nuud DENKEND LEZEN LOOSJES voor BOEKEN! i94i Zn. Vraagt het Geschenk! UITNOODIGING DOOR BOEKHANDEL J. M. DE WIT BLOEMENDAAL en voor ten Geschenk". nma van b Vries 3310 Vrijdag 28 Februari 19 41 Boekenweek 1941 1 tot 8 Maart GROOTE HOUTSTRAAT 100 TER GELEGENHEID VAN DE Voorts vestigen wij Uw aandacht op de volgende boeken,bij aankoop waarvan Uhet BOEKENWEEK GESCHENK wordt overhandigd: NEDERLANDSCHE HISTORISCHE BIBLIOTHEEK. Mie hier genoemde boeken zijn uit ooorraad leoerbaar. Ook in Jongens-, Meisjes- en Kinderboeken zijn wij ruim gesorteerd. BOEKHANDEL J. M. DE WIT 'elefoon 231,39 Telefoon 22292 Telefoon 10547 m „Die Librye", lijnende uitgave Ged. Oudegracht, lie bij deze firma (aniseerd, waarbij iken over „Zeven kunst". Het be zing er een is in casu een boek verschenen is, en ;t onderwerp dat zal behandelen, ie levenskunst" i« de geschiedenis en droge, doch teratuur, dus een middag in het lf drie, vindt deze :ertgebouw. Toe- tandel de Vries, e Vries een aan- trganiseerd, aan- [stelling, die er in de litteratuur id: „Snippers uit ;n al maakt zij i, zooals de naarr. heel veel interes- aderlandsche His- en over scheep -m en door dn endè oudheidkun- ttrekking hebben- jzondere boeken, irm van Lauren# taan. Deze geven 1 nog een aparte 0 Bibliotheek van em m) Kindermiddag Droste's Tooneel- op zak". ijz. C-hr. Jeugdge- twegen". V. Het Recidentie- ird geteekend". wordt wederom i, aangesloten bij ngen des Boek- chenk gegeven, a, thans is daar- ien dertig gedich- itanten. de Vries; te geven van de weer voor den Ewart Toen de Fransche wijsgeer Fortenelle (1657 1757), wiens zwak gestel hem tot een vroegen dood scheen voorbeschikt te hebben, bijna hon derd jaar oud was, hield hij ervan aan zijn venster te zitten en werkeloos in den tuin te staren. Om hem heen, in kasten, op tafels en stoelen, lagen de boeken waaraan hij zijn tal rijke jaren besteed had en die hem altijd het liefste ter wereld waren geweest; ook in zijn hand had hij een boek, maar langduriger dan in jongere jaren kon hij het gesloten houden wanneer hij zoo stil en glimlachend en tevreden naar buiten tuurde. Stellig was niet vermoeid heid van den ouderdom of doffer werking zijner gedachten oorzaak van deze toenemende neiging tot ledigheid; wie hem, zooals hij daar zat in zijn grooten, gekussenden leunstoel, zou hebben gadegeslagen, moest daarvan spoedig overtuigd zijn geweest: het hooge voorhoofd fronste zich en trilde nu en dan, als hield het een wereld van gepeinzen in bedwang; de oogen glansden opmerkzaam en leken eer verwachting dan be rusting of afstand uit te drukken. En zoo ge schiedde het eens dat hij een bezoeker, den mar kies de Pombelle, die verrast opmerkte hem voor het eerst niet in een boek verdiept te heb ben aangetroffen, ten antwoord gaf: „ik kijk uit of er niet een paradijsvogel in mijn stads tuin zal neerstrijken.... Men weet het maar nooit...." En daarmede was een van de ge sprekken ingeleid, waaraan men nooit kon terugdenken zonder te gevoelen dat men er rijker en wijzer door geworden was. „Wie dat niet kent", sprak Fontenelle tot den bezoeker, „dat gevoel van verwachting: nu zal het gebeuren; nu zal de deurknop bewegen en het wonder treedt mijn kamer binnen, die heeft nauwelijks geleefd; die heeft het geluk niet gekend. Zonder verwachtingen kan de mensch niet leven; zeker niet zonder de ver wachting van dingen die boven de dageüjksche uitgaan en aan het meer dan menschelijke raken. Twee hefboomen ken ik, die mij het leven hebben doen beminnen en mij een eind- weegs tot de sterren hebben opgeheven: de eene is 't lezen; de andere heet 't denken. Hun volle werking verrichten zij slechts te zamen. Wie leest zonder er bij te denken en er zich reken schap van te geven, oogst niets dan letters. Wie van een boek zeggen kan: ah, dit is schoon en goed en wijs; dit is fonkelend van geest en geurig als jonge Fransche wijn; die heeft mij een stap verder gebracht dan ik gegaan was en mij verlost van vooroordeelen, van afgunst en van benauwde eigenliefde, en ik wéét waarom het zoo is, omdat ik mij door het boek heen naar het hart van zijn auteur en naar de roer selen van dat hart heb gedacht, - die heeft de kunst van lezen geleerd; die heeft zich het wonder waardig gemaakt; die behoeft ook eigen lijk niet meer uit te kijken of er een paradijs vogel in zijn tuin neerwiekt; hij richt den blik van zijn lectuur naar buiten, en zie, er is zelfs meer dan dat: de resafijnen hebben hun vleu gels samengevouwen en zijn tusschen zijn rozen struiken neergedaald. Er is niets wat ons zoo dicht bij het onkenbare brengt als 'n goed boek, wanneer wij 't met onze gedachten zoo innig om spelen dat het zich overgeeft en zich geheel in de koestering daarvan laat opnemen. Er zijn altijd schrijvers geweest die de drijfveeren, den adel en de boosheid der menschen dieper en bekwamer gepeild hebben dan wijzelf; hun boe ken zijn nooit zonder strekking, want zij zou den dan zijn als een statig man zonder eer, een schoone vouw zonder hart; daarom kunnen wij uit hun werk dagelijks leeren, en hoe meer en beter wij leeren wat ons leven beteekent en verlangt, des te gelukkiger zijn wij. Ik heb in mijn jonge jaren veel gelezen zonder er veel bij na te denken; de uiterlijkheid der gebeurtenis sen in een boek hadden meer mijn belangstel ling dan de innerlijke waarachtigheid of zelfs mogelijkheid ervan. Eerst op den langen duur ontwaarde ik, dat de schrijver die waarlijk een kunstenaar en een levenswijze is, zijn eigenlijke bedoelingen in het wit tusschen de regels neer geschreven heeft. En minder dan ooit haast ik mij nu na het eene het. andere boek te grijpen; ik leg het uitgelezene op mijn knieën en kijk naar den hemel en reken na of de som uitkomt en schat de waarde van hetgeen er uitkomt; en soms is de hemel vol engelen De markies de Pombelle, die een man van de jacht was en niet gaarne toegaf dat er kwets bare plaatsen in zijn gemoed waren, sprak luch tig en met een glimlach: „Ziedaar het voorrecht van uitverkoren geesten; wanneer iemand zoo als ik ooit een paradijsvogel zal zien vliegen, zou hij snel zijn buks van het gewei nemen. „En zijn geen uitverkoren en niet uitverkoren menschen", antwoordde Fontenelle: „er zijn men- schen die lezen en menschen die niet lezen. Zij, die niet lezen, zijn als blinden in de woestijn, want al onze kennis, waardoor wij richting geven aan ons bestaan, komt ons van het ge schrevene. Zij die lezen, dat wil in den hoog- sten zin zeggen: zij die bij hun lectuur van Aesopus' fabelen deze denkend toepassen op de werkelijkheid en ze er aan afmeten, zijn als zienden in een bloeienden hof. Er wiegelen duizend veelkleurige bloemen aan haar zoo ran ke als sterke stengels; er suist een lauwe koelte; tusschen de lelies weidt er een ree „Pif-paf!" riep de markies en bracht een denk beeldig jachtroer in den aanslag. „Maar ook het bruutste geweld", aldus ver volgde Fontenelle, „kan den denkenden lezer niets van zij'n schatten ontnemen. Wat wij een maal gelezen en ons eigen gemaakt hebben, is eeuwig en onaantastbaar". Hij leunde achter over in de gebloemde kussens van zijn stoel en een blijde en dankbare glans verjongde zijn bijna honderdjarig gelaat. „Ik heb een ondeu- genden en strafbaren inval", sprak hij tot be sluit; „het verhoogt de heerlijkheid van het lezen met begrip, dat er lieden zijn als gij. Te denken, dat wij beiden hetzelfde boek uitgelezen neerleggen, de Odyssee bij voorbeeld, en dat gij er een reisverhaal in ziet en ik de schepping van een wereldMaar deze gedachte is heidensch en ik ban ze uit. Laat mij u het beste toewenschen dat ik mij in een lang leven ver worven heb: de kunst om de doode letter, waar in de grooten onder ons den neerslag van hun diepste ontroeringen hebben vastgelegd, voor uzelf tot dezelfde levende intensiteit te wekken als die waarmede zij hun emoties ondergingen of betoomden". De markies de Pombelle ging peinzend naar huis. Die drommelsche Fontenelle, hij joeg altijd iets in je op dat niet zoo gemakkelijk onder schot te krijgen wasNu bestond er in dien tijd nog evenmin een jaarlijks terugkeerende Boekenweek als een bijzonder tot het inrichten daarvan bestemde Commissie, die ons trouwens het geheele jaar door aanspoort tot lezen, omdat wij immers van brood alleen niet leven kunnen. En zoo moest hij dus zichzelf wel helpen. Op zijn tafel vond hij het nieuwe boek van Vernières, „Histoire de la Chasse", dat zijn boekverkoopw hem op zicht had gestuurd. Achteloos bladerde hij er in, maar na enkele oogenblikken hield een bladzijde hem vast. „Onder de groote krachten die de menschheid voordrijven", stond daar, „én waarvan de voortplanting de eerste is, neemt de jacht de tweede plaats in: men moet eten om te leven. Het denken volgt hierop, maar is de meeste van deze twee, want de denkende onderscheidt den beer, dien hij voor zijn maal tijd schiet, van den paradijsvogel die hem het woud versiert". „Sapristi!" zeide de markies, „die man heeft meer in zijn mars dan hagel en buskruit!" En voor het eerst ging hij een boek tot de laatste bladzijde toe denkende lezen. Het jaarlijksche boekenfeest valt dit jaar in de week van 1—8 Maart as. Om U deze week, behalve het traditioneele GESCHENK, iets „bijzonders" te bieden hebben wij een lezing georganiseerd, welke zal worden gehouden door de U welbekende schrijfster MEVROUW M. VAN ZEGGELEN, in Hotel „Rusthoek", Bloemen daalscheweg, op Woensdag 5 Maart as., ae s avonds om 730 uur. Mevrouw Van Zeggelen zal spreken over „EIGEN WERK". Deze lezing is voor iedereen toegankelijk waarvoor toegangsbewijzen GRATIS bij ons verkrijgbaar zijn Gezien de belangstelling die voor deze lezing bestaat, noodigenwij U uit dit bewijs spoedig aan te vragen. TVjQ HO*7 A\ Het boekenweekgeschenk, dat U bij aankoop van Nederlandsche of Duitsche boeken voor tenminste f 2 50 wordt aangeboden, bevat drie novellen GODEN OP AARDE van Henr. van Eyk: MUZIEK VOOR POTEMK1N van Theun de Vries; OERWOUD van Hidde Heringa en dertig nog niet eerder gepubliceerde GEDICHTEN, waaronder van D. Binnendijk, Clara Eggink, Ed. Hoornik, P. Kemp e.a. Zoojuist verschenen van de hand van Mevrouw van Zeggelen een nieuw boek, getiteld: GRAND SEIGNEUR. - Dit boek behandelti de geschiedenis van Cornelis Calkoen, gezant van de Republiek der Vereenigde Nederlanden Voor Claertje Gosse en haar verloofde is hij een groote steun in hun moeilijkheden en vele lastige zaken voor 's Lands regeering weet hij ten goede te doen keeren. Een levendig en vroolijk, maar edel man. HALLEMA, Amalm van Solnis BRUGMANS, Napoleon WALCH, Karei de Stoute GALCKE, Aan het Hof van Bodewijk XlVe BROUWER, Johanna de Waanzinnige BROUWER, Philips Willem, De Spaansehe Prins van Oranje HARTOG, Holland's Glorie, Roman van de Zeesleepvaart vELDHUYZEN, Zeven dagen Rotterdam Y i "TANG, Levenswijsheid met een Glimlach bCHENDEL, Mijnheer en Mevrouw Oberon AMMERS-KiiLLER, De Patriotten AMMERS-KiiLLER, De Sans-Culotten AMMERS-KiiLLER, De" Getrouwen AMMERS-KüLLER, Elzelina Lezenswaard om haar blik op de historie, om de historie zelf, de sfeer van dien tijd en de boeiend levende verteltrant. NOREL, Janmaats en Sinjeuren, Roman uit de tachtiger jaren der 16e eeuw UNDSET, Madame Dorthea Stiernstedt, Oiga Andrejevna BAWLING, Jody en liet Hertenjong ZEGGELEN, Liefde in Kennemerland ZEGGELEN, Hofdame 18e Eeuw ZEGGELEN', Festijnen en Perikelen Fijn geschreven romans, treffend in hun soberheid, op voedend tot de kennis van onze historie. MAJOCCHI, Chirurg. HOLESÖH, Zwarte Hengst Bento DURANT, Van Socrates tot Bergson OURANT, In den hof der Wijsbegeerte 1 2.90 f 2.90 f 2.90 f 2.90 f 2.90 f 5.15 f 4.70 f 2.60 f 6.20 f 3.90 f 4.90 f 4.90 f 4.90 f 4.70 1 4.70 f 4.70 f 4.10 f 6.20 f 2.60 f4.10 f 4.10 f 5.15 f 5.15 f 6.80 f 6.80 BLOK, Prol. Or. P. J., Willem I, Prins van Oranje, 2 deelen, per deel. Frederik Hendrik. BRUGMANS, Prof. Dr. H., Het nieuwe Am sterdam. t'OLENBRANDER, Prof. Dr. H. T., Inlijving en opstand. Sohimmelpenninck en Koning Lodewijk. De vestiging van het koninkrijk. Koning Willem I, deel I. Koning Willem I, deel IT, Oe Afscheiding van België. Koning Willem II. EIJSTEN, Mr. Dr. J., Prins Willem II. JAPIKSE, Dr. N., Johan de Witt. Prins Willem III, De Stadhouder-Koning, dee) I. Prins Willem III, De Stadhouder-Koning, deel II. LEENDERTZ Jr., Dr. P., Het leven van Vondel. NABER, JOH., W. A., Prinses Wilhelmina. Betje Wolff en Aagje Deken. STAPEL, Dr. F. W., Geschiedenis van Nedi-Indië. THETSSEN, Dr. J. S., De geschiedenis van Karei V. Prijs f 5.90 per deel gebonden. Tevens noodigen wl] U uit tot een bezoek aan onze zaak, die ter gelegenheid van de boekenweek mede in „feeststemming" werd gebracht. Hoogachtend, Bioemendaalscheweg 123, Telefoon no. 22874. Ondergeteelcende verzoekt toezending van toegangsbemjs{zen) tot het bijwonen van de lezing door Mevrouw M. VAN ZEGGELEN over „Eigen Werk", in Hotel Rusthoekbij bushalte) op Woensdagavond 5 Maart te 7.30 uur. Handleekening: Te zenden aan-. Boekhandel J. M. de Wit, Bloe- m en don Ischeweg 123. Bloemendnal.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1941 | | pagina 5