dan de eigenaar is van
Spaar en Berg.
Adriaan liet de bouwlan
den en de droogbergen
met daarin de eerder ge
noemde Heijltgen van
Daelensloot opnemen in
de aanleg van het overbos
van Spaar en Berg.27
De hofstede en blekerij Bleek en Hove in 1807. J. Morren,
en 1808 en de verpondingkaart uit 1810 door landmeter A.
waaronder vijf tuinbeelden en twee tuinbanken.23 Zij
verkocht Bleek en Hoven op 17 juni 1807 aan Jan Hen
drik van Maris, woonachtig in Bloemendaal. Jan Hen
drik betaalde 11.330 gulden voor het geheel.
Jan Hendrik Maris vormde de hofstede en de blekerij
om tot een boerenbedrijf. De weduwe verkocht de overi
ge percelen die bij de hofstede en blekerij behoorden
aan Jan Gotting uit Bloemendaal, Jan Bondt de eigenaar
van de hofstede Vluchthoven in Santpoort24 en Christi-
aan Stumphius een Beverwijkse makelaar. Onder de
aangekochte percelen van de laatste vielen twee stukken
bouwland, droogbergen, vinkenhuis en houtgewassen.
Verder het duin of de Wildernis van Brederode.
[)e weduwe van Jan Corse Cops verkocht op 4 augus
tus 1807 nogmaals meubilair, maar ook een grote
partij afbraak op de hofstede. De afbraak besloeg 24
partijen, vier ribben, acht platen, twee partijen boeren
ribben (dunne balken/latten), twee balken, drie schotten
met een deur, één trap, 16 deuren met kozijn en zes
kleerstokken.5
Uit het voorgaande kunnen we opmaken dat er op Bleek
en Hoven een of meerdere gebouwen zijn gesloopt.
(^hnstiaan Stumphius verkocht op 7 oktober 1807 op
zijn beurt de bouwlanden en de droogbergen door aan
Hendrik Möhringer.26 Hendrik verkocht het voornoemde
op 21 oktober 1820 weer aan Adriaan van der Hoop die
De opsplitsing van Bleek
en Hoven werd voort
gezet door Jan Hendrik
Maris. Op 4 mei 1807
verkocht hij op een open
bare veiling, gehouden te
Amsterdam, aan Hendrik
Möhringer een huismans
woning (boerderij) en
twee stukken teelland.
Bij de koop waren inbe
grepen de ijzeren hekken.
De schuur, het plantsoen
en de afbraak die nog op
deze percelen lag, bleven
in eigendom van de ver
koper en deze behield het
recht om het voornoemde
plubliek te verkopen en af
te voeren over deze perce-
naar de transportakten uit 1807 len naar de vaart die naar
van Diggelen.. de Delft loopt of over de
Heerenweg tot december
1808.
Er wordt vermeld dat de hofstede Bleek en Hoven is ge-
amoveerd (gesloopt). Hendrik Möhringer, wijnkoper in
Amsterdam, werd voor 2.700 gulden eigenaar van het
geheel.
|-[et herenhuis met de bij- en blekersgebouwen en de
schuur waren gesloopt, met uitzondering van het
voormalige tuinmanshuis, dat opnieuw in gebruik werd
genomen als boerderij. Tevens valt de sterke waardever
mindering van het verkochte op, ontstaan door de eco
nomische recessie tijdens de Franse overheersing van de
Nederlanden in de jaren rond 1800. Deze recessie zou
met de reeds ingezette neergang van de blekersnering er
de oorzaak van zijn dat er geen belangstelling meer was
om de blekerij voort te zetten.
Het boerenbedrijf leverde in deze tijd meer inkomsten
op omdat voor de producten van een boerenbedrijf meer
afzet te vinden was in slechtere tijden. De bleekvelden
werden omgezet in teel- of akkerland. Op de boerderij
zou het zogenaamde gemengde bedrijf worden uitgeoe
fend: landbouw en veehouderij.
De genoemde vaart naar de Delft zal mede hebben ge
diend voor het transport van de artikelen die gebleekt
werden. Via de Delft, de Jan Gijsenvaart en het Spaame
bestond een goede verbinding met de stad Haarlem.
8
Op. 6 januari en 2 maart 1807 verkocht Jan Hendrik 387 weiland
Maris aan Hendrik Möhringer, Comelis de Boer, Jo- 388 weiland
hannes de Vries en vrouwe Gerarda Elisabet Morré di- 389 weiland
verse percelen wei- of hooiland.
Jan Gotting kocht opnieuw een stuk hooiland van (Jan Pieter Smits bleker Bloemendaal
Hendrik) Maris.28 404 notweg als bosch (huidige Uitendaalstraat)
405 bosch (voormalige Buitenbos)
]n 1820 verkochten Johannus de Vries en Comelis de 406 tuin
Boer de aangekochte percelen weer door aan Adriaan 407 weiland
van der Hoop, die ze voegde bij de hofstede Spaamberg. 408 weiland
Johannus had kort na de aankoop van het perceel daar
een woning laten bouwen. Deze woning wordt in 1832 H.M.E. Schimmelpenninck huisvrouw van J.G. Kruimel
kadastraal aangegeven met sectie F perceel nummer 409 weiland
379.29 Adriaan van der Hoop liet de woning weer slopen
omdat hij op deze plek een boomgaard en een moestuin Jacobus Klauwers
wilde laten aanleggen. 411 weiland
412 weiland
Qp de kadastrale minuutplans uit 1832 kunnen we zien 413 weiland
hoe groot het toenmalige Bleek en Hoven was. De 416 weiland
kadastrale omschrijving van de percelen is als volgt:30 417 weiland
Sectie F, de percelen:
Mej. G.F.L. Podt
Hendrik Möhringer 414 weiland
390 weiland 415 weiland
392 notweg als bouwland
393 aanleg tot vermaak (de twee voormalige water- Qp de minuutplans zien we dat alleen nog de boerderij
partijen in de tuin van Bleek en Hoven) op Bleek en Hoven staat (perceel 396). In de Wilder-
394 bosch tot vermaak nis of de Moolenduinen staat nog het vinkenhuis dat bij
395 bouwland Bleek en Hoven behoorde. Uit de vermelding van de
396 huis en erf (voormalige tuinmanshuis)
397 bouwland
398 tuin
399 boomgaard
400 bosch
401 bouwland
402 bouwland
403 weg als bosch (huidige Uiten
daalstraat)
Percelen die voorheen bij Bleek en Ho
ven hoorden en eigenaren in 1832.
Adriaan van der Hoop
336 vinkenbaan en huisje
337 bosch (bouwland)
338 bosch (bouwland)
339 laagduin
339a- bosch (hier in de twee voormali
ge droogbergen en de Heijltgen
van Daelensloot)
340 bosch
341 weg als Bosch
376 aanleg tot vermaak
379 huis erf en stal
380 tuin381
weiland (gedeeltelijk)
384 weiland
385 sloot als omliggend land
Jacobus Klauwers Bleek en Hoven in 1832. J. Morren, naar de minuutplans uit 1832. foto
386 weiland Archiefdienst voor Kennemerland, Kennemer Atlas
wei- en teellanden blijkt dat op Bleek en Hoven het ge
mengde bedrijf werd uitgeoefend.
Hendrik Möhringer verkocht de hofstede op 9 maart
1837 aan Jan Handgraaf, een bloemist uit Bloemendaal.
9