ONDRAGELIJKE
BRANDWONDEN
KLOOSTERBALSEM
peweri
A. G. G. M. GIORGIS Zn.
o an Vastenhooen
ORMEN
nnemer Type-
Co piëer-lnr.
beste ivinkel
DE VELLEN HINGEN ERBIJ
TOONEEL
Maakt Uw tanden blinkend
wit en verfrischt
Uw mond met
CADEAUX DIE IN DE SMAAK VALLEN 1!
Osiadestraal 4, Telefoon 10413
Sinds 1898
VAN DE LEESTAFEL
Vrij dag 24 No vem b e r 1939
9
alle prijzen
Stuyvesantplein 9
Telefoon 25203
jeft U niet te wor-
als V iets hebt op
ruimen. U plaatst
een Kleine
ertentie In ons blad
ian bent U er dade-
van af en U maakt
een goeden prijs.
M
werk
Bloemendaal
te Kleverlaan 66
elefoon 23453
no; niet zoo'n uit
breide keus, tegen de
igste prijzen, als onze
Heine Advertenties",
ook voor TJ open-
lan om allerlei artike-
i van de hand te doen,
diensten aan te bie-
n, huizen of gemenbi-
erde kamers te ver
huren, enz.
Dank zij KLOOSTERBALSEM komt
zijn hand weer goed in orde
,,'t Gebeurde door kokend heete olie en
mijn rechter hand u>as geheel en al
wond. Ik was ten einde raad en huilde
van de ondragelijke pijnen. Mijn man
heeft mijn hand dadelijk verbonden
met Kloosterbalsem, welke we altijd
voor ons kleintje in huis hebben. O kunt
er zich geen voorstelling van maken,
hoe dat ineens heerlijk verzachtte. Ik
geef U de heilige verzekering, dat ik
zelf verstomd sta over het wonder.
Binnen 14 dagen was mijn hand weer
gewoon." A/eor. H. Fr. te s-O.
INKER'S ORIGINEEL TER INZAGB
„Geen goud zoo goed"
Onovertroffen bjj brand-en snjjwonden
Ook ongeëvenaard als wrijfmiddel bij
Kbenmatiek, spit en pijnlijke spieren
Schroeidoos 35 et Portent 62V> ct en f 1.01
TE AMSTERDAM.
„Roofvogels", door Lillian Hellman, door „Het
Resldentie-Tooneel". (Regie Johan de Meester).
Dit machtige, en zoo gruwzame stuk, kreeg een
eveneens machtige vertolking door zijn spelers
en speelsters. Gruwzaam: Een totaal verworden
familie, welker leden elkaar bedriegen, bestelen en
ware roofvogels zijn, alleen verbonden door die
booze daden, waarin ze tegengesteld solidair zijn.
Daar is Oscar Hubbard (Piet Bron), Osar Hubbard,
zijn zoon (Maarten Kapteijn), de ergste van allen,
Regina Giddens geboren Hubbard (Fie Carelsen),
die met een inderdaad braven, maar zwakken man
is getrouwd (Philippe la Chapelle). Dan is er
verder Benjamin Hubbard (Jan C. de Vos) en ten
slotte Alexandra Giddens, Regina's dochter, die
gelukkig meer naar den vader dan naar de
moeder aardt en wel een goed en dapper meisje is,
dat in die bedorven atmospheer toch niet bedorven
is geworden.
Het eerste slachtoffer van dit ploertenzoodje,
dat in een kleine stad in het Zuiden van Amerika
Woont, is de heer Marshall (Henk van Buuren), die
aandeelen zal nemen in de fabriek van de Hubbards
en die zij behoorlijk hebben afgezet. En nu gaat
de strijd beginnen, de strijd op leven en dood
tusschen de lieve familieleden onderling, de strijd
om geld, geld, geld, geld dat macht is. De goedige
man van Regina moet ook aandeelen nemen, maar
het was gemakkelijker hem te bestelen, waarvoor
de jeugdige Leo Hubbard werd uitverkoren, de
zoon van Oscar en Oscar's zachtzinnige eehtgenoote
Birder Hubbard (Mimi Boesnach), die Oscar ge
trouwd heeft, omdat zij van goede komaf is en
relaties heeft, terwijl hij haar behandeld ais een
slechte baas zijn hond. Zij is totaal aan hem onder
worpen en als hij een slechte bui heeft, slaat hij
haar. Benjamin Hubbard is ook heel gevaarlijk.
Hij doet de gemeenste streken onder een schijn van
gemoedelijkheid, hij speelt het spel, dat hij wint
of als hij eens verliezen mocht, dan kan hij dit
verlies dragen en weglachen ook, want Regina
wint het spel. Zij weet dat haar man bestolen is,
heeft dus haar familieleden in haar macht; de
justitie is machtig en als liet er op aankomt, kan
zij nog haar vrouwelijke charme uitoefenen op de
jury-leden. Haar ziekelijke man Horace Giddens,
die de ploertenstreken zijner schoonfamilie in den
weg staat, zal door Regina worden vermoord, niet
letterlijk, maar door hem ineen te doen storten
door haar hardheid en erbarmingloosheid. Zij zegt:
„Ik wou dat je dood was", en als hij, die hartlijder
is, haar een glas water vraagt, weigert zij hem dit.
Hij blijft in een hartkramp en Regina triomplieert.
Maar de gerechtigheid zal zegepralen meent de
geloovige mensch en Alexandra, Regina's dochter,
de eenige mensch, van wie zij houdt, verlaat het
huis.
Zooals gezegd, een machtige vertooning. Zooals
de rol van Kniertje onverbrekelijk verbonden is
aan Mevrouw de Boer-van Rijk, zoo zal, als men
Regina zegt, gedacht worden aan Fie Carelsen.
Dit is de beste rol van haar loopbaan. Zij toonde
zich, zij, die veelzijdig is hier als een groot karakter
speelster. Bijna evenwaardig aan haar spel was
dat van Jan C. de Vos, die het is geen woord
speling inderdaad iets had van een vos in grime
en handeling. (Het staat hier in het Engelsch „The
little Foxes, al is dit natuurlijk overdrachtelijk
bedoeld). Piet Bron, zijn broer, leek sprekend op
hem in grime en spel, al was hij allesbehalve ge
moedelijk en meer oprecht bruut, zoodat Mimi
Boesnach, zijn vrouw wel de onderworpene spelen
moest, hetgeen zij zoo goed deed. Maarten Kapteijn
markeerde goed het ploertig jog, dat zijn oom
bestal. Annie van Duijn was zooals gezegd
Regina's dochtertje en was, wat zij wezen moest,
een lief meisje. Philippe la Chapelle gaf den
zwakken hartlijder aandoenlijk, hetgeen zeer goed
in contrast was met de roofvogels. Ook van hem
een rol, die ons bijblijven zal.
SCHOORSTEENVEGERS
RIDDERSTRAAT 18 A ZWART
HAARLEM - TELEFOON 13310
„Gaslicht", door Patrick Hamilton, bij Tooneel-
groep „Het Masker". (Regie Cruys Voorbergh.)
De rol van Willy Haak als Bella, die in deze
„Victorian"-thriller door haar man (Cruys Voor
bergh), die een beruchte schurk blijkt te zijn,
stelselmatig krankzinnig of bijna krankzinnig
wordt gemaakt, terwijl deze man door een fijn
zinnige amateur-detective (Ko Arnoldi) wordt
ontmaskerd, terwijl blijkt dat haar man de moor
denaar was in een geheimzinnige zaak. Meer wil
ik niet verraden, want anders is de aardigheid er af.
Maar wat ik wel verraden wil, is dat ook hier weer
prachtig is gespeeld, zooals gezegd, vooral door
Willy Haak, die zoo uitmuntend den verwezen
Bella speelde, terwijl Cruys Voorbergh, die ook
zeer goede regie had gegeven, de misdaad in eigen
persoon wasde koele en koudbloedige moordenaar
en beul, en Ro Arnoldi bijzonder en fijntjes den
uitvinder van al dit kwaad speelde.
Waarom ik verder niets verraden wil, is natuur
lijk omdat ik mijn lezers gun deze thriller te gaan
zien. Griezeling gewaarborgd door mij.
Edmond Visser.
PREMIERE BIJ „HET NEDERLANDSCH
TOONEEL".
A.s. Vrijdag 24 November zal „Het Nederlandsch
Tooneel", directeur Cor van der Lugt Melsert, artis
tieke leiding: Cor van der Lugt Melsert Albert
van Dalsum, A. Defresne, de première geven van
het Franselie tooneelspel „Ik ben zeventien jaar"
(J'ai dix-sept ans) van Paul Vandenberghe in de
vertaling van Ferd. Sterneberg. De regie is van
den heer Louis de Bree, terwijl de voornaamste
medespelenden zijn: de dames Lena Kley, Corrie
Ivorevaar, May Vollenga en de heeren: Theo
Frenkel, Louis de Bree, Guus Oster, Wim Sonne-
veld, Dick Riegen.
Décors zijn ontworpen door den heer Karei
Briiekman en uitgevoerd op eigen ateliers.
Aanvang 8.15 uur in den Stadsschouwburg te
Amsterdam.
Zaterdag 25 November zal eveneens een op
voering van dit tooneelspel worden gegeven.
o
TOONEEL TE HAARLEM.
„De Firma Monestier", tooneelspel in 3 bedrijven
en een epiloog van Denys Amiel, door „Het Resi-
dentietooneel. (Onder regie van Bets Ranucci-
Beckman).
Men zou niet zeggen, dat dit stuk door een
modern schrijver is geschreven, want het gegeven
is zeer ouderwetsch.
Denys Amiel heeft dit stuk opgezet als een zeden-
comedie, hij laat het spelen onder welgestelde
fabrikanten en wil een beeld geven van zekere
milieux, waarin alles wordt opgeofferd aan den
bloei van de onderneming en de schijn van respec
tabiliteit. Hij legt voornamelijk het accent op het
offer, dat menigmaal moet worden gebracht om
deze eerbiedwaardigheid te bestendigen. In de
handeling van het stuk worden de diepere drama
tische conflicten uitgewerkt.
Jacques de Haas, die in vorige rollen zooveel
succes behaalde, zette de kilheid van zijn rol wat
al te zwaar op, vooral in zijn tegenspel met Vera
Bondam, die, terwijl ze om zijn liefde bedelde,
eigenlijk geen contact met hem kon krijgen: men
kon het jammer vinden, dat ze zooveel liefde
verspilde aan dezen man.
Vera Bondam, die de hoofdrol vertolkte en de
vrouw was die getrouwd werd om haar geld, en
door brieven van haar man ontdekte dat de liefde
waarnaar zij hunkeTde ten deel viel aan zijn mai-
tresse, zou aan dezen rol meer relief hebben
kunnen geven als ze een beteren tegenspeler had
gehad; ze beheerschte echter al de dramatische
momenten. In het derde bedrijf, waarin ze, toen ze
tot zich zelf was gekomen, zag, dat ze een getrapte
vrouw was en besloot haar eigen weg te gaan, was
ze voortreffelijk.
Philippe la Chapelle speelde met een goede grime
zijn rol en met de afgepaste gereserveerdhei<1die
dit karakter eischt.
Coba Keiling gaf een goede creatie van een on
beduidende vrouw. Adrienne Canivez vertolkte den
rol van Hélène, de dochter van Monestier, heel
goed. Haar expressief uiterlijk toonde duidelijk de
verbetenheid, waarmee zij de verschillende huise
lijke voorvallen observeerde.
Max Croiset speelde Alain, de zoon, die zich
weinig thuis voelt in zijn milieu en dikwijls in op
stand komt; met wat meer beschaafde uitdruk
kingswijze zou zijn rol beter tot haar recht zijn
gekomen.
De epiloog, waarmee de schrijver zijn stuk be
ëindigt, had wol achterwege kunnen blijven. Men
heeft in de voorgaande bedrijven al voldoende
kunnen constateeren, dat alles gaat om het bestaan
van de firma Monestier en dat hiervoor groote
offers moeten worden gebracht. Na het derde
bedrijf had het stuk gevoegelijk uit kunnen zijn.
Alhoewel de spelers dit stuk niet met de noodige
Fransche drift hebben weten op te voeren en alle
felheid van bewogenheid achterwege hebben
gelaten, heeft het publiek hen toch dankbaar toe
gejuicht.
Vera Bondam, die het geheele stuk droeg en
het met groote dramatische kracht tot climax
wist te brengen, werd aan het slot met bloemen
gehuldigd. K. Borsten.
-aaBnBBnBBaBaHaaHBBBnBBBBannona
HANDSCHOENEN - PULLOVERS - SHAWLS
„FABLO" OVERHEMDEN „RAXON" EN TOOTAL
DASSEN, ZAKDOEKEN IN LUXE VERPAKKING,
O A. PYRAMID.
V00hrdëeifgetanclzeep
tt$D 598 750A w
„ADRES ONBEKEND".
(Tijdbeeld) door Kressmann Taylor in vertaling van
C. J. Kelk, Uitgevers Mij. „Servlre", Den Haag.
Wi j noemen dit boekje van niet meer dan ruim
zestig bladzijden met beschaming een tijdbeeld.
En toch heeft Servire ons een dienst bewezen met
het uit te geven.
Het latijnsche werkwoord servire beteekent nu
eenmaal van dienst zijn. Servire reikt ons een
spiegeltje, een spionnetje, dat wij goed doen vast
te maken aan ons persoonlijk vliegtuig door het
leven, boven het leven in Europa, dat facetten
vertoont, die wij wel zoo snel mogelijk zouden
willen vergeten (want hebben wij niet allen eenigs-
zins mede schuld aan de verwording van Europa
maar die het goed blijft ons zoolang in te prenten
tot, mede door ons denken en doen, de zoo hoog-
noodige bekeering, zuivering, Katharsis van
Europa's collectieve ziel zal hebben plaats gehad.
Twee mannen van beschaving, de één een Jood,
de ander dat andere waaraan men een boeken-
naam heeft gegeven drijven samen een kunst
handel in San Francisco en in München. Behalve
door hun zakelijke verhouding en hun vriend
schap, zijn ze door een teeren band gebonden van
wege de aan liefde grenzende genegenheid van
den niet-Jood voor de zuster van zijn vriend.
Deze verhuist in het najaar van 1932 met zijn
gezin naar Münchcn en vestigt daar een filiaal.
Nu komt de doodelijke straal der Midden-Euro-
peesehe verwording op en stort zich op de vriend
schappelijke en de zakelijke verhoudingen dezer
menschen.
In 63 helder geschreven en doorzichtig ver
taalde bladzijden, ligt hier heel liet drama van
liet Midden-Europa (uitgezonderd Zwitserland en
Denemarken) der jaren na '32 voor den lezer open,
waar, maar zóó als nauwelijks denkbaar was. En
dat alles in den vorm van eenige onopgesmukte
brieven der beide mannen, aan elkander gericht.
De lezer zal goed doen een paar rustige uren
en een plaatsje bij den haard te kiezen, als hij
zicii tot lezen zet. Want hem zal dit scherp, teer,
liefdevol en dan weer angstwekkend en gruwelijk
boekje, onrustig maken en verkillen. Maar geen
beschaafde Nederlandsche man of vrouw ni het
ongelezen laten. De inhoud zal hun, ten bate van
geheel de menschheid, bijblijven. Wat noodig is.
T.
„WIE VOLGT
Roman van Anke Servaes. (Uitgave Hollandia-
Drukkerij N.V., Baarn, ingenaaid f 2.90, geb. f3.90)
Anke Servaes heeft de kinderziel diep gepeild.
Dit heeft zij reeds eerder bewezen met haar boeken:
„Kinderzaal", „Kinderen die over zijn" en thans
heeft zij daarvan een nieuw bewijs gegeven in de
zoo juist verschenen roman „Wie volgt"..
Alike Servaes doet ons kennismaken met het
werk van den kinderrechter in een der groote
steden. Streng rechtvaardig, maar met groot
menschelijk inzicht van de kinderziel staat deze
kinderrechter als een rots boven de kleine „be
klaagden". Groot en machtig staat hij daar in
het licht, dat door de hooge boogvensters valt;
zooveel licht, dat het vaak door gordijnen ge
temperd moet worden.
Klein komen de kinderen tot hem, soms willen
zij niet eens de rechtszaal in, bang, dat zij hier
hetzelfde zullen ondervinden, wat zij thuis zoo
vaak hebben ondervonden; maar door een enkel
gebaar, door een vriendelijk woord weet de kinder
rechter hen op hun gemak te stellen, hen zoover
te brengen, dat zij onbevangen met hem praten
en hij uit hun mond hoort van de veelal ellendige
omgeving waarin deze kinderen opgroeien.
Anke Servaes toont zich in dit boek een schrijf
ster, die met uitzonderlijke scherpte de veelheid
van karakters der uitgebeelde kinderen weet voor
te stellen.
o
Ontwerpen, aanleggen en beplanten van
tuinen, door G. J. Pannekoek, hoofd der
Gem. beplantingen te Leeuwarden en J. J.
Schipper, idem te Sneek. Uitgave: N.V.
Uitg. Mij. „Kosmos", Amsterdam. Compleet
in twee deelen a f 3.90 per deel.
Van dit geïllustreerd handboek is thans het
tweede deel verschenen. Het bevat, evenals het
eerste, hetwelk wij in ons nummer van 3 Maart
j.l. aankondigden, een, op zichzelf, afgerond ge
heel. Ook dit tweede deel getuigt niet alleen
van een volkomen beheersching, zoowel theo
retisch als practisch, der moderne tuinaanleg,
maar ook van de gave der beide samenstellers:
de leerstof in een frisschen geest voor te dragen.
Daardoor is dit standaardwerk bij uitnemend
heid geeigend, om als leidraad te dienen voor
hen, die zich door zelfstudie of door het volgen
van een cursus, wenschen te bekwamen in het
teekenen, ontwerpen, kosten-berekenen en
aanleggen van stads- en villatuinen, waarin de
hedendaagsche tuinkunst en haar toepassingen
tot uitdrukking zijn gebracht. Waar tot heden
geen enkel boek in onze taal verscheen, dat als
een dergelijke handleiding kan dienen, hebben
de heeren Pannekoek en Schipper inderdaad
met het schrijven van dit vademecum, baan
brekend werk verricht. Dit tweede deel vangt
aan, met, de behandeling van die materialen, als
steen, mortel, beton en hout, welken benoo-
digd zijn voor het aanbrengen van muurtjes,
stoepen, terrassen, vijvers, pergola's, paden, enz.
Daardoor sluit het aan bij het laatste hoofdstuk
van het eerste deel „Techniek van den aanleg".
Na deze gedegen behandeling der materialen-
kennis, neemt uiteraard het tweede hoofdstuk
„Toegepaste Beplantings-leer" een zeer voor
name plaats in. Immers, de kern van eiken tuin
aanleg wordt gevormd door de schoonheid der
beplanting; planten zijn dan ook het voornaam
ste bouwmateriaal voor den tuinaanlegger;
waaruit volgt, dat de toegepaste beplantingsleer
voor hem een zeer belangrijke studie is.
Na gewezen te hebben op de oude wijze van
beplanting, waarbij geen doelbewuste en door
dachte opbouw van de plantengroepen voorzet,
geven de samenstellers dan ook een doorwroch
te studie over het uiterlijk voorkomen (habi-
tas) en over de functie van loof houtgewassen,
coniferen, bladverliezende- en groenblijvende
heesters, rhododendrums en azalea's.
Deze studie sluit zich aan bij een niet minder
uitvoerige behandeling van de samenstelling der
tuinbeplanting, toegelicht door werkteekenin-
gen van beplantingsplannen voor borders, bas
sins, vijvers en landschappelijken aanleg, rozen
tuinen van tuinen in hun geheel. Het derde
hoofdstuk behandelt de voorbereidende werk
zaamheden, uitvoering en aanleg, waarna, in
aansluiting met genoemde werkteekeningen, de,
voor den opdrachtgever vereischten beschrij
ving van den aanleg, zoomede bestek en voor
waarden voor de (eventueele) aanbesteding, op
duidelijke wijze worden omschreven. Daar het
voor den tuinaanlegger even noodzakelijk is, een
juiste begrooting te kunnen maken, als een
aantrekkelijk ontwerp, ruimden de schrijvers
aan het onderwerp „kostenberekening" even
eens een groote plaats in. Hét getuigt van wel
begrepen collegialiteit, dat toonaangevende tuin
architecten in den lande, een keuze toestonden
uit foto's van door hen uitgevoerde werken.
Deze foto's, waaronder ook eenigen afgestaan
door een vrouwelijken architect: Mien Ruys,
ondersteunen in dit boek op gelukkige wijze, de
geboden leerstof.
B.
A.V.R.O.'s TIENTAL 1939.
Nog onlangs hebben wij een indruk kunnen
krijgen met welk een overgave en geestdrift de
kinderen steeds zingen, wanneer Jacob Hamel de
dirigeerstaf zwaait. Immers dat een kinderkoor
reeds een 10-jarig jubileum achter zich heeft in
de zoo korte geschiedenis van de radio-omroep, is
wel een bewijs, dat de kinderzang een groote
plaats inneemt in de harten der luistervinken.
De liedjes van het Avro-kinderkoor worden
waarlijk niet alleen op Dinsdagmiddag gezongen.
In vrijwel ieder huisgezin waar kinderen zijn en
een piano om den zang van die kinderen te be
geleiden, klinken de liedjes, waarvan er sommige
een groote bekendheid hebben gekregen.
Daarom heeft de Avro al eenige jaren geleden
gemeend om ieder jaar een tiental van de meest
geslaagde liedjes in een bundel te vereenigen. Ook
nu is zij daarvan niet afgeweken en zij zond ons
een exemplaar van het Avro-Tiental 1939".
Met kleurige bloemen buiten op en vroolijke
prentjes binnen in is het „Tiental" weer even
geslaagd als zijn voorgangers. In het hart van het
bundeltje maakte Piet Marée een groote teekening
van een boerderij in lentetooi, die het lied „De
zeven Muschjes" illustreert.
A.V.R.O.-KALENDER 1940.
Wij ontvingen de nieuwe Awo-kalender voor
het jaar 1940.
De uitvoering van de Avro-kunstkalender voor
1940 is weer in alle opzichten geslaagd. Twaalf
Nederlandsche schilders, waarvan één helaas palet
en penseel voor altijd heeft moeten neerleggen,
hebben de schilderijen verschaft voor de repro
ducties, die de kalender tot een lust voor het oog
maken.
De samenstelling van een collectie ais deze
kalender biedt, brengt moeilijkheden met zich
mede. Toen de vraag bij de Avro rees: „Welke
schilderijen zullen wij kiezen?" luidde het ant
woord: „Het zullen die doeken zijn, die op een
speurtocht door de tentoonstellingszalen, waarin
Nederlandsche kunstenaars exposeeren, ons het
meest hebben getroffen.
Dat de keuze een gelukkige is geweest, moge
blijken uit de smaakvolle reproducties, die dezen
kalender tot een keurige wandversiering hebben
gemaakt.
De Avro-kalender geeft voorts een 14-daagsch
kalendarium, waarop origineele foto's voorkomen
uit het veelomvattende Avro-bedrijf. Tusschen
het kalendarium zal men een 12-tal beschrijvingen
vinden over kamerplanten.
De druktechnische verzoTging van het geheel
was toevertrouwd aan de Nederlandsche Roto
gravure Mij. te Leiden.
„HELTA".
Wij ontvingen het keurig verzorgde prospectus
van „Helta, de speciaalzaak voor feerbewerking,
te Amsterdam.
Dit uitmuntend uitgevoerde geïllustreerde
boekje biedt aan de leerbewerksters en leerbe-
werkers (en wie is dat niet op zijn tijd een vol
ledige voorlichting inzake materialen, leersoorten,
gereedschappen, cursussen en patronen en toont
aan, dat leerbewerking niet duur en niet moei
lijk is.
Kortom een handig werkje, dat op aanvrage
gratis verstrekt wordt door „Helta Keizers
gracht 594, te Amsterdam.