22
23
Het bestemmingsplan heeft dan ook overwegend een conserverend karakter en is voorzien van een aanlegver-
gunningenstelsel ter handhaving en ter bescherming van de binnen het gebied verwerkelijkte bestemmingen,
welke karakteristiek zijn voor het binnenduinlandschap of vanwege hun cultuurhistorische waarden.
Andere plannen die beleid ten aanzien van het onderhavige gebied bevatten zijn de "Structuurschets Velsen'
(vastgesteld 9 november 1982) en het 'Streekplan Amsterdam-Noordzeekanaal' (vastgesteld door de provincie
in juli 1979).
In de structuurschets wordt de gewenste ruimtelijke ontwikkeling van de gemeente voor de komende 10 a 15
jaar op hoofdlijnen weergegeven. Voor elke sector (wonen, werken, recreatie) is hierin aangegeven hoe in de
bestaande en de nog te verwachten ruintevraag kan worden voorzien.
Hierin wordt onder 'Wonen Santpoort-Zuid' gesteld dat verdichting van het gebied met bijvoorbeeld vrijstaan
de woningen alleen na zorgvuldige toetsing aan de huidige stedebouwkundige en landschappe-lijke kwaliteiten
kan worden voldaan. Overigens wordt het onderhavige gebied bij de toekomstvisie niet genoemd bij het onder
deel kwantitatief en kwalitatief in stand houden van de woningvoorraad, hetgeen betekent dat het handhaven
van de bestaande situatie wordt voorgestaan.
Onder 'Werken' wordt gesteld dat in het onderhavige gebied bij voorkeur de vestiging moet worden
gestimuleerd van bedrijven, overeenkomende met hindercategorie 1 en 2 en met een omvang van maximaal 0,5
hectare, met uitzondering van sterk verkeer aantrekkende bedrijven.
Voor het westelijke gebied van de nog bestaande binnenduinrand wordt gesteld: 'dat het gebied enerzijds
beschermd dient te worden door bepalingen in het bestemmingsplan en anderzijds beschermt dient te worden
door de nog aanwezige agrarische bedrijven zoveel mogelijk te ondersteunen in die bedrijfsvoering, die voor het
behoud van het landschap van essentieel belang is.
In het provinciale Streekplan Amsterdam-Noordzeekanaalgebied van juli 1979 is het gebied als volgt
onderverdeeld:
- De bebouwing is aangewezen als bestaand en te handhaven woongebied. Volgens de provincie zal bij
bestemmingsplan moeten worden aangegeven de hoogte en dichtheid der bebouwing zodanig moeten worden
bepaald als met de eisen van bewoning, verzorging en het aspect van landschaps-, dorps- en stedeschoon
toelaatbaar is.
- Alleen de Brederoodseweg wordt aangeduid als weg van lokale betekenis. Er zijn geen hoofdverkeerswegen
en wegen van regionale betekenis in het gebied te onderscheiden. Alle overige wegen dienen ter ontsluiting van
(onderdelen van) steden en dorpen.
- De spoorlijn met het station Santpoort-Zuid is aangeduid als spoorwegen, dubbelbaans.
- De omgeving van de ruïne van Brederode is aangeduid als agrarisch gebied. Met deze aanduiding zijn
aangegeven: terreinen voor doeleinden van agrarisch bedrijf met daarbij benodigde bedrijfs-gebouwen,
bedrijfswoningen, wegen, wateren, beplantingen en overige werken. Niet-agrarische ontwikkelingen dienen hier
zoveel mogelijk te worden voorkomen. Agrarische handels- en hulpbedrijven dienen bij voorkeur op normale'
bedrijfsterreinen te worden ondergebracht. Tuinbouw onder glas wordt slechts toegestaan op en ten behoeve
van de bestaande agrarische bedrijven. Bij bestemmingsplan dienen regelen te worden gesteld ten behoeve van
natuur- en landschapsbehoud. Intensieve veehouderij (bio-industrie) wordt uitsluitend toegestaan indien natuur-,
landschaps- en milieubelangen zich daartegen niet verzetten.
- Met de aanduiding verblijfsrecreatie zijn terreinen aangegeven die kunnen worden ingericht voor meerdaags
verblijf met daarbij behorende voorzieningen en werken. Bij bestemmingsplan moet volgens de provincie de
plaats, aard en omvang hiervan worden geregeld en tevens maatregelen worden getroffen die waarborgen dat
het landschap niet wordt geschaad en de milieu-hygiënische aspecten in het oog worden gehouden.
- De met de aanduiding bos- groenvoorziening aangegeven terreinen hebben en functie te vervullen voor de
bosbouw, als natuurgebied en/of gebied voor stedelijke dag- en verblijfsrecreatie. Ook groenschermen langs
bebouwde of nog te bebouwen gebieden vallen onder deze aanduiding.
- Met de aanduiding natuurgebieden zijn die gebieden aangegeven die zijn bestemd en ingericht voor een
beheer gericht op natuurbehoud, met daarbij benodigde kleine gebouwen ten behoeve van toezicht en onder
houd, doch overigens in het algemeen zonder bebouwing, en met eventueel daarbij benodigde andere werken,
die uiteraard zeer beperkt zullen moeten worden opdat het karakter van deze natuurgebieden zoveel mogelijk
behouden blijft. Bij gemeentelijk plan kunnen delen van deze terreinen mede worden bestemd voor doeleinden
van agrarisch bedrijf voor zover daarvoor de belangen van natuur en landschap niet worden geschaad.
BIJLAGE II. DE BEBOUWING.
Onderstaande beschrijvingen zijn voor een groot deel overgenomen van onderzoeksrapporten die door de
monumentencommissie in nauwe samenwerking met Stichting Santpoort en Joke van der Aar zijn samenge
steld.
Ten aanzien van de bebouwing aan de eeuwenoude noord-zuid georiënteerde verbindingsweg in Santpoort
langs de binnenduinrand van de jonge duinen en de naar het oosten gerichte afsplitsingen kan het volgen
de opgemerkt worden.
1. Duin en Kruidbergerweg 43 (woonhuis door het rijk beschermd monument).
Het betreft de Boerderij Kruidberg, waarvan het woonhuis resteert als een gedeelte van de 17de eeuwse
buitenplaats 'De Cruijtbergh'. Tussen 1644 en 1677 is de buitenplaats door de toenmalige eigenaar Balthasar
Coymans gebouwd op de plaats van een oudere hofstede. In 1682 kocht Willem III, Prins van Oranje, het riante
buiten.
De hofstede diende voornamelijk als jachtverblijf. Omstreeks 1805 is de Kruidberg of Prinsenbos, zoals het
ook wel genoemd werd, als logement in gebruik. Tussen 1811 en 1823 is het als bezitting van het Huis van
Oranje verkocht. De overgebleven opstallen zijn in 1845 bij de aan de overzijde van de weg gelegen bui
tenplaats Duin en Berg gevoegd. De noordelijke vleugel van het hoofdgebouw is omstreeks 1864 gesloopt.
Het resterende gedeelte is toen grondig verbouwd.
In 1874 heeft het boerderijhuis nog enige forse veranderingen ondergaan. Het woonhuis uit 1864 heeft
gepleisterde gevels met een kroonlijst onder een vrij steile kap. De begane grond heeft hoge vensters met
achtruiters en houten luiken, in later tijd met een zandlopermotief beschilderd. Op de verdieping zijn korte
vensters aangebracht.
De in 1968 gebouwde opstal tussen de weg en de stal is beeldverstorend.
2. Duin en Kruidbergerweg 60: het herenhuis
Het huis is in nauw overleg met de bouwheer, J.T. Cremer, ontworpen door J.J., M A. en J. van Nieukerken. Het
gebouw is groot en uitgevoerd in een uitbundige Hollandse neorenaissancestijl. Het heeft een onregelmatige,
tamelijk langgerekte plattegrond met als gevolg daarvan een gevarieerde gevelopstand. Vanuit de kap is
een hoog opgaande rechthoekige toren te zien. Centraal in het interieur is een Engelse 'hall'. Alle vertrek
ken zijn rijk gedetailleerd, waarbij een grote verscheidenheid aan soms authentieke decoratiestijlen -per vertrek
één stijl- is aangebracht.
Vóór het huis is een terras en een in geometrische stijl aangelegde tuin, aansluitend op een tijdens de bouw
gegraven vijver.
3. Duin en Kruidbergerweg 52-54-56-58: het stalgebouw en het machinegebouw
Het betreft hier het voormalig stalgebouw uit 1899, waar thans woningen in aangebracht zijn. In 1908 is er een
in stijl aangepast machinegebouw aangebracht.
Het stalgebouw heeft een gevarieerde gevelopstand met verschillende puntgevels. De architectuur wordt
gekenmerkt door renaissancistische elementen en detaillering, veelal uitgevoerd in natuursteen. De vensters van
de begane grond zijn voorzien van houten luiken, beschilderd in zandlopermotief. Op het dak vinden we een
houten klokkestoel met luidklok.
4. Duin en Kruidbergerweg 47: de portierswoning
De voormalige portierswoning is gelegen aan de overzijde van de weg. Het huisje dateert van 1903 en is
gemaakt naar ontwerp van J.Kuit. De landelijk aandoende stijl van het huisje wordt bewerkstelligd door de
haaks op elkaar liggende kappen met leidekking en door de houten gedetailleerde elementen zoals de veranda.
5. Duin en Kruidbergerweg 51 t/m 73
Het landhuis Kennemergaarde, is in 1912 gebouwd op het grondgebied van Duin en Kruidberg. Opdrachtgever
was J.T.Cremer, eigenaar van het landgoed. Architecten waren de uit Den Haag afkomstige J.J., M.A. en J. van
Nieukerken, die eveneens het huis Duin en Kruidberg ontworpen hebben. Het huis is thans in stijl aangepast en
opgesplitst in appartementen. Kennemergaarde is gebouwd in Hollandse neo-renaissancestijl, met trapgevels
en voor die bouwstijl kenmerkende elementen. Het landhuis is -in tegenstelling tot het huis Duin en Kruidberg-
tamelijk sober uitgevoerd. Aan de oostgevel vinden we een storende aanbouw.
6. Kennemergaardeweg 1-3
Een dubbel woonhuis uit het laatste kwart van de 19de eeuw, gebouwd voor spoorwegpersoneel. De typische
spoorwegarchitectuur wordt gekenmerkt door keperbogen boven de muurdoorbrekingen. Aan de bovenzijde van
de voorgevel een uitgemetselde rand. Over de gevelvlakken zijn gietijzeren muurankers in de vorm van rozetten
aangebracht.