UITGEVERIJ C. A. MEES Als er een uitgave is, die de uitgeverij van Mea Ver wey 'onsterfelijk' zou kunnen maken, dan is dat Wendingen (1918-1931). Wie, bijvoorbeeld in New York of Londen een grote boekhandel binnenloopt, stuit geheid op een studie over, of reprint van dit orgaan van het genootschap Architectura et Amicitia. Losse num mers van het blad gaan in de antiquarische wereld niet voor minder dan gemiddeld 100,- euro van de hand. Een complete set werd onlangs bij een antiquaar aangeboden voor 26.000 euro! De reden daarvoor is, dat de omsla gen van het tijdschrift door beroemde vooroorlogse kun stenaars en architecten waren gemaakt, zoals J.L.M. Lauweriks, Hildo Krop, R.N. Roland Holst, C.A Lion Cachet, Jan Sluijters, Jan Toorop, Tjerk Bottema, Josef Cantré, H.Th. Wijdeveld, S. Jessurun de Mesquita, Tine Baanders en dat buitenlandse grootheden als Le Corbu- vijfjarige leeftijd. Het vijfde kind, ook een dochter, is merkwaardigerwijs verwekt terwijl het echtpaar al in scheiding lag, en werd geboren in 1933, Mea was toen 41. 'Deze onvoorziene omstandigheid heeft de schei dingsprocedure gecompliceerd en vertraagd en veel van mijn eigen plannen in duigen laten val len.' schreef Mea Verwey aan Jan Greshoff.14 Ze was dol op het nakomertje. Maar ook de kleine Elisabeth stierf, op achtjarige leeftijd. Moeder Mea had het meisje juist bij familie op de Veluwe laten logeren omdat het in de oor logsjaren gevaarlijk was in de randstad. Maar op de Ve luwe kreeg het meisje een trap van een paard en stierf. En nog bleef haar het ongeluk niet bespaard, want in 1959 verloor zij een derde kind, haar inmiddels volwas sen dochter Kitty die met haar dochter (dus Mea's klein dochter) bij een auto-ongeluk om het leven kwam. De rouwkaart bevatte een prachtig vers van Albert Verwey: 'De Dood zat in u en ge wist het niet, Hij scherp te 't mes al en ge wist het niet - Gij en uw jonge vrouw, gij schertste en lachte - Hij mikt naar *t hart u en hij mist het niet.' Dat Mea Verwey zelf vijf kinderen ter wereld bracht, maakt haar interesse voor kinderboeken en boeken over opvoedkunde begrijpelijk. Zij gaf tussen 1935 en 1942 het blad Onze kinderen en hun toekomst; tijdschrift voor ervarings-opvoedkunde uit. Onder ervaringsopvoedkun- de verstond men zoals het woord al zegt, opvoedkundi ge adviezen vanuit de eigen ervaring, dit als tegenwicht tegen de pedagogische 'dogma's', die in de wetenschap pelijke werelcT stand hielden. Het was de bedoeling een bepaald probleem meer praktisch te benaderen, en aan de hand van een casus, bijvoorbeeld observaties rondom de 'vernielzucht' van een kind, tot een advies te komen. Aan het blad werkten dus niet alleen pedagogen en an dere wetenschappers mee, maar ook moeders en onder wijzers. Het blad was opgericht door H.G. Hamaker, die een neef was van Mea Verwey. Er werd geschreven over goed speelgoed, over concentratieproblemen, over linkshandigheid. Een van de onderwerpen was 'heem kunde', een terrein dat door het slinkse gebruik dat na zi's daarvan maakten sinds de Tweede Wereldoorlog in een kwade reuk is komen te staan. Heemkunde hield in dat ook in het onderwijs vooral werd uitgegaan van de eigen taal en cultuur om zo te komen tot meer gemeen schapszin en 'heemgevoel'. De nazi's kweekten daar vijandige ressentimenten bij met hun leus: eigen volk eerst. Voor de redactie van het tijdschrift Onze Kinderen was niet meteen duidelijk dat het met de heemkunde die kant op zou gaan. Het 'foute' Departement van Opvoe ding, Wetenschap en Cultuurbescherming toonde al in 1941 grote belangstelling voor het blad en specifiek voor de heemkunde. Dit zorgde ervoor dat papier be schikbaar bleef. De specialist op heemkundig gebied. J. van Mourik, was benaderd door het Departement en liet de redactie weten: 'mijn inziens staat vast, dat hoe de oorlog ook moge aflopen, de opvoeding en het onderwijs in de nabije toekomst anders zullen zijn. De over dreven belangstelling voor het intellectualisme Foto van Mea en dochtertje Elisabeth. Collectie bibliotheek van de Universiteit van Amsterdam. (Jaar boek voor Ned. boekgeschiedenis, pag 142.) keert niet weer en de idee, dat bijv. de lagere school het kind zal moeten opvoeden en onder wijzen in nationalen geest, zal sterker dan ooit van invloed worden. Qok omdat het blad als 'wetenschappelijk' werd aan gemerkt, kon het langer blijven verschijnen dan an dere tijdschriften. Er verscheen in 1942 zelfs nog een dubbelnummer over heemkunde, en 'de oerkracht van ons volk', dat ook als boekje werd uitgebracht. Hoewel Mea Verwey op geen enkele manier als collaborerend kan worden aangemerkt, liet zij met de uitgave van dit blad wel haar opportunistische kant zien. Door het heemkundedubbelnummer, wist het blad zijn bestaan te rekken. Maar doordat Mea Verwey het blad niet had aangemeld bij het Persgilde moest het toch eind 1942 staken.'Ik voorzie, dat het bestaan binnenkort geheel af hankelijk wordt van een in bepaalde richting kleur be kennen. Dat vermijd ik liever, mede met het oog op mijn andere uitgaven en andere functies', schreef ze za kelijk aan haar redactie.16 Politiek £)e uitgeverij heeft nóg zo'n in politiek opzicht opmer kelijk blad uitgegeven. Dat was De Dietsche Gedach te dat tussen 1931 en 1936 en bij Mees op de rol stond. Het blad was al in 1926 opgericht, en had als doel het Groot-Nederlandse gedachtegoed over te brengen. Dat gedachtegoed hield in dat Nederlanders, Vlamingen en Aanvullende catalogus van onze uitgaven 1933-1936. Santpoort 1935. 23 pag. Privécollectie. tot op zekere hoogte ook de (witte) Zuid Afrikanen tot één "stam" behoorden, die met elkaar in taal en cultuur overeenstemden. Uiteraard werden deze sentimenten ge voed door een rabiaat soort nationalisme, en wie het blad nu bekijkt kan niet anders concluderen dan dat het een fascistisch blad was. Hoewel de redactie neutraal wilde blijven ten aanzien van de NSB komt die veel voor in de kolommen, en ook waren prominenten NSB'ers abonnee van De Dietsche Gedachte. Het echt paar Mees heeft niet voor dit blad geschreven, maar waarom gaf uitgeverij C.A. Mees het tijdschrift uit? In de eerste plaats omdat het uitgeven van tijdschriften so wieso als een goede investering werd gezien. Dankzij de abonnees kwam er een vaste bron van inkomsten bij. Het vergrootte tevens het netwerk van de uitgeverij. Maar waarom dit blad? Waarschijnlijk zagen Mea en haar man in het Groot-Nederlandse streven aanvankelijk wel een culturele verbetering. Zij waren goed bevriend met historicus Pieter Geyl en met dichter wetenschapper F.C. Gerretson (publicerend onder het pseudoniem Geerten Gossaert)die eveneens vanuit een elitaire op vatting over de cultuur, heulden met de ideeën over een Groot-Nederland, over oeroude tradities en historische verbondenheid. Uitgeverij Mees had nog geprobeerd een eigen blad op te richten met een soortgelijke doel stelling, maar dan meer literair. Dat was het tijdschrift Leiding waarvan dichter P.N. van Eyck en F.C. Gerret son de redactie vormden. Maar dat blad was in 1931, na een jaar al ter ziele waarna De Dietsche Gedachte in beeld kwam. Dit blad ontwikkelde zich meer en meer tot een clubblad, waar weinig intellectueels van uitging, maar des te meer foute ideeën. 'Wij zijn het met den in houd maar ten dele eens, zo verwoordde Mea Verwey haar groeiende twijfel. En ze voegde er aan toe: 'Ook speelt mijn anti-Nationaal socialistische gezindheid hierbij een rol'. In 1936 hield de uitgeverij er mee op. Het blad bleef nog verschijnen tot in 1941, in eigen be heer. FRANKLERING BU ABONNEMENT. AMSTERDAM t/ITGEVERU C.A.MEES. SANTPOORT: Verzendomslag van het tijdschrift Wendingen door de uitg. Mees. Collectie UB van UVA in A 'dam. 31 30 SANTPOORT Tijdschriften: WENDINGEN, geïllustreerd maandblad van Architec- tura et Amicitia. Jaarabonnement 35. Losse nummers f 5.Vraagt prospectus. L)E NATUUR, populair geïllustreerd maandblad gewijd aan de natuurkundige wetenschappen en hare toepassingen. Onder redactie van Dr. H. C. Burger. Jaarabonnement 8. Losse nummers f 1. TIJDSCHRIFT VOOR ERVARINGSOPVOED- KUNDE. tevens orgaan van de Vereeniging voor Paedagogiek. onder redactie van Dr. H. G. Hamaker en J. Stamperius. Jaarabonnement f 6. Losse nummers f 0.75. Boeken: OOSTERSE BIBLIOTHEEK, bevattende vertalingen en reisbeschrijvingen. Vraag prospectus. NEDERLANDSE TAAL- EN LETTERKUNDE. VERTALINGEN uit het IJsIands. Russies, Spaans, Italiaans. KUNSTUITGAVEN. WETENSCHAPPEL!KE WERKEN. DISSERTATIES. KINDERBOEKEN. In elke boekhandel en rechtstreeks bij de uitgever ver krijgbar.: Vraagt catalogus. Wendingen

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

De Zandpoort | 2006 | | pagina 17