P. KEERS SANTPOORT Terwijl wij bij het schrijven van dit verhaal ter verifiëring van onze gegevens er nog eens het in het oprichtingsjaar van de Stich ting Santpoort door ons toenmalige bestuurslid Jan J.E. van Baar- sel geschreven kostelijke boekje "Spiegel van Santpoort" op na sloegen, beseften wij dat al deze zaken daarin al veel beter en levendiger zijn beschreven. Het boekje is helaas uitverkocht maar dat geeft ons een argument om eruit te citeren! Over Vlugt-Hoven en de familie Enschedé zijn in hoofdstuk III, Het ooievaarsnest, aardige anecdoten verteld, voornamelijk over burgemeester Enschedé, volgens Van Baarsel al tijdens zijn leven een legendarische figuur. En over mevrouw Enschedé vertelde Neelt- je Oorthuijsen—Dam hem: Het waren goede mensen, burgemeester En schedé en mevrouw. Deze kwam nu en dan 's avonds achterom bij mijn vaders winkel en gaf hem dan een paar briefjes met bestellingen voor bepaalde mensen; zij maakte er dan een gebaar bij van "mond je dicht En "Juffrouw" Enschedé, sommigen noemden haar "Freule" maar daar moest zij niets van hebben, handhaafde die sfeer van beminnelijk heid en goedgeefsheid. Zij is altijd op Vlugt-Hoven blijven wonen en leefde sterk mee met al het wel en wee van de dorpsgemeenschap, schrijft Van Baarsel. Zoals Jan Böhm hem eens vertelde"Juffrouw Enschedé was een schat van een mens. Toen ik een hummel was nam ze me vaak aan de hand mee: Kom, we gaan een snoepje halen. Toen ik ouder was geworden wilde ik graag een paard op haar land laten wei den. Ik stapte naar Klaas Boekei (de molenaar)die het land van haar gepacht had. Best, zei Klaas Boekei, maar je moet het even aan Juffrouw Enschedé vragen. (Hij vroeg belet en kwam met pak één aan; hij werd echter "niet aan de achterdeur verwacht maar pontificaal ontvangen in de salon"; hij kreeg thee en er stond een kistje sigaren voor hem klaar)"Ze was erq aardig". Verhaaltjes als deze, van oude Santpoorters, die het allemaal hebben meegemaakt, zijn tekenend voor de verhoudingen en de gemoedelijke sfeer van die tijd. Het weiland tegenover het huis, waar het ooievaarsnest al vóór 1930 was verdwenen, maar waar nog steeds koeien grazen, was nog eigendom van de familie Enschedé, toen Van Baarsel zijn Spiegel schreef. En al woonden er geen leden van de familie meer op Vlugt-Hoven, zij legden nog steeds belangstelling voor hun pachters -tegenwoordig "huurders"- aan de dag. Er is, doordat gedeelten van de "plaats" in andere handen zijn gekomen, van de vroegere tuin—aanleg veel bedorven, maar het huis zelf staat er weer in oude glorie en ook koetshuis en koetsierswoning -tegenwoordig De Stoeterij- zijn nog goed on derhouden en in hun oorspronkelijke uiterlijke staat bewaard. 234) Pal tegen Vlugt-Hoven aan gebouwd staat het dubbele pand waar- 232) in boekhandel Erasmus is gevestigd (nrs234/232)Het heeft op de recente plattegrond nog vrijwel dezelfde vorm als op die van 1892. Toen was het de woning annex smederij van P. Keers. 40 Het is in 1811 gebouwd, zoals blijkt uit het in de gevel schuin onder het linkerraam gemetselde gevelsteentje. De in het steentje vóór het jaartal -en de datum: 2/9- gebei telde initialen J.K. wettigen het vermoeden dat toen een Jan(?) Keers, grootvader van "onze" P. Keers van de advertentie van 1905, als kleine jongen de eerste steen heeft mogen leggen van de smedrij met woonhuis van zijn vader, misschien wel de privé hoef- en wagensmid van de toenmalige eigenaar van Vlugt- Hoven. Het zou eens in de oude archieven moeten worden nage gaan. Het tegen Vlugt-Hoven aangebouwde gedeelte, eigenlijk een smal afzonderlijk pandje met puntdak, had een typische opka mer, waarvan het raam op een hoger niveau zat dan het tegen woordige. Op het eerste gezicht is dit niet aan de gevel te zien, maar die opkamer en dat raam zijn er nóg!. Voor de goe de waarnemer onvoldoende verborgen achter de deels met don kere schrootjes afgedekte gevel en de tot vensterhoogte aan gebrachte siersteentjeswaarachter ongetwijfeld het oude kel der of souterrainraam op straathoogte nog -dichtgemetseld?- vanuit de kelder te vinden zal zijn. Toen wij, met deze wetenschap gewapend, binnen een kijkje moch ten nemen, bleek de opkamer, mét houten viertreeds opklapbaar trapje/"kelderdeurnog vrijwel onveranderd -in gebruik als kantoortje- aanwezig te zijn. Onveranderd, dat wil zeggen zelfs nog degelijk in de verf uit de tijd toen het opkamertje nog bewoond werd! 230) In 1900 heeft P. Keers het nu aan de kapsalon Seegers onderdak biedende grote pand (nr 230) als wagenmakerij en -magazijn la ten bouwen, waarvoor zijn zoon Peter Gerrit Keers de eerste steen heeft gelegd. Waar nu de etalage is, bevonden zich toen de brede toegangsdeuren tot de wagenmakerij. GrofHoef- en Kachelsmederij. Rijtuig- en Wagenmakerij. Steeds voorradig Geëmailleerde Keukenartikelen - Kachels en Fornuizen 224) Het hierop volgende winkel/woonhuis is later gebouwd op het open erf van brood- en banketbakker J.J. van Dillewijn (zie advertentie)De bakkerij heeft tot 1970 bestaan, waarna het pand andere bestemmingen heeft gekregen. Maar N. van Dille wijn woont er nog steeds! (nr 224).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

De Zandpoort | 1986 | | pagina 22