6. SPAARNBERG WORDT VERDEELD EN VERLIEST GEDEELTELIJK ZIJN GLORIE
Na het overlijden van Olga Emma Alexandra Eleonora von Gotsch erfden
Alice Eugenie van der Niepoort en haar echtgenoot Cornelis Herman
Guépin de buitenplaats. Cornelis Herman Guépin was voorzitter der
Nederlandse Maatschappij voor Nijverheid en Handel en lid der
Provinciale Staten van Noord-Holland. Van de erfenis waren
uitgezonderd de 'Villa Spaarnheuvelhet chalet, de bewaarschool en
het ernaast gelegen aardappelland, de naast het landgoed Spaarnberg
liggende boerderij alsmede die gedeelten van de landgaard waaraan Olga
een bijzondere bestemming had gegeven.139 Met de naast liggende
boerderij wordt de in 1888 gebouwde boerderij bedoeld die nu bekend is
als Wüstelaan 74 en die in 1901 door het echtpaar Wüste met de
omliggende grond werd aangekocht140. 'Villa Spaarnheuvel' en het
chalet vielen toe aan Johanna Gerarda Fontein, de gezelschapsdame van
de barones.141 Het chalet werd door haar aan het echtpaar Guépin
afgestaan in ruil voor een stuk grond nabij de villa Spaarnheuvel.
Omdat er bij deze ruil nog een ongelijkheid overbleef in de getaxeerde
waarde, moest het echtpaar Guépin op deze ruil nog f. 700,- toeleggen.
De erfgenamen legden, op uitdrukkelijke wens van de overleden Olga von
Gotsch, de verklaring af dat de heer Heinrich Röber, die een gedeelte
van het chalet bewoonde, hierin zal mogen blijven wonen en dat zij
hierop geen aanspraak zullen maken.142 De bewaarschool, met het
ernaast gelegen aardappelland waaraan Olga von Gotsch een bijzondere
bestemming had gegeven, ging met een hierbij behorend kapitaal over
naar de gemeente Velsen. In 1932 werd de bewaarschool verbouwd tot
badhuis, bibliotheek en verenigingscentrum. In 1934 werd schuin
tegenover de bewaarschool een nieuwe openbare bewaarschool gebouwd
voor de Stichting Bewaar- en Naaischool Spaarnberg. Vermoedelijk werd
het hiervoor genoemde kapitaal in deze stichting ondergebracht.143
In 1925 verkocht Johanna Gerarda Fontein 'Villa Spaarnheuvel' aan de
N.V. Administratie en Exploitatie Maatschappij 't Clooster. Deze
maatschappij liet het huis in 1929 verbouwen.144 In 1942 verkocht de
N.V. Administratie en Exploitatie Maatschappij 't Clooster de villa
aan notaris Willem Anthonie Dolleman die nog 15 jaar in 'Villa
Spaarnheuvel' zou blijven wonen.145 In 1957 verkocht hij de villa aan
de vereniging van de Heilige Gerlachus en Consorten te Houten en de
vereniging Instituut van de Heilige Carolus Baromeus te Houten.146.
Tot op heden draagt de villa de naam 'Maris Stella'
In 1930 verkocht het echtpaar Guépin aan de gemeente Velsen het
gedeelte van het landgoed Spaarnberg dat gelegen was aan de westkant
van de huidige Wüstelaan met het hiertoe behorende chalet. Een groot
deel hiervan bestemde de gemeente voor openbaar gebruik. In de periode
dat de gemeente Velsen het chalet in bezit heeft gehad, fungeerde dit
58
als dienstwoning voor het personeel van de gemeente Velsen. In 1970
werd het chalet verkocht aan de heer G. Westerhoven, die het inwendig
verbouwde tot restaurant. Gelukkig bleef de buitenzijde in
oorspronkelijke staat gehandhaafd. Bij raadsbesluit van 18 november
1930 verkreeg dit gebied de naam Burgemeester Rijkens Park. Het park
werd hiermee vernoemd naar de persoon die tussen 1920 en 1932
burgemeester van Velsen was.147
In 1931 werd een tweede deel van het kerngebied van Spaarnberg
verkocht aan de gemeente Velsen. Het betrof het gedeelte rond de
moestuin, kassen en de voormalige harddraversbaan. De gemeente liet op
dit terrein een villapark bouwen. Het park kreeg de naam Philipspark
en werd genoemd naar de particuliere exploitant J.F. Philips. De
villa's waren bestemd voor forenzen en kwamen in 1934 gereed.14* De
voormalige harddraversbaan behield hierbij nagenoeg zijn
oorspronkelijke vorm en werd omgedoopt tot Harddraverslaan. Ten
behoeve van de bouw van het villapark werd het westelijk deel van de
vijver bij de villa Spaarnheuvel, van oorsprong de Heyltgen van
Dalensloot, gedempt. Hiermee verloor deze vijver de aansluiting met de
vijver bij het Zwitserse chalet. Uit deze tijd zal eveneens de muur
dateren die aan de westkant van de vijver bij de Harddraverslaan is
gebouwd als grondkerende muur tussen de Harddraverslaan en de vijver
bij het chalet. In 1931 liet Cornelis Herman Guépin een tuinmanswoning
met een schuur bouwen. De schuur was lange tijd als jachtkamer in
gebruik geweest. Dit pand staat nu bekend als Wüstelaan 76 en is in
gebruik als woongebouw voor de Witte Paters.
Cornelis Herman Guépin overleed op 2 september 1935 en liet het
landgoed na aan zijn vrouw en 4 kinderen.149 De weduwe, Alice Eugenie,
erfde de helft van de buitenplaats en de 4 kinderen ieder een vierde
part van de andere helft, die zij in getaxeerde waarde toebedeeld
kregen. Dit hield in dat de weduwe de gehele buitenplaats in bezit
kreeg.150
In 1937 werd het herenhuis in twee delen gesplitst. In de grote deuren
van de wintertuin (de oranjerie) in het centrum van het herenhuis werd
een kleinere deur aangebracht. Vanaf deze deur werd dwars door de
voormalige wintertuin een trapopgang gemaakt naar de eerste etage,
waardoor deze een eigen vrije toegang verkreeg.
De bouwtekening is getekend met A.J. Guépin. Dit zal Abraham Johannes
geweest zijn, die de verbouwing namens zijn moeder begeleidde.
Het uitbreken van de 2e Wereldoorlog in 1940 kan voor de Guépins een
reden zijn geweest het landgoed van de hand te doen. Op 2 december
1940 verkochten zij Spaarnberg aan Conrad Jan van Tienhoven en
Christiaan Nicolaas Jacob Moltzer.151
Vlak voor de 2e Wereldoorlog verkeerde het landgoed nog in goede
staat. De wintertuin stond nog vol met coniferen en andere
sierplanten, ook de tuinen en het park rond het herenhuis zagen er
goed onderhouden uit.152 Gedurende de 2e wereldoorlog trad verval in.
59
139 Kadaster en Openbaar Register van het Directoraat Noord-Holland te Amsterdam (Droogbak). Notarieel 1222-107 en
1222-108.
140 GAV, OAS, Kadastrale kaart van J.F. Nautz. 1818-1832. Joke van der Aar Siebe Rolle, p. 128 en p. 132.
141 GAV, Kad. art. nr. 1245 en GAV, OAS nr. 114.
142 GAV, OAS nr. 114.
143 Gebaseerd op gegevens verkregen van L. Deinum te Santpoort-Noord. Joke van der Aar Siebe Rolle, p. 118.
144 GAV, Persdocumentalie - Correspondentie Lavigerie College en GAV, Kad. art. nr. 4505. Het kadastraal perceelno.
veranderde van 2090 naar 2908 en ten slotte naar 3005.
145 GAV, Kad. art. nr. 4671 en GAV, Persdocumentatie, Umuider Courant dd. 8 januari 1947.
146 GAV, Kad. art. nrs. 4671, 7579 en 10690.
147 Siebe Rolle. p. 43-47.
148 GAV, Kad. art. nr. 4475. Joke van der Aar Siebe Rolle. p. 128 en 132. Siebe Rolle, 43-47.
149 Kadaster en Openbaar Register van het directoraat Noord-Holland te Amsterdam (Droogbak), Notarieel 1595-120,
dagregister 199-44.
150 GAV, Kad. art. nrs. 4475 en 6566. Kadaster en Openbaar Register van het directoraat Noord-Holland te Amsterdam
(Droogbak). Notarieel 1595-120, dagregister 199-44.
151 GAV, Kad. art. nrs. 1630 en 6566. Het betreft gegevens uit huurovereenkomstenen koopakten. Privé-archief van R.
Visser te Santpoort-Zuid.
152 Mondelinge informatie van A. Morren te Zeist. Hij bezocht het landgoed in 1940.