Het debuut van St. Nicolaas. tout Van Vessem G.M. OORD Hallo!! Een 'Boterletter oan is een goede Sint-Tlicolaas t I 3 - Haarlem Bloemendaal Overveen Haarlem ondel (regie Eduard „Amsterd. Vondel- iVagnervereeniging. en het spelen zeker niet. Het is rkade, dat hij met naar van verschil- geaard- in de techniek van k gesloten eenheid op z'n duimpje, at in Duitschland gen den inhoud in n den hemelsehen van de aardsehe vader na lange van den knappen uit te spreken wensch, welke begaat de „reuke- n Zonnegoed, hem één dag schrikken den dat de jonge toom zal weten te bij zijn eiseh. Als n. Juno, de vrouw noopt hem Faëton Ti. Dit stuk is een Faëton, beiden lat, zwaar worden leine fout. Febus, is en te voorbarig omdat hij te eer- omdat* zijn oom aad. Men zegt dat dit drama aan zijn dacht. Ofschoon ft het m. i. drama- malen te worden achtig. F.n nu de Een schitte- van Ben egger der Uuren" ik dezen laatsten ar dat hij prachtig en wij thans er- e Febus zou zijn, lij is een van de s Nederlandsche lan onze verwach- Juno van Louise sclie Jupiter van gezegd „Faem" in de Gijsbreght e zeggen en een e „reyzegster der was van Willem spelers. Klymeno beter gespeeld enigszins verwon- erzen heb hooren is ettelijke jaren deed. Dan ten le voor zijn zeer nstein (Galas R. 'atre de Gymnase eer de spelers die waren. Het stuk het lijf. Germain eft zijn vriend ennis gesteld mei icole Lambissicr smoorlijk verliefd voor een grootc fantasie, want hij n op een apparte- (Caroline Ketlen) iendin" van Ger ok ae vriendin is is woedend, doet haar verstooten. en zij is daardooi pleegt, Dit doet aar hij toch niet liaar in de armen, celijk. Valentine speelde haar rol m jong meisje en raffineerdlieid van Vol fijne trekjes t Paul Bernhard spel gezien Robert Ariioun log van begrip Caroline Ketlen ■estige concierge frissche voor- 'Edmond Visser. „Eentje, Bas". ,,'t Gaat niet, Manke! Der is niet!" „Je bent een kale jakhals!" „Dan ben jij een jakhals z'n maatje!" Zóó scheidden ze. Door den mistigen Decem beravond verwijderde zich de Manke, richtte zijn schreden naar een deuropening, waaruit fel-geel schijnsel straalde en waaruit de galm van vroolijke maats hem tegemoet kwam. Bas, scliraal, afgeknabbeld kereltje, yan nog geen veertig jaar. al zou je hem er vijftig ge geven hebben, kleumde in zijn jasje. Hij begreep best, waar de Manke heen ging, maar was ver standig genoeg, in weerwil van de lokkende ver leiding geen jenever in zijn leege maag te gieten, 't Knaagde en wroette daarbinnen, omdat kou en honger bij elkaar dubbele misère is. Even later benauwde hem liet hartwater. Een oogen- blik of wat bleef gij met den arm voor de oogen tegen een huis geleund. Toen sjorde hij zijn jasje wat aan, trok de pet om den regen wat dieper in de oogen en stommelde verder. 't Bleef ellende. Onze lieve Heer deed hard met arme menschen. Betrekkelijk stond je nog maar aan 't begin van den winter. Wat 't worden moest Je wist het niet. Gisteren nog die meneer van t Armbestuur: of zoo'n jonge kerel nou geen werk kon vinden? Je zou er giftig om worden. Of hij niet nu al drie maanden lang alles, alles afge- loopen had om een baantje, een bezigheidje, een gaatje om er in te kruipen, maar.'t was immers overal, letterlijk overal bezet, méér dan bezet. Ze waren je al vóór, als je den opzichter op zij kwamOf ik iemand noodig lieb? Je kan er liier een paar méé krijgen. Zooveel heb k er noodig!" Bas kende die aardigheden al. En nu 't Was zes uur. Tijd om haar huis te gaan, om te etenBas lachte grimmig om dat eten. Dat schoot er dc laatste avonden meestal bij in. 'n Paar maal had hij zich te bed gelegd met een paar koffieboonen in den mond, de laatste uit 't trommeltje. Dat was óók al afgeloopen. Jawel, en zou d-ie straks binnenkomen en dan kwamen de kinderen op je af met verhalen van mooie winkels, maar de vrouw zou-ern^ aan kijken als iederen avond en vragen: „Mei? En, ochhij zou voor den zooveelsten keer moeten mompelen, dat 't wéér mis was. Bas voelde nameloos zwaar zijn verdriet, toen hii 't hofje, waar zijn woninkje stond, over- slenterde. Zuchtend drukte hij de klink neer, struikelde over een paar stel kinderklompen. Hij werd er niet eens nijdig om, haalde in liet donker, sufferig de schouders op en schoot de kamer bin nen, bang, dc vragende blikken van zijn vrouw te ontmoeten. Maar dat viel mee. „Goed dat je er bent, Bas!" kwam ze hem be drijvig tegemoet. „Je moet weten, dat een uur geleden meneer Hamme hier geveest is. Of je vrij was, 's middags en 's avonus. Al was t er s morgens en 's nachts bij, zeg ik en toen begon ie te lachen. Stuur je man dan maar gauw naar me toe, zegt ie. Dus, Bas, je weet 't." Waarvoor zal ie me noodig hebbenBas kon de" mogelijkheid, een werkkring hervonden te hebben, maar niet zoo één-twee-drie vatten.^ „Weet ik niet. Dat zal ie je wel vertellen. Bas keek 't vertrek rond. Bij 't licht van de straatlantaarn zag hij brood en een kluitje boter op tafel. In den koffiepot op 't kleine kacheltje pruttelde koffie. 't Kon niet langer, Bas," verklaarde zijn vróuw in antwoord op zijn vragende blikken. ,Der was niks meer. Heclcmaal niks en toen Ham- me der geweest was, dacht ikt Moet alcv cl raar loopen, als dat niet wat oplevert cn zoo heb ik hier en daar wat op de lat gehaald en konden de kin deren eindelijk weer eens met een volle maag naar Bas vroeg niet verder. Hij was reeds bezig zijn honger te stillen met een korst van het brood, die al naar binnen was nog, vóórdat zijn vrouw hem zijn koffie had ingeschonken. Het warme vocht klokte er gulzig achteraan. Toen dook Bas in een alcoof. Er kwam een raar. klein hoedje te voor schijn en een groezelige, vale jas. Het hoedje stond Bas dwaas. De jas slobberde om zijn mager lijf. De ongeschoren kaken staken wat griezelig uit de punten van z'n opgezette kraag. Dc afgetrapte broek bedekte maar ten halve de kapotte schoenen. „Pa," zei tien minuten later de twaalfjarige Hamme junior, „daar is een heer om u te spreken." Hamme was een geluksvogel. Dat zeiden al zijn kennissen. Op een schoen en een slof was hij gekomen cn geen sterveling had fiducie gehad in zijn winkeltje, waarin hij melk, boter, kaas cn eieren verkocht. Niemandbehalve hijzelf. En met dat niet te dooven zelfvertrouwen, dat een der voorwaarden voor succes in zaken is, had bij geploeterd van den ochtend tot den laten avond, zóó dat de menschen er plezier in hadden en hem de klandizie gunden. De jaren verliepen. De zaken bleven mar- eheeren. 't Winkeltje werd een winkel, een zaak, een onderneming, die er filialen op na ging houden en ten slotte het waagstuk van lunchroom onder nam. Natuurlijk liep dat óók. Hamme, die zich allang mijnheer Hamme liet noemen, had er bij zijn personeel den wind onder. Wee de juffrouw, als de appelbollen of de roomhorentjes slordig op de schaal lagen, wee de cake-boy, als één smetje zijn wit pakje ontsierde. Alles in dc puntjes! En daar hield het publick van cn dat bezorgde hem een even toegewijde als uitgebreide clientele, die gaarne bij Hamme in de lunchroom kwam uit rusten van Sinterklaas-inkoopen. En daar Hamme's werkzame geest profiteerde van iedere omstandig heid, die zich aanbood, had hij al spoedig be grepen, dat in deze dagen vóór Sinterklaas zijn zaak de attractie behoefde van een echten, een levenden Sint, die de kindertjes toesprak en ze kapittelde en prees en ze een greep liet doen uit den zak van den zwarten knecht. Zoo'n Sinter- ktaaspak was met wat handigheid wel te fabrieken. Voor zwarte knecht kon de loopjongen prachtig fungeeren en voor Sinterklaas „Doe het zelf." raadde hem zijn vrouw, die bij de gedachte al lachstuipjes kreeg en zich trachtte voor te stellen, hoe de juffrouwen uit de lunch room in dat geval zouden kijken. Maar Hamme wist raad. Hij zou een Sinterklaas opschommelen, 'n Kereltje, dat net geschikt voor dat soort van werk was en niet duur op den koop toe. Voor een daalder per middag zou hij heel wat gedaan krijgen. En Hamme gaf zijn vrouw nadere instructies voor het Sinterklaaseostuum en ging zelf op bezoek bij Bas. In 't kamertje achter de lunchroom had de verkleedpartij plaats. Op zijn heurt had Hamme nu plezier al uitte hij zich niet zoo uitbundig als zijn vrouw een paar dagen te voren en genoot van het effect, telkens als Bas een nieuw kleedingstuk bevestigde. „Eerst die rok?" „Natuurlijk. Voorzichtig an! 't Is een ouwe onderjurk van m'n vrouw, maar ze heeft er voor jou een bandje doorgeregen!" „Wat zijn dat? Gordijnen?" „Geweest. Nou zijn het je handlubben en je kraag. Laat me je nou je mijter opzetten." „Zitten daar haren in „Natuurlijk! Heb jij dan wel eens een Sinter klaas met polkahaar gezien? Kijk eens aan! 't Staat prachtig op je krullebol! Ziezoo, nou nog je staf en je baard Weer moest Hamme lachen, toen hij Bas be keek. De veel te wijde tooi slobberde den armen Sinterklaas om de leden en zijn hoofddeksel dreigde hem bij voortduring over de oogen te schuiven. Zou 't gaan. Dooreen ruitje zag Hamme dat 't al aardig vol liep in de zaak. Afmaken dan maar! Daar was ook de loopjongen, voor deze gelegenheid gepromoveerd tot Pedro Negro, kranig in zijn kleurig pakje en zijn gevederde baret. „Zoo, Bas," zei hij, 'n tikje familjaar tegen zijn nieuwen meester, „voel je je niet Moeder's mooiste Bas grijnsde verlegen, maar Hamme liet hem weinig tijd. Hij overhandigde Piet een zak met lekkers en Sinterklaas een bontgedrukte prijs courant (zijnde 't boek met de namen der brave en der ondeugende kinderen) en duwde 't hoog waardig gezelschaop de lunchroom in. Een gemompel murmelde door de lunch room. De kinderen rekten de halsjes uit, de ouderen lachten om een paar grimassen van zwarten Piet. Bas was in zooverre den toestand meester, dat hij zoo statig hem mogelijk was, groette en toen deftig plaats nam in een arm stoel, die Hamme hem had laten klaar zetten. Maar daar stond al een dame voor hem; een jong moedertje met haar dochtertje aan de hand. „Sint Claus," ze sprak haar mooiste Berlitz- school-Hollandsch „hier 's Puppy, She is al ways een zoet meisje cn wil handen schudden met you!" „Zoo, zoo." Bas trachtte een zware stem op te zetten, hetgeen vanwege den baard, die hem in 't gelaat kietelde, zoowat 't effect veroorzaala/j van een verkouden alt, „dat is braaf, heel braaf.' En hoe oud ben jc?" „Vier jaar, Sinklaas!" zei 't kleintje, in tranen badend. „Hou je van me?" „Natuurlijk, Sint Claus!" antwoordde Moeder voor 't kindje, kijkend naar de weinig verzorgde nagels van den goeden Heilige en naar zijn afge trapte schoenen. „Drink je wel eiken dag je levertraan?" vroeg Bas weer, die niets anders wist te vragen. Het antwoord bleef uit. 't Kleintje raakte ge ïnteresseerd door wat suikerbeestjes, die uit de zak te voorschijn waren gekomen. Ze reikte hem tot afscheid een handje. Er kwamen nieuwe klanten. Het ijs was ge broken en achter het eerste lammetje volgden allengs meer schaapjes. Wonderlijk, Bas raakte al spoedig in zijn rol thuis, informeerde onbe vangen naar huiselijke omstandigheden, naar vlijt en gedrag, naar wenschen cn verlangens. „En wie ben jij „Piet," zei nummer zooveel, een bengel van den leeftijd, die ligt op 't grensgebied van de heilige onnoozelhcid en de expcrimenteele zoe- kensdrang. „En hoe heet U?" „Wat zeg jc?" Piet raakte vei- -d cn verloor van puren heldenmoed de zelfi.theerscliing. Maar hij kreeg een kameraadscliapjielijken stomp, vatte moed en zeide, langs z'n neus weg „Die pruik van u is te klein. Je kan nog een hceleboel zwarte haren zien!" De vrienden giebelden. Bas raakte confuus en plantte den mijter wat steviger op het hoofd, waardoor deze met een vaartje over neus cn ooren schoot. Zijn kwelgeest genoot van zijn on betwistbaar succes. Maar nóch dit ongelukje, nóch de verdere verwikkelingen, waarin hij dreigde te geraken, konden Bas deeren. Hij voorzag zwaarder beproeving: in doodsangst bemerkte bij, dat liet bandje, waarmede zijn onderkleed hem om de heupen was gesnoerd, losgegaan was en grijpende naar zijn hoofddeksel voelde hij, hoe de rok begon te glijden nog één oogen- hlik en Maar de alom tegenwoordige Hamme had het gevaar bespeurd. Lang aarzelen was hier niet mogelijk. Met één sprong was hij bij het schakel bord van de lichtleidmg, in 't volgend moment was de afsluiter een halven slag gedraaid en de lunchroom was in ondoordringbaar duister ge huldtoen 't licht tien seconden later weer aanflitste, was Sinterklaas verdwenen voor de beteuterde gezichten. Al doende leert men. Bas had het kunstje spoed'g te pakken gehad. Een moeilijke vraag, een lastige situatie schrikte hem nu niet meer af. Zes m-'ddagen en zes avonden reeds had hij nu voor Sinterklaas gespee'd en met uitzondering van zijn min-fortuinlijk begin, was alles wonder wel afgeloopen. Maar wat 't voornaamste was: Bas had ver- d'end, veel, werkelijk veel geld. Hamme had hem iederen avond drie gulden gegeven, maar hoven- dien hadden vele vriendelijke menschen, die met hun kroost Sinterklaas kwamen begroeten, het niet onder zich gelaten en hem met één, twee, kwartjes, een paar maal zelfs met een gulden een offertje ter eere van St. Nicolaas gebracht. En er was weer warmte en voedsel en vreugde in Bas' woning gekomen en als Bas 's avonds thuis kwam en de dubbeltjes en kwartjes op tafel uitspreidde, dan was er vreugde en dankbaarheid in de armoedige woning, waar zooveel weken misère was geweest. De Sinterklaas brak aan en Bas. schoon dank baar voor den voorspoed der laatste dagen, zag met eenigen wrevel het einde van den schoonen tijd naderen. „Hm," zei Hamme, wien hij deelgenoot van zijn zorgen maakte, „dat is zoo 's wereld be loop, Bas! Aan alles komt een einde. Maar met een beetje handigheid kun je nog best een goeden dag maken, kijk hier. Ik heb al een paar mensehen bij me gehad, die me gevraagd hebben of Sinterklaas dat ben jij dan vanavond niet een paar pakjes kon aanbrengen. Dat hoeft natuurlijk niet voor niks. Een gulden zit er bij elk allicht aan." „Hoeveel?" vroeg Bas, begeerig. „Ik heb er al vier," zei Hamme. „Wil je?" „Graag," zei Bas. 's Avonds kwam 't rijtuig voor. Bas had thans geleerd zijn waardigheid naar den eiseh te dragen en zijn entrée de chambre was dan ook onberispe lijk, toen hij de huiskamer van Notaris Willemse betrad en voor de zooveelste maal het lied van „de Stoomboot uit Spanje" aanhoorde. En het discours vlotte en de kapittelpartij had plaats en er werd gestrooid en de cadeautjes kwamen voor den dag „.Sinterklaas, een sigaar?" Tjeblief, meneer, ik rook in Spanje anders hè.!" Is koud buiten, Sinterklaas! 'n Glas puneli Dc meis kwam al met het dampende glas aan zetten. Sinterklaas verdronk er zijn wereldsche zorgen in. „Dat liep gesmaakt, meneer! Nou, kindertjes, ik moet verderop. Nou zoet en gezeggelijk zijn, hoor! Ajuus, samen!" Bas legde nieuwe bezoeken af. Bij de vier be zoekers, die Hamme des middags geannonceerd had, waren er nog drie gekomen. Bas genoot. Overal feestvreugde, overal een mille ontvangst, bewijzen van erkentelijkheid in klinkende munt en oen glas op het afscheid. en dat laatste was Bas' ongeluk allengs geraakte hij in een stemming, die hem de wereld deed zien, zoo goed, zoo goed zco goed voor den armen tobber hij werd er aangedaan van en pinkte een traan weg. Gelukkig, dat z'n geschokte zenuwen eeniger- matc tot kalmte kónden komen gedurende de laatste ritnog maar één Bas sloot de oogen, kreeg plotseling een lachbui en ging, echt jolig, met de banken in 't coupétje stuivertje wisselen. Hola, die malle mijter wilde ook meedoen. Bas had bet land aan dien mijter, een woeste liaat hij trapte 't ding in een hoek. Werd dan plots zeer melancholisch. Dat ding kon 't toch ook niet helpen, dat de haas zoovee! geleden had komaan, hij zou 'em maar onder zijn arm nemen, dat ging best en ze waren er ook al. 't Rijtuig hield stil. Zoo, met zijn hoofddeksel wat onvast onder den arm, arriveerde hij ten huize van kolonel Van Stralen. Hu. 'n rare gang was dat. een vreem de, hellende gang Bas begreep niet, waarom Na vele struikelingen weer op de been Haarlemsche Diner-Vereeniging Tel. 14393. Bakenessergracht 27 Haarlem Vleesch, groente, aardappelen 1 0.90 Idem met soep of loespijsf 1.05 Idem met soep en toespijsf 1.20 (Omzetbelasting én bezorgloon inbegrepen) Dagelijks' keuze uit minstens 0 menu's. Alleen le kwaliteiten en roomboter. die klecxcnstandaard hem zoo'n valschen op- stoppper Tnoest verkoopen. „Kom maar hier, Sinterklaas!" een zware bas stem noodigde hem uit. verder te komen. Toen kreeg Pas weer een gierende lachbui, maar eenmaal aangeland in de huiskamer, werd hij ernstig, zeer ernstig. Mevrouw bad een ver bandje om een vinger en het maakte Bas kapot, «en vrouw te zien lijden. Hij stapte met negatie van alle verdere aanwezigen, op mevrouw b an Stralen toe, veegde met zijn sleep een piëdestal mede, cn liet zich op één knie neer. Meteen voelde hij een soort nijptang in zijn nek. Hij zag de kamer voor zich wegdraaien, de gang schoof hem plotseling voorbij en het trottoir vloog tegen hem aan. Vlak bij zich hoorde hij een deur dichtvallen. Bas stond op en trachtte te ontdekken, welke van de drie deuren, die zich over hem heen bogen, het geweest kon zijn, maar hij werd in Radio- en Gramofoon Specialist Groote Houtstr. 108 Telefoon 13046 De Nieuwste Platen vindt U bij ONS II Opera, Concerten, Symphonieën, Kamermuziek, Piano-, Viool-, Cello-solo's, Koorwerken, Ora toria, Liederen, enz. Foxtrot, Blue's,Tango, Rumba, Wals, Swingstep e.a. Dansmu ziek. Hol]., Eng., Fransehe, Duitsche liedjes en Film-Hits, Hong. en Russ. Zigeunermuziek. Kerstplaten - Kinderliedjes - enz. - enz. Koffergramofoons Radiogramofoons Electr. Pickup-combin.-Luidsprekers enz. Radio - Philips - N. S. F. G. M. OORD GROOTR HOUTSTRAAT 10S TIL llO.tf HAARLEM R A0 IO- EN GRAMOEOON SPECIALIST de oplossing s an dit dilemma gestoord door een straatjongen, die hem zijn mijter overhandigde. „Asjeblief, Sinterklaas, je brandemmertjc De arme Sinterklaas kwam na vele struike lingen op zijn beenen te staan en ging de koet sier had de vlucht genomen zijns weegs. De straatjongen had zich binnen tien seconden twee dozijn confrères geassumeerd, die een lijfwacht vormden en onmiddellijk als variatie op een hekend thema inzetten: „Sinterklaas is dronken. Sinterklaas is vet!" totdat een verstandige politie agent zich over Pas ontfermde. Hij zal non wel gauw thuiskomen." daclii zijn vrouw, op 't zelfde oogenblik, dat haar mai de groote deur werd ingeloodst. .We k« men r op die manier heelemaal bovenop!" Kleverpark, Tel. 11070

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1937 | | pagina 3