plaatst. Grensafscheidingen waren dikwijls ook
zichtbaar door hagen, zoals die ooit langs de Dwarslaan is
geweest. Nu is zo'n soort haag nog aanwezig langs de molen
de Zandhaas. De haag zal in de loop der tijden zijn herplant,
doch deze haag staat wel precies op de oude kavelbegrenzing,
zoals getekend in de kaart van landmeter van Diggelen (1810)
en de minuutkaart van Nautz uit 1832.
Het veranderende
(park)landschap
De Wildernis van Brederode, ook wel de Molenduinen
genoemd, is bij de opkomst van de blekerijen geleide
lijk verdeeld in droogbergen, hier en daar een stukje
bouwland, gebruiksbossen, de Neethof (een vrij vlak gedeelte)
en de overige stukken duin. Ten behoeve van de blekerijen
werden wateringen of welsloten gegraven aan de voet van deze
duinen, waarvan er één (watering of Bosbeek) zelfs dwars
door de Molenduinen werd gegraven voor aansluiting met een
duinrel, namelijk de Brederoodse beek. Welsloten vulden de
gietsloten van de blekerijen. Nadat de blekerijen rond 1800
wegens de concurrentie met het buitenland moesten sluiten,
zijn enkele omgevormd tot buitenplaatsen. De bekendste is
wel Duin en Daal te Bloemendaal met het centrale weiland en
vijvers, maar ook Zorgvrij en Spaarnberg zijn uniek te
noemen. Hier werden vanaf ongeveer 1820 de vroegere
gebruiksbossenveranderd in wandelparken, waarbij het
nuttige met het aangename verenigd werd. Het Zwitsers-
achtige Boschbeek was een boerenwoning en gedeelten van
vooral Bosbeek werden voor houtkap en teelland gebruikt.
De grootste veranderingen aan de parken zijn
hieronder puntsgewijs beschreven, zodat met behulp
van de drie kaarten (afb. 12, 15 en 16) vrij een
voudig een goed beeld van de huidige situatie in relatie tot de
historische aanleg van de parken verkregen kan worden.
De meest ingrijpende veranderingen van de parken zijn:
1 In de voormalige percelen 116-117 zijn een aantal paralelle
paden vermoedelijk na 1930 aangelegd. Een smal kronkelig
paadje (ruiterpad?) dwars op deze paralelle paden is na
ca 1955 verdwenen.
2 In Bosbeek zijn in de eerste helft van de twintigste eeuw
alle zeer kronkelige paden plus een drietal plantsoenachtige
vormen verwijderd (al deze structuren kunnen mogelijk
worden toegeschreven aan Zocher Jr), waardoor met name
het middengedeelte ten noorden van de Bosbeek een geheel
ander aanzien heeft gekregen.
3 Het zuid-westelijk deel van het Burgemeester Rijkenspark is
in het begin van de 30-er jaren diep omgespit en opnieuw
beplant met loofhout, zoals balsempopulier, els, wilg, den,
kastanje enz. In het westelijk deel van Bosbeek heeft tijdens
de Tweede Wereldoorlog clandestiene houtkap plaats
gevonden.
4 Door de oprukkende verstedelijking is het bosgebied
in 1905 en de jaren 20 en 50 verkleind en zijn gelijktijdig
een aantal nieuwe toegangspaden aangelegd. In een aantal
gevallen zijn paden rechtgetrokken en/of omgelegd. Verder
zijn meerdere verbindingspaden verwijderd, waardoor
grotere aaneengesloten bospercelen ontstaan zijn.
5 De Brederoodsebeek is vanaf de Bosbeek grotendeels
verwijderd ten behoeve van woningbouw en verbreding van
de Middenduinerweg waarlangs een voetpad loopt.
De vroegere overvloedige aanvoer van duinwater is bijna
geheel verdwenen door intensieve drinkwaterwinning in de
duinen en nu vooral ook in de binnenduinrand langs de
spoorlijn. In 1997 zijn langs de spoorlijn oude drinkwater-
winningsputten vervangen door nieuwe, opdat meer
drinkwater gewonnen kan worden. Mede daardoor hoeft
de vermindering van de drinkwaterwinning in de duinen
niet zondermeer een zichtbare verbetering te geven op de
doorstroming van de beek. Bovendien zullen vanwege de
verminderde drinkwaterwinning in de duinen nabij de
oorsprong van de beek pompen worden geslagen tegen
eventuele vochtoverlast in woningen. Het grondwaterpeil
zal dan nog meer gaan zakken, waardoor het weinige water
in de beek nog sneller in de bodem zal wegzakken. Slechts
een constante kunstmatige toevoer van water, kan het
agrarisch gebied enigzins positief beïnvloeden.
In het recente verleden loosde Velserend zijn badwater op