DE BLAUWE TRAPPEN De huidige Brederodeberg die 45 meter hoog is, heeft vroeger de naam de 'Blaauwe trappen' gehad en is van oudsher een veel bezocht uitzichtpunt geweest. Deze berg of duintop wordt al genoemd bij de verkoop van de hofstede Jagtlust in 1821. Volgens overlevering heeft het duin deze naam te danken aan de trap, gemaakt van blauw geschilderde balken die tegen dit duin omhoog liep. Bovenop het duin stond een fraai gebouwtje waaruit men een schitterend uitzicht had op de omliggende dorpen, de stad Haarlem en het Wijkermeer. Van dit gebouwtje en het fraaie uitzicht is een afbeelding bewaard gebleven uit 1792.1 Van de Blauwe Trappen is een afbeelding uit 1813 bewaard gebleven.2 Op de beide afbeeldingen is te zien hoe open en kaal de duinen waren in deze tijd. De Blauwe Trappen lagen grotendeels buiten het gebied van het oorspronkelijke Jagtlust, maar waren van hieruit wel toegankelijk. De Blauwe Trappen achter Velserend. Aquarel van P. Barbiers, 1813. Op verscheidene topografische kaarten uit de negentiende eeuw zijn de Blauwe Trappen aangegeven in tracé en/of benaming. Fraai is de hierna volgende beschrijving die Craandijk geeft in zijn boek Wandelingen door Nederland: 1 J. van Venetien, Hart van Kennemerland, IJmuiden 1968 (in het vervolg aangeduid als Hart van Kennemerland, p p 91, aquarel van J. Bulthuis. 2 Hart van Kennemerland, p 90, aquarel van P. Barbiers. 38 'Wij beklimmen het steile duinpad, dat ons aanvankelijk door het digte struikgewas, later langs de open duin helling, naar boven voert. Den bontgekleurden Chineeschen tempel, die hier voor enige jaren stond, toen Meerenberg nog het buiten verblijf der familie van Hoorn was, vinden wij niet meer. Maar wij betreuren dat kunst gewrocht niet, want wij hebben beter dingen te zien! Hier zijn wij op de beroemde Blaauwe trappen, te midden der woeste duinwereld. Hier golven de wilde heuvelklingen, door de zee opgeworpen. Hollands sterke muren tegen de magtige baren. Deels zijn zij naakt en kaal, met blinkend zand bedekt, deels zijn zij met kort, vaal mos begroeid, dat kraakt onder den voet, deels zij met ineengewarde struiken bewassen. Tusschen hun toppen liggen stille dalen, en aan hun voet legeren zich bosschen met hun bruin en rossig najaar- sloof. Stijgen wij hooger, dan verruimt zich het majestueuze landschap telkens meer. Verder en verder breidt zich regts en links de duinenreeks uit, heuvel naast heuvel, dal nevens dal. '3 Boven op de Blauwe Trappen. Aan de horizon het Wijkermeer en de St. Bavo te Haarlem. Aquarel van J. Bulthuis, 1792. Hiermee beëindig ik het verhaal van Craandijk en het verhaal over een blekerij die een hofstede werd en nu tot een van de vele natuurmonumenten in Nederland gaat behoren. Mogelijk zijn de hiervoor beschreven Blauwe Trappen weer in het landschap aan te brengen waarmee een historisch punt uit vroeger dagen hersteld kan worden. Jan Morren 3 J. Craandijk, Wandelingen door Nederland, Haarlem 1878, p 254. 39 «k.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

De Zandpoort | 1995 | | pagina 20