ft e. p i- r At i t te<)tL vi t r i rv At K. A I r At t J C. It C u. W l i Afbeelding 12: Het boerderij complex met daarin de positie van de kelders en de punten waar archeologisch onder zoek is verricht. J. Morren, naar de opgravingsschetsen van de Archeologische Werkgroep Velsen 16 r a, ap «t.'t Ur^t in. ycf e- 0 d K t pu.i> StfrfA wttf iti fjier ij K-frt <jt owiLvw r W«-J A/ Afbeelding 13: De schets van het gebied waar het sonderingonderzoek is verricht. J. Morren, naar de schets door de archeologische Werkgroep Velsen Middenduinerweg 83 P)it gedeelte van het complex is een boerderij die kort na 1683 gebouwd is. Op basis van het metselwerk dat bestaat uit lagen met strekken en koppen in kruisver band, waarbij klezoren (sluitstenen) zijn aangebracht bij de hoeken, is het metselwerk te dateren uit de periode 1550 tot in de 18e eeuw. Deze datering is te ruim om de bouwperiode die afgeleid is uit het archiefonderzoek te bevestigen. Tot in de 1T eeuw zijn boven de vensters en deuren versterkingbogen aangebracht in het metselwerk. Later in de 17e eeuw is men overgegaan op rollagen bo ven de vensters en deuren. Boven de ramen en deuren van de boerderij zijn rollagen aangebracht. J)e boerderij heeft een vrij steil zadeldak, wat wijst op een bouw van voor de 18e eeuw. De laatste twee pun ten geven bouwkundig gezien meer bevestiging voor de bouw kort na 1683. In 1749 is de boerderij volgens de gegevens in de verpondingregisters verbouwd, maar uit het bouwkundig onderzoek is niet gebleken wat er toen aan de boerderij veranderd is. Uit de plattegrond op de kadastrale minuutkaart uit 1832 is af te leiden dat de boerderij mogelijk van het stolptype is geweest. De stal bevond zich in het gedeelte dat vermoedelijk een stolp- schuur is geweest. Qit gedeelte is in 1896 grotendeels gesloopt. De oor spronkelijke hoofdconstructie van de sparrenkap op het woongedeelte is bij de voormalige aansluiting op het dak van de stolpschuur aangevuld om de opening die ontstond bij het slopen van de schuur te dichten. PJ ierbij zal op de plaats van de scheiding tussen de stal en het woongedeelte een muur aangebracht zijn die als achtergevel ging functioneren. Deze scheiding zal oorspronkelijk van hout geweest zijn. De muur bestaat deels of geheel uit ruw metselwerk dat in latere tijd her steld en opgevuld is bij wijzigingen van raam- en of deuropeningen. De nog zichtbare delen van de muur zijn aan beide zijden bepleisterd, we mogen aannemen dat dit gedaan is om de verbouwingssporen weg te werken. Tussen de muur van de achtergevel en het oorspronke lijke muurwerk van het woongedeelte is duidelijk een bouwnaad te zien, dit wijst erop dat de achtergevel in la tere tijd is aangebracht. In de oostmuur zijn nog de spo ren te zien van de aanhechting van een muur die naar 17 o a <Li f d t u-t t n \J L o e <r Stktuw K e I cLe. r cL<(,«-*- i Kt

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

De Zandpoort | 2004 | | pagina 10