Rienstra
i KELDERMEESTER
Kunsthistorie
haak
Sport en Spel.
TOONEEL
AGENDA.
EVRAAGD
GAZIJN
d. ENDEN
llandsche Visch
voor
iOOKTE PALING
i
RENHANDEL
llllllllllllllll llllllllllli llllllllllllllll
15
Naamplaten - Stempels j
B.V.C. Bloemendaal.
SPORTHUIS TE NUYL
Schilderskunst.
eerste klas zaken werkzaam
Anders onnoodig zich aan te
en Heerenkapper
lem Tel. 19706
ITEITSSIGAREN
DAALSCHESTR.WEG 12 5
Vrijdag 23 September 1938
ïESBIBL IOTHEEK
Is (ie nieuwste werken,
ig onderhouden I Leesgeld
p. d. p. w. Geen mleggeld.
ïïoon no. 13897
osofeeren.
an;
gewoonte, man,
wm
UjË
als ik rooken kan,
5 TEL. 22341
szichisharen,
puistjes en wratten worden
zonder litteekens verwijderd.
150 Haren voor f 2.
VAN RAALTE, Specialiste
:riusstraat 60 - Amsterdam
Te Haarlem: Zaterdag's
irten v. Heemskerkstraat l
de „Deo'- - Spreekuur: 2-4.
r m
•- ■B'.'Wi" W;'r
ct.
i;d wasch opgemaakt
UNWASSCHERIJ
Ir. Cornefisstraat 33
Tel. 10118
U een AMSTEL-STOOP in
dag leeg tapt, 'of dat U ei-
weken over doet, het bier
tot den laatsten droppel even
er om. De koolzuur-druk in de
blijft tot het laatst en belet
indringen der buitenlucht.
rdat de buitenlucht geweerd
dt, behoudt het bier i n de
p voor onbepaaldén tijd z'n
pronkelijken geur, smaak, en
frischheid.
inhoud der stoop, twintig gla-
van het fijnste Pilsener- of
ichener bier, kost 2,2-5, de
p zelf, met de volmaakte tap-
onder koolzuur-druk,
U gratis in bruikleen.
WIJNHANDEL
verlaan 247, Telefoon 23561
Slijterij „Terluin"
specialiteit in Amstclbiereti
WIJNANDS VAN R EN SEN
't Medaillehuis, Schoterweg 78,
t.o. kazerne Telefoon 17256
Goede inzet der competitie.
Bloemendaal zette j.l. Zondag de compel'tic
gned in met een voor het publiek zeer aantrekke-
lijken wedstrijd, waarin zij Y.Y.A. een 41 neder
laag wist toe te brengen. Deze eerste overwinning
opliet keurige nieuwe veld zal ongetwijfeld het
noodige zelfvertrouwen geven voor c'e komende
wedstrijden en vormt de eerste stap in de goede
richting, n.l. het heroveren van het tweede klasse-
schap.
De thuisclub had eenige wijzigingen in haar
voorhoede aangebracht en deze bleken even zoo
vele verbeteringen. Aanvankelijk ging de strijd
tamelijk gelijk op met Bloemendaal iets meer in
den aanval en hoewel de Bloemendaal-voorlioede
voor het doel gevaarlijker was dan die van V.V.A.,
wist zij bet voorloopig niet tot doelpunten te
brengen.
Xa pl.m. 25 minuten spelen, scoorde Hartman
uit een goede through-pass met een werkelijk
schitterend schot Bloemendaal's eerste goal en
alhoewel Y.Y.A. er hierna een schepje opgooide,
wist zij het niet tot een doelpunt te brengen,
temeer daar De Haas zich zijn plaats onder de lat
alleszins waard toonde.
Van Bragt stelde 5 minuten voor het verstrijken
van de eerste helft, door goed individueel werk
Hartman in staat den voorsprong der thuisclub
tot 20 te vergrooten. Rust brak aan met onge-
wijzigden stand.
Xa de thee waren het wederom de gastheeren,
die den toon aangaven en het baarde dan ook
geenszins verwondering, toen na 10 minuten
Hartman door de V.-verdediging wist heen te
breken en met een fraai schot van verren afstand
de hattrick verrichtte (30). Bloemendaal speelde
hierna een gewonnen wedstrijd, hetgeen zich uitte
in een danig afzakkend spelpeil. De gasten kwamen
een kwartier later op vrij gemakkelijke wijze aan
een tegenpunt, toen de B.-verdediging hij een
vermeenden achterbal bleef staan, hetgeen zich
in een doelpunt wreekte (31).
De thuisclub spande zich hierna even iets meer
in en nadat een doelpunt van Van der Schalie Jr.
wegens off-side afgekerud werd, wist dezelfde
speler, eyen later met een goed schot een geldig
doelpunt te scoren, zoodat, toen (ie^gOWd'- leidende
scheidsrechter het einde floot van dezen prettigen
wedstrijd, Bloemendaal de eerste twee punten in
de wacht gesleept had.
Het tweede elftal speelde Zondagmorgen voor
de eerste ronde van het tournooi om den Stads-
Editie-heker tegen Kinheim 2, maar kon het niet
tot de volgende ronde brengen, daar het met 82
het onderspit moest delven.
Zondag a.s. trekt Bloemendaal naar Zandvoort
om de gelijknamige club aldaar de eer der over
winning te betwisten. Déze derby mocht zich im
mer in een grootc belangstelling verheugen en on
getwijfeld zal ook nu een groote supportersschare
het Bloemendaal-elftal vergezellen om haar favo
rieten luide aan te moedigen.
Dit Zandvoort weer een gevaarlijke concurrent
voor Bloernetrdaal wordt, toonde zij j.l. Zondag
door den uitwedstrijd tegen Schoten liefst met
51 te winnen. Op een alleszins spannende kamp
kan dus gerekend worden. Vorig jaar eindigde de
match te Zandvoort in een gelijk spel en een
zelfde resultaat ligt ook nu in de lijn der ver
wachting, maar natuurlijk hopen de supporters
op een overwinning voor Bloemendaal.
Het tweede elftal zet de competitie in met een
uitwedstrijd tegen R.C.H. 5. Vorig jaar nam Bloe
mendaal 2 de ie plaats op de ranglijst in en daar
de samenstelling van dit elftal sindsdien zeker niet
in sterkte is achteruitgegaan, verwachten wij voor
dit jaar een nog eervoller plaats, maar dan dient
ook deze eerste wedstrijd gewonnen te worden.
voorVoelbal, Handbal, Koifbal Hockey,
enz HET GOEDKOOPSTE AORES
Schoterweg 27.
door
PIET NIEUWD0RP.
GRIEKENLAND.
De Dorische volksverhuizing (11501100 v.
Clir.) maakte een eind aan de Krétenzer-Mykeen-
sche beschaving met tiaar rijke kunst.
Nu treedt een tijdperk van verval in. waar de
jonge volken, die zich op het vaste land van Grie
kenland gevestigd hadden, langzaam tot rust en
welvaart konten.
Na verloop van eenige eeuwen is de Helleensehe
kunst gegroeid, tot zulk een stadium van vol
maaktheid dat we de 5de eeuw voor Clir. herhaal
delijk als oorbceld van absolute kunst aanhalen.
In groote lijn verdeden we de Grieksche kunst in
drie perioden:
1. De Archaïsche periode: tijd van zoeken en
langzan en groei, tot begin vijfde eeuw.
2. De klassieke periode; liet stadium van absolute
harmonie der kunstvijfde en vierde eeuw voor
Chr. i
3. De Hellenistische periode; deze vindt haar
voortzetting in de Ron.einsehe kunst.
Yan de bouwwerken der Grieken is helaas weinig
overgebleven, maar toch genoeg om te constatee-
ren, dat deze bouwwerken behooren totihet edelste,
ooit door den mensclielijke geest geschapen.
Evenals de Egyptische bouwkunst behoort ook
de Grieksche wijze van constructie tot den arclii-
traafbouw.
Elk overtollig overwicht wordt bij de Grieken
vermeden, vandaar dat de Grieksche tempel ranker
en lichter is dan het Egyptische godsguis. Bij de
Grieken was de tempel de woning van de godheid,
geen verzamelplaats der geloovigen, zooals de
Christelijke kerk.
Duidelijk onderscheiden wij bij den Grieksche
tempel drie deelen: de machtige onderbouw, de
zuilen en liet grootsche hoofdgesteld.
Wij vinden twee typen tempels: het Dorische
en het Jonisclie type, met als variant de Korin-
tische orde.
De Dorische en Jonisclie orde komen soms tege
lijk voor, bijv. aan de propylaeën te Athene.
Eenvoud, ernst en strengheid kenmerkt de Dorische
orde.
Met canellures (groeven) versierd, worden de
schachten der zuilen naar boven toe dunner, waar
zij een eenvoudig rond kapiteel torsen, dat op zijn
beurt weer een platte deksteen, de abacus" draagt,
die de overgang tot de architraaf vormt, deze draagt
dan weer de blak, waarin de triglyphen en metopen
uitgehouwen zijn. Dan volgt vooruitspringend de
kroonlijst, die de onderzijde vormt van bet flauw
hellende zadeldak, dat het geheele gebouw over
dekt. De triglyphen en metopen zijn Tythmisch
verdeeld en komen overeen met de assen der
zuilen.
De trigljiphen zijn telkens drie loodrechte groe
ven met onderaan de guttae of druppels. De me
topen vormen rechthoekige velden, met sculptuur
getooid.
De voornaamste beroen.de Grieksche monumen
ten vinden we te Athene en wel; het Parthenon,
het Erechtbeum, de Propylaeën en de tempel van
Nike Apteros.
Alvorens we het Parthenon beschrijven, zullen
we nog even bij den bouw van den Griekschen tem
pel stilstaan.
Wanneer we van den Oostkant binnentreden,
eenige trappen opgaan, waarvan de bovenste den
naam van stylobaat. heeft, verrijzen van deze
stylobaat de zuilen, die de architraaf ondersteunen,
dan een fries en kroonlijst en eindelijk een fronti
spice of gevel. Wandelen wij nu een paar selireden
Westwaarts, dan bereiken wij een tweede rij pilas
ters, die het hoofdgebouw schragen. Hierdoor
gaande komen we in de pronaos (vestibule) van den
tempel.
Een andere ut ui ...chgt ons in de naos waar het
standbeeld stond van den god, aan wien de tempel
was gewijd. Naos en Pronaos heeten cella. Van den
naos kwam men in den Opistodomos, het heiligste
deel van het gebouw. Dit was de plaats der hooge-
priesters en andere tempeldienaren.
Het Parthenon is het prachtigste gebouw
uit de Gouden Eeuw van Griekenland, dat is het
tijdperk van Perilles.
De plannen voor het Parthenon zijn ontworpen
door Iktinos en Kallikrates. Phidias zorgde voor
de teekeningen en beeldhouwwerk.
Het bouwwerk uitgevoerd in Pentelisch marmer,
werd begonnen 447 vóór Chr. en ingewijd op het
Parmatheenscli feest 438 v. Chr..
Opgetrokken op een onderhouw, was de marme
ren basis met drie treden opgaande. De zuilen,
van achter en van voren acht op een rij, aan de
zijkanten zeventien op een rij, zijn samengesteld
uit twaalf trommels van marmer. De groeven
(canellures), die een kenmerk der Dorische zuil
uitmaken, zijn twintig in getal. Het Parthenon is
het meest volmaakte voorbeeld van Dorische
bouwkunst met hun zuilen indruk van kracht en
gratie, gecombineerd met den tinten rijkdom dien
de ouderdom aan alle marmer een verhoogde
glorie bijzet. Het tafereel, dat op den Westelijken
gevel gebeeldhouwd is, stelt de overwinnende
Athene voor. d e met haar schild dea naderenden,
wagen van Poseidon op de vlucht gedreven heeft,
terwijl op den Oostkant de geboorte van Athene
wordt voorgesteld, volgens de legende geheel ge
wapend uit het hoofd van Zeus komende, met de
vergezellende godheden van het goede voorteeken
ofschoon het beeldhouwwerk, zoo beschadigd is,
dat de voorstelling niet geheel duidelijk is, hadden
beide beeldhouwwerken een beteekenis in verband
mêt de mythische stichting en historischen groei
van Athene. 1
In de godheid was de Grieksche slaat gesymboli
seerd en Poseidon moest de Perzen voorsteilen, die
even te voren waren verslagen.
Stellen wij ons voor de krachtige Grieksche zon,
vallende op de grijze Acropolis met haar grauwen
top, en dan het Parthenon van wit Pentelisch mar
mer met beeldhouwwerk in relief op achtergronden
van blauw' en rood, met decoratieve geslagen gou
den kransen, dan zien we ten Noorden van het
Parthenon het Erechtheus, de tempel van Erech-
theus, dat nog heiliger was dan het grootsche ge-
houw.
(Wordt vervolgd).
Herman Kruyder en zijn werk.
J. W. schrijft in de „Amhemsche Courant" van
Dinsdag 13 September j.l. over het werk van
Herman Kruijder, een aparte verschijning in
onze schilderskunst, een zoeker en worstelend
kunstenaar, die ook in onze gemeente zeer bekend
is geweest., het volgende;
Na zijn groote, retrospectief' tentoonstelling
is er thans in d'Olde Deel te Putten door zijn
vriend en collega Dorus Roovers een tweede
expositie gearrangeerd, die in een 60-tal werken
zijn arbeid in een beperkt doch overzichtelijk
beeld doet kennen.
Olieverfschilderijen, aquarellen en teekenin
gen geven een inzicht in de verschillende perio
den van zijn leven, waarvan de overgangen
zich duidelijk afteekenen en die gekenmerkt
zijn door revolutionnaire wijzigingen in visie en
uitbeelding.
Toch gclooven wij juist te zien, wanneer wij
zelfs in zijn vroegste werk dat toch het ken
merk draagt van een gedegen techniek en een
wat romantische opvatting den lateien vision
nair ontdekken. Daar is b.v. in dat prachtige
naakt en in dat stilleven met zwarte tulpen
een gloed ais van zeer oud goudleder reeds
dat onwerkelijke, dat gedroomde waar te ne
men, dat in later werk zal uitgroeien tot de
schimmen en fantomen, tot de schemerende en
ook weer felle gedaanten uit een gebied, waarin
zijn geest als met een enkele onzekere draad
nog contact had met de werkelijkheid.
Is in het paradijs-geboomte, hoog achter de
figuren der eerste menschen, niet reeds de geest
verdwaald in een wonderlijk exotische weelde,
in een groot en ruischend en broeiend woud,
waarin klein, dolend en vragend de menschen
zijn?
Daar is in zijn vroegste werk een groote lief
de, ook iets gedempts en ingehoudens, een droeve
teederheid soms. Wij leeren iets kennen van
de geestelijke fijnheid van dezen kunstenaar in
zijn zelfportret, die heel eenvoudige aquarel,
waarin zoo met lichte toets een wezen ge
legd is.
En daar zijn de stillevens met appels, stille,
wat weemoedig gedroomde levens zijn deze dingen
geworden.
Maar dan komt daar de forscher toon, de
grooter spanning, het diepere-ontledend element.
De aquarel der klaprozen ontstaat en het fraaie,
in parelmoeren toon geschilderd stilleven met
appels (No. 29).
Deze klaprozen vooral boeien door de sterke
vormgeving en het groot aangevoelde in de ont
bladering.
Wij naderen de periode, die tegenstanders
van zijn kunst opriep en medestanders in grooter
getale vormde.
Daar is het schilderij van een meisje, dat een
brief vasthoudt. Van de vormgeving ais in zijn
vroeger meisjesportret b.v. is niets meer over.
Het is met uiterlijke trekken die ge vaak
kunt .opmerken als ge méér let op liet wezen
en die dan soms zoo vreemd, zoo schimachtig
zijn slechts vluchtig geheeld. Maar hoe spreekt
de ziel, de emotie uit deze figuur. Om de brief
en om het meisje, daar is de inhoud van den brief.
Deze inhoud is ontroerend. Een vage angst, een
droom, een openbaring Deze brief heeft een
inhoud, die de ziel van de vrouw emotionneert,
haar vragen en peinzen doet.
En dan zijn er de prachtige teekeningen van
koekslaande boeren en boerenvrouwen, die een
konijn verloten, composities, die bewondering wek
ken, figuren in hun achterlijke en zoo menscbelijke
boersehheid.
Vreemder wordt de wereld voor hem. Een
hengst ziet hij als een wezen uit een gigantische
oerwereld; de hond wordt als een tragisch-de-
monische menschgestalte, klemmend zijn pooten
aan de aarde, de oogen loerend. Is deze hond een
zinnebeeld van den mensch, die vastklemt aan
het materieele en loert of niet een ander hem zijn
slijkerig bezit ontstelen wil?
Als fantomen blijven deze beide schilderijen
den beschouwer bij. Zij faseineeren door de felle,
spookachtige oergestalten, als wezens uit een
wordende aarde.
Wie met liet werk van wijlen Herman Kruy
der, deze verschijning in onze moderne schilder
kunst, nader kennis wil maken, moet niet ver
zuimen d'Olde Deel te bezoeken.
TE AMSTERDAM.
.Pater Malachius' Mirakel" door H, ian Doherty
bij „Het Nedcriandsche Tooneel" (regie Cor. v. d.
LugtMeisert).
Met gespannen verwachting zagen wij uit naar
deze eerste opvoeringen bij het nieuw gevormde
„Nederlandsche Tooneel" dat onder directie staat
van Cor v. d. LugtMeisert. Het lag in de bedoe
ling van dezen leider te openen met een niet zoo
moeilijk problecmstuk - als men het zoo noemen
wil dat tocli ook de „upper ten" wat te denken
en te genieten geeft. Hierin is hij wel geslaagd.
Stellig is „Pater Malachius' Mirakel" geen gewoon
stuk - een Mirakel is uiteraard niet iets gewoons -
en van dien kant genomen is liet dan ook we! inte
ressant. Men zou kunnen zeggen dat het motto
is liet bijbelwoord dat het geloof bergen kan ver
zetten en hier is het Pater Maiaehius, die dit mu
tatis mutandis doet. Hij verzet geen bergen, maar
een danshuis dat tegenover de kerk is geiegen.
Hij bewijst dus, dat zelfs in dezen nuehteren tijd
een wonder mogelijk is. In tegenstelling mei zijn
verwachtingen is de hoogere Geestelijkheid daar
mee geenszins ingenomen en deze bij monde van
een ietwat excentrieken bisschop verwijt hem dit
dok, te meer daar ook de Paus hem om dit mirakel
geenszins prijst. Hij voelt deze wonderdoenerij
nu ook als zonde, komt door omstandigheden in
het danshuis, hij bidt nederig en ootmoedig, en ziet,
een tweede wonder voltrekt zich: het danshuis
komt weer op zijn oude plaats terug. Er zit eenige
diepzinnigheidin liet stuk. Botsing van het hoogere
met het lagere, van vergeestelijking en materia
lisme dat vertegenwoordigd wordt door een mana-
Haarlernsche Diner-Vereeniging
Tel. 14393. Bakenessergrachl 27. Haarlem
V'leesch, groente, aardappelen 1 0.90
Idem met <oep of toespijsf 1.05
idem met soep en toespijsf 1.20
(Omzetbelasting en bezorgloon inbegrepen)
Dagelijks keuze uit minstens 3 menu s.
Alleen te kwaliteiten en roomboter.
ger en den eigenaar van het danshuis „De tuin
van Eden" en andere tegenstrijdigheden. Heel
erg diepzinnig is het overigens niet (hetgeen ook
wars zou zijn aan het verlangen van v. d.
Meisert). Intusschen is mijn bezwaar tegen dit stuk.
dat liet óf te weinig diepzinnig is, of tè diepzinnig,
waardoor de lievige liandeüu; wordt opgeofferd
aan een beetje te vee] gepraat.
Maar de winst - en een groote winst ook - was
de prachtige creatie van v.d. LugtMeisert als
dezen pater: Een creatie (ai vromen deemoed
van vroom eerlijk geloof en zoo fijntjes genuanceerd
en toch weer gesynthetiseeid. van zoo'n fiinen
opbouw dat er vooral intellectueel ongeloofelijk
veel te genieten viel. Ook bracht de knappe regie
van den leider de eenheid, die bij 'n eerste klas
gezelschap zoo zeer noodzakelijk is. Het bewegen
in tiet danshuis b.v. heeft dezen verwezenlijkt.
Daar deze Pater geheel in het centrum van het stuk
staat, komen de andere persoonlijke creaties op
den achtergrond. Maar ajle spelers waren goed
of excellent. Wij noemen na v.d. Lugt-Melsert in
de eerste plaats Albert van Dalsum als de bisschop
Verder een kanunnik van een beetje dom soort
Louis van Gasteren. Buitengewoon geestige uit
beelding van Oscar Tourniaire als een knecht
in de pastorie en van Mien Duymar van Twist
als huishoudster. Waarmee ik aan de overige
spelers en speelsters niets te kort wensch te doen.
Dus: een zeer wel geslaagde eerste voorstelling,
waarmee ik de directie veel geluk en veel verder
succes toewenseli. EDMOND VISSER.
o
TOONEEL TE HAARLEM.
„Delila", blijspel van den Hongaar Fr. Molnar.
17 September in den Stadsschouwburg, gegeven
door Het Nederlandseli Tooteel (onder leiding van
Cor v. d. LugtMeisert, yan Dalsum en Defresne)
regie van Defresne, décor van Karei Briickmann,
vertaling van Adolplie Engers.
Een blijspel is een amusementsstuk. Nu kan
amusement verschillend van karakter zijn, vroo-
lijk, snaaks tot sarcastisch toe, en kluchtig. Molnar
heeft het vroolijke en het snaaksclie in dit stuk
niet doen ontbreken. Doch eerst iets over den
schrijver zeil. Molnar, zoo vertelt ons program,
werd in 1878 in Boedapest geboren. In zijn stu
dententijd wierp hij zicli op de journalistiek en
trok daarin de aandacht door gevatheid en geestig
heid. In 1900 publiceerde liij korte vertellingen.
Eerst later verscheen zijn roman „De hongerige
Stad" en daarmede trok liij levendige belangstel
ling. Hij kreeg op de planken eerst vasten voet met
„De duivel", dat in 1907 werd opgevoerd. Hiermee
werd luj wereldberoemd. Het is overal, ook in
Haarlem opgevoerd en daarna kon gij geen stuk
schrijven, of er werd ook in liet buitenland beslag
op gelegd. Daarna bleef hij novellen en vertel
lingen publiceeren. Delila is zijn jongste stuk.
Het had in Weenen groot succes. Wij kunnen dit
begrijpen. Weenen is altijd een genotzoekende stad
gebleven. En met de aankleeding, die Briickmann
er hier aan heeft kunnen geven, verwondert ons
dit niet. De fijne decors, liet modieus gekleede
figuurtje van liet kelnerinnetje Marianne, de
onbetaalbaar snaaksclie buffetknecht, tot een
typische Ilollandsche botteliersknecht gemaakt,
het vlotte spel, alles deed het oog aangenaam aan.
Meer moest men echter van dit stuk niet eischen.
Waarschijnlijk heeft de schrijver een willekeurige
van huisknecht tot hotelhouder geklommen op
komeling kunnen gadeslaan, die toen hij een groo-
ten prijs had gewonnen uit een loterij, zich op
zijn verliefde instincten liet drijven, van zijn ge
schikte \touw af naar een aardig maar listig kel
nerinnetje toe. En daarnee bracht hij in verband
de goedaardige slimheid van een liefhebbende
echtgenoote (allerminst een Delila, die naam is
dan ook maar een trekpleister), die hier den lip
springen staanden man met allerlei prikkel-id> Hen
weet te omringen, zoodal hij tenslotte als een
blaasbalg met een gat erin in elkaar zakt en weer
in haar armen terecht komt. Louis de Bree,
Fientje de la Mar. M>ra Ward en Anton Koemer
dragen liet stuk, vullen het tooneel en houden
ons genoeglijk bezig. Meer is er eigenlijk niet van
te zeggen, maar voor een amusementsstuk is het
genoeg. Dat Molnar geen echte blijspeldichter is,
doet hierbij weinig terzake.
Maar wat mij wel bedenkelijk lijkt, is dat bij
tracht ons te laten lachen om de louter zinnelijke
opwellingen van den hotelbaas. Loutere zinnehist
doodt de levenslust en is eerder om te huilen. Een
teeken des tijdsIk geloof er niets van. Er was van
het derde bedrijf heel wat meer te maken geweest,
als Molnar de goede echtgenoote niet alreeds d adc-
lijk een melancholiek tintje had gegeven.
T.
Stadsschouwburg. Zondag 8.30 uur: R.K. Haarl.
gem. Tooneel Thalia", Prinses Siri.
Maandag 8.30 uur: idem.
Vrijdag 8.15 uur: A.B.C.-Cabaret, Potpouri
Cabaret-Revue.
Luxor Sound Theater: „Tesi-Pilot" met Clark
Gable, Myrna Loy en Spencer Tracy.
Cinema-Palace: Tweede en laatste deel van
Olympiade-Film" van Leni Ricfenstahl.
Rembrandt Theater: „Veldslag in New-York",
met Brian Hi nlevy, Louise Hovinek. Raymond
Walbuvn. Lynn Bari, Jeanne Darwell en Robrrt
Kellard. Op het tooneel: Paul Godwin met zijn
solisten-orkest.
Frans Hals Theater: „Onverbreekbare Banden",
.Heimat" met Zaralr Leander, Leo Slezak, Paul
Horbiccr, Rutlr Helberg, Hcinricb George en
Gcorg Alexander.