Rienstra i KELDERMEESTER Kunsthistorie haak Sport en Spel. TOONEEL AGENDA. EVRAAGD GAZIJN d. ENDEN llandsche Visch voor iOOKTE PALING i RENHANDEL llllllllllllllll llllllllllli llllllllllllllll 15 Naamplaten - Stempels j B.V.C. Bloemendaal. SPORTHUIS TE NUYL Schilderskunst. eerste klas zaken werkzaam Anders onnoodig zich aan te en Heerenkapper lem Tel. 19706 ITEITSSIGAREN DAALSCHESTR.WEG 12 5 Vrijdag 23 September 1938 ïESBIBL IOTHEEK Is (ie nieuwste werken, ig onderhouden I Leesgeld p. d. p. w. Geen mleggeld. ïïoon no. 13897 osofeeren. an; gewoonte, man, wm UjË als ik rooken kan, 5 TEL. 22341 szichisharen, puistjes en wratten worden zonder litteekens verwijderd. 150 Haren voor f 2. VAN RAALTE, Specialiste :riusstraat 60 - Amsterdam Te Haarlem: Zaterdag's irten v. Heemskerkstraat l de „Deo'- - Spreekuur: 2-4. r m •- ■B'.'Wi" W;'r ct. i;d wasch opgemaakt UNWASSCHERIJ Ir. Cornefisstraat 33 Tel. 10118 U een AMSTEL-STOOP in dag leeg tapt, 'of dat U ei- weken over doet, het bier tot den laatsten droppel even er om. De koolzuur-druk in de blijft tot het laatst en belet indringen der buitenlucht. rdat de buitenlucht geweerd dt, behoudt het bier i n de p voor onbepaaldén tijd z'n pronkelijken geur, smaak, en frischheid. inhoud der stoop, twintig gla- van het fijnste Pilsener- of ichener bier, kost 2,2-5, de p zelf, met de volmaakte tap- onder koolzuur-druk, U gratis in bruikleen. WIJNHANDEL verlaan 247, Telefoon 23561 Slijterij „Terluin" specialiteit in Amstclbiereti WIJNANDS VAN R EN SEN 't Medaillehuis, Schoterweg 78, t.o. kazerne Telefoon 17256 Goede inzet der competitie. Bloemendaal zette j.l. Zondag de compel'tic gned in met een voor het publiek zeer aantrekke- lijken wedstrijd, waarin zij Y.Y.A. een 41 neder laag wist toe te brengen. Deze eerste overwinning opliet keurige nieuwe veld zal ongetwijfeld het noodige zelfvertrouwen geven voor c'e komende wedstrijden en vormt de eerste stap in de goede richting, n.l. het heroveren van het tweede klasse- schap. De thuisclub had eenige wijzigingen in haar voorhoede aangebracht en deze bleken even zoo vele verbeteringen. Aanvankelijk ging de strijd tamelijk gelijk op met Bloemendaal iets meer in den aanval en hoewel de Bloemendaal-voorlioede voor het doel gevaarlijker was dan die van V.V.A., wist zij bet voorloopig niet tot doelpunten te brengen. Xa pl.m. 25 minuten spelen, scoorde Hartman uit een goede through-pass met een werkelijk schitterend schot Bloemendaal's eerste goal en alhoewel Y.Y.A. er hierna een schepje opgooide, wist zij het niet tot een doelpunt te brengen, temeer daar De Haas zich zijn plaats onder de lat alleszins waard toonde. Van Bragt stelde 5 minuten voor het verstrijken van de eerste helft, door goed individueel werk Hartman in staat den voorsprong der thuisclub tot 20 te vergrooten. Rust brak aan met onge- wijzigden stand. Xa de thee waren het wederom de gastheeren, die den toon aangaven en het baarde dan ook geenszins verwondering, toen na 10 minuten Hartman door de V.-verdediging wist heen te breken en met een fraai schot van verren afstand de hattrick verrichtte (30). Bloemendaal speelde hierna een gewonnen wedstrijd, hetgeen zich uitte in een danig afzakkend spelpeil. De gasten kwamen een kwartier later op vrij gemakkelijke wijze aan een tegenpunt, toen de B.-verdediging hij een vermeenden achterbal bleef staan, hetgeen zich in een doelpunt wreekte (31). De thuisclub spande zich hierna even iets meer in en nadat een doelpunt van Van der Schalie Jr. wegens off-side afgekerud werd, wist dezelfde speler, eyen later met een goed schot een geldig doelpunt te scoren, zoodat, toen (ie^gOWd'- leidende scheidsrechter het einde floot van dezen prettigen wedstrijd, Bloemendaal de eerste twee punten in de wacht gesleept had. Het tweede elftal speelde Zondagmorgen voor de eerste ronde van het tournooi om den Stads- Editie-heker tegen Kinheim 2, maar kon het niet tot de volgende ronde brengen, daar het met 82 het onderspit moest delven. Zondag a.s. trekt Bloemendaal naar Zandvoort om de gelijknamige club aldaar de eer der over winning te betwisten. Déze derby mocht zich im mer in een grootc belangstelling verheugen en on getwijfeld zal ook nu een groote supportersschare het Bloemendaal-elftal vergezellen om haar favo rieten luide aan te moedigen. Dit Zandvoort weer een gevaarlijke concurrent voor Bloernetrdaal wordt, toonde zij j.l. Zondag door den uitwedstrijd tegen Schoten liefst met 51 te winnen. Op een alleszins spannende kamp kan dus gerekend worden. Vorig jaar eindigde de match te Zandvoort in een gelijk spel en een zelfde resultaat ligt ook nu in de lijn der ver wachting, maar natuurlijk hopen de supporters op een overwinning voor Bloemendaal. Het tweede elftal zet de competitie in met een uitwedstrijd tegen R.C.H. 5. Vorig jaar nam Bloe mendaal 2 de ie plaats op de ranglijst in en daar de samenstelling van dit elftal sindsdien zeker niet in sterkte is achteruitgegaan, verwachten wij voor dit jaar een nog eervoller plaats, maar dan dient ook deze eerste wedstrijd gewonnen te worden. voorVoelbal, Handbal, Koifbal Hockey, enz HET GOEDKOOPSTE AORES Schoterweg 27. door PIET NIEUWD0RP. GRIEKENLAND. De Dorische volksverhuizing (11501100 v. Clir.) maakte een eind aan de Krétenzer-Mykeen- sche beschaving met tiaar rijke kunst. Nu treedt een tijdperk van verval in. waar de jonge volken, die zich op het vaste land van Grie kenland gevestigd hadden, langzaam tot rust en welvaart konten. Na verloop van eenige eeuwen is de Helleensehe kunst gegroeid, tot zulk een stadium van vol maaktheid dat we de 5de eeuw voor Clir. herhaal delijk als oorbceld van absolute kunst aanhalen. In groote lijn verdeden we de Grieksche kunst in drie perioden: 1. De Archaïsche periode: tijd van zoeken en langzan en groei, tot begin vijfde eeuw. 2. De klassieke periode; liet stadium van absolute harmonie der kunstvijfde en vierde eeuw voor Chr. i 3. De Hellenistische periode; deze vindt haar voortzetting in de Ron.einsehe kunst. Yan de bouwwerken der Grieken is helaas weinig overgebleven, maar toch genoeg om te constatee- ren, dat deze bouwwerken behooren totihet edelste, ooit door den mensclielijke geest geschapen. Evenals de Egyptische bouwkunst behoort ook de Grieksche wijze van constructie tot den arclii- traafbouw. Elk overtollig overwicht wordt bij de Grieken vermeden, vandaar dat de Grieksche tempel ranker en lichter is dan het Egyptische godsguis. Bij de Grieken was de tempel de woning van de godheid, geen verzamelplaats der geloovigen, zooals de Christelijke kerk. Duidelijk onderscheiden wij bij den Grieksche tempel drie deelen: de machtige onderbouw, de zuilen en liet grootsche hoofdgesteld. Wij vinden twee typen tempels: het Dorische en het Jonisclie type, met als variant de Korin- tische orde. De Dorische en Jonisclie orde komen soms tege lijk voor, bijv. aan de propylaeën te Athene. Eenvoud, ernst en strengheid kenmerkt de Dorische orde. Met canellures (groeven) versierd, worden de schachten der zuilen naar boven toe dunner, waar zij een eenvoudig rond kapiteel torsen, dat op zijn beurt weer een platte deksteen, de abacus" draagt, die de overgang tot de architraaf vormt, deze draagt dan weer de blak, waarin de triglyphen en metopen uitgehouwen zijn. Dan volgt vooruitspringend de kroonlijst, die de onderzijde vormt van bet flauw hellende zadeldak, dat het geheele gebouw over dekt. De triglyphen en metopen zijn Tythmisch verdeeld en komen overeen met de assen der zuilen. De trigljiphen zijn telkens drie loodrechte groe ven met onderaan de guttae of druppels. De me topen vormen rechthoekige velden, met sculptuur getooid. De voornaamste beroen.de Grieksche monumen ten vinden we te Athene en wel; het Parthenon, het Erechtbeum, de Propylaeën en de tempel van Nike Apteros. Alvorens we het Parthenon beschrijven, zullen we nog even bij den bouw van den Griekschen tem pel stilstaan. Wanneer we van den Oostkant binnentreden, eenige trappen opgaan, waarvan de bovenste den naam van stylobaat. heeft, verrijzen van deze stylobaat de zuilen, die de architraaf ondersteunen, dan een fries en kroonlijst en eindelijk een fronti spice of gevel. Wandelen wij nu een paar selireden Westwaarts, dan bereiken wij een tweede rij pilas ters, die het hoofdgebouw schragen. Hierdoor gaande komen we in de pronaos (vestibule) van den tempel. Een andere ut ui ...chgt ons in de naos waar het standbeeld stond van den god, aan wien de tempel was gewijd. Naos en Pronaos heeten cella. Van den naos kwam men in den Opistodomos, het heiligste deel van het gebouw. Dit was de plaats der hooge- priesters en andere tempeldienaren. Het Parthenon is het prachtigste gebouw uit de Gouden Eeuw van Griekenland, dat is het tijdperk van Perilles. De plannen voor het Parthenon zijn ontworpen door Iktinos en Kallikrates. Phidias zorgde voor de teekeningen en beeldhouwwerk. Het bouwwerk uitgevoerd in Pentelisch marmer, werd begonnen 447 vóór Chr. en ingewijd op het Parmatheenscli feest 438 v. Chr.. Opgetrokken op een onderhouw, was de marme ren basis met drie treden opgaande. De zuilen, van achter en van voren acht op een rij, aan de zijkanten zeventien op een rij, zijn samengesteld uit twaalf trommels van marmer. De groeven (canellures), die een kenmerk der Dorische zuil uitmaken, zijn twintig in getal. Het Parthenon is het meest volmaakte voorbeeld van Dorische bouwkunst met hun zuilen indruk van kracht en gratie, gecombineerd met den tinten rijkdom dien de ouderdom aan alle marmer een verhoogde glorie bijzet. Het tafereel, dat op den Westelijken gevel gebeeldhouwd is, stelt de overwinnende Athene voor. d e met haar schild dea naderenden, wagen van Poseidon op de vlucht gedreven heeft, terwijl op den Oostkant de geboorte van Athene wordt voorgesteld, volgens de legende geheel ge wapend uit het hoofd van Zeus komende, met de vergezellende godheden van het goede voorteeken ofschoon het beeldhouwwerk, zoo beschadigd is, dat de voorstelling niet geheel duidelijk is, hadden beide beeldhouwwerken een beteekenis in verband mêt de mythische stichting en historischen groei van Athene. 1 In de godheid was de Grieksche slaat gesymboli seerd en Poseidon moest de Perzen voorsteilen, die even te voren waren verslagen. Stellen wij ons voor de krachtige Grieksche zon, vallende op de grijze Acropolis met haar grauwen top, en dan het Parthenon van wit Pentelisch mar mer met beeldhouwwerk in relief op achtergronden van blauw' en rood, met decoratieve geslagen gou den kransen, dan zien we ten Noorden van het Parthenon het Erechtheus, de tempel van Erech- theus, dat nog heiliger was dan het grootsche ge- houw. (Wordt vervolgd). Herman Kruyder en zijn werk. J. W. schrijft in de „Amhemsche Courant" van Dinsdag 13 September j.l. over het werk van Herman Kruijder, een aparte verschijning in onze schilderskunst, een zoeker en worstelend kunstenaar, die ook in onze gemeente zeer bekend is geweest., het volgende; Na zijn groote, retrospectief' tentoonstelling is er thans in d'Olde Deel te Putten door zijn vriend en collega Dorus Roovers een tweede expositie gearrangeerd, die in een 60-tal werken zijn arbeid in een beperkt doch overzichtelijk beeld doet kennen. Olieverfschilderijen, aquarellen en teekenin gen geven een inzicht in de verschillende perio den van zijn leven, waarvan de overgangen zich duidelijk afteekenen en die gekenmerkt zijn door revolutionnaire wijzigingen in visie en uitbeelding. Toch gclooven wij juist te zien, wanneer wij zelfs in zijn vroegste werk dat toch het ken merk draagt van een gedegen techniek en een wat romantische opvatting den lateien vision nair ontdekken. Daar is b.v. in dat prachtige naakt en in dat stilleven met zwarte tulpen een gloed ais van zeer oud goudleder reeds dat onwerkelijke, dat gedroomde waar te ne men, dat in later werk zal uitgroeien tot de schimmen en fantomen, tot de schemerende en ook weer felle gedaanten uit een gebied, waarin zijn geest als met een enkele onzekere draad nog contact had met de werkelijkheid. Is in het paradijs-geboomte, hoog achter de figuren der eerste menschen, niet reeds de geest verdwaald in een wonderlijk exotische weelde, in een groot en ruischend en broeiend woud, waarin klein, dolend en vragend de menschen zijn? Daar is in zijn vroegste werk een groote lief de, ook iets gedempts en ingehoudens, een droeve teederheid soms. Wij leeren iets kennen van de geestelijke fijnheid van dezen kunstenaar in zijn zelfportret, die heel eenvoudige aquarel, waarin zoo met lichte toets een wezen ge legd is. En daar zijn de stillevens met appels, stille, wat weemoedig gedroomde levens zijn deze dingen geworden. Maar dan komt daar de forscher toon, de grooter spanning, het diepere-ontledend element. De aquarel der klaprozen ontstaat en het fraaie, in parelmoeren toon geschilderd stilleven met appels (No. 29). Deze klaprozen vooral boeien door de sterke vormgeving en het groot aangevoelde in de ont bladering. Wij naderen de periode, die tegenstanders van zijn kunst opriep en medestanders in grooter getale vormde. Daar is het schilderij van een meisje, dat een brief vasthoudt. Van de vormgeving ais in zijn vroeger meisjesportret b.v. is niets meer over. Het is met uiterlijke trekken die ge vaak kunt .opmerken als ge méér let op liet wezen en die dan soms zoo vreemd, zoo schimachtig zijn slechts vluchtig geheeld. Maar hoe spreekt de ziel, de emotie uit deze figuur. Om de brief en om het meisje, daar is de inhoud van den brief. Deze inhoud is ontroerend. Een vage angst, een droom, een openbaring Deze brief heeft een inhoud, die de ziel van de vrouw emotionneert, haar vragen en peinzen doet. En dan zijn er de prachtige teekeningen van koekslaande boeren en boerenvrouwen, die een konijn verloten, composities, die bewondering wek ken, figuren in hun achterlijke en zoo menscbelijke boersehheid. Vreemder wordt de wereld voor hem. Een hengst ziet hij als een wezen uit een gigantische oerwereld; de hond wordt als een tragisch-de- monische menschgestalte, klemmend zijn pooten aan de aarde, de oogen loerend. Is deze hond een zinnebeeld van den mensch, die vastklemt aan het materieele en loert of niet een ander hem zijn slijkerig bezit ontstelen wil? Als fantomen blijven deze beide schilderijen den beschouwer bij. Zij faseineeren door de felle, spookachtige oergestalten, als wezens uit een wordende aarde. Wie met liet werk van wijlen Herman Kruy der, deze verschijning in onze moderne schilder kunst, nader kennis wil maken, moet niet ver zuimen d'Olde Deel te bezoeken. TE AMSTERDAM. .Pater Malachius' Mirakel" door H, ian Doherty bij „Het Nedcriandsche Tooneel" (regie Cor. v. d. LugtMeisert). Met gespannen verwachting zagen wij uit naar deze eerste opvoeringen bij het nieuw gevormde „Nederlandsche Tooneel" dat onder directie staat van Cor v. d. LugtMeisert. Het lag in de bedoe ling van dezen leider te openen met een niet zoo moeilijk problecmstuk - als men het zoo noemen wil dat tocli ook de „upper ten" wat te denken en te genieten geeft. Hierin is hij wel geslaagd. Stellig is „Pater Malachius' Mirakel" geen gewoon stuk - een Mirakel is uiteraard niet iets gewoons - en van dien kant genomen is liet dan ook we! inte ressant. Men zou kunnen zeggen dat het motto is liet bijbelwoord dat het geloof bergen kan ver zetten en hier is het Pater Maiaehius, die dit mu tatis mutandis doet. Hij verzet geen bergen, maar een danshuis dat tegenover de kerk is geiegen. Hij bewijst dus, dat zelfs in dezen nuehteren tijd een wonder mogelijk is. In tegenstelling mei zijn verwachtingen is de hoogere Geestelijkheid daar mee geenszins ingenomen en deze bij monde van een ietwat excentrieken bisschop verwijt hem dit dok, te meer daar ook de Paus hem om dit mirakel geenszins prijst. Hij voelt deze wonderdoenerij nu ook als zonde, komt door omstandigheden in het danshuis, hij bidt nederig en ootmoedig, en ziet, een tweede wonder voltrekt zich: het danshuis komt weer op zijn oude plaats terug. Er zit eenige diepzinnigheidin liet stuk. Botsing van het hoogere met het lagere, van vergeestelijking en materia lisme dat vertegenwoordigd wordt door een mana- Haarlernsche Diner-Vereeniging Tel. 14393. Bakenessergrachl 27. Haarlem V'leesch, groente, aardappelen 1 0.90 Idem met <oep of toespijsf 1.05 idem met soep en toespijsf 1.20 (Omzetbelasting en bezorgloon inbegrepen) Dagelijks keuze uit minstens 3 menu s. Alleen te kwaliteiten en roomboter. ger en den eigenaar van het danshuis „De tuin van Eden" en andere tegenstrijdigheden. Heel erg diepzinnig is het overigens niet (hetgeen ook wars zou zijn aan het verlangen van v. d. Meisert). Intusschen is mijn bezwaar tegen dit stuk. dat liet óf te weinig diepzinnig is, of tè diepzinnig, waardoor de lievige liandeüu; wordt opgeofferd aan een beetje te vee] gepraat. Maar de winst - en een groote winst ook - was de prachtige creatie van v.d. LugtMeisert als dezen pater: Een creatie (ai vromen deemoed van vroom eerlijk geloof en zoo fijntjes genuanceerd en toch weer gesynthetiseeid. van zoo'n fiinen opbouw dat er vooral intellectueel ongeloofelijk veel te genieten viel. Ook bracht de knappe regie van den leider de eenheid, die bij 'n eerste klas gezelschap zoo zeer noodzakelijk is. Het bewegen in tiet danshuis b.v. heeft dezen verwezenlijkt. Daar deze Pater geheel in het centrum van het stuk staat, komen de andere persoonlijke creaties op den achtergrond. Maar ajle spelers waren goed of excellent. Wij noemen na v.d. Lugt-Melsert in de eerste plaats Albert van Dalsum als de bisschop Verder een kanunnik van een beetje dom soort Louis van Gasteren. Buitengewoon geestige uit beelding van Oscar Tourniaire als een knecht in de pastorie en van Mien Duymar van Twist als huishoudster. Waarmee ik aan de overige spelers en speelsters niets te kort wensch te doen. Dus: een zeer wel geslaagde eerste voorstelling, waarmee ik de directie veel geluk en veel verder succes toewenseli. EDMOND VISSER. o TOONEEL TE HAARLEM. „Delila", blijspel van den Hongaar Fr. Molnar. 17 September in den Stadsschouwburg, gegeven door Het Nederlandseli Tooteel (onder leiding van Cor v. d. LugtMeisert, yan Dalsum en Defresne) regie van Defresne, décor van Karei Briickmann, vertaling van Adolplie Engers. Een blijspel is een amusementsstuk. Nu kan amusement verschillend van karakter zijn, vroo- lijk, snaaks tot sarcastisch toe, en kluchtig. Molnar heeft het vroolijke en het snaaksclie in dit stuk niet doen ontbreken. Doch eerst iets over den schrijver zeil. Molnar, zoo vertelt ons program, werd in 1878 in Boedapest geboren. In zijn stu dententijd wierp hij zicli op de journalistiek en trok daarin de aandacht door gevatheid en geestig heid. In 1900 publiceerde liij korte vertellingen. Eerst later verscheen zijn roman „De hongerige Stad" en daarmede trok liij levendige belangstel ling. Hij kreeg op de planken eerst vasten voet met „De duivel", dat in 1907 werd opgevoerd. Hiermee werd luj wereldberoemd. Het is overal, ook in Haarlem opgevoerd en daarna kon gij geen stuk schrijven, of er werd ook in liet buitenland beslag op gelegd. Daarna bleef hij novellen en vertel lingen publiceeren. Delila is zijn jongste stuk. Het had in Weenen groot succes. Wij kunnen dit begrijpen. Weenen is altijd een genotzoekende stad gebleven. En met de aankleeding, die Briickmann er hier aan heeft kunnen geven, verwondert ons dit niet. De fijne decors, liet modieus gekleede figuurtje van liet kelnerinnetje Marianne, de onbetaalbaar snaaksclie buffetknecht, tot een typische Ilollandsche botteliersknecht gemaakt, het vlotte spel, alles deed het oog aangenaam aan. Meer moest men echter van dit stuk niet eischen. Waarschijnlijk heeft de schrijver een willekeurige van huisknecht tot hotelhouder geklommen op komeling kunnen gadeslaan, die toen hij een groo- ten prijs had gewonnen uit een loterij, zich op zijn verliefde instincten liet drijven, van zijn ge schikte \touw af naar een aardig maar listig kel nerinnetje toe. En daarnee bracht hij in verband de goedaardige slimheid van een liefhebbende echtgenoote (allerminst een Delila, die naam is dan ook maar een trekpleister), die hier den lip springen staanden man met allerlei prikkel-id> Hen weet te omringen, zoodal hij tenslotte als een blaasbalg met een gat erin in elkaar zakt en weer in haar armen terecht komt. Louis de Bree, Fientje de la Mar. M>ra Ward en Anton Koemer dragen liet stuk, vullen het tooneel en houden ons genoeglijk bezig. Meer is er eigenlijk niet van te zeggen, maar voor een amusementsstuk is het genoeg. Dat Molnar geen echte blijspeldichter is, doet hierbij weinig terzake. Maar wat mij wel bedenkelijk lijkt, is dat bij tracht ons te laten lachen om de louter zinnelijke opwellingen van den hotelbaas. Loutere zinnehist doodt de levenslust en is eerder om te huilen. Een teeken des tijdsIk geloof er niets van. Er was van het derde bedrijf heel wat meer te maken geweest, als Molnar de goede echtgenoote niet alreeds d adc- lijk een melancholiek tintje had gegeven. T. Stadsschouwburg. Zondag 8.30 uur: R.K. Haarl. gem. Tooneel Thalia", Prinses Siri. Maandag 8.30 uur: idem. Vrijdag 8.15 uur: A.B.C.-Cabaret, Potpouri Cabaret-Revue. Luxor Sound Theater: „Tesi-Pilot" met Clark Gable, Myrna Loy en Spencer Tracy. Cinema-Palace: Tweede en laatste deel van Olympiade-Film" van Leni Ricfenstahl. Rembrandt Theater: „Veldslag in New-York", met Brian Hi nlevy, Louise Hovinek. Raymond Walbuvn. Lynn Bari, Jeanne Darwell en Robrrt Kellard. Op het tooneel: Paul Godwin met zijn solisten-orkest. Frans Hals Theater: „Onverbreekbare Banden", .Heimat" met Zaralr Leander, Leo Slezak, Paul Horbiccr, Rutlr Helberg, Hcinricb George en Gcorg Alexander.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1938 | | pagina 7