VIER EEUWEN SPAARNBERG, 1593-1994;
VAN BLEKERIJ TOT LANDGOED
1. EEN BLEKERIJ IN DE LECKPOLDER AAN DE RAND VAN DE WILDERNIS
De geschiedenis van het landgoed Spaarnberg vindt haar oorsprong in de
vestiging van een blekerij in de 'Leckpolder' in de omgeving van
Santpoort. Deze blekerij zal later worden aangeduid met de naam 'Spaar
en Berg' en de kern gaan vormen van het latere grondgebied van het
landgoed Spaarnberg.
Het in cultuur brengen van de grond in de omgeving van het huidige
Spaarnberg en Burgemeester Rijkenspark was direct verbonden met de
opkomst van het blekersbedrijf als één van de eerste industriële
ondernemingen in Nederland. Rond Haarlem werd het bleken voor het
eerst als ambacht aangeduid in de 'Enqueste upte reductie van den
Schiltaelen' - een enquête inzake belastingdoeleinden - van 1494.
Hierin staat te lezen dat de bevolking van Tetterode (Overveen) en
Aelbertsberg (Bloemendaal) zich met 'Lijndelaeken te blijcken' bezig
hield.
Linnen en garens werden al vroeg in de geschiedenis voor eigen gebruik
gemaakt door de vlasverbouwende plattelandsbevolking. Om het uiterlijk
van het grauwe vlasprodukt voor de handel aantrekkelijker te maken
ging men over tot het bleken. In de Nederlanden ontwikkelde zich vrij
vroeg een grootschalige fabricage van linnen en garens voor de handel.
De blekerij volgde die ontwikkelingen op de voet, maar nam als
industrie pas een grote vlucht nadat in het laatste kwart van de 16e
eeuw, belangrijke Vlaamse en Brabantse ondernemers zich (vooral in en
rond Haarlem) vestigden. Uitgeweken voor de godsdienstvervolgingen
kwamen zij naar het meer liberale Holland.'
Reinout van Brederode gaf de Haarlemse burgemeester Johan Gijssen van
Blanckevoort in 1537 toestemming een vaart aan te leggen tussen de
huidige Bloemendaalse straatweg en het Spaarne. In de omgeving van de
straatweg werd in de duinen zand afgegraven dat bedoeld was voor
ophoging van bouwgrond in de steden Haarlem en Amsterdam. Via deze
vaart, oorspronkelijk de Jan Gijzenzandvaart genaamd, werd het zand
door middel van schuiten getransporteerd. Op deze afgegraven gronden
nu werden de blekerij en gesticht.
In het 'cuorere van de jaere 1584' wordt vermeld dat Corte Jackles van
den Berge een blekerij huurt en gebruikt van Adriaan Berkenrode,
burgemeester van Haarlem.2 Tot nu toe is dit de oudst bekende blekerij
in Velsen. Op de kaart van Pieter Bruyns uit 1599 wordt deze blekerij
aangegeven aan het westelijke einde van de Jan Gij zenvaart3
5
1 Chris van Deursen, 'De rijke historie van hlekerijen in de duinstrook' in: Noord-Hollands Landschap1993 nr. 4 (jrg.
20) p. 20-23 (in het vervolg: Van Deursen). S.C. Regtdoorzee Greup-Roldanus, Geschiedenis der Haarlemmer
blekerijen, Martinus Nijhoff, 's-Gravenhage, 1936. p. 9 (in het vervolg: Regtdoorzee).
2 Joke van der Aar Siebe Rolle, Twee dorpen in de schaduw van Brederode. LJmuiden 1991, p. 22 (in het vervolg:
Joke van der Aar Siebe Rolle). Gemeentearchief Velsen (in het vervolg: GAV), Quohier van 1584, inv. nr. 60a.
3 Bert Sliggers, Bloemendaal 350jaar kerk en dorp, Haarlem 1986. (In het vervolg: Sliggers).