garagebedrijf aan de Hoofdstraat en de Wüstelaan te Santpoort-Noord, voor een showroom met keldergarage en 12 etagewoningen, enz. Nadat ons destijds op ons aan B W gedane verzoek na te gaan of dit stuk van het Santpoortse dorpsfront als "beschermd dorpsgezicht" in aanmerking kon worden gebracht, ten antwoord was gegeven dat de Rijks dienst voor de Monumentenzorg dit niet mogelijk achtte, kregen wij inzage van een reeds in de pers aangekondigd en afgedrukt bouwplan. Wij wezen dit af, omdat "het gezicht van Santpoort" met doorzicht op de molen "De Sandhaes" en de kerktoren, tussen de huizenrij met de op de monumentenlijst staande villa Schoonoord en het "Zwitsers Huis", toch reeds"beschadigd" door de aanwezigheid van het huidige garage bedrijf, bij uitvoering van dit plan geheel verknoeid zou worden door de omvang, de hoogte en de niet aangepaste stijl van het bouwwerk. Een latere schetstekening toonde echter door wijziging van stijl en van het silhouet van het gebouw een betere inpassing in de Hoofdstraat bebouwing en leek een aanmerkelijke verbetering. Hieraan werd in een vergadering van de Commissie voor R.O. uitdrukking gegeven, waaraan echter werd toegevoegd dat tegen "verloedering" aan de kant van de Wüstelaan moest worden gewaakt en dat alles moest worden ge daan om de verkeersveiligheid ter plaatse te verbeteren. Eerst bijna een half jaar later kwam deze zaak opnieuw onder onze aan dacht toen een der omwonenden, de heer Kruger, die op 11 november I98O tegen het bouwplan mede namens een aantal anderen een bezwaarschrift had ingediend, zich voor advies tot ons wendde. Op dat bezwaarschrift was namelijk nooit meer iets gehoord. Bij nadere informatie op het Stadhuis bleek, dat het bezwaarschrift na ontvangst naar de Dienst Openbare Werken was gestuurd voor advies en daar was vergeten. Er kwam nu, eind april 1981, een hoorzitting, waar bleek dat na de ter- visielegging op 30 oktober I98O ingrijpende wijziging in het plan was gebracht en dat de essentieel geachte keldergarage onder de showroom niet zou worden uitgevoerd. E&ar dit in feite betekende dat er een nieuw plan was, werd op een nieuwe tervisielegging aangedrongen. Deze vond plaats, waarna nieuwe bestudering van de zaak voor het stichtingsbestuur aanleiding was toch een bezwaar schrift in te dienen. Het werd op 7 augustus verzonden en richtte zich, behalve tegen het plan, zoals dit gewijzigd was, voornamelijk tegen het onbegrijpelijke beleid van het gemeentebestuur, dat slechts enkele jaren nadat voor de driehoek Hoofdstraat-Wüstelaan-Johan van Beemlaan een duidelijk op behoud van dit oude en kwetsbare dorpsdeel als woongebied gericht Rooilijnenplan met Bebouwingsverordening was vastgesteld, door de vestiging van dit garage bedrijf toe te staan regelrecht daar tegenin was gegaan en de daarin voor het College gegeven strikte voorschriften ten aanzien van de bestaande bebouwing niet had in acht genomen. Door nu het bestreden bouwplan mogelijk te maken zou het College de destijds gemaakte ernstige inbreuk op de be stemming van dit gebied bestendigen en herstel volledig onmogelijk maken. Wij voerden nog aan dat bekend is dat de heer Van der Velden zijn bedrijf gaarne naar elders in de gemeente wil verplaatsen en dat dit de gelegen heid voor het gemeentebestuur zou kunnen zijn die verplaatsing mogelijk te maken en te bevorderen dat ter plaatse overeenkomstig de bestemming in deze omgeving passende woningen worden gebouwd. Het College van B W heeft zich echter niet door de ingediende bezwaar schriften laten "ontmoedigen", want voor de Raadsvergadering van 15 oktober stond op de agenda een voorstel tot het nemen van een nieuw voorbereidings- besluit ter vervanging (verlenging) van het op 16 oktober I98O genomen voorbereidingsbesluit, met het doel B W in de gelegenheid te stellen de voor dit bouwplan nodige vergunning te verlenen. 4. In een brief aan de fractievoorzitters van 9(11) oktober schreven wij dat de vele bezwaren die tegen het bouwplan waren ingebracht het onwaar schijnlijk maakten dat het zou worden verwezenlijkt en dat het daarom geen zin leek te hebben speciaal ter verwezenlijking van dat bouwplan een nieuw voorbereidingsbesluit te nemen. De Raad besloot op 15 oktober toch daartoe, waarop wij op 16 november bij de Gemeenteraad hiertegen bezwaar hebben aangetekend. De heer Kruger deelde ons mede dit eveneens -mede namens een aantal andere omwonenden - te hebben gedaan. Wij hebben bij deze zaak wat uitvoeriger stilgestaan om te trachten duidelijk te maken hoe het stichtingsbestuur gehandeld heeft en welke beweegredenen daarvoor waren. 3. Bouwplan voor Hagelingerweg 1 (woonwinkelhuis Bol). Een andere zaak die nog steeds niet is afgedaan, of beter: die opnieuw aan de orde is gekomen, is de "vergroting van het woon-winkelhuis Hagelinger weg nr.l van de gebroeders Bol. Nadat een vorig plan voor het bouwen van een verbinding tussen genoemd pand en het achter het café Tromp staande, als garage-opslagplaats gebruikte stenen gebouwtje^wegens de daartegen geopperde bezwaren van onze zijde niet was uit gevoerd, is nu een door het aannemersbedrijf Holleman ontworpen plan voor een dergelijke verbinding, maar thans geconstrueerd met glazen achterwand en glazen^schuifdeuren aan de straatzijde ter inzage gelegd en vervolgens op zijn mérites bekeken. Het door de Stichting tegen het eerste plan geopperde bezwaar was, dat door het dichtbouwen van de open plaats tussen het winkelpand en het café Tromp ook het nu nog resterende doorzicht van de openbare weg af op de "voor de "bepaling van het dorpskarakter zo typerende achttiende-eeuwse boerderijgevel (boerderij van Th.Braam) een van de historisch waardevolle objecten waarvan "het behoud als "monument" door de Stichting wordt voorgestaan, volledig ver boren zou gaan." In het bezwaarschrift werd onder meer ook nog aandacht ge geven aan het - eigenlijk buiten het terrein van de doelstelling van de Stichting liggende - aspect van het belang van de bewoners van de boerderij die bij uitvoering van dit plan hun resterende vrije uitzicht naar de "buiten wereld" geheel zouden kwijt raken. Hoewel in het nu ingediende bouwplan alle moeite is gedaan aan de bezwaren van de bewoners van de^boerderij tegemoet te komen, heeft de Stichting in het op 6 oktober j.l. ingediende bezwaarschrift te kennen gegeven op dezelfde gronden onoverkomelijke bezwaren te hebben tegen dit nieuwe plan. Ook na nadere kennisneming van de details van het bouwplan tijdens de gehouden hoorzitting en in een gesprek ten kantore van de heer Holleman, is besloten et bezwaarschrift onverkort te handhaven. Immers, ook al zou het bouwwerk glazen voor- en achterwanden krijgen, het zou niettemin van de straatziide gezien een afsluitend effect hebben, waardoor de boerderij nog meer naar het weede plan teruggedrongen zou worden en het thans nog resterende uitzicht op de fraaie historische gevel vrijwel tenietgedaan zou worden. Met het op ie hoek staande karakteristieke dorpscafé vormt de boerderij, ondanks de aanwezigheid van het hoge, beeldverstorende pand Hagelingerweg nr.l, nog s eeds een waardevol, aan het verleden herinnerend, markant punt van de al te veel geschonden dorpskern van Santpoort; de Stichting zal dan ook erop aan dringen dat de boerderij op de Monumentenlijst wordt geplaatst. Dit besimt is na rijp beraad en in overleg met de stichtings-adviseurs op het gebied van monumentenzorg genomen. Hierbij heeft het bestuur, op grond van de in de Statutenomschreven doelstelling, het algemeen belang van het behoud van H w Sw°r"v °^ilect zwaarder moeten laten wegen dan persoonlijke belangen van de bij het bouwplan betrokkenen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

De Zandpoort | 1981 | | pagina 4