FIRMA A. VERNOUT
/ereeniging
Tooneel.
n „Het
Weekblad"
>n 0(unsi-
edwetk
Helkega
e-
r.
i>6
Nieuwe Aansluitingen
Rijkstelefoon.
JONGENSBOEKEN
Predikbeurten.
Agenda.
:ht 27, Haarlem
1 f 0.90
f 1.05
v>. f 1.20
oon inbegrepen)
sns 3 menu's.
3 roomboter.
Scheveningen tocb
Zij werden aan de
'erd aan de Haag-
leidde hieruit af.
Holland in omloop
en waren. De uit
lokten hierop een
!e luidde in eerste
istootelijk, maar in
wèl aanstootelijk,
n van wat daarover
geweest, laat spr.
rk hoe moeilijk het
aar men een mate-
ng van het beginsel
ren materie als de
te vinden en te
bij het publiek ge
antwoord, dankt de
er-Vereeniging hem
mgrijke lezing.
rk orve n
i Haarden 9
- Buitenlampen
en - Hekwerken
naar eigen ontwerp
onzer cliënten
racht 19, Tel 14811
N „HARMONIA"
SMEDESTRAAT 5
W. H.C. TENHAEFF
psychologie aan de
)E NIJVERHEID
nsstraat 85, Haarlem
S. P. R." (Vereen,
erzoek).
Entrée 50 cent.
uidbergerweg 51
SANTPOORT
Telefoon van
8 5 uur 22387
Garage
Lansdorp
1
Telefoon
na 5 uur 22198
DEMENDAAL
GEZELSCHAP JAN MUSCH.
„Nathan de Wijze" van Lessing, j.I. Zaterdag in
den Stadsschouwburg.
Albert Verweij zegt m een zijner proza-studies
„Tedere^ idee kan op tal van wijzen worden voor
gesteld Zoo kan ook op verschillende wijzen
het probleem worden gezien, o'at Lessing in dit
zijn meest bekende tooneelstuk, op humanisti
sche wijze oplost, het vraagstuk van den boom
en de vruchten, van den godsdienst en de daarvan
uitvloeiende daad. De idee van Nathan de Wijze
is die eener alle mensehen, misschien alle levende
wezens aangeboren of ingeschapen religie.
Religie vat Lessing op als het besef van af
hankelijkheid, van dankbaarheid jegens en eer
bied en liefde voor het hoogste, diepste, meest
waardevolle Beginsel, dat alle leven schiep en
draagt en dan geuit in Menschenliefde. God, zegt
de Kerk, de Idee der ideeën zegt de Wijsbegeerte,
de Natuur zegt de natuurfilosoof, Menschenliefde
zegt Lessing.
Hij moet de intrigue voor zijn tekst ontleend
hebben aan een verhaal, dat in den renaissance
tijd de ronde deed. Saladin, muzelman, vorst te
Jeruzalem, begenadigt een christen-tempelridder,
d'e zich bekend en bemind heeft gemaakt door de
dochter van een rijken Jood Nythan, bij diens af
wezigheid te redden uit een brandend huis. Het
meisje is eigenlijk een door den Jood aangenomen
kind van Christenouders, maar de jonge tem
pelier weet dit niet, zij zelf weet het ook niet. De
redder wil haar niet meer zien, hij mag haar (de
Jodin) niet meer zien, vindt hij, want zijn Christen
dom is fanatiek. Van bekeering is immers geen
sprake bij een meisje van ander ras! ('t Is of we
in 't Berlijn van de 20e eeuw zijn in plaats van
in 't Jeruzalem van v ijf honderd jaar geleden).
Nathan komt van de reis terug. Uitgeleend geld,
koopprijzen van verhandelde waren heeft hij geind.
Zijn schrik, zijn dankbaarheid, zijn behoefte om
den redder van zijn kind een weldaad te bewijzen,
Jan Musch beeldt ze alle duidelijk uit. De on
stuimige jonge man wil echter aanvankelijk ook
van Nathan niets weten. Met Saladin komt Nathan
eveneens in aanraking. Hun eerste ontmoeting is
als een gelijk wij ons die kunnen voorstellen, nu,
in Jeruzalem tusschen een muzelmanseh poten
taat en een vooraanstaand Jood, concurrenten
om het bezit van het land. Ook tusschen hen was
het toen de eigen vorm van liet geloof van elk
hunner, dat een kloof stelt tusschen hun beider
persoonlijkheden.
Het is dan de menschelijkheid van den Jood,
die over die kloof een brug slaat. Zij worden
vrienden. Ook in Saladin is de liefde tot den even
naaste, ongeacht diens godsdienstige gezindte,
ontwaakt. Nathan, de exponent van het oude
volk, dat der wereld voorgegaan is in meerder
zuiverheid van religie, en dat misscliien juist daar
om zoo veel heeft moeten lijden, Nathan had reeds
eerder den jongen tempelier eerbied afgedwongen
voor zijn nobel, duldzaam en voorzichtig |hart.-|
Ook zij zijn daardoor innerlijk bevriend geworden.
Maar gansch anders staat de kerkelijke patri
arch van Jeruzalem tegenover deze twee. Saladin
de muzelmansehe drager van het machtszwaard
in Jeruzalem, de bij uitnemendheid voor de
Christelijke kerk bestemde stad, wil den patriarch
met listen en langs sluipwegen uit den weg ge
ruimd hebben, en de jonge onbedwongen harts
tochtelijke tempelridder kan en moet hem, denkt
hij, daartoe dienen. Een kloosterbroeder, vroeger
rijknecht van den echten vader van Nathans
„dochter", de man, die destijds het kleine Christen
kind aan Nathan toevertrouwde, moet den tem
pelier daartoe overreden, deze voert daarbij den
patriarch telkens sprekende in en doet steeds uit
komen, dat hij alleen maar als gehoorzaam volge
ling spreekt, niet uit eigen wil.
De jonge tempelridder, door Saladin met het
leven begenadigd, is echter niet bereid op de ver
lokkingen van den patriarch in te gaan en als hij
nader van dezen zelf in het klooster den despo-
tischen invloed ondervindt, waarover een kerke
lijk machthebber somtijds denkt te beschikken,
en de patriarch ook den Jood wil doen bloeden
voor de „misdaad" een Christenkind te hebben
opgevoed (want de patriarch is inmiddels door de
Christen-voedster van het meisje op de hoogte
gebracht), dan rukt de tempelier zich van den
hartstochtelijken kerkvoogd, die den Jood ver
brand wil hebben, onstuimig los.
De jonge man heeft liefde voor het meisje, dat
op haar beurt hem teeder aanhangt, opgevat en
psychologisch juist gezien, laat Lessing ook die
menschelijke liefde in dit stuk meespelen in het
orkest der krachten, dat den ridder van den naar
Wij hebben ons wel eens afgevraagd of het in
besprekingen van opvoeringen van volksopvoe-
dende stukken, als „Natlian der Weise", een stuk
in de 19e eeuw herhaaldelijk in Haarlem's Sehouv-
burg-Jansweg die dan altijd stampvol was
door Ernst Possart gegeven, aanbeveling ver
dient het spel der acteurs en actrices en daar
mede hun persoon op den voorgrond te plaatsen.
Een volk is, zoo ongeveer zegt wijlen de lt.-K.
Prof. v. d. Grinten het, een eenheid van in onver
breekbaar verband tezamen opgegroeide staat,
poëzie, taal, godsdienst en maatschappelijke
instellingen. Wij zouden daaraan willen toe
voegen: als eenheid van zielsgesteldheid. Want
ook de collectiviteit heeft een persoonlijke ziel,
als levende eenheid van eigenaardig denken, ge
voelen en willen. Al wat die ziel kan aanspreken
en opvoeren naar hooger peil is van meer belang
dan de vraag of de wijze waarop dit geschiedt aan
de hoogste eisehen van techniek voldoet.
Voor'dit „volk" dan is de inhoud van een too
neelstuk van overwegend belang. En naar onze
meening is de malaise op tooneelgebied hier te
lande niet veroorzaakt door onvolkomenheden
van onze acteurs en actrices, maar door de misera
bele keuze van stukken, die door de tooneel-
directie's veel te veel bepaald werd door wat in
het buitenland bij een oppervlakkige menigte
succes had, teweinig door de ideeën-inhouddie het
leeuwenmerg is van het ware tooneel.
De jonge Griek uit den klassieken tijd ging
met zijn vader naar den schouwburg en zat daar
niet als steen op steen, maar naast zijn levensoor
sprong, als deelgenoot in het zoeken naar den
grond van alle zijn en leven, denken, willen en
gevoelen. Aan wat het klassieke tooneel hem
omtrent den grond der dingen openbaarde, wik
kelde de jonge man zijn groeiende persoonlijkheid
los uit de windselen van het uiterlijke leven van
alle dag naar het klare rijk van begrip, ruim en
nauwlettend gevoelen en edel willen.
De Kerk heeft voor een deel dat werk van den
klassieken schouwburg overgenomen. In onzen
tijd kunnen Kerk en tooneel tot dit einde elkander
aanvullen. De film gaat ook in die richting. En
de Kerk, die zich tegen aldus goede hoor- en
kijkspelen zou verzetten, zou haar eigen zaak
schaden. En Kerk, èn schouwburg, èn film, dat
is het beeld der toekomst. Dat in den klassieken
schouwburg der toekomst ook wel eens iets zal
worden gehoord wat indruischt tegen kerkelijk
standpunt of vermaan, doet niets ter zake.
Ook in „Nathan, der Weise" komt een natuur
lijke godsdienst, eene uitlating voor, die kritiek
toelaat en verklaring behoeft. Maar het doet
niets ter zake, omdat wij als denkende menschen
in den schouwburg zitten en de betrekkelijkheid
van de inzichten der auteurs zelf kunnen be-
oordeelen en ze e.v. als historisch begrijpelijk
kunnen aanvaarden, zonder ze over te nemen.
Zou het zóó mogelijk zijn, dat we over het tijd
perk der technische ontwikkeling van het tooneel
in ons land heen waren, en weer aanlanden in een
tijdperk van wezenlijk tooneel
De tijd zal 't leeren T.
de wereld gesproken, zooveel machtiger kerk
vorst innerlijk bevrijdt. De kloosterbroeder
treedt dan in een ander tooneel even in zijn per
soonlijke rol van den vroegeren rijknecht terug,
door Nathan te waarschuwen voor het feit, dat
de patriarch nu het geheim kent van de herkomst
van het meisje. Nathan gaat rechtstreeks op Sala
din af, zijn „dochter" komt daar ook, ook de tem
pelier en in het laatste bedrijf ontpopt zich de
liefde, die de jongelieden elkaar toedragen als
een broederlijke en zusterlijke genegenheid.
Saladin, die daarvan reeds een vermoeden had,
herkent den tempelier als de zoon van zijn broer,
Saladin's geldzorgen, waarin Nathan had willen
voorzien, zijn voorbij omdat zijn karavaan uit
Egypte is aangekomen. De patriarch en zijn
kloosterbroeder hebben afgedaan en alles eindigt
zooal niet gelukkig dan toch bevredigd.
De wijze, waarop Jan Musch den Nathan speelde,
de regie, de dictie der spelers, vooral die van
Jeanne van Rijn, de intelligent veranderlijk ge
maakte décors, de vlotheid der opvoering, dit
alles is boven onzen lof verheven.
Jan Musch, die zich uitnemend gegrimeerd had,
speelde met een ernst en een lustige wijding,
welke overeenstemt met de voor hel Jodendom
zoo smartelijke dagen van het heden.
Alleen, wie niet thuis is in de gedachte van een
Christendom boven geloofsverdeeldheid, juister
is misschien te zegge n van een religie boven ver
deeldheid en gezindten, kan zich het gerust ont
zeggen naar het Wilsonsplein te gaan als Musch
met dit stuk wederom daar komt. Dat dit het
geval zal zijn, lijkt ons vanzelfsprekend.
Het goed opgekomen ubliek heeft alle spelers
en ten slotte Jan Museli zelf in deze voorstelling
•en ware ovatie gebracht. Daarvoor was alle reden.
Marathon-Dans.
Marathondans, is het relaas van een danswerk
strijd, verteld door een der deelnemers, Robert,
die zijn partner, Gloria, heeft doodgeschoten
omdat ze er om vroeg nadat ze een maand lang
hadden gedanst, dag en nacht zich hadden voort
gesleept op het rythme der muziek, met als eenige
onderbreking, elke twee uur tien minuten rust.
Dit is het thema van de novelle, die door Char
lotte Kohier wordt voorgedragen op haar jubileum
tournee en waarnaar Vrijdagavond in de Haar-
lemsche schouwburg een volle zaal met aandacht
en met beklemming heeft geluisterd.
In de oorspronkelijke roman van Me. Coy „They
shoot horses don 't they?" trekken, tijdens het
voorlezen van zijn doodvonnis, de gebeurtenissen
als visioenen aan Robert voorbij. Telkens weer
wordt het visioen daar onderbroken door een stuk
van het vonnis, dat wordt voorgelezen. In de door
Charlotte Kohier voorgedragen bewerking werd
het vonnis weggelaten. Het visioen werd daar een
aaneengesloten verhaal, een verklaring door
Robert van zijn daad. Het belangrijkste in dit ver
haal is de schildering van de dans-Marathon.
Wij zagen ze in deze dramatische voordracht
voor ons, de wanhopigen, die aan de marathon
deelnemen moesten om te blijven leven. Wij zagen
ze dansen, zich voortslepen met hun laatste
krachten, tot ze niet meer konden. De heele hel
van die marathon in een bedorven lucht, de eeuwig
durende muziek, de onbeschaamde brallende mana
gers, het gillend en joelend publiek, en daartus-
schen de zich moeizaam voortslepende paren, dat
alles werd een ontstellende realiteit.
De vertolking door Charlotte Kohier, speciaal
van dit deel, was subliem.
Na afloop der voordracht is Charlotte Köliler
op sympathieke wijze gehuldigd en door het
publiek langdurig toegejuicht. P.
Gisteren, 14 October, gaf Charlotte Kohier
haar meesterwerk opnieuw voor een eivolle zaal
van den Stads-Schouwburg. Wij komen hierop
in het volgend nummer terug.
bouwde kerel, doch nu gewapend met schild en
speer. Hij beroept er zich op zijn broer Abel te
hebben verslagen, na van hem te hebben geleerd,
hoe men zich door de jacht dierlijk voedsel kan
verschaffen. De sport is in hem levendig geworden,
en hij toont zich zeer geestdriftig, terwijl hij den
ouden landbouwenden vader, en zijn spinnende
moeder belachelijk tracht te maken. Een oogen-
blik brengt hij zijn ouders in de verlegenheid door
hun te vragen, wie eigenlijk de „dood" uitgevon
den heeft. Slechts schoorvoetend wordt het ant
woord op deze vraag gegeven. Dit ter inleiding van
het tweede bedrijf, dat in 1920 speelt.
Franklin Barnabas (Philippe la Chapelle) en
diens broeder Conrad, dokter in de biologie (Frits
van Dijk) hebben een Evangelie geschreven,
waarin wordt verkondigd, dat de mensch, een
voudig door zijn wilskracht, in staat zou zijn,
zijn levensduur te verlengen tot enkele hondenden
jaren. Dit zal, volgens de gebroeders, van groot en
invloed zijn op het leven, omdat de mensch eerst
op lioogen leeftijd voldoende ervaring heeft op
gedaan. Franklins dochter Cynthia (Tatia Wijma)
is het blijkbaar met haar vader eens, doch niet
minder met den jongen Dominé, die juist zijn
intrede heeft gedaan, doch zijn ambt erg luchtig
opvat.
Een aardige scène speelt zich af in het tweede
bedrijf, wanneer Albert van Dalsum als Lloyd
Burge (hij lijkt sterk op Lloyd George) met Tour-
niaire als I.ubin een bezoek brengt hij de familie
Barnabas. Zij zijn beide leiders der liberale partij
en na zich op de hoogte te hebben gesteld van
de stellingen der Barnabassen van oordeel, dat
deze een groote propagandistische waarde hebben
voor het volk. Zij trachten daarom Franklin over
te halen, zich candidaat te stellen voor hun partij.
Een naïeve dienstbode (Loudi Nijhoff) luistert
mede aandachtig naar de verkondiging van het
Evangelie, dat der Barnabassen n.I. Dezelfde
Loudi Nijhoff vertolkte in 't eerste bedrijf de
slang, en deed dit zeer goed.
Na de pauze leven we plotseling in 2170, en de
ultra-moderne enscèneering geeft hiervan duide
lijk blijk. Van Dalsum treedt nu op als President
van het Britsche rijk, terwijl Frits van Dijk hem
ter zijde staat als eerste accountant, die erop ge
steld is, dat alles volgens de letter der wet ge
schiedt, o.a. ook, dat de menschen op hun tijd
sterven.
Confacius, een wijs man (Sternheim) vervult
de rol van staatssecretaris en raadgever, terwijl
Loudi Nijhoff nu optreedt als de vrouwelijke
•minister van Binnenlandsche Zaken. Zij Iaat een
goed samenspel zien met den intusschen tot aarts
bisschop bevorderden Dominé Haslam uit het le
bedrijf. Deze en de vrouwelijke minister ontpoppen
zich als twee van de „oude garde", met een leef
tijd van om en bij de twee honderd jaren. Zij
heiden hebben blijkbaar niet veel van hun frisch-
lieid verloren en zijn dus wandelende propagan
disten voor het Evangelie Barnabas. Tusschen
hen komt zelfs nog een huwelijk tot stand. Een
epiloog besluit dit zonderlinge stuk, dat niettemin
Vele mooie momenten te zien geeft, ook al omdat
i?t goed gespeeld wordt.
Van de medewerkers vermelden we gaarne:
yrjifïlly Haak a.g. en Jaques de Haas, die op zeer
pterdienstelijke wijze de rollen van Eva en Adam
vertolkten. Het spel van Van Dalsum en Tour-
niaire was natuurlijk af. Loudi Nijhoff maakte
zich buitengewoon verdienstelijk door liefst in
drie rollen op te treden (in de eerste onzichtbaar
als de slang), daarna als de dienstbode en ten
slotte als minister van Binnenlandsche Zaken,
alles in buitengewoon goeden stijl. Ook de overigen
droegen het hunne er toe bij, van dit moeilijke
stuk te maken, wat er van te maken is. De aan
kleeding was zeer goed, zoodat de abonné's zich
niet hebben te beklagen, dat hun geen afwisseling
wordt geboden. Wij vermoeden dat dit stuk nog
wel een tijd op het répertoire zal staan.
C. E.
„Terug naar Methusalem".
Bernliard Sjaw kan interessante dingen ver
tellen, al doet hij dit vaak op een eigenaardige
wijze. Dit viel weer eens te constateeren, toen j.I.
Maandag, voor de eerste abonnementsvoorstelling
in den Stadsschouwburg, de keuze was gevallen
op het naar Shaws boeken bewerkte „Terug naar
Methusalem", dat werd opgevoerd door de Am-
sterdamsehe Tooneelvereeniging.
In de eerste acte werden we verplaatst naar het
Paradijs, waar Adam en Eva in een diepzinnig
gesprek gewikkeld zijn omtrent de waarde van het
leven. Het zien van een gestorven reebok wekt in
beiden voor liet eerst het begrip „dood". Adam
komt tot de conclusie, dat het voor den mensch
beter zou zijn, na een bepaald aantal jaren hij
stelt dit op 1000 jaar dit ondermaansche te ver
laten. Al pratende komen beiden tot de over
tuiging, dat het goed zou zijn, wanneer de mensch
kon voortleven in zijn nageslacht. Maar op welke
wijze krijgt men een nageslacht Na een wijsgee-
rig betoogt fluistert een slang Eva een geheim in
't oor, waarmee ze blijkbaar erg verrukt is. Ge
volg: „val van den mensch".
In liet tweede bedrijf komt Kaïn ten tooneele;
hij is evenals destijds zijn vader, een stevig ge-
28706 Armand Frans, Spaarnzichtlaan 33, Heem
stede.
15613 Bleeker, M. J., leeraar H.B.S., Verspronek-
weg 102.
14868 Botman, M., Garenkokerskade 84.
28526 Bijl, Bauke, electrotechn. Bureau Binnen
weg 140, Heemstede.
15161 Duffelen, J. B. van, Glazenwasscherij en
schoonmaakbedrijf „De Toekomst", Oranje
straat 53.
22647 Duisterhof, Alb., secr. Hoofdbestuur B.T.O.,
Duinoordstraat 62.
17777 Frevel, J. C., gedipl. spraakleeraar en In
stituut voor hulp bij Middelb. Onderwijs,
Spaarnelaan 11.
28710 Goede, C„ Woning-Bureau, Julianalaan 22.
28698 Jospin Mare, Pasteur, Julianalaan 15,
Heemstede.
15778 Keller, J. A., Eleetr. teclm. bureau, ver
lichtingsartikelen, Spaarnwouderstraat 13.
28643 Koch, II. C. G., Kinotecliniker, Voorweg
29 Heemstede.
28679 I.oeb Ernst, Heemst. Dreef 1, Heemstede.
13327 Melle, J. W. van, Leidsche Vaart 228.
15561 Mol Zoon, J. H., Boekbinderij, drukke
rij, Ramplaan 54a.
15758 Nijman, G. J., Electro- en Radio-Technisch
Bureau, Karei van Manderstraat 109.
22635 Pel, A„ Plantsoenlaan 17, Bloemendaal.
22691 Radio-Service, technicus, reparatie alle
merken, Jan Gijzenkade 71.
27151 Reuscli Frank. Privaatdocent, Spechtlaan
4, Bentveld-Aerdenhout.
15632 Schoenmaker, W. P. C., Agentuur- en Com
missie, Heemst. Dreef 257, Heemstede.
16472 Steenkist, J. B., v.h. H. P. Misset. Smederij,
Lange Vlamingstraat 15-17.
13705 Veeren, Mr. Dr. J. F., Waldeck Pyrmont-
laan 6, Overveen.
22772 Wilson, II., Bloemendaalscheweg 171,
Overveen, dag. van 812 en van 26 uur.
28739 Zutplien, J. W. van, Alg. Proe. Twentsche
Bank,Haarlem, Meer en Boschlaan 6,
Heemstede.
WARMOESSTRAAT 10, Tel. 10547
BLOEMEND. WEG 53, Tel. 23039
BLOEMEND. WEG 255, Tel. 22292
ZONDAG 17 OCTOBER 1937.
BLOEMENDAAL.
Ned. Herv. Gem. v.m. 10 uur Ds. J. C. van Dijk.
Bed. H. Avondmaal.
Gercf. Kerk v.m. 10 en n.m. 5 uur Ds. Joh. C.
Brussaard.
Ned. Prot. Bond v.m. 10% uur h>r- P. D. Tjalsma,
Rotterdam.
Vrije Kath. Kerk Zaterdag v.m. 7.25 uur Ge
sproken H. Mis.
Zondag v.m. 10% uur Gezongen H. Mis.
Dinsdag n.m. 8.15 uur Openb. voordracht van
priester Ko Borsten.
Woensdag n.m. 8 uur Genezingsdienst en Lof.
Donderdag v.m. 7.25 uur Gespr. H. Mis.
OVERVEEN.
Ned. Herv. Gem. v.m. 10 uur Ds. Ch. de Beus.
AERDENH0UT.
Vereen. Relig. Kring geen dienst.
SANTPOORT.
Ned. Herv. Gem. v.m. 10 uur Ds. R. H. Oldeman.
Ned. Herv. Evang. v.m. 10 uur Ds. G. Grootjans,
Amsterdam-Oost.
N.m. 5 uur Ds. M. G. Blauw-Haarlem-N.
Geref. Kerk (H.V.) v.m. 10 uur de heer K. v. d.
Berg.
HAARLEM.
Evang. Lutli. Gem. v.m. 10% uur Ds. C. H. Brandt.
Donderdag n.m. 7% uur Ds. G. J. Duyven
dak (Weeshuis).
Eglise Wallone a 10h. 80, Service et Sermon présidé
par Mr. le pasteur Marc. Jospin. 3e Collecte
pour l'Eglise.
Geref. Kerk (H.V.) v.m. 10 uur Ds. H. J. van
Heerden, Ned. Herv. pred. te Dedemsvaart.
N.m. 5 uur de heer G. W. L. Herngreen,
theol. student.
Alg. Evang. Dinsdag n.m. 8 uur Opwekk. samenk
i.d. Broederkerk (Parklaan 84). Spr. H. H.
les Kuiper, Bilthoven en Ds. Emile Boeke,
secr. v.h. Ned. Bijbelgen, en voorz. v. d. Zak
bijbel. Medew. A. Gaikhorst (bariton) en mej.
Ch. Hulshoff (orgel).
Coll. tot verbr. v. Spirit. Begins, (geb. „Theoso-
fia", Nassaupl. 8), v.m. Ï0.80 uur. Wijdings
morgen. Spr.ster mej. N. Snoek, heldcrz. waarn.
mevr. Remmers-v. d. Lans.
ZANDV00RT.
Geref. Kerk (H.V.) v.m. 10 uur de heer A. C.
Reuyl.
v.m. 5 uur de heer Biem Visser. Liturgie
Avondgebed.
Stadsschouwburg: Zaterdag 16 Oct., 8.15 uur:
Rott. Hofstadtooneel. „Des Duivels Prenten
boek".
Zondag 17 Oct., 8.15 uur: Gezelschap Saalborn-
Parser. „Mijn Zoon de Minister".
Maandag 18 Oct., 8.15 uur: Geloof en Weten
schap. Prof. Dr. F. v. d. Mueren, voordracht.
Dinsdag 19 Oct., 8 uur: Tonevo/Proza en Poëzie.
Tooneel- en Concertavond.
Woensdag 20 Oct., 8 uur: Door Inspanning
Uitspanning. „Zeemansvrouwen".
Ned. Ver. v. Huisvrouwen, 2.15 uur. „Het too-
verrijk van Futserot."
Vrijdag 22 Oct., 8 uur: Door Inspanning Uit
spanning (voor Centraal Comité). „Zeemans
vrouwen".
Luxor Sound Theater: „De laatste dagen van
Pompeji" met Preston Forster.
Rembrandt-Theater: „De groote Illusie", met
Erich von Stroheim, Dita Parlo, Jean Gabin en
Pierre Fresnay.
Cinema Palace: „De Prins en de Bedelknaap"
met Errol Flynor, Claude Rains, Henry Stephen
son, Barton Mac Laine.
Frans Hals Theater: „Go West, Young Man"
met Mae West, Randolph Scott, Warren William.
CIneone-Theater: „Seizoen in Pontresina" met
Sepp Rist.
Psychometrische Experimenten-avond.
De vorige week hield Mad. Timmermans
Dupois, de bekende Psychometriste en Clairvo
yante een seance-avond in gebouw „Caecilia",
aan de Jansstraat. De zaal was goed bezet. Een
160 personen vormde het gehoor.
Na een korte inleiding, namen de experimenter
een aanvang, welke bijzonder goed slaagden.
Heel treffend was het o.a., dat zij een der aan
wezigen er aan herinnerde, toch vooral te zorgen,
den brief, dien hij vergeten had te posten, op di
bus te doen.
Nog even moeten wij memoreeren, dat dooi
deze begaafde vrouw dezen avond een pertinente
voorspelling werd gedaan, van het ongeluk me
„De Specht" waarbij, zooals zij zeide, vier men
schen liet leven zouden laten.
Het publiek was zichtbaar voldaan, dezen
avond te hebben medegemaakt. Wij twijfelen er
daarom niet aan, of de volgende avond welke door
Mad. Timmermans-Dupois gegeven zal worden,
een grooter publiek aanwezig zal zjn.