n
mode was gekomen. Johan Georg Michaël introduceerde deze stijl in
Nederland met de aanleg op Beeckestijn. Slingerende lanen en vijvers
met daar tussenin een heuvelachtig landschap is kenmerkend voor deze
stijl. Al wandelend door zo'n tuin werd de wandelaarstersteeds weer
getroffen door nieuwe doorzichten in de tuin.96
In 1843 en 1844 liet Van der Hoop aan de gehele westkant van
Spaarnberg, naar het ontwerp van Jan David Zocher jr., een dergelijke
landschapstuin aangeleggen waarbij van de oude beekdalen gebruik werd
gemaakt om de landschapsvijvers aan te leggen.97 Het betrof hier:
1. Het duindal waar de Heyltgen van Dalensloot heeft gelegen (nu de
vijver ten noorden van de villa Maris Stella aan de Wüstelaan)
2. Het dal Van de watering aangegeven op de kaart van P. Wils uit 1645
(nu de vijver ten zuiden van het chalet)
3. Het duindal tussen de twee voormalige droogbergen van de blekerij
'Leek in de Bergen' (hier loopt nu ongeveer de Clarionlaan)
Tevens liet Van der Hoop hier voor 1832 een harddraversbaan aanleggen.
Hij hield veel van paarderennen en had zelf enige renpaarden in bezit.
42
j
AJb. 17 De ontwerptekening van Jan David Zocher van een deel van de tuin. Geprojecteerd (door Jan Morrenop de kaart van
F.J. Nautz uit 1818-1832.
96 Moes, p. 46-50. L H. Alberts, Landgoederen van Zuid-Kennemerland; Rapport in opdracht van de Stichting Nationale
Contactcommissie Monumentenbescherming, Amsterdam 1984, p. 32-35.
97 G.A.V., OAS nr. 116.
68W3P-ia7®J8'V
^jee/va2