"Je kon er in die tijd ook vakantiewerk doen: deksels op de potten honing doen en de potjes vervolgens in dozen zetten. Simpel maar leuk werk. A ls je iets te langzaam was liep de boel mis! Het was er erg heet, doordat de honing verwarmd werd. Verdiensten: ongeveer 45 gulden voor een hele week werken Aadje en Mar ja Beltman sterkte van 35 man, in de nieuwe situatie, die rond 1960 werd bereikt, steeg dit aantal tot 75.000 eenheden per dag bij een bezetting van 22 mensen. En dit met behoud van alle goede eigenschappen en kwaliteit van de ho ning. Wij beschikten daartoe nu over een grote produc tielijn voor afvulling van 450-500 grams potten, en een kleinere lijn voor potten van 250 gram c.q.bekers van 225 gram, met daarbij de nodige verwarmingsappara tuur. Tot 1953 werd door Mellona een groot aantal artikelen en hulpmiddelen voor de bijenteelt in de handel ge bracht, variërend van eenvoudige gereedschappen tot complete bijenwoningen. Duizenden imkers, die in de oorlogsjaren het bijen houden hadden beoefend ter aan vulling op hun voeding of als bijverdienste keerden na dien de imkerij de rug toe. De vraag naar de betrokken artikelen daalde hierdoor zodanig, dat besloten werd om de verkoop hiervan te beëindigen. Wel werd het bijen park in stand gehouden en de bijenteelt uitgeoefend. Bijenvolken zijn belangrijk voor de bestuiving van fruit bomen en worden in de cultuur van vele soorten bloe men en planten gebruikt. ]Sjog even terug naar de jaren 1930. Het bedrijf Mello na kwam toen maar moeizaam op dreef. In die jaren waren er nog twee belangrijke Nederlandse honingpro- ducenten op de markt actief. Dat waren de firma's ADELSHOEVE te Apeldoorn en HANS MATTHES in Breukelen. Adelshoeve was in 1903 opgericht door de heer Esmeyer, een gepen sioneerde hoofdonderwij zer uit Rotterdam. Deze was na zijn onderwijstijd uit liefhebberij bijen gaan houden in zijn nieuwe woonplaats Apeldoorn. Maar onbedoeld groeide zijn hobby uit tot een commercieel bedrijf. In 1912 verkocht Esmeyer zijn bedrijfje aan de heer Sauerbier, die de handel in honing uitbreidde en de handelsnaam 'Adelshoe ve' grotere bekendheid wist te geven. Na 20 jaar activiteit verkocht hij in 1932 Adelshoeve aan Mellona. De firma Hans Matthes werd in april 1904 opge richt door de gelijknamige eigenaar. Ook de Mat- thes-honing had in de ja ren '30 een zeer goede naam. In 1956 werd ook deze firma door Mellona overgenomen en naar Santpoort verplaatst. De handelsnaam 'Matthes- honing' is na de overname voor de export nog regelmatig gebruikt, op de binnen landse markt veel minder. In de commerciële strijd om de markt voor een populai re pot honing is destijds het merk 'Matthes Vechtbij' enige jaren op de markt geweest (niet alleen als verwij zing naar Breukelen aan de Vecht, maar daarnaast ook een hint naar de concurrentiestrijd). Door de overnemingen steeg de omzet van Mellona met 10 a 15%. J^et afzetpotentieel voor honing werd zo groot, dat wij besloten om rechtstreekse contacten te leggen met grote bijenhouders in bekende honingproducerende lan den, waaronder de VS, Canada, Mexico, Hongarije, Spanje en China. Dit leverde niet alleen prijsvoordelen op, maar op deze manier konden wij ook de kwaliteit van de honing beter onder controle houden. De door Mellona in vroeger jaren toegepaste inkoop van buiten landse honing via zuidvruchtenimporteurs was niet langer aan de orde, aangezien nu heel andere soorten nodig waren uit heel andere landen. Onder grote bijenhouders rekenden we die imkers, die met 3.000 tot 5.000 bijenvolken werkten. Deze mensen zou men de 'nomaden' onder de bijenhouders kunnen noemen, want ze reisden met hun volken soms duizen den kilometers door het land om ze daar te plaatsen, waar de bijen de nectar konden verzamelen. Dat kon bij voorbeeld voor de VS inhouden, dat men in het vroege voorjaar in Florida de eerste oogst binnenhaalde, waarna 22 men via Texas, Colorado en Califomië naar North- en South-Dakota trok om verdere oogsten te realise ren. Dit alles binnen een tijdsbestek van 8 a 9 maanden. Elke twee jaar bezocht ik in Noord-Amerika de voornaamste imkers vanaf Florida tot 500 km ten noorden van Winnipeg; zo'n reis nam 5 a 6 weken in beslag. Daarnaast be zochten wij ook elke twee jaar Oost-Europa, van waar Mellona sinds 1968 steeds grotere partijen acaciahoning was gaan betrekken. gij deze ontwikkeling bleek het ook onvermij delijk, dat Mellona zelf het kwaliteitsonderzoek ter hand ging nemen. De Het moderne laboratorium eisen in het Honingbesluit De Vos bij de Warenwet en de Europese voorschriften waren van dien aard, dat labora toriumonderzoek binnen het bedrijf noodzakelijk werd. Hiermee maakte het bedrijf in het begin van de jaren '70 op bescheiden schaal een aanvang. Al snel beschikte ons laboratorium over veel ervaring in de vele onder zoeksmethoden, en met name in het stuifmeelonder- zoek. Dit laatste is belangrijk om vast te stellen, of het inderdaad om de aangegeven soort honing gaat. De laatste jaren beschikte ons bedrijf over een perfect laboratorium, uitgerust met moderne apparatuur. Iedere partij werd hier via steekproeven gecontroleerd in ver schillende stadia: uit vooraf ontvangen monsters, uit de aan ons afgeleverde honing en opnieuw uit het gereed product. Met name werd hierbij gelet op kwaliteit, stuif meel, Diastase-ferment en vochtgehalte. Op4 november 1980 werd het familiebedrijf B.V. Bij enstand Mellona - na diverse afgewezen overname pogingen door andere bedrijven - verkocht aan Quaker Oats B.V. te Rotterdam. Ik ben nog twee jaar bij Mello na in functie gebleven om de nodige knowhow over te dragen. Op 4 november 1982 nam ik afscheid als direc- met links mevrouw C. J. de Meza-Post en rechts mevrouw teur met een receptie op Beeckestijn in Velsen-Zuid. Daarna heb ik nog 11 jaar deel uitgemaakt van de Raad van Commissarissen, totdat aan dat lidmaatschap om leeftijdsredenen een einde kwam. Als gevolg van het feit, dat verdere uitbreiding van het bedrijf op deze locatie niet meer mogelijk was, als ook vanwege transportproblemen, besloot Quaker Oats om de productie in Santpoort per 1 oktober 1993 te be ëindigen en naar elders over te brengen. {-[et terrein van Mellona werd op 30 juni 1994 verkocht aan Woningbouwvereniging "Brederode "met de be stemming op het terrein 34 woningen voor senioren te bouwen. Bij de verkoop werd aan koper toestemming verleend om aan het nieuwe complex de naam "Mello- nahof' te geven, tot blijvende herinnering aan 75 jaar van activiteiten met honing en bijen door het bedrijf Mellona. Op 7 juni 1996 mocht ik als oud-directeur de eerste steen leggen voor de Mellonahof, in de vorm van een gegraveerde plaat aan de gevel van het nieuwe ge bouw. Verantwoording van de illustraties: Alle foto's en afbeeldingen zijn afkomstig uit het persoonlijke archief van de heer J. de Meza jr. 23

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

De Zandpoort | 2006 | | pagina 13