Het werk van de Stichting Santpoort in 1978
Weinig publiciteit over Stichtingswerk
Van het vele en vaak moeilijke werk dat het Stichtingsbestuur ook
weer in 1978 heeft verzet, is naar buiten maar weinig gebleken.
De sporadische en dan vaak nog geheel of gedeeltelijk onjuiste en
tendentieuze berichtgeving in de regionale dagbladen, heeft in de
enkele mededelingen die in "Huis aan Huis" over ons zijn geplaatst,
té weinig tegenwicht en aanvulling gevonden om van onze werkzaam
heden een enigszins duidelijk beeld te geven.
Het is daarom nodig in dit tweede nummer van "De Zandpoort' wat
betere en uitvoeriger informatie te geven in de vorm van een
- noodzakelijkerwijs beknopt - overzicht van wat ons in de afge
lopen maanden heeft beziggehouden. Daarbij kunnen dan tegelijker
tijd enkele zaken worden rechtgetrokken die door dagbladberichten
onjuist of gekleurd zijn belicht.
Fout bericht
Als voorbeeld dient een krantebericht naar aanleiding van een
tweetal bij de Provincie gehouden hoorzittingen. Het heette daar
in dat de Stichting zou hebben beloofd in het vervolg niet meer
tegen "voorbereidingsbesluiten" te zullen protesteren, zoals deze
in de gemeente Velsen plegen te worden genomen, wanneer het
College van Burgemeester en Wethouders aan een met de bestaande
bouwvoorschriften strijdig bouwplan goedkeuring wenst te verlenen
(toepassing van de zg. artikel 19-procedure)Dit was een journa
listieke misvatting, die kennelijk is ontstaan doordat men de
zaak niet had begrepen. Misschien was de wens ook wel de vader
van de gedachte!
Bezwaarschriftenbehandeling
Wat wél is gebeurd, is het volgende.
In een viertal zaken had de Stichting Santpoort het College van
Gedeputeerde Staten verzocht de door B Si W van Velsen gevraagde
"verklaring van geen bezwaar" van artikel 19 van de Wet op de
Ruimtelijke Ordening niet af te geven. Gedeputeerden hadden deze
verklaring, die nodig is voor de door B Si W te verlenen goed
keuring van een van het bestemmingsplan afwijkend verbouwingsplan,
tóch afgegeven, met verwerping van de door ons aangevoerde argu
menten
In al deze beschikkingen hadden G.S. overwogen dat de toepassing
van de artikel 19-procedure in gevallen als deze "principieel
gezien onjuist was" en dat zij dit dan ook al in 1970 in een aan
alle gemeenten in Noord-Holland verzonden circulaire uitdrukke
lijk onder de aandacht hadden gebracht. Niettemin hadden G.S. op
"praktische overwegingen" tot afgifte van de verklaringen van
geen bezwaar besloten.
Arob-procedure voor principiële uitspraak.
Dit was voor ons aanleiding te trachten in een beroeps-procedure
volgens de wet Arob (Administratieve Rechtspraak Overheids
Beschikkingen) een principiële uitspraak van de Afdeling Recht
spraak van de Raad van State te verkrijgen.
Het gaat erom, verdere - vooral ernstige - inbreuken op het woon-
milieu te voorkomen door op te komen tegen het jarenlang herhaal
delijk misbruiken van de "artikel 19-procedure". Wij hebben geen
gebruik gemaakt van de mogelijkheid de voorzitter van de Afdeling
Rechtspraak te verzoeken de verleende bouwvergunningen te vernie
tigen of te schorsen, omdat wij niet élke verbouwing die tegen
een bestemmingsplan indruist, in de weg willen staan.
Ook besloten wij een eerder ingediend Arob-beroep (Spanjaards-
berglaan) in te trekken, in hoofdzaak omdat de andere vier be
schikkingen zich hiervoor beter leenden. Het was voldoende er
daarvan één (Anna van Saksenlaan 14) uit te kiezen, daar de over
wegingen in alle vier beschikkingen gelijkluidend waren.
Hoorzittingen
Op 29 juni 1978 dienden wij dan ook bij G.S. in het kader van
de Wet Arob een bezwaarschrift in tegen de beslissing inzake
Anna van Saksenlaan 14. Tijdens de op 4 september 1978 daarvoor
gehouden hoorzitting verzocht de voorzitter, gedeputeerde van
der Knoop, de Stichting "deze zaak niet voor de Kroon te bren
gen". Wij zouden daarvoor een meer in aanmerking komende zaak
kunnen nemen, zoals die van het ontwerp-bestemmingsplan Velsen-
Zuid, waartegen immers ook een bezwaarschrift was ingediend.
Het Stichtingsbestuur heeft gemeend hierop niet te moeten ingaan,
waarna Gedeputeerden, zoals te verwachten was, in een nieuwe be
schikking hun eerste beslissing hebben gehandhaafd.
Hierop is op 27 december 1978 een beroepschrift naar de Afdeling
Rechtspraak van de Raad van State gezonden. Met veel belangstel
ling zien wij de beslissing van dit Rechtscollege tegemoet.
Daarmede zal wel wat tijd gemoeid zijn, maar zoals gezegd,
déze verbouwing wordt niet meer tegengehouden.
Tijdens een tweede hoorzitting op 7 september 1978 is namens het
Stichtingsbestuur een andere zaak (Charlotte de Bourbonlaan 16)
ingetrokken. Daarbij werd gesteld, dat het bestuur, in afwach
ting van een principiële uitspraak in één van de andere aanhangi
ge zaken, zeker geen bezwaar meer zal maken in élk geval waarin
sprake is van inbreuk op bouwvoorschriften en toepassing van de
artikel 19-procedure door de gemeente.
Voorbehoud
Maar hieraan werd uitdrukkelijk toegevoegd, dat het bestuur zich
het recht voorbehoudt wél bezwaar te maken indien voor ernstige
inbreuk op de woonomgeving moet worden gevreesd. Het was dit
laatste - toch wel belangrijke en logische - voorbehoud dat
kennelijk aan de betrokken verslaggever was "ontgaan".