In 1599 maakte Pieter Bruyns een kaart waarop hij de blekerijen van
Bloemendaal tot Santpoort afbeeldde.9 Tussen de Jan Gij zenvaart en
Santpoort lagen toen de blekerijen van Jan van der Molen, Heyltgen van
Daelen, Hans Huybrechtsz. Trompetter en Cornelis de Haen. De blekerij
van Van der Molen was een tot dan toe onbekende blekerijDe blekerij
van Cornelis de Haen was de blekerij 'Zorgvrijdie eerst in bezit
was van Jacob Jans in den Berch.
In 1610 maakte landmeter Adriaan de Bruyn een schetskaart van de
blekerijen van Heyltgen van Daelen, Hans HuybertszTrompetter en
Roelant Huybertsz. Trompetter.10 De laatste was waarschijnlijk een
broer van Hans Huybertsz. Trompetter. Roelant beheerde toen de
blekerij 'Zorgvrijvoor de kinderen van de intussen overleden Jacob
Jans in den Berch.11 Aangenomen mag worden dat de eerder genoemde
Cornelis de Haan de blekerij eveneens namens de kinderen beheerde.
Zowel op de kaart uit 1599 als op die uit 1610 blijkt een beek door de
wildernis van Brederode te lopen. Deze beek die de blekerij 'Zorgvrij'
van water voorzag werd op de kaart uit 1610 aangeduid als de Greppel.
Op de kaart uit 1610 blijkt dat alle hiervoor genoemde blekerijen
gelegen zijn in de 'Lecqpolder'Deze dankte zijn naam aan het feit
dat meerdere beken en welsloten vanuit de Wildernis van Brederode
hierin uitwaterden. Het water lekte als het ware uit de duinen de
'Lecqpolder' in.
Hans Huybertsz. Claerenbeeckalias Hans Huybertsz. Trompetter, ging
het waarschijnlijk niet slecht aangezien hij in 1624 zijn blekerij aan
de noordzijde wist uit te breiden met een stuk grond in de
Leckpolderi: Hij kocht dit stuk land van Cornelis Jacobs in den
Berch, oud-schepen van Velsen, en een van de kinderen van de hiervoor
genoemde Jacob Jans in den Berch.13 In de koopakte werd vastgelegd dat
Hans Huybertsz. een vrije 'nothwech' zou laten aan de 'Carthuysers tot
Amsterdam' en dat hij geen 'delvinge' langs de wildernis zou mogen
maken.14 Uit het laatste blijkt dat men niet, zomaar, op iedere plaats
welsloten mochten graven. Immers, het gevaar bestond dat hierdoor een
reeds bestaande, naastgelegen, welsloot over minder water zou kunnen
gaan beschikken waardoor de watervoorziening van een van de blekerijen
in gevaar zou kunnen komen.
In 1623 traden de 'blekers van Velsen tot Overveen' voor het eerst
gezamenlijk op bij het verdedigen van gemeenschappelijke belangen. Zij
deden dat in een gemeenschappelijke verklaring van 3 juni 1623 waarin
zij hun beklag aan dijkgraaf en ingelanden van Rijnland uitspraken
over de doorbraken van de Velser- en Slaperdijk tijdens het
bleekseizoen van 1621. Door de dijkdoorbraken werd het water in de
gietsloten brak en maakte het begieten van het linnen onmogelijk. De
schade die hierdoor werd veroorzaakt bedroeg f 20.000,-.15
De Slaperdijk, aangelegd tussen 1612 en 1626, mocht van de bestuurders
in Amsterdam niet al te hoog worden. Hetzelfde gold voor de Velserdijk
rond de Velserbroekerpolder die rond 1220 werd aangelegd. In Amsterdam
bestond de wens het bij stormvloeden opgestuwde water van de Zuiderzee
via het IJ en het Wijkermeer af te voeren.
8
9
9 Sliggers, p. 57.
10 GAV, kast 5, plaatsnr. 232.
11 GAV, Oud-Rechterlijk Archief (in het vervolg: GAV, ORA) inv.nr. 957, fo.132.
12 GAV, ORA, inv. nr. 959, fo. 79.
13 GAV, ORA, inv. nr. 957, fo. 112.
14 Siebe Rolle, p. 29.
15 GAH, Notarieel inv.nr. 123, fo. 115 vo.
16 roe, 6 voet
hoert dese erfpacht
en dese sloot ver-
sceyden
Het latere Spaar
Berg
Belent door Jacop in den Berch
Blekerij het latere
Zorgvrij
J.Morren 1993
AJb. 2 Tekening van een wildernis onder Velsen door Pieler Bruyns uil 1597 geprojecteerd (doorJ. Morren) op een deel van
de kaart van J.F. Nautz uil 1818-1832
Blekerij het latere
Leek in de Bergen