's ZONDAGS GEOPEND f
Vogels in sneeuw en ijs
KLOOSTERBALSEM
DANSKUNST
STRAM HEID. dag)
ZuiniG mET BEnzine
Filmvoorstelling door den heer
H. F. Tillema.
JOZO 6&0DEEM KEUKENZOUrWMRBORG
R. HANDGRAAF
lelijke
edienst
Vrijdag 16 Februari 1940
[SLUITINGEN
LEFOON
AKKER'S
ONS INDISCH HOEKJE
'struma)
OP DE GRENS VAN WEIDEN EN DUINEN
ui
daal
n 6, Overveen
e peulvruchten.
de eerste distributie-
p 15 Februari af. Nor-
?de distributie-periode
ig moeten nemen.
dat de ongunstige
transportmoeilijkheden
volge biervan zijn de
welke de telers lieb-
eneden de verwachting
reeds eenige moeilijk-
le aanvragen voor den
groote hoeveelheden.
beschikbaar moeten
k gebleken de tweede
aan te sluiten,
ïisehe Zaken heeft liet
eld de distributie van
en tijd op te seliorten,
dat de voorziening van
dioden zal kunnen ge-
lari zal dus geen nieuw
wezen voor peulvrucli-
automatiseh opnieuw
it voor de leveringen
s het noodzakelijk ge-
rgelingen te treffen ter
an hen, die op medische
uiig liebben, alsmede
lepaalde instellingen,
s de volgende regeling
Minister van Econo-
•r heeft Z.E. bepaald,
ruari 104) de „%-peub
op het koopen van 1/8
-„peul v ruchten"-boii-
n datum af uitsluitend
tan rieken en daarmede
op grond van de ve.'-
leerende medische ie-
i). Met ingang van go-
rhalve in de, aan mi,U-
lit te reiken, rantsoèn.-
uehten"-bonnen meer
ijv en echter de reeds
;airen en vreemdelingen
en"-! erren ook nadien
i.gfcii is voorioopig geen
De toewijzingen, welke
nden zijn n.l. toereikend
ad Februari. Zooals het
toewijzingen voor het
aand Maart op de nor-
ingen worden uitgereikt
Meart
Prinsen Bolwerk 08r.
J„ Terhqffsiwxi.eT.eg 5,
magazijn, Kruisweg 48.
EN GRAAN. PEUL
EN KRACHTVOEDER.
an Economische Zaken
registratiekaart, waarop
rel p°r 18 Februari 1940
ivens eenige vragen zul-
ent de op dien dag aan-
rilogrammen, gespecifi-
ngedorscht, van de vol-
e. rogge, gerst, haver,
e). veldboonen. groene
icijners, andere grauwe
bruine boonen (inclu-
en). witte boonen, bruin
aden. gemengd graan
raan met peulvruchten),
i op witte toewijzings-
en ander krachtvoeder,
te belang, dat deze vra-
worden ingevuld, daar
antrole van bij de Voed-
stende gegevens inzake
aanwezige en reeds door
ien.
rezig krachtvoeder, ver-
zingsbonnen, zal niet in
racbt bij de komende
n, doch is uitsluitend
enen op deze kaart op-
a, ook indien hij geen
gegevens verstrekken
controle worden gehou-
•an de verstrekte gege-
wordt aangeraden, zich
de hoogte te stellen van
lders voor zijn rekening
en krachtvoeder, opdat
worden gedaan,
oet vóór 22 FMwarf zlfn
Vraagt inlichtingen omtrent plaatsing In deze rubriek).
Banketbakkerijen
MAISON BAGGEN, Bloemendaalscheweg 335, Overveen, Tel. 20216, van 10-
J. TULLEN AAR. Zijlweg 10. Overveen, Tel. 14720.
Rollandslaari Overveen. Tel. 18210.
DANSAVOND VAN CHAJA GOLDSTEIN.
blVoor de Vereeniging „Voor de Kunst'
gaf Chaja Goldstein, Donderdag 8 Februari, een
Dans- en Voordrachtavond.
Deze artiste heeft een eigen kunst, voortsprui
tende uit de Joodsche wereld. Haar plastiek is
gaaf en zuiver en van groote expressiviteit. Zij
danst eigenlijk niet, het is meer een rhytmische
uitdrukkingswijze, vol van menschelijke ge
voelens.
„Het Meisje uit het Ghetto" was heel een
voudig van weergave, slechts enkele passen af
gewisseld door weemoedige standen.
„Een vroolijk Gesprek met God" was iets
levendiger; alle amicaliteit, die een mensch met
God kan hebben, wordt hierin uitgebeeld, verder
wai „De Moeder uit het Ghetto", vol zieligheid
en met dramatische bewogenheid uitgevoerd,
volmaakt van houding en gebaar men zal dit
Joodsche vrouwtje niet licht vergeten.
In haar drie dansen uit „De Joodsche Brui
loft" kwam zij meer in den eigenlijken dans.
„De huwelijksmakelaar", humoristisch van opzet
en vol beweging, „De Bruid" met haar zwevend
rhythme en luchtig zwieren en tot slot „De Mu
zikant en de Ceremoniemeester" gaven haar ge
legenheid de vreugde aan den dans te uiten en
getuigden van de vindingrijkheid harer fantasie,
waarmee zij al deze menschen voor ons deed
leven; het was alles lichtheid en sierlijkheid.
Chaja Goldstein is één van die bewegings
kunstenaressen, die met haar handen spreekt.
Haar slank figuur is voor den dans gebouwd.
Wij hopen deze kunstenares nog eens terug te
zien in een programma, waarin ze ons nog meer
kan toonen van haar eigenlijke danskwaliteiten.
Deze meerendeels pantomimische standenwis
seling kan het publiek niet blijven bekoren, over
't algemeen prefereert men den dans boven deze
trage standen, ook al vertolken ze de zuiverste
zielsexpressie.
Voor de pauze en ook aan het slot van den
avond gaf Chaja Goldstein eenige liederen, die
zij vooraf in het Nederlandsch verklaarde. Hierin
was het de zuivere voordrachtkunst, die de lie
deren tot hun recht deed komen, want zij is
meer diseuse a voix dan ehansonnière.
Chaja Goldstein had een groot succes en haar
muzikale begeleider, Wolfgang Wijdeveld, mocht
eveneens in den bijval van het publiek deelen.
K. BORSTEN.
DANSAVOND VAN HARALD KREUTZBERG.
Harald KTeutzberg heeft met zijn vorig op
treden hier te Haarlem zijn naam bevestigd. Dit
was dan ook de reden waarom er voor dezen
danser zooveel belangstelling bestond. Het stelde
eenigszins teleur, dat zijn programma niet geheel
nieuw- was en dat zijn nieuw choregrafiseh spel in
dans en woord „De Eeuwige Kringloop", waar
mee hij in Amsterdam een groot succes behaalde,
eerst wordt opgevoerd op zijn afscheidsavond van
24 Februari a..s
Deze begenadigde kunstenaar opende den
avond met „Choraal", waaraan hij veel geeste
lijken inhoud gaf en een groote waardigheid.
In de „Engel der Verkondiging" zag men hem
geheel in extase opgaan en de plastiek vol eerbied
en ontzag was volmaakt. Toch is het opvallend,
dat het publiek meer van hem geniet, wanneer
hij in het lichtere genre zich weet uit te dansen.
Hiervan getuigen zijn dansen zooals „Spaansch
straatliedje", „Hongaarsche dansen", „Midder
nacht tango", „Vagebondenlied" en zijn „Tyl
Uylenspiegel", waarin hij alle speelschheid en
gratie weet voor te tooveren. De rijkdom van zijn
fantasie lijkt onuitputtelijk.
Ook in het dragen van zijn costuums is hij een
meester, vooral wanneer hij bewegen wil met ruim-
hangende gewaden, zonder dat de toeschouwer
gehinderd wordt door technische trucs.
Het publiek raakte nu en dan opgetogen en
dwong om een toegift, waaraan (je danser gaarne
voldeed.
Alhoewel llaraid Kreutzherg's kunst zeer sterk
naar het dramatische neigt en liij hiermee groote
bewondering wekt, wordt men toch door zijn
lichtere dansgestalten meer in de danssfeer gelokt,
waardoor men dan ook meer vreugde aan zijn
kunst beleeft.
Kretitzberg had een groot succes en men ziet
met gespannen verwachting zijn derde optreden
tegemoet.
K. BORSTEN.
Wordt Ge gekweld door stramheid in de lede
maten? Hebt Gij last van pijnlijke spieren?
Gij zijt toch nog veel te jong, om nu reeds
als een oude gebroken man een pijnlijken en
stjjven rug en stroeve gewrichten te hebben.
Laat U toch wrijven met den beproefden
Akker's Kloosterbalsem, welke de bij
zondere eigenschap heeft diep in de
weefsels door te dringen. Kloosterbalsem
bevat aromatische, geneeskrachtige stof
fen, die verwarmend, afleidend en oplos
send werken tegen de stoffen, d'e zich
in Uw spieren en gewrichten vastzetten.
Kloosterbalsem tast dus die stijfheid in
Uw spieren en gewrichten in haar oor
zaak aan, dat voelt Ge na elke wrijving.
Ongeëvenaard als wrijfmiddel bij spit,
rheumatiek, spierverrekkingen, stram
heid, kneuzingen, ischias, pijnlijke spieren.
Per pot van 25 Gram f 0.621/j. pot van 50 Grain 1 U
Nu de regeering de ben
zinedistributie nog kon uit
stellen, hoopt iedereen op
afstel i Of dat gebeurt
hangt óók van af, dus:
weest
Dajaksclie vrouw van een groep, die in de
wouden rondzwerft, zonder vaste woon
plaats. Ze leeft van vruchten, wilde sago en
de jacht.
Woensdag 21 Februari a.s. zal de heer H. F.
Tillema voor leden van de Bloemendaalsche
Middenstands-vereeniging in Hotel Vreeburg
een filmvoorstelling geven. Voor dezen avond
zjjn door het Bestuur der Middenstandsvereeni-
ging tevens uitgenoodigd eenige honderden al
hier gekantonneerde militairen.
Omtrent deze voorstelling schrijft de heer
Tillema ons:
Indië is groot, zéér groot. Tweehonderd of
vermoedelijk nog meer geheel van elkaar ver
schillende talen spreken de menschen er. Som
mige volken zijn zeer beschaafd, b.v. de Javanen,
anderen, als de Dajaks, staan op een lagen trap
van ontwikkeling, wat niet beteekent, dat ze
wild, ongemanierd zijn. Heelemaal niet, maar
ze zijn anders dan wij. Meent niet, dat een on
geletterde bewoner van Nederlandsch-Indië
respect voor den ontwikkelden geleerden Ne
derlander bezit. Heusch niet! Want in zijn oogen
is die knappe man een stakker, een stumper!
Op bloote voeten loopen kan hij niet. In een
bosch den weg vinden, kan hij niet. In een boot
je door een stroomversnelling varen, kan hij
niet. Voedsel en drinkwater in het bosch vinden,
kan hij niet. Ja, hij kent niet eens de taal, die
zelfs heel kleine kinderen ai spreken! Het duurt
heel, heel lang eer de onbeschaafde Dajak, To-
radji, Batak, Alfoer, en hoe die verschillende
Indonesiërs meer heeten, den Europeaan als
zijns gelijke beschouwt en nog heel veel langer
eer hij hem als zijn meerdere erkent!
Met één dier stammen, de Dajaks van het
binnenland van Borneo, ben ik eenigen tijd in
aanraking geweest. Vier volle maanden heb ik
vanuit Bloemendaal noodig gehad om ze te be
reiken. De laatste 44 dagen reisde ik in een open
bootje, geroeid door 8 Dajaks. Deze reis, waarbij
van eenige comfort geen sprake was, was zwaar.
Vaak vorderen wij per dag niet meer dan 2 h
3 km. Hotels waren er niet, telegraaf, telefoon,
radio evenmin, zoodat men op die reis geheel
afgesloten van de overige wereld was. Daar in
het diepe binnenland van Borneo leeft een Da-
jakstam, die haar merkwaardige gewoonten en
zeden heeft bewaard zooals dit nergens in Indië
(behalve in de binnenlanden van Nw. Guinee)
het geval is. Het is mij met de grootste moeite,
de grootste inspanning gelukt van mijn bezoek
een film samen te stellen, zooals er van een In
disch volk nog nooit een is gemaakt. en ogfc
nooit meer zal gemaakt worden! Die film ver
toon ik Woensdag 21 Februari in hotel Vree
burg, waarbij ik ze persoonlijk via een luidspre
kerinstallatie toelicht.
H. F. TILLEMA
W77
Oog in oog met onzen grootsten vogel.
Nog in den zomer, noch in den winter heeft
het terrein, waar wij nu zeer interessante waar
nemingen deden, veel te beteekenen op het ge
bied van vogels.
Het is een polderland, veroverd op het IJ in
zijn gloriertijd, toen het zich nog tot Beverwijk
uitstrekte. De polders zijn vruchtbaar en het
gedeelte waar wij op excursie waren is in den
zomer prachtig grasland. Maar aangezien er in
het warme seizoen weinig water en weinig ruigte
van riet of boomen aanwezig is, is het vogel
leven er gering en van de weidevogels is ge
woonlijk slechts de kieviet aanwezig.
Wel experimenteeren we er 's zomers nog wat
in de kleine slootjes met allerlei waterdiertjes
en er ligt dan ook nog een charmant, aftandsch
fortwerk, met waterwerk en boomen, maar de
oude IJdijk, de St. Aagtendijk zelf, is hoog, kaal
en heet in den zomer en winderig en koud in den
winter.
Dat wij toch, bij de heersehende vorst van
meer dan 10 graden, met af en toe een beetje
jachtsneeuw dien ouden dijk langs togen, had
dan ook een bijzondere reden.
Er waren daar namelijk zwanen gezien en die
wilden we graag eens zoo dicht mogelijk naderen
en goed trachten op te nemen.
De zwanen komen des winters in ons land vrij
veel voor. Naar grondige onderzoekingen hebben
vastgesteld, zijn er sedert de verzoeting van het
IJsselmeer, daar des winters, als er nog geen
ijsvormig is, wel ruim 2000 stuks in verschil
lende soorten geteld en die zijn voor Harder
wijk, en aan de Friesche en Hoornsche kust
waar te nemen. Ook op andere plaatsen in ons
land, met geschikt, ondiep zoet water konden
ze wel worden geconstateerd, maar naar het
polderland ten Noorden van het Noordzeekanaal
zijn ze alleen door de zeer strenge koude ge
komen.
Het was echter geen kleine opgave, ze te vin
den. Het halfbesneeuwde land, met hier en daar
besneeuwde mesthoopen, paaltjes waar sneeuw
tegen aangewaaid was, hooge witbestoven walle
kanten enz., was niet het gemakkelijkste ter
rein om kouwelijk ineengedoken blanke zwanen
te vinden.
We togen toch vol goeden moed op pad, omdat
we, goed ingepakt nooit tegen een stevige wan
deling opzien en zie je het een niet, allicht ont
moet je wat anders, en zoo'n Siberisch land
schap heeft op zich zelf reeds een aparte be
koring.
Onderweg zagen we eerst niets dan meeuwen
en kraaien, later aan den spoorweg, in een paar
honderd armzalige rietstengels een viertal kool
meesjes, die in die dorre, krakende riethalmen
nog wel van alles schenen te vinden en ondanks
wind en vorst hun vroolijke geluidjes nog maak
ten en vol leven en beweging waren.
Zwanen aan den Aagtendijk jawel, maar
toch niet aan den kant van den weg, met hun
halzen uitgestrekt verlangend naar ons uit
ziend.
't Was een zoeken en speuren, links en rechts
van den dijk, alles wat iets hooger was dan het
land werd zorgvuldig geïnspecteerd en soms
waren we den dijk al haast afgeloopen en de
velden ingegaan, maar omdat duidelijke kentee-
kenen ontbraken, waagden wij ons nog niet aan
een van dichtbij nazien van elke verhooging.
En dat was maar goed ook, want toen wij
tenslotte op ongeveer 200 meter van den dijk
een drietal witte hoopjes ontwaarden, die ken
nelijk van een andere witheid en ronder vorm
waren dan allerlei witbestoven mesthoopen en
paaltjes, bleken wij goed gezien te hebben.
Voorzichtig daalden we den dijk af en gin
gen „land over zand" voorwaarts. Voortgaande
bleek het steeds duidelijker, dat wij goed gezien
hadden en toen er plotseling een door ons niet
geziene, niet determineerbare gans, opvloog,
werden drie slanke halzen uit de veeren gehe
ven en keken de zwanen ons aan. Natuurlijk
stonden we meteen doodstil, want we wisten
nog niet welke soort van zwanen of het precies
waren, en dat moesten we toch probeeren te
weten.
We waren nog ongeveer op 30 meter afstand,
het licht was niet best en de kijker durfden we
nog niet te pakken.. Gelukkig namen de vogels
weer de rusthouding aan, en voorzichtig gingen
we voorwaarts.
Toen we op ongeveer 15 meter waren gena
derd, trapten we in een gat, waarover een ijs-
vlies lag, dat met een luid gekraak knapte.
Weer werden de halzen gestrekt en nu kon
den we, met het bloote oog en den kijker zien,
dat we met Cygnus Olor, de knobbelzwaan, te
doen hadden.
Alle drie hadden een oranje en zwarte bo
vensnavel en een zwarte ondersnavel en
„knobbel".
Twee van de drie vonden het nu welletjes en
waggelden op hun donkergekleurde pooten van
ons af. De derde stak zijn kop weer tusschen
de veeren en we wilden prafreeren, die te nade
ren. Het gelukte ons niet; veel dichterbij te
komen, want de beide voortwaggelende zwanen
begonnen een geluid te maken, dat wel op sna
teren geleek en nu begon ook nummer drie te
loopen en na een paar passen te vliegen. Toen
vlogen de beide anderen ook op, waarbij we
duidelijk het sterke ruischen der machtige vleu
gels hoorden.
DAMES- EN HEERENKAPPER
ZIJLSTRAAT 35 TEL. 17625
Reclame: Wasschen, Knippen, Onduleeren f 1.-
Wasschen, Watergolf f Ij-
Permanent f 2-"
Ze trokken met een bocht langs'ons heen en
streken aan de andere zijde van den dijk neer.
Toen we de sporen van de opgevlogen vogels
bekeken, konden we zien, hoe de pootindruk-
ken bij de pogingen tot opstijgen met steeds
grooter onderlinge afstand in de sneeuw stonden
en hoe verschillende malen de uiteinden der
groote slagpennen de sneeuw hadden geraakt.
Daardoor konden we gemakkelijk de vlucht der
zwanen nameten en vonden daarvoor 170 centi
meter. Zoo konden we dus in het begin v,an
dit stukje met recht over onzen grootsten vogel
spreken.
IJsdans der kramsvogels.
Omdat er op het onverwachts een gans voor
ons was opgevlogen, hoopten wij nog iets van
deze vogels te zien. Maar hoewel wij vele kilo
meters over land, ijs, weg en dijk tippelden,
er was geen gans meer te bekennen.
Toch hadden we nog een alleraardigste ont
moeting, want op de bevroren vlakte van een
ondergeloopen reeks weilanden waren tientallen
kramsvogels in de weer. Ze manoevreerden in
den sterken wind over het spiegelgladde ijs,
hielden zich met moeite en soms met een korten
vleugelslag in evenwicht, maar pikten ondanks
de gladheid met grooten ijver.
Wat ze daar wel zullen hebben gevonden op
dat keiharde ijs is moeilijk te zeggen, maar waar
schijnlijk zijn het zaadjes van rietpluimen enz.
geweest, die door de jachtsneeuw in de scheur
tjes van het ijs vastgehouden werden. Die krams
vogels zijn net lijsters, alleen iets forscher en
ze hebben een grijsachtige kop en romp, waar
door ze goed te herkennen zijn.
We troffen ze al eerder aan bij den bosch-
rand, in de tuinen op de hulst, maar hier, in
den Noordoosten wind weten ze zich ook te
redden.
Dat het hier thans lekkerder is dan nu in hun
zomerverblijf, Scandinavië, is moeilijk te ge-
looven. Ze hadden zich ons inziens die lange
reis wel kunnen sparen.
Ze lieten ons niet dichtbij komen. We hadden
trouwens het schrale winterzonnetje in den rug,
zoodat ze ons overduidelijk konden sien. Daar
om vlogen ze, onder het uiten van een eigen
aardig geluid, dat goede geluidskenners als
„tjak, tjak" weergeven, naar den anderen kant
van het ijsveld, om daar hun dans om het dage-
lijksch voedsel voort te zetten.
I