Tachtig jaar Bloemendaalsestraatweg noodzaakt zag de gemeente te vragen een nieuw terrein aan te wijzen. De gemeente bood het terrein aan de Valckenhoeflaan aan en het bestuur accepteerde dit, zij het met enige aarzeling omdat het niet vlakbij de school en de kerk lag, wat men wel gevraagd had. "^anaf 1956 is het onderhoud van de speeltuin verwaar loosd. Men wist toen al dat op dit terrein een opvang tehuis voor moeilijk opvoedbare kinderen zou komen: St. Raphael, later het Vinkennest geheten. Het clubge bouwtje, niet veel meer dan een opberghok met ernaast een WC'tje, viel in de zomer van 1956 ten prooi aan de vlammen toen kinderen illegaal een vuurtje aan het sto ken waren. In 1958 vond de verhuizing plaats naar de Valckenhoeflaan waar de gemeente een terrein ontbost had. Sommige toestellen konden verplaatst worden, an dere kwamen van andere speeltuinen en er werden ook nieuwe gemaakt. Hier zou de speeltuin een bloeiende toekomst tegemoet gaan. Van enige bemoeienis van de kerk was geen sprake meer en later heeft men het "RK" uit de naam weggelaten. De speeltuin was neutraal! Overigens was het terrein aan de Drinkgrevelaan door de r.k. kerk van Santpoort kosteloos in bruikleen afge staan. De speeltuinvereniging heeft nooit een financiële bijdrage van de kerk ontvangen. J)e geschiedenis van het eerste clubhuis aan de Valckenhoeflaan is een verhaal apart. In september 1944 moest op bevel van de Duitse bezetter alle bebou wing tussen Beverwijk en Driehuis afgebroken worden langs de lijn waar nu de spoorlijn loopt. De Duitsers wilden een goed schootsveld hebben voor de verdedi ging van de vesting IJmuiden.. Wie kans zag nog wat van zijn bezittingen te redden, probeerde zelf zoveel mogelijk te slopen en mee te nemen. Dit deed ook de heer Nijman, de schoonvader van opa Huybens die een belangrijke rol heeft gespeeld bij de oprichting van de speeltuin. Het dak van het woonhuis en de stal werden gesloopt en naar Spaarndam gebracht; de timmerman Dirk van Geldorp bouwde er een kleine noodwoning van, bedoeld als tijdelijk onderkomen. Na de oorlog is het bouwsel overgeplaatst naar de groentetuin van opa Huybens aan de Kruidbergerweg in Santpoort. In de ja ren '50 werd het gebied bestemd voor woningbouw, zo dat het bouwsel weg moest. Door bemiddeling van Dirk van Geldorp kwam het gebouwtje in het bezit van de speeltuin die nog zonder clubhuis was. Van Geldorp stelde als voorwaarde dat Soli Deo Gloria, waarvan hij voorzitter was, hier mocht repeteren. Om het huisje te verplaatsen werd het door leden van het bestuur van de speeltuin en Soli op een aantal rollen gevijzeld en naar de speeltuin getrokken. Het eerste onderkomen heeft nog vele jaren dienst gedaan, namelijk tot Eef Limmen er in 1981 door de vloer zakte. J-{oe het met de speeltuin Santpoort verder is gegaan, kunt u t.z.t. lezen in een uitgave die verschijnt in 2006, bij gelegenheid van het 60-jarig bestaan. Pim Boer (met veel dank aan Eef Limmen) Bronnen: Weekblad voor Santpoort-Dorp, Santpoort-Station, Rozenstein en Driehuis, 22 maart 1934 Santpoorts Weekblad, 5 april 1946, 3 mei 1946 IJmuider Courant, 20 mei 1946, 5 juni 1946, 12 juni 1946 Santpoorts Weekblad 15 december 1950 Nieuwe Haarlemse Courant, 24 april 1952 Herinneringen van Arie Huybens, genoteerd in 1996 Herinneringen aan de speeltuinen in Santpoort, René Blom, genoteerd in 1999 Peter Selten e.a., Af en toe met pa en moe..., De speeltuinbeweging in Nederland 1900-1995, De Tijdstroom, Utrecht, z.j. 34 \\rie op de Bloemendaalsestraatweg in Santpoort-Zuid komt, ziet vooral een woonstraat met hier en daar een winkel of bedrijfje. Je doetje boodschappen en ver trekt weer. Je kunt je haast niet voorstellen dat het er nog niet zo lang geleden heel anders uit zag. Wie onderstaand verhaal gelezen heeft, fietst of wan delt met andere ogen door deze eens zo bedrijvige straat. Jn het jaar 1921 kreeg de 'straatweg van Bloemendaal naar Santpoort', in de oude buurtschap Jan Gijzen- vaart, officieel de naam Bloemendaalsestraatweg. Sinds dien zijn ruim tachtig jaren verstreken. Tijdens die periode heeft deze oudste woonkern van Santpoort-Zuid ingrijpende ontwikkelingen beleefd op allerlei gebied. De inrichting van het landschap is sterk veranderd door de behoefte aan grond voor bouwbestemmingen ten be hoeve van de aanzienlijk toegenomen bevolking, het toegenomen verkeer en nieuwe vormen van bedrijvig heid. Mèt deze veranderingen heeft ook de middenstand op en rond de Bloemendaalsestraatweg vele ups en downs gekend. De toeneming van het aantal inwoners van het tegenwoordige Santpoort-Zuid heeft niet geleid tot een evenredige groei van een stabiel, gevarieerd winkelbestand. Belangrijke oorzaken daarvoor zijn de ontwikkeling van het grootwinkelbedrijf, de toegeno men mobiliteit, de vergrijzing en de inkrimping van het Provinciaal Ziekenhuis. In dat verband vormden de ja ren '50 en '60 van de afgelopen eeuw, achteraf bezien, het hoogtepunt in de economische bloei van de Bloe mendaalsestraatweg, toen er wel 75 winkels en bedrij ven floreerden. Het is daarom boeiend om dit tijdperk nog eens mee te beleven. De redactie sprak met twee zeer welingelichte en bekende inwoners van ons dorp, die allebei aan de Bloemendaalsestraatweg werden ge boren, en altijd in deze omgeving zijn blijven wonen. Het zijn de heren A.Jonker (1912) en G.Waasdorp (1933). De eerste heeft een lange loopbaan achter de rug als beheerder van de terreinen en parken van onder meer het Provinciaal Ziekenhuis nabij Santpoort (Meeren- berg). De heer Waasdorp zette met succes de gevestigde kapperszaak van zijn vader voort. Beider herinneringen kunt u verder in dit artikel lezen. Ook het fotomateriaal is door onze informanten aangeleverd. Een stukje historische achtergrond Qndanks alle veranderingen in de de loop der tijden, is er op de Bloemendaalsestraatweg en in de naaste om geving toch nog veel zichtbaar gebleven van de histori sche inrichting van het landschap ter plaatse. Het leek ons daarom verhelderend om de gebeurtenissen in de voorafgegane eeuwen nog eens kort te schetsen. £)e Bloemendaalsestraatweg (verder 'de straatweg' ge noemd) bestond zeker al in de 13e eeuw. De weg vormde toen een onderdeel van de Heereweg, een van de beide regionale hoofdroutes tussen het noorden en zuiden van het graafschap Holland. De weg werd overi gens pas in 1822 verhard. gen ingrijpende wijziging in de infrastructuur vond plaats, toen in 1537 de Jan Gijzen(zand)vaart werd gegraven; deze vaart werd in de tweede helft van die eeuw in fasen verlengd tot aan de gemeentegrens met Bloemendaal. Gezien vanuit het zuiden volgde de vaart het tracé van de straatweg langs de westkant daarvan, boog even naar links op de plaats van de huidige Deka- markt en liep vervolgens scherp naar rechts verder in de richting van Haarlem. Deze waterloop gaf zijn naam aan de hele buurtschap tot in 1921; in 1926 was hij vrijwel geheel gedempt tot aan de inmiddels aangelegde spoor lijn. \7anaf het laatste kwart van de 16C eeuw ontstonden langs de Jan Gijzenvaart verscheidene blekerijen vanwege de gunstige omstandigheden voor deze be drijfstak in het binnenduinrandgebied, nl. veel licht, schone lucht en ruim voldoende duinwater. Circa 1800 waren de meeste blekerijen hier weer verdwenen of van functie veranderd. De belangrijkste voor ons verhaal waren (van zuid naar noord) Hoek en Vaart, Midden vaart, Gaarenvreugd en Watervloet. J-joek en Vaart was tot voor kort nog een chemische wasserij. Middenvaart heeft als stoomwasserij en strijkinrichting nog bestaan tot circa 1950: een loods er van is, verbouwd tot twee woningen, nog steeds te zien op nrs. 43-45. Watervloet werd eerst omgezet in de hof stede Duinlust, en rond 1877 tot een representatief hotel verbouwd. Na beëindiging van de hotelexploitatie rond 1900 huisvestte het gebouw bedrijven van diverse aard: het laatste gebruik was na de Tweede Wereldoorlog als huisvesting voor particulieren, waarna het complex in de jaren '60 in twee fasen werd afgebroken en vervang en door de huidige seniorenwoningen aan de Duinlust- parkweg. Deze laatste weg vormde vroeger als Duinlustweg de oprijlaan tot het hotel. 2eker na de teruggang van de blekerijen bleef Jan Gij zenvaart lange tijd een kleine gemeenschap met voor namelijk een kleinschalige agrarische economie met enige werkgelegenheid door de landgoederen in de naaste omgeving. Volgens overgebleven kohieren telde de bevolking in het midden van de 18e eeuw minder dan driehonderd zielen die woonden in niet meer dan dertig huizen, al dan niet met bedrijfsgedeelte. Deze huizen waren als lintbebouwing voornamelijk te vinden aan de oostzijde van de straatweg, en dan nog bijna geheel aan de noordelijke helft van de weg. De oude blekerijlge bouwen met enkele woningen vond men juist vooral aan het zuidelijke uiteinde, en wel aan de westkant van de weg. J7erst na de opening van het nieuwe spoorwegstation in 1867 begon langzamerhand de bevolking te groeien door eerst een druppelsgewijze vestiging van forensen. 35

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

De Zandpoort | 2004 | | pagina 19