door zijn wilskracht, in staat zou zijn, zijn levensduur te verlengen tot enkele hondenden jaren. Dit zal, volgens de gebroeders, van groot en invloed zijn op het leven, omdat de mensch eerst op lioogen leeftijd voldoende ervaring heeft op gedaan. Franklins dochter Cynthia (Tatia Wijma) is het blijkbaar met haar vader eens, doch niet minder met den jongen Dominé, die juist zijn intrede heeft gedaan, doch zijn ambt erg luchtig opvat. Een aardige scène speelt zich af in het tweede bedrijf, wanneer Albert van Dalsum als Lloyd Burge (hij lijkt sterk op Lloyd George) met Tour- niaire als I.ubin een bezoek brengt hij de familie Barnabas. Zij zijn beide leiders der liberale partij en na zich op de hoogte te hebben gesteld van de stellingen der Barnabassen van oordeel, dat deze een groote propagandistische waarde hebben voor het volk. Zij trachten daarom Franklin over te halen, zich candidaat te stellen voor hun partij. Een naïeve dienstbode (Loudi Nijhoff) luistert mede aandachtig naar de verkondiging van het Evangelie, dat der Barnabassen n.I. Dezelfde Loudi Nijhoff vertolkte in 't eerste bedrijf de slang, en deed dit zeer goed. Na de pauze leven we plotseling in 2170, en de ultra-moderne enscèneering geeft hiervan duide lijk blijk. Van Dalsum treedt nu op als President van het Britsche rijk, terwijl Frits van Dijk hem ter zijde staat als eerste accountant, die erop ge steld is, dat alles volgens de letter der wet ge schiedt, o.a. ook, dat de menschen op hun tijd sterven. Confacius, een wijs man (Sternheim) vervult de rol van staatssecretaris en raadgever, terwijl Loudi Nijhoff nu optreedt als de vrouwelijke •minister van Binnenlandsche Zaken. Zij Iaat een goed samenspel zien met den intusschen tot aarts bisschop bevorderden Dominé Haslam uit het le bedrijf. Deze en de vrouwelijke minister ontpoppen zich als twee van de „oude garde", met een leef tijd van om en bij de twee honderd jaren. Zij heiden hebben blijkbaar niet veel van hun frisch- lieid verloren en zijn dus wandelende propagan disten voor het Evangelie Barnabas. Tusschen hen komt zelfs nog een huwelijk tot stand. Een epiloog besluit dit zonderlinge stuk, dat niettemin Vele mooie momenten te zien geeft, ook al omdat i?t goed gespeeld wordt. Van de medewerkers vermelden we gaarne: yrjifïlly Haak a.g. en Jaques de Haas, die op zeer pterdienstelijke wijze de rollen van Eva en Adam vertolkten. Het spel van Van Dalsum en Tour- niaire was natuurlijk af. Loudi Nijhoff maakte zich buitengewoon verdienstelijk door liefst in drie rollen op te treden (in de eerste onzichtbaar als de slang), daarna als de dienstbode en ten slotte als minister van Binnenlandsche Zaken, alles in buitengewoon goeden stijl. Ook de overigen droegen het hunne er toe bij, van dit moeilijke stuk te maken, wat er van te maken is. De aan kleeding was zeer goed, zoodat de abonné's zich niet hebben te beklagen, dat hun geen afwisseling wordt geboden. Wij vermoeden dat dit stuk nog wel een tijd op het répertoire zal staan. C. E. „Terug naar Methusalem". Bernliard Sjaw kan interessante dingen ver tellen, al doet hij dit vaak op een eigenaardige wijze. Dit viel weer eens te constateeren, toen j.I. Maandag, voor de eerste abonnementsvoorstelling in den Stadsschouwburg, de keuze was gevallen op het naar Shaws boeken bewerkte „Terug naar Methusalem", dat werd opgevoerd door de Am- sterdamsehe Tooneelvereeniging. In de eerste acte werden we verplaatst naar het Paradijs, waar Adam en Eva in een diepzinnig gesprek gewikkeld zijn omtrent de waarde van het leven. Het zien van een gestorven reebok wekt in beiden voor liet eerst het begrip „dood". Adam komt tot de conclusie, dat het voor den mensch beter zou zijn, na een bepaald aantal jaren hij stelt dit op 1000 jaar dit ondermaansche te ver laten. Al pratende komen beiden tot de over tuiging, dat het goed zou zijn, wanneer de mensch kon voortleven in zijn nageslacht. Maar op welke wijze krijgt men een nageslacht Na een wijsgee- rig betoogt fluistert een slang Eva een geheim in 't oor, waarmee ze blijkbaar erg verrukt is. Ge volg: „val van den mensch". In liet tweede bedrijf komt Kaïn ten tooneele; hij is evenals destijds zijn vader, een stevig ge- 28706 Armand Frans, Spaarnzichtlaan 33, Heem stede. 15613 Bleeker, M. J., leeraar H.B.S., Verspronek- weg 102. 14868 Botman, M., Garenkokerskade 84. 28526 Bijl, Bauke, electrotechn. Bureau Binnen weg 140, Heemstede. 15161 Duffelen, J. B. van, Glazenwasscherij en schoonmaakbedrijf „De Toekomst", Oranje straat 53. 22647 Duisterhof, Alb., secr. Hoofdbestuur B.T.O., Duinoordstraat 62. 17777 Frevel, J. C., gedipl. spraakleeraar en In stituut voor hulp bij Middelb. Onderwijs, Spaarnelaan 11. 28710 Goede, C„ Woning-Bureau, Julianalaan 22. 28698 Jospin Mare, Pasteur, Julianalaan 15, Heemstede. 15778 Keller, J. A., Eleetr. teclm. bureau, ver lichtingsartikelen, Spaarnwouderstraat 13. 28643 Koch, II. C. G., Kinotecliniker, Voorweg 29 Heemstede. 28679 I.oeb Ernst, Heemst. Dreef 1, Heemstede. 13327 Melle, J. W. van, Leidsche Vaart 228. 15561 Mol Zoon, J. H., Boekbinderij, drukke rij, Ramplaan 54a. 15758 Nijman, G. J., Electro- en Radio-Technisch Bureau, Karei van Manderstraat 109. 22635 Pel, A„ Plantsoenlaan 17, Bloemendaal. 22691 Radio-Service, technicus, reparatie alle merken, Jan Gijzenkade 71. 27151 Reuscli Frank. Privaatdocent, Spechtlaan 4, Bentveld-Aerdenhout. 15632 Schoenmaker, W. P. C., Agentuur- en Com missie, Heemst. Dreef 257, Heemstede. 16472 Steenkist, J. B., v.h. H. P. Misset. Smederij, Lange Vlamingstraat 15-17. 13705 Veeren, Mr. Dr. J. F., Waldeck Pyrmont- laan 6, Overveen. 22772 Wilson, II., Bloemendaalscheweg 171, Overveen, dag. van 812 en van 26 uur. 28739 Zutplien, J. W. van, Alg. Proe. Twentsche Bank,Haarlem, Meer en Boschlaan 6, Heemstede. WARMOESSTRAAT 10, Tel. 10547 BLOEMEND. WEG 53, Tel. 23039 BLOEMEND. WEG 255, Tel. 22292 ZONDAG 17 OCTOBER 1937. BLOEMENDAAL. Ned. Herv. Gem. v.m. 10 uur Ds. J. C. van Dijk. Bed. H. Avondmaal. Gercf. Kerk v.m. 10 en n.m. 5 uur Ds. Joh. C. Brussaard. Ned. Prot. Bond v.m. 10% uur h>r- P. D. Tjalsma, Rotterdam. Vrije Kath. Kerk Zaterdag v.m. 7.25 uur Ge sproken H. Mis. Zondag v.m. 10% uur Gezongen H. Mis. Dinsdag n.m. 8.15 uur Openb. voordracht van priester Ko Borsten. Woensdag n.m. 8 uur Genezingsdienst en Lof. Donderdag v.m. 7.25 uur Gespr. H. Mis. OVERVEEN. Ned. Herv. Gem. v.m. 10 uur Ds. Ch. de Beus. AERDENH0UT. Vereen. Relig. Kring geen dienst. SANTPOORT. Ned. Herv. Gem. v.m. 10 uur Ds. R. H. Oldeman. Ned. Herv. Evang. v.m. 10 uur Ds. G. Grootjans, Amsterdam-Oost. N.m. 5 uur Ds. M. G. Blauw-Haarlem-N. Geref. Kerk (H.V.) v.m. 10 uur de heer K. v. d. Berg. HAARLEM. Evang. Lutli. Gem. v.m. 10% uur Ds. C. H. Brandt. Donderdag n.m. 7% uur Ds. G. J. Duyven dak (Weeshuis). Eglise Wallone a 10h. 80, Service et Sermon présidé par Mr. le pasteur Marc. Jospin. 3e Collecte pour l'Eglise. Geref. Kerk (H.V.) v.m. 10 uur Ds. H. J. van Heerden, Ned. Herv. pred. te Dedemsvaart. N.m. 5 uur de heer G. W. L. Herngreen, theol. student. Alg. Evang. Dinsdag n.m. 8 uur Opwekk. samenk i.d. Broederkerk (Parklaan 84). Spr. H. H. les Kuiper, Bilthoven en Ds. Emile Boeke, secr. v.h. Ned. Bijbelgen, en voorz. v. d. Zak bijbel. Medew. A. Gaikhorst (bariton) en mej. Ch. Hulshoff (orgel). Coll. tot verbr. v. Spirit. Begins, (geb. „Theoso- fia", Nassaupl. 8), v.m. Ï0.80 uur. Wijdings morgen. Spr.ster mej. N. Snoek, heldcrz. waarn. mevr. Remmers-v. d. Lans. ZANDV00RT. Geref. Kerk (H.V.) v.m. 10 uur de heer A. C. Reuyl. v.m. 5 uur de heer Biem Visser. Liturgie Avondgebed. Stadsschouwburg: Zaterdag 16 Oct., 8.15 uur: Rott. Hofstadtooneel. „Des Duivels Prenten boek". Zondag 17 Oct., 8.15 uur: Gezelschap Saalborn- Parser. „Mijn Zoon de Minister". Maandag 18 Oct., 8.15 uur: Geloof en Weten schap. Prof. Dr. F. v. d. Mueren, voordracht. Dinsdag 19 Oct., 8 uur: Tonevo/Proza en Poëzie. Tooneel- en Concertavond. Woensdag 20 Oct., 8 uur: Door Inspanning Uitspanning. „Zeemansvrouwen". Ned. Ver. v. Huisvrouwen, 2.15 uur. „Het too- verrijk van Futserot." Vrijdag 22 Oct., 8 uur: Door Inspanning Uit spanning (voor Centraal Comité). „Zeemans vrouwen". Luxor Sound Theater: „De laatste dagen van Pompeji" met Preston Forster. Rembrandt-Theater: „De groote Illusie", met Erich von Stroheim, Dita Parlo, Jean Gabin en Pierre Fresnay. Cinema Palace: „De Prins en de Bedelknaap" met Errol Flynor, Claude Rains, Henry Stephen son, Barton Mac Laine. Frans Hals Theater: „Go West, Young Man" met Mae West, Randolph Scott, Warren William. CIneone-Theater: „Seizoen in Pontresina" met Sepp Rist. Psychometrische Experimenten-avond. De vorige week hield Mad. Timmermans Dupois, de bekende Psychometriste en Clairvo yante een seance-avond in gebouw „Caecilia", aan de Jansstraat. De zaal was goed bezet. Een 160 personen vormde het gehoor. Na een korte inleiding, namen de experimenter een aanvang, welke bijzonder goed slaagden. Heel treffend was het o.a., dat zij een der aan wezigen er aan herinnerde, toch vooral te zorgen, den brief, dien hij vergeten had te posten, op di bus te doen. Nog even moeten wij memoreeren, dat dooi deze begaafde vrouw dezen avond een pertinente voorspelling werd gedaan, van het ongeluk me „De Specht" waarbij, zooals zij zeide, vier men schen liet leven zouden laten. Het publiek was zichtbaar voldaan, dezen avond te hebben medegemaakt. Wij twijfelen er daarom niet aan, of de volgende avond welke door Mad. Timmermans-Dupois gegeven zal worden, een grooter publiek aanwezig zal zjn.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1937 | | pagina 5