Een duidelijk Levensbeeld.
VRIJDAG 3 DECEMBER
Nederland-Luxemburg.
AN EERDEN
r Huis en Tuin
PP&IIJ
CLICHE
J CHNABEL
geven wij, teneinde onze adverteerders
een laatste gelegenheid te bieden met
de a. s. Sint Nicolaas hun artikelen
onder de aandacht van het publiek
te brengen, en wel op
Advertenties voor dit nummer moeten den dag vóór
den verschijndag in ons bezit zijn.
Neutraliteit.
En toch is deze afgetreden koning allesbehalve
een geweldenaar. Hij is een man met een opstan
dig hart, dat hem aanzette om voor zijn persoon
te breken met vele oude tradities, doch hij mist
alle aandrift en energie om den leider eener mo
derne massabeweging te worden. Als hij verklaart
voor- noch tegenstander te zijn van eenige poli
tieke of rassenleer, dan zegt hij de waarheid. Maar
de politieke strijders gelooven hem niet, zij kunnen
hem niet gelooven.
En zoo ziet de hertog al gauw nadat hij beslo
ten had in het openbare leven een vrij bescheiden
rol te spelen, zich een groote rol toebedeeld en vlak
daarop met heftigheid ontrukt.
De hertog van Windsor is voor- noch tegen
stander van eenige politieke of rassenleer. Met
andere woorden, hij is voor- noch tegenstander
van fascisme of nationaal-socialisme, hij is prose
miet noch antisimiet, misschien zelfs niet eens
voor- of tegenstander van het communisme.
Dat klinkt erg onpartijdig, erg objectief, erg
neutraal. Maar in een wereld, die haar kostbaarste
bezittingen bedreigd acht, is die neutraliteit voor
velen verdacht. Komt de tolerantie tegenover de
nieuwe bewegingen, zoo vraagt men, niet neer op
steunverleening Wie Eduards levensloop nagaat,
zal tot de conclusie komen, dat het verleenen van
steun aan een van de moderne revolutionaire
stroomingen niet in zijn bedoeling ligt. Maar wie de
felheid van de botsing der meeningen kent in onzen
tijd, zal evenmin verwonderd zijn over de vijandig
heid, die hij met zijn houding verwekt. Temeer
daar de hertog enkele ondoordachte dingen gedaan
heeft, die de verdenking van vijandigheid tegen
over de oude maatschappij moesten versterken en
die hem in een fascistisch licht moesten plaatsen.
Een man met een warm hart.
Om te beginnen is de hertog van Windsor
een man, die reeds lang zeer los staat van de con-
ventioneele Engelsehe wereld, waarin hij is opge
groeid. Nu zullen er in dezen tijd niet veel menschen
meer zijn, die volhouden, dat er in al die oude
gewoonten en gebruiken niet een stuk verstarring
zit, zoodat vrijwel iedereen het verzet van den
Prins van Wales tegen de conventie eenigszins
zal kunnen begrijpen. Het waren volstrekt niet
allemaal fascisten of communisten in den dop, die
in Eduards jeugd in oppositie gingen tegen de
bestaande maatschappelijke verhoudingen en tegen
de puriteinsch-burgerlijke levenshouding van het
Victoriaansclie Engeland. Het waren mannen als
Shaw en Wilde en Wells, die het verstarde en
onechte hekelden en de jonge menschen losser
en vrijer tegenover het leven deden staan. Het
waren misschien niet juist deze mensehen, die
den Prins van Wales beinvloedden, maar met
die namen is de sfeer aangeduid. De broers van
den Prins waren er minder, of misschien heelemaal
niet vatbaar voor. Doch de kroonprins van het
Britsche Rijk was er zeer gevoelig voor.
De prins van Wales had een gevoelig hart. Het
ging hem niet voorbij als een menscli in zijn om
geving leed. Hij heeft in zijn jonge jaren veel, zeer
veel leed gezien, hij is aan het front geweest en dat
heeft diepen indruk op hem gemaakt. De oudstrij
ders waren zijn kameraden. En door deze oudstrij
ders kwam hij in aanraking met zeer eenvoudige
menschen, die de onderdanen van zijn koninklijken
vader waren. Hij kwam tot de arbeiders, hij sprak
hen. Hij geneerde zich niet cm aan een klein
stalletje op den openbaren weg wat te eten met de
voorbij slenterende mannen en een praatje met
hen te maken. Hij ging naar de arme buurten. Hij
ging er niet de woningen binnen, die zijn bege
leiders met zorg voor hem hadden uitgezocht,
maar wandelde op eigen gelegenheid binnen, waar,
het hem paste en op zijn eenvoudige, joviale
manier wist hij zijn toevallige gastvrouw of gast
heer op hun gemak te stellen en te laten vertellen
wat hen op het hart lag.
De Koning gaat heen.
Hoe weinig besef deze prins echter had van de
macht der gevestigde instellingen bewees zijn dolle
besluit om als koning en hoofd der Anglikaansche
kerk te willen trouwen met een gescheiden vrouw.
Hij meende in deze zaak als vrij man te kunnen
handelen om te kunnen kiezen zooals een moderne
jonge man zijn keuze doet, los van rang enstanden
traditie. Dóódsimpel en eerlijk verklaarde hij
daags na den troonafstand: er was een zeer zware
taak op mijn schouders gelegd en zonder deze
vrouw aan mijn zijde kon ik deze taak niet blijven
vervullen. Maar elders moet hij zich minder rustig
hebben uitgelaten en, denkend aan al den tegen
stand, dien hij ondervond, moet hij uitgeroepen
hebbenzij wilden mij in een gouden kooi opsluiten,
dat nooit!
Hij ging heen en vele menschen, zelfs mannen,
weenden. Maar reeds toen had de politiek zich
van hem meester trachten te maken en reeds toen
was er een symptoom, dat hem tot waarschuwing
had kunnen zijn voor zijn verder leven zoo hij
opnieuw in het openbare ieven een rol had willen
spelen. De arbeiders waren in grooten getale op
Eduards hand, maar de Labourpartij, die veel
conservatiever is dan de koning, die toen op den
troon zat, zag groot gevaar in het optreden van
den koning en zij keerden zich tegen hem. Alleen
de Engelsehe fascisten maakten de zaak van den
koning tot de hunne. Zij kwamen openlijk voor
den koning op. En van dat oogenblik af was
Eduards lot beslist. Zijn heengaan was onvermij
delijk geworden. Een koning, die, schoon ongewild,
op het schild verheven werd, door een klein groepje
revolutionairen, kon geen koning blijven van het
Britsche Rijk.
De koning werd hertog van Windsor. Hij trok
zich terug in de eenzaamheid. Maanden lang
hoorde men niets van hem. Toen kwam zijn huwe
lijk met de daarbij belioorende tamtam der moderne
publiciteitsmiddelen. Daarna weer een stilte van
enkele maanden.
En toen plotseling het besluit om geen
vacantieleventje te gaan leiden, doch het
besluit om „als particulier iets te doen tot
oplossing van de vitale problemen, waarmee
de wereld worstelt en iets bij te dragen tot het
welzijn van de millioenen arbeiders".
Aldus 's hertogs eigen woorden aan de lunch
te Parijs met journalisten. Typisch alweer, dat
voor hem het vitale probleem der wereld het
welzijn der arbeiders is. Van aide andere problemen
spreekt hij niet. Dit eene vraagstuk heeft heel zijn
hart.
Hij wilde „in de groote landen der wereld het
vraagstuk van de huisvesting der arbeiders
bestudeeren en zien hoe liet met de arbeids
voorwaarden in de fabrieken was gesteld".
Tactische fouten.
Als men 's prinsen verleden kent, zal dit besluit
niet verrassen. Maar vreemd was het besluit om
die reis in Duitschland te beginnen. Begrijpelijk
is het in zooverre, dat de hertog volkomen vrij
staat tegenover elk stelsel en regime en er dus geen
been in ziet om eerst naar het volk te gaan, dat
op sociaal gebied vroeger een der baanbrekende
naties is geweest en dat nu voor zijn speciale pro
blemen een nieuwe oplossing meent gevonden te
hebben. De hertog wilde studeeren, waarom niet
beginnen in een land, waar zoo te studeeren is?
Hij wilde arbeiders zien, hun huizen en fabrieken.
Om het regime bekommert hij zich niet. Zoo
weinig zelfs bekommert hij zich daarom, dat hij
het de gewoonste zaak ter wereld achtte den
Duitschen groet op gelijke wijze te beantwoordenen
de hand op te heffen, wanneer hij toevallig den
hoed in de hand droeg.
Maar blijkbaar heeft de hertog er geen oogenblik
aait gedacht, dat hij door de keuze van het begin
puntvan zijn reis en door zijn optreden in Duitsch
land. het gezelschap van Ley, den „vernietiger
der Duitsche vrije vakbonden", het bezoek aan
Hitier, een nonchalance tegenover de gevoelens
van andere arbeiders, tegenstarders van het
Duitsche regime, aan den dag legde, die het hem
zeer moeilijk, zoo niet onmogelijk zou maken zijn
plannen te volvoeren.
En nog een tweede, even typeerende vergissing
maakte de hertog. Hij was zeer bevriend met
Bedaux, den uitvinder en toepasser van een ver
fijnd Taylorsysteem, een systeem, dat door de
arbeiders verfoeid wordt, omdat het hen als een
stuk der machine beschouwt. Aan dezen man, wiens
vriendschap hem reeds had kunnen compromit-
teeren in het oog van duizenden arbeiders, droeg
de hertog op zijn reis door de Ver. Staten te organi-
seeren. Op zichzelf was dat al genoeg om zijn reis
in gevaar te brengen. Maar men bedenke boven
dien nog, dat voor anti-fascistische arbeiders een
fascist niets anders is dan een stiekeme helper van
de kapitalisten en mr. Bedaux als „aartsvijand van
Labor" een fascist. De man, die zooveel belang
stelling voor Duitschland koesterde en Bedaux
tot vriend en manager koos, moest dan ook wel
heulen met het fascisme. Een groote beweging
ontstond in Amerika tegen den hertog van Labor
en andere anti-fascistische organisaties en het
vriendelijke scheldwoord, dat men voor hem had
was een „gevoelsmensch, die nergens van af weet",
een „Uniformed sentimentalist", zooals de arbei
ders van Baltimore het uitdrukten.
De hertog van Windsor heeft zich, gedreven
door zijn warme hart voor de arbeiders en door
zijn (echter al te oppervlakkige) kennis van de
arbeidersverhoudingen, laten verleiden tot
liet besluit zich nuttig te maken bij het oplos
sen van een der groote problemen van onzen
tijd. Hij heeft echter moeten ervaren, dat
iemand, die zulk een taak op zich neemt, ook
tegen zijn wil betrokken wordt in den grooten
strijd, die 'over de oplossing dier problemen
wordt gestreden. Als bemiddelaar, die hij
wilde wezen, bezat hij te weinig kennis en tact.
Voor de taak van strijder zal hij, gezien zijn
karakter, vermoedelijk zelf weinig voelen.
Zoodat zijn streven al bij den eersten aanvang
mislukt scliijnt.
Na een ferme botsing met Piet de Boer bleef keeper Hoscheid
schreeuwend liggen, doch hij liet zijn prooi niet losl
^AR
IN UW GOOT?
VERSTOPT
Laat Uw gooten
schoonmaken door
Glazenwasscherij en
Schoonmaakwerken.
•laan 1 Telef. 23400
Bloemendaal
KLE1ST, Houtvaartpad
larlem-West), Tel. 15858.
voor alle soorten liuis-
Verschillende rashondjes
\RLEMSCHE VOGEL,- EN
IANDEL, Schoterweg 22,
a-N. Geeft gratis advies
rzorging uwer vogels. On-
l van volières.
iNARIES met volle gar.
raterslagers f 3.groote
parkieten enz. Ziet onze
kooien, standaards enz.
Nikkelen Kuyper, Scho-
34 C, Tel. 17683.
i, kooien, aquaria, ter-
'isschen enz. enz. Het
n meest gesorteerde adr.
irlem. Fa. A. C. v. Nikke-
yper, Doelstr. 18, Tel.
NBROOD,kattenbrood,
ien. Het adres: fa. A. C.
kkelen Kuyper, Doel-
3, Telefoon 12316.
GOUDEN TIENTJES
Oud goud de hoogste
J. A. Wiering, Flores-
T, Haarlem-N. Het goed-
idres voor brillen, montu-
logemaker en goudsmid.
Vasscherijen
CHE Wasscherij en Ver-
Let Oosten", Fabriekt
straat 46. Depóts: Loots-
3, Gouwstraat 1, KI.
iat 45 Telef. 12242.
SSCHERIj Fa. J. N.
Dpgericht 1890. Kinder-
39, Haarlem," Tel. 16028.
U REEDS Uw Tuin en
len repareeren. Beleefd
endG. J Brinkman,
7, Haarlem. Gevestigd
13 9, Telefoon 12155.
DHUIJZENjAlb.Thyml.
ntp. 240. Handel in zand,
linspeeiën, enz. TegeU
st. Opr. van tuinvuil.
10 Giovanni Piazza,
n van sehoorsteenen 75
Tevens graniet en met-
Riviervisclimarkt a 19.
1DRES voor al uw repa-
1. van Dijk en H. la Duk,
eden en Aannemers,
■erenstraat 10, Haarlem,
'15.
OODIG De Bloemen-
Houthandel is ruim
i. Bloemend, weg 124.
deer Slot.
ER, stoffeerder b.z.a.
ïrk 1 0.20 per rol, zeil-
1.— p. kamer. Tel.
open op 14274. Spaan-
straat 29 of Boschlaan
poort.
.NTEN, vaste planten
:rs tegen opruimings-
Comt en koopt. A. v. d.
,'eekerij „Aelbertsberg".
HASSARO 1937rKam-
>0, Haarlem. Tel. 12139.
i houtgraniet vloeren,
laden en alle voOr-
granito werken.
RECHTSTREEKS UW
EN aan de fabriek „Mo-
ïtpoorterstraat 27, b. h.
k. Vraag vrijblijvend
m onze modelboeken,
leien zijn smaakvol, so-
goedkoop. Prachtige
las-gesehenken.
TEENVEGEN vanaf
Rietman, Leidsehestr.
em.
IS, timmerman-aanne-
k en solide adres voor
iseigenaren en parti-
7 oonplaats M. v. Heem>
Tel. 17294.
Van den Hertog van Windsor.
Telkens als wij ons Maandagochtendblad van
het Dagblad van Rotterdam (werkt samen met
de N.R.Crt. en het Vaderland) ontvouwen treft
ons wat de redacteur die zijn naam verschuilt
achter de letters Mg., daarin schrijft. Dat is eerste
klas journalistiek. Wij hopen dat de directie van
dat blad ons ten goede houdt, dat wij ditmaal
overnemen het volgende aan haar blad ontleende
levensbeeld van den sympathieken Hertog van
Windsor, den gewezen Ëngelsehen koning.
Het is een hopelooze onderneming met
het hart van een vrijbuiter den Britschen troon
te bestijgen. Dat heeft koning Eduard VIII
ondervonden. Maar afgedaald van den troon
is 't hem even moeilijk een van die duizenden
moderne vrijbuiters te worden, die voor 10
a 80 pet. gebroken hebben met de traditio-
neele zeden, gewoonten en instellingen en in
de wereld hun bescheiden rolletje spelen.
Prins Eduard draagt als hertog van Windsor
het stempel van den zeer uitzonderlijke, die
uit eigen vrije verkiezing de kroon van het
grootste rijk der aarde prijsgaf. Deze man
blijft machtig door de sfeer, die er om hem
hangt.
Als alle machtigen der aarde heeft de hertog
vele bewonderaars en vele vijanden. Hij wil
dat niet. Hij eil eenvoudig zijn, geen partijman.
Maar men bombardeert hem tot ambitieus poli
ticus. Wat hij doet, is wat duizenden andere
menschen doen, maar bij hem wordt het belang
rijk. Wat hij zegt, konden duizenden anderen
zeggen en men zou er nauwelijks aandacht aan
schenken, doch de woorden van den hertog wor
den op een goudschaaltje gewogen en het zwaarst
gewogen, wat gesproken noch geschreven is, doch
wat men duidelijk tussehen de regels meent gele
zen te hebben. Een argelooze opmerking wordt in
zijn mond gewichtig, een impulsief gebaar krijgt
symbolische beteekenis. Hij wil rondkijken en
ervaringen opdoen en men ziet in hem al den
wereldbestormer; hij betuigt ontstemd zijn onpar
tijdigheid en men denkt, dat hij een vermom
ming zoekt.
De tegenkant.
We willen dezen prins niet idealiseeren.
Ieder weet, dat hij vrij was van een star stands
besef, maar hij had ook met vele vormen gebroken,
die den zwakken mensch in het gareel houden.
Zijn afkeer van strenge vormelijkheid en een pru
derie, die zijn moeder (weer als reactie op de licht
zinnigheid van een vroegeren souverein) aan het
hof tot regel had gesteld, leidde bij hem tot het
andere uiterste van openlijk getoonden afkeer van
deze dingen. Men weet hoe nonchalant hij er in zijn
golfbroek en opgestroopte hemdsmouwen uit kon
zien. Maar even nonchalant was hij ten opzichte
van vele moreele normen. Hij vierde zijn lust naar
losheid en ongebondenheid tot in een vrijgezellen-
leven, dat hem nog na zijn aftreden als koning de
booze verwijten van een bischop op den hals deed
halen. Hij leefde ook los van een kerk, waarvan
hij niets meer zag dan de verstarde uiterlijkheid.
Neen, we willen dezen prins niet idealiseeren.
Want hij miste naast den hardgrondigen afkeer van
al het onechte in zijn omgeving den sterken wil, die
een nieuw eigen leven opbouwt. Hij is geen strijd
lustige natuur. Hij verwerpt, maar daar blijft het
bij. Hij is geen sterke hater, geen drijver, nog
minder een ziener of een bouwer. Zijn afkeer uitte
zich in nonchalance, onverschilligheid, goedige
spot. Hij is een mensch als zoovele moderne men
schen een mensch als zoovele moderne menschen
een mensch met een verlangen naar nuchterheid
en echtheid, sceptisch tegenover ouderwetsche
braafdoende fatsoenlijkheid, die geen uiting meer
is van inwendig leven, maar overigens te onver
schillig om voortrekkerswerk te doen. Een, die
zich meer laat leven dan dat hij leeft.
Maar altijd weer was er bij hem, die eene kracht,
die hem uit den sleur trok, uit vereenzaming en
verwildering: de stem van zijn wanne hart. Die
maakte, dat hij een Vriend der armen bleef, dat hij
nog als koning, tegen zijn raadgevers in, de pleit
bezorger der noodlijdende gewesten werd. Die
karaktereigenschap maakte, dat een machtig deel
des volks hem trouw bleefooknazijntroonafstand.
Want zóóveel had hij getoond, voor den kleinen
man te voelen, dat men in hem zag, wat eens het
Hollandsche landvolk zag in zijn graaf Floris:
der keerlen god.